De bouw van de „Piet Hein".
Da .Piet Hein" In wording. Raadt 24 uur na da kiellegging waren da
«/orderingen in dan bouw van het jacht voor het vorstelijk echtpaar zicht
baar. Een overzicht van da werkzaamheden
De Lord Mayor van Londen arriveert in zijn koets aan
Buckingham Palace voor de overhandiging van het huide
adres van het gemeentebestuur der Engelsche hoofdstad
aan den Koning
De strijd om Madrid. De overblijfselen van een door de nationalisten neer
geschoten vliegtuig van de Spaansche regeeringstroepen
ten fiksche sneeuwbui was spelbreker bij da traditioneel® Mixed-hockey-
wadstrijden, welke Vrijdag te Waalsdorp plaats hadden
Het vertegenwoo» digend contingent van
het Australische leger bij de kronings
feesten in Engeland na aankomst te
Londen od marsch door de stad. leder
van deze soldaten is meer dan zes
voet lang
Kapitein te< zee F. J Heens. die belast
is met de aanwerving van 30 Neder-
landsche gezagvoer der s en officier en ter
koopvaardij als observing en assistent-
observing ofticer bij den non- inter ventte-
dienst in de Soaansche wateren
FEUILLETON
DE VIERDE MAN
(Een geval uit de practijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche),
«.oor
UDO VAN FWOUD.
(Nadruk verbooen).
18)
„Interessant, wat?" vroeg de reporter,
doelend op het artikel, dat ook de belang
stelling van den inspecteur in bijzondere
mate bleek te hebben opgewekt,
„Zeer interessant", beaamde deze, zijn
kop thee in één teug ledigend. „Jullie, pers
muskieten, weten toch overal over mee te
praten. Als je de critiek van dien meneer
hier leest, zou je het haast gaan betreuren
dat hem het onderzoek in de zaak Leuven-
steyn niet is opgedragen."
„Je zult me toch moeten toegeven, dat
er een grond van waarheid in ligt", meen
de Wils.
„Dat is zoo, maar daarom is het niet al
tijd prettig om dat van een ander te moeten
hooren. Je weet wel, dat ik een der laat-
sten ben om alles, wat de politie doet, als
welgedaan te beschouwen, maar inmen
ging van buitenstaanders wordt vrijwel in
geen enkel vak geduld en ons politiebedryl
als ik het zoo noemen mag, is ten slotte een
vak als elk ander".
Wils glimlachte.
„Tjonge. Wil als ik je niet beter kende,
zou ik nu toch werkelijk aarzelen om met
het doel van m'n bezoek voor den dag te
komen. Een man, die zoo gebeten is op de
pers.
Ook om de lippen van den inspecteur
speelde nu een glimlach.
„Als ik jou niet beter kende, Miel, zou
ik zeker m'n meening niet zoo rond uit
hebben gezegd, alvorens je aan het woord
te laten. Kom dus maar voor den dag met
je mededeelingen. Wat heb je ontdekt en
waarvoor heb je de hulp van de politie
noodig?"
Wils vertelde nu uitvoerig, hoe hij er toe
gekomen was de verpleegster bij den moord
op den bankier Leuvensteyn van mede
plichtigheid te verdenken en wat de oor
zaak was, dat hij de zienswijze van politie
en justitie inzake de verdenking van Hel-
linger niet deelde.
Inspecteur Sanders luisterde aandachtig
naar het betoog van den reporter en toen
deze zijn mededeelingen even onderbrak
om zijn toehoorder gelegenheid te geven
een en ander behoorlijk te verwerken, zei-
de hij:
„Wat je me daar vertelt is bijzon
der interessant, Miel, maar er moet toch
nog iets zijn, wat je tot dusver verzwegen
hebt. Ik ken je lang genoeg om te weten,
dat je verdenking tegen de verpleegster
niet alleen gebaseerd is op het feit, dat zij
Ie klas reisde, al is lit dan op zichzelf
ik geef het onmiddellijk toe wel eenigs-
zins eigenaardig".
Wils tastte in zijn binnezak en haalde
daaruit een portefeuille te voorschijn, waar
in zich een uiterst klein pakje bevond Het
papier zorgvuldig afwikkelend, zeide hij
zijn onderbroken verhaal voortzettend:
„Inderdaad Wil, er is meer. Bij een zorg
vuldige inspectie van den coupé, waarin de
misdaad heeft plaats gehad, vond ik, nadat
de politie hier reeds een onderzoek had in
gesteld ik leg daar zoo den nadruk op.
omdat je me anders zou kunnen verwij
ten het onderzoek van de recherche te heb
ben bemoeilijkt! dit kleine stukje email-
Ie, zooals je ziet slechts ter grootte van
eenige millimeters.
„Ik zou aan deze vondst zeker niet veel
waarde hebben -gehecht aanvankelijk
was ik geneigd aan te nemen, dat het af
komstig was van een der vele, in de cou-
pé's aangebrachte waarschuwingsborden
wanneer is gisteren in de wachtkamer
van het politiebureau te Rotterdam niet
ontdekt had, dat een dergelijk stukje
emaille van vrijwel dezelfde afmetingen
ontbreekt aan een der beide manchetknoo-
pen, welke zuster Robert droeg...."
