UIT DE OMGEVING DONDERDAG 25 MAART 1937 DE LEIDSCHE CO'JRANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 LF.IMÜIDEN. Inenting. Ten huize van dr. D. Stapen- sea, zal op Dinsdag 30 Maart 1937 des mor gens van Byt—9y3 uur kostelooze gelegen heid bestaan tot inenting en herinenting. Wanneer men van deze gelegenheid gebruik wenscht te maken, moet men zich hiervoor ter gemeentesecretarie aanmelden vóór of op 27 Maart a.s. Gevestigd: van Beverwijk, J. C. Kuijs en gezin van Nieuwkoop Joh. van der Laan van Zevenhoven Joh. C. de Groot. Vertrokken: naar Leiden P. H. Mul ler en gezin naar Ouder-Amstel H. J. Blauwgeers naar Wassenaar C. C. van der Pouw-Kraan. NOOTDORP. Gemeenteraad. De Raad dezer ge meente is in openbare vergadering bijeen geroepen tegen Donderdag 1 April, des avonds te half acht. De agenda vermeldt: Opening; aanwijzing voorstemmend lid; notulen; ingekomen stukken; vaststelling van de rekeningen over 1934 en 1935 van de Stichting Drinkwaterleiding „De Tien Gemeenten"; voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van artikel 96 der Algemeene Politieverordening; voor stel van Burgemeester en Wethouders tot aanvulling der artikelen 33 en 163 der Al gemeene Politieverordening; voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van grond van Q. de Booij aan den Oude- weg; voorstel van Burgemeester en Wet houders inzake de Begrooting 1937; voor stel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van het voorschot 1937 aan de bijzondere schoolbesturen; wijziging van de begrootingen 1936 en 1937; rondvraag, slui ting. NOORDWIJK. Bloembollencultuur. Woensdagavond vergaderde B.B.C. in Hotel „Het Hof van Holland" onder presidium van den heer J. C. v. d. Meer. In zijn openingswoord deelde de voorzitter mede, dat deze ver gadering in hoofdzaak gehouden moest wor den ter behandeling van het herziene en jneer uitgewerkte reorganisatie-rapport der Algemeene Vereeniging. Dé plannen wel ken thans duidelijk zijn gesteld, zijn accep tabel, hoewel de praktijk zal moeten uit wijzen of de uitwerking het beoogde doel zal brengen. Mededeeling werd gedaan, dat 3 nieuwe leden tot de afd. zijn toegetreden; ingeko men was een dankschrijven van Hukasch voor de beschikbaarstelling van 2 medail les voor de gehouden huisbroei-tentoon- stelling van bollen. Alsnog was ingekomen een schrijven van den heer Joh. v. Ko nijnenburg, waarin deze bedankt als be stuurslid der afd. Getracht zal worden dit besluit te doen herroepen. Mocht dit geen succes opleveren dan zai op de e.v. verga dering in deze vacature worden voorzien. De rekening en verantwoording van den penningmeester over 1936, welks beschei den door de kascommissie nagezien en vol komen in orde zijn bevonden, gaf aan een totaal bedrag van f 127.04 met als batig saldo f 18.22. Hierna bracht de secretaris een zakelijk jaarverslag uit. De periodiek aftredende bestuursleden J. v. d. Wilden en A. R. Overvelde werden met groote meerderheid herkozen. Tot af gevaardigden naar de Algem. Vergadering op 5 April a.s. werden gekozen de heeren J. H. Lindhout en C. Hoogeveen, secundi J. C. v. d. Meer en M. Hoek. De beschrijvingsbrief van kolossale om vang, bracht tot punt7 geen besprekingen voort. Punt 7 hield in het Handelsreglement te wijzigen, om het euvel te ondervangen, dat op koopbriefjes allerlei* ongewenschte clausules voorkomen