Inspecteur Sanders liet een zacht gefluit
hooren, doch Wils vervolgde:
„Deze manchetknoopen bestonden uit een
rood kruis op een wit veld, alles geëmail
leerd, doch een der beide knoopen was be
schadigd; zoowel van 't kruis als van het
veld was een stukje emaille afgesprongen
En deze ontdekking nu is mede oorzaak,
dat ik herhaaldelijk bij mezelf de vraag ge
steld heb: Wie is die zuster Robert en
waarom reisde zij naar Den Haag? Ik zou
er zelfs nog een vraag aan toe kunnen voe
gen, n.L deze: Hoe kwam het, dat zy zoo
pertinent beweerde in Hellinger den ge-
zochten vierden passagier te herkennen,
terwijl de forens uit Haarlem verklaarde,
er niet graag een eed op te willen doen,
dat Hellinger en de vierde man één en de
zelfde persoon waren7"
Sanders staarde eenigen tijd zwijgend
voor zich uit, alvorens antwoord te geven.
Eindelijk zeide hij, zijn bezoeker een blik
toewerpend, waarin evenveel waardeering
als belangstelling lag opgesloten:
„Wat je me daar verteld hebt, Miel, is
van zóó groote beteekenis, dat ik het nog
dezen morgen ter kennis zal brengen van
den commissaris. Ik twijfel er niet aan, of
we zullen ons dan onmiddellijk met de
Rotterdamsche politie in verbinding stellen
en het eerste werk van deze zal dan na
tuurlijk zijn te trachten achter de antece
denten van deze zuster Robert te komen."
Wils boog zich over de tafel heen en leg
de zijn hand op den arm van den inspec
teur. „Is het absoluut noodzakelijk, Wil",
vroeg hij, „dat de Rotterdamsche politie van
mijn ontdekking op de hoogte wordt ge
bracht? Ik begrijp natuurlijk volkomen,
dat je er den commissaris niet buiten kunt
laten, maar zou die er nu werkelijk zulke
ernstige bezwaren tegen hebben, dat we
eerst gezamenlijk eens probeeren wat meer
van die verpleegster te weten te komen?
Je zult me toch moeten toegeven, dat, wat
we tot nu toe ontdekt hebben bitter weinig
is, zóó weinig, dat ik me zelfs afvraag, of
het wel voldoende is om je collega's in Rot
terdam op dit spoor te zetten. Wanneer la
ter mocht blijken, dat onze verdenking mis
plaatst is geweest, dan beteekent dat een
hopelooze blamage, zoowel voor jou als
vor mij en ik kan toch bezwaarlijk aanne
men, dat je je aan dat gevaar zou willen
blootstellen".
Sanders lachte.
„Je hebt weer gelijk, Miel. De mogelijk
heid, dat we ons vergissen je houdt me
ten goede, dat ik nu ook maar in het meer
voud spreek is natuurlijk niet uitgeslo
ten. Over het algemeen geef ik er de voor
keur aan den officieelen weg te bewande
len, maar in dit geval.
„Kom, kom, oude jongen, 't zou niet de
eerste keer zyn, dat je van het rechte pad
afwijkt. Wanneer je je nog die inbraak bij
van Gemeren en dat belangwekkende ge
valletje met die speelclub op het Spui,
waarbij 'n zekere meneer Wil Sanders, in
specteur der recherche, zich nooit zóó zou
hebben onderscheiden, wanneer er geen an
dere dan de, wel gemakkelijke, maar niet
altijd tot het doel leidende officieele weg
was geweest
„Miel". antwoordde de inspecteur op
licht bestraffenden toon, „ik heb je zoo
even als gezegd, dat het niet prettig is door
een ander op zijn tekortkomingen te wor
den gewezen Maar als vriend, die mij m'n
feilen toont", vervolgde hij met een oolijk
knipoogje, „weet ik je toch te waardeeren
en daarom...."'
Zal ik probeeren den commissaris
van de noodzakelijkheid van een voorloo-
pig stilzwijgen te overtuigen. Bravo, ouwe
speurhond, zóó hoor ik je liever. We spre
ken dus af, dat jij zult trachten eens wat
meer van die juffrouw Robert te weten te
komen, terwijl ik op me zal nemen in het
algemeen een oogje in het zeil te houden,
't Kan, dunkt me geen kwaad, dat we haar
gangen den eersten tijd eens nauwkeurig
nagaan en vermoedelijk is mij dat in de ge
geven omstandigheden beter toevertrouwd
dan de politie."
Wils stond op en reikte den inspecter de
hand.
„Dat blijft dus afgesproken. Zoodra ik
iets meer weet, hoor je /an me en mocht jij
intusschen wat wijzer zijn geworden, dan
bel je me even op. Succes!"
(Wordt vervolgd).