welke tot minder juiste konsekwenties leiden en hiervoor in het Handelsreglement vast te leggen alge meene bepalingen, welke bij koop en ver koop geldend zijn. In zijn algemeenheid verkreeg dit voorstel de volle instemming der vergadering, alleen met voorstel C.: „Voorts zal ten aanzien van Hyacinthen, die door den Plantenziektenkundigen dienst worden afgekeurd wegens geelziek, het welk blijkt reeds vóór de opneming de bol len te hebben aangetast, de kooper tot uiter lijk 15 Augustus bevoegd zijn het gekochte te weigeren en aan verkooper terug te zen den". De vergadering zag deze termijn graag teruggebracht tot aan den opneemtijd. In dezen geest zal het bestuur een amende ment bij het Hoofdbestuur indienen. De al gemeene beschouwingen over het reorgani satie-rapport hadden een vlot en zakelijk verloop en werden zeer serieus afgewerkt. Tegen het vormen van groepen verklaar den zich vier leden. Na behandeling van het geheele rapport werd dit met één stem tegen aanvaard. Hierna sluiting. NOORD VVIJKERHOUT. Jubileum Gemeente-bode. Bij het zil veren jubileum van den gemeente-bode J. Steenvoort werden naar we vernemen de volgende cadeaux aangeboden: namens den burgemeester, secretaris, gemeente-opzich ter en secretarie-personeel een rookstoel, namens de gemeente een zilveren vulpen houder en namens de gemeente- en rijks politie een zilveren vulpotlood. SASSENHEIM Geslaagd. Voor het examen costu- mière zijn geslaagd de jongedames Marie v. Dam, Gerda Klijn. Ant. Wiepkema, Le na v. Lening en Cor Jansze. Voor lingerie: Dora Geerlings, Lina Beijk, Hendrie v. d. Geest, Dora v. Dorp, Lim Möhlmann, Co- ba Rhijnsburger, Kaatje v. Ginhoven, Klas- kè Dijkstra, Cathij Beerhorst, Juliana Per- fors en Pleuntje v. Eek. Allen leerlingen bij de Eerw. Zusters van het St. Anna- gesticht alhier. Floris Schouten-Vrouwenpolder. De De ingelandenvergadering van den Floris Schouten-Vrouwenpolder werd in hotel „Het Bruine Paard" gehouden. Bij de ope ning van de vergadering door den voorz., den heer G. H. Heijnes, waren aanwezig ingelanden, die kunnen uitbrengen 30 st. Het maximum-aantal, dat alle ingelanden kunnen uitbrengen, bedraagt 31. Na vast stelling van de notulen van de vergade ring van 5 Maart 1936, werd de rekening over 1936 behandeld. Deze werd vastge steld aan inkomsten op ƒ4.715.4914 en aan uitgaven op ƒ3.714.80, zoodat het batig saldo bedraagt ƒ1000.6914, in welk bedrag is begrepen een storting in het „Bemalings fonds" van 142.78 en een ontvangst van 207 wegens verkoop van een perceel wa ter ten behoeve van den aanleg van den Rijksweg SassenheimAmsterdam. De nog te vorderen polderlasten over vorige jaren bedragen ƒ240.92. De omslag bedroeg over 1936 8 per H.A. De omslagplichtige grootte is 191.96.14 H.A. Bij de uitgaven treffen we aan: onder houd van kaden en beschoeiingen 108.72, onderhoud van bemaling ƒ85.78, kosten van olie en smeer 202.02, aflossing 'van de geldleening, pro resto 8.320 (oorspron kelijk ƒ13.000), ƒ520, rente van deze lee ning ƒ364.65. De heeren Chr. Homan, W. J. v. Rijn en N. Breedijk, vormende de commissie voor onderzoek voor de reke ning over 1936, hadden alle stukken in orde bevonden. Deze ingelanden werden eveneens aangewezen voor onderzoek van de rekening over 1937. Tot plaatsvervan gende leden werden benoemd de heeren: H. Slegtkamp, G. Dannijs en J. P. War merdam. De begrooting voor 1937 werd vastge steld aan inkomsten en uitgaven op ƒ5.129.80. De omslag werd geraamd op 8 per H.A., zoodat het kohier van omslag sloot met 'n bedrag van 1535.69. Verschil lende besprekingen werden gevoerd in verband met deze begrooting aangaande aanleg van meergenoemden Rijks- en Pro vincialen weg. De zekerheidstelling van den penningmeester werd vastgesteld, over eenkomstig de voorschriften. Vervolgens had de verkiezing plaats van een Polder meester wegens periodiek aftreden van den heer M. v. d. Vlugt, vertegenwoordigende het R.K. armbestuur te Sassenheim. Na schriftelijke stemming werd de heer M. v. d. Vlugt met algemeene stemmen herko zen. Het stembureau bestond uit de hee ren bestuursleden: G. H. Heijnes, voorzit ter, J. Philippo en M. v. d. Vlugt, leden. Hierna sluiting door den voorz. VALKENBURG. Coöp. Boerenleenbank. De Coöp. Boe renleenbank hield haar jaarvergadering in de Gemeentezaal. De heer G. Zandbergen, directeur der Bank, opende. Daarop gaf de heer J. Haantjes, plaatsvervangend kassier, een verslag over het loopende boekjaar. Hieraan ontleenen wij het volgende: Het aantal leden bedraagt 89. Op 31 Dec. was het aantal spaarders 263, die bij de bank een tegoed hadden van 61.576.53 y.. Het aantal voorschotnemers bedroeg 25, die by de bank een schuld had van 18.068.77. Het aantal rekening-couranthouders was 40, die bij de Bank een schuld hadden van 65.426.01 en een tegoed van 3542.64. Op 31 December had de Bank bij de Centrale Bank in Utrecht een schuld van 9952.54. De winst over het afgeloopen jaar bedroeg 676.47. Er werd besloten om deze bij de reserve te voegen, waardoor deze stijgt tot 9505.33^4- De rekening sluit dit jaar met een totaal aan ontvangsten en uitgaven van 64.969.03. De balans geeft een totaal aan bezittingen en schulden van f 84.581.05. De uitbetalingen der Zuivelcentrale von den ook dit jaar geregeld over de Bank plaats. Bij de verkiezingen van bestuurs leden, leden van den Raad van Toezicht en hun plaatsvervangende leden werden de heeren G. Zandbergen Wzn., J. P. v. d. Zwart en J. Ouwersloot Sr., allen aftre dend, herkozen. In de vacature Bergman werd als plaatsvervangend bestuurslid her kozen de heer P. Postmus. Na rondvraag, sluiting. WASSENAAR. Oude dame door fietser aangereden. De wielrijder de R. uit Leiden zwenkte op den Lange Kerkdam, door een man keering aan een pedaal, plotseling naar links en reed toen de 65-jarige Mevr. K. geb. K. uit Zoeterwoude, aan. Deze bekwam een gebroken linkeronderarm. Zij is, na eerste hulpverleening door dr. Hubbeling, op diens advies, tér verder onderzoek per taxi gegaan naar het Acad. Ziekenhuis te Leiden. Geboren: Cornelia, d. v. H. van der Does en C. van Beelen Elisabeth Al- bertine Godefriede, d. v. P. J. Houbolt en C. E. Koppe Petronella Johanna Eme- rentiana, d. v. H. L. A. Rooijakkers en M. W. v. Wissen Maarten, z. v. J. van Dorp en J. H. Huisman. Overleden: Cornelia Carolina Kirr- wald, 67 jaren, ongeh. Jacob Boutkam, 48 jaren, ongeh. Ondertrouwd: A. H. W. Beijersber- gen en J. C. van Eeden C. H. Hanegraaff en A. Elink-Schuurman. G e t r o u w d: J. A, de Vlieger en J. H. Boumans. Ingekomen: I. von Bienenstamm, vreemd, Ev.L., zonder beroep, uit Dellbruch (Did.), Wittenburgerweg 46 S. Boon stra, N.H., zonder beroep, uit den Haag, Eikenlaan 2 J. Borger, N.H., marechaus see, uit Apeldoorn, Wassenaarscheweg 9c M. C. Derrinks, R.K., dienstbode, uit War mond, Lange Kerkdam 54 J. P. den Ei sen, R.K., zuivelbereider, uit Zoeterwoude, Rijksstraatweg 500 F. A. Rurle, vreemd, R.K., dienstbode, uit den Haag, Sophialaan 1 J. Gössmger, vreemd, R.K., dienstbode, GEKLEURDE EIEREN Het was een oude, eigenaardige gewoon te, waaraan de grijze grootmoeder, sedert zij in het huis van haar kinderen in woonde, zich trouw hield. Den dag vóór Paschen zocht zij in haar kast het kartonnen doosje, het vorige jaar zorgvuldig weggezet, weer op, pakte voor zichtig met bevende vingers als iets heel broos en heel kostbaars, de geschilderde eierschalen er uit, en legde ze weer tus- schen de kleine snuisterijen op het hoek kastje, dat in haar kamer stond. Ze deed dat trouw elk jaar. En 't kon dan wel eens gebeuren, dat, wanneer de kleinkin deren onverwacht op Paaschmorgen haar kamer binnenkwamen om haar een Zalig Paschen te wenschen, ze in haar makke lijken stoel bij het kastje zat, haar zachte, goedige oogen droexmerig starend op de eieren gericht en over haar gezicht een teere trek van zacht geluk waarin ze zoo zacht weerspiegelde, wat haar hoofd blijk baar in herinnering aan 't verleden bezig hield. 'tgWaréh wonderlijke dingen, die eieren, wat vergroezeld in den loop der jaren, maar nog zeldzaam van kleur, prachtig van tinten en teekening en met voorstel lingen er op geschilderd, zoo fijn gewerkt en zoo verzorgd, dat het wel leek, dat een artist die eieren gekleurd en geteekend had. De kleinkinderen mochten op hun tee- nen voor het kastje staan, en de eieren bewonderen, zonder ze aan te raken. Met een waas van tranen in haar oogen stond de oude vrouw er dan naast, geroerd door ae kinderlijke bewondering der kleinen. „Oma heeft haar eitjes weer uitgestald", vertelden de kinderen aan hun ouders, die de beteekenis er van wisten, 's Avonds als de kinderen naar bed waren, gingen ze zelf ook naar boven om de wonderlijke eieren weer te bezien, met grootmoeder leefde ze dan mee in wat ze wekten aan ontroerende herinnering. Maar toen de kleinkinderen wat grooter waren geworden, nam de nieuwsgierig heid ook meer toe en op een Paaschmor gen, dat ze weer om het kastje stonden, hielden ze niet op metOma te vragen, dat ze nu toch eers van die eieren iets zou vertellen en de geschiedenis ervan zou meedeelen. Oma ging toen in haar leunstoel zitten bij den haard en even verdroomden haar oogen in stil nadenken De kinderen gingen om haar heen zit ten op den grond, of op een stoel, opkij kend naar het lieve, in ongewone plech tigheid verinnigde gezicht van Oma. „Ja, kinderen, 't is een lang verhaal, hoor; maar ik zal beginnen. Er was eens een jonge knappe dokter, die na zijn trou wen zich vestigen ging in een kleine stad. De menschen daar, waren van die echte, goede menschen; ze hadden hun eigen ge woonten en gebruiken. Een van die ge bruiken was. dat zij met Paschen hun eieren kleurden, die op de Paaschtafel zou- uit Ween en (Ost.) Meyendellscheweg 2 L. M. W. de Greef, N.H., employé by Nill Mij te Batavia, uit Batavia, v. Zuylen v. Nijeveltstraat 94a J. de Groot, N.H., zon der beroep, uit Gouderak, Raadhuislaan 4 S. A. C. Hansen, R.K., dienstbode, uit Sus- teren, Amazonelaan 1 A. Koschier, vreemd, R.K., dienstbode, Uit Oostenrijk, Groot Haesebroekscheweg 22 B. C. de Koster, N.H., marechaussee, uit Apeldoorn, Oud Wassenaarscheweg 9 J. Land, G.K., verpleegster, uit Amsterdam, Berkhei- straat 40 N. W. Pleijsler geb. Mans, N.H., zonder beroep, uit Enschede, Wittenburger weg 16 E. Noell en vrouw, vreemd, Presb., Vice-President Quaker Oats Comp. Chicago, uit Berlijn, Schouwweg 69 L. M. P. Pieters, N.H., dienstbode, uit Voor schoten, Meyendellscheweg 12 P. E. Ro berts en vrouw, vreemd, koopman, Ev.L., uit New-York, van Calcarlaan 8 T. de Ruiter, G.K., dienstbode, uit den Haag, Rijksstraatweg 444 F. A. Schütrumpf, vreemd, Ev.L, huishoudster, uit Amster dam, van Calcarlaan 8 R. K. Steup, geen, zonder beroep, uit Kakassar, Waalsdorper- laan 29 H. Thierry, G.K., zonder beroep, uit Amsterdam, Wittenburgerweg 88 F. Tietz, vreemd, EvX., chauffeur, uit Berlijn, Schouwweg 69 M. de Wit, G.K., dienst bode, uit Zwijndrecht, Gravestraat 2 J. Zoon, N.H., dienstbode, uit Zwijndrecht, Konijnenlaan 10 S. J. M. van der Zwet, R.K., leerling-verpleegster, uit Vlissingen, Eikenlaan 5 A. Zijdeveld, N.H., mare chaussee, uit den Haag (Loosduinen), Was senaarscheweg 9c. Vertrokken: V. Cats naar den Haag Sweelinckstraat 33 Mevr. J. W. Reeser geb. Leussen naar Amsterdam, Willems parkweg 192b H. Bruinings en vr. naar Soest, Birkstraat 83 A. M. C. Schoon- heyt naar Rotterdam, Diergaardelaan 40b J. Kessler naar Eindhoven, Kievietlaan 3 Q. van Teylingen naar Voorburg, Arem- bergelaan 119 J. Bolt naar den Haag, Pluvierstraat 395 M. J Schaminée naar Boxmeer, Exportstraat 27 C. J. W. M. van Gils naar Alphen en Riel, Kerkstraat A 19oa C. F. L. Heymans en vrouw naar den Haag, Zuiderparklaan 86 P. Buite laar en vrouw naar 's-Gravenzande, Prof. van Orkelstraat 40 J. C. v. d. Velde en gezin naar Den Haag, Laakkade 146 K. de Waal naar Bussum, Oud Bussumerweg 62 J. L. Kurpershoek naar Assen, Ka zerne 1 R.I. W. H. F. Klok naar Naarden, Lamb. Hortensiuslaan 40 - JJ. A. de Vlie ger en gezin naar Java, Dampit, Onderne ming Lebak Redjo M. Kool naar den Haag, Laan v. Meerdervoort 175 J J. Uding en gezin, naar den Haag, 2e Laak- dwarsweg 1 M. U. Graatsma naar Bos koop, Nieuwstraat 28 D. Schalk, naar den Haag, Loosduinen, Ley weg 15 M. J. den Braber naar Rotterdam, Voorschoterlaan 105 A. H. Hoogeveen naar den Haag, Prinsegracht 12. den komen. Ze schilderden ze in allerlei tinten en kleuren, soms met landschapjes er op of teekeningen en in de huishoudens was 't dan een wedstrijd, wie wel het mooiste zijn eieren geschilderd zou heb ben. De kinderen maakten ze voor hun ouders en deze kleurden soms weer de eieren voor hun kinderen. De jonge dokter wilde in alles met de eenvoudige menschen meedoen. Ook op zijn tafel moesten de Paasch- eieren gekleurd zijn. In het begin ging hij ze den dag vóór Paschen koopen met zijn vrouw. Zij kochten een heelen voor raad, meer dan ze in hun klein gezin noo- dig hadden. Maar 's avonds dan gingen ze naar de steegjes, waar de arme menschen woonden, die hij als dokter bezocht en ze maakten, dat ook daar een huiselijke Paaschvreugde zou heerschen den volgen den dag en dat ook daar de gekleurde eieren niet zouden ontbreken. Langzaam aan kreeg de dokter een groot gezin". Oma zweeg hier even en een glimlach gleed over haar gezicht. „En toen", ging ze weer voort, „kon het kleuren van de eieren gebeuren zoo het eigenlijk be hoorde. Den dag vóór Paschen zaten de zes kin deren rondom de tafel, waarop in het mid den een schaal van blanke eieren. Ieder had zijn verfdoosje en kleurde de eieren naar zijn best vermogen. De kleintjes knoeiden wel eens en smeerden soms de bontste kleuren door elkaar en verfden er de onmogelijkste dingen op. Maar 't werd toch mooi gevonden! De oudste, was een beetje vreemde jon gen, met een stil droomerig karakter, en had al gauw den slag te pakken. En dat was geen wonder, want hij deed niets lie ver dan schilderen en teekenen. De dag vóór Paschen was al sinds jaren voor hem een echte feestdag, want dan mocht hij zijn hart ophalen en ongehinderd zijn gang gaan. Hij verfde de eieren met de mooiste kleuren, dat je niet begreep, waar hij het vandaan haalde. Dan schilderde hij er al lerlei tooneeltes op, *n kinderkopje, of! een landschapje, bloemen of een kerkje zoodat je er soms spijt van had de schaal open te moeten breken en die mooie kleuren te moeten stuk maken. Met heel zijn ziel was hij zoo'n dag aan het werk en zijn oogen tintelden; alles leefde dan in hem op en trok zich samen op zijn werk. Veel spreken deed hij niet, het was een vreemde jongen. Als men vroeg, wat hij wilde worden, dan keek hij verlegen voor zich en, toen ze eens aandrongen, dat hij het toch eens moest zeggen, zei hij, dat hij zoo graag schilder zou willen wor den. Maar vader wilde er niet van hoo- ren. Hij werd er kwaad over en stoof er over op. 't Was wel een goede man, maar erg nuchter en zakelijk. Hij werkte van den morgen tot den avond, stond altijd voor zijn patiënten klaar, dacht nooit aan rusten, hij gaf zich geheel aan zijn taak. 't Was een man van rustelooze energie, voor wien het denkbeeld alleen van een nutteloos schilderbestaan een gruwel was. „Je moet je nuttig maken voor de maat- I schappij, jongen", zei hij. „Je moet wer ken zooals ik en je leven vruchtbaar ma ken. Schilder worden, dat beteekent naar je ingevingen leven, dat is het beste deel van je leven verknoeien?" De jongen moest dus gaan studeeren. Hij ging naar een gymnasium. Hij groeide op en werd flink, maar zijn aard werd met de jaren nog meer terughoudend. Er lag een trek van ongewone ernst over zijn gezicht en zijn oogen stonden diep en donker en er lag weemoed in de uitdrukking van zijn gezicht. Moeder drong er stil bij vader op aan, dat hij hem zijn zin moest geven. Ze zag verder dan haar man en meende haar kind te moeten verdedigen door te ver tellen, wat ze al van hem verwachtte. Maar de vader bleef onverbiddelijk. Het gebeurde nu, toen hij achttien jaar was, dat hen met Paschen thuis kwam. Het stu deeren was niet vlot gegaan, maar hij had toch z'n einddiploma en hij zou naar de universiteit gaan. Het was de dag vóór Paschen en 't oude gebruik van de eieren kleuren was nog in eere. Na de eerste vreulgde van het terugzien, met de blijheid van zijn vader over het slagen van zijn eerste studies, begon hij dadelijk te kleu ren. Hij kon zijn hart dus weer eens op halen. Hij nam maar één ei en begon daaraan te werken met een ijver, die zijn vingers deden beven, zcodat hij zich ge weld moest doen rustig te werken. Uren achtereen was hij bezig. Maar toen hij klaar was.... o, ik heb nog nooit zoo iets gezien; 't ei was een kunststuk, de broze figuurtjes er op wa ren als gebrand, zoo diep en schoon en zoo sprekend. De jongen was niet meer te kennen, 't Werk had hem opgewonden en zijn oogen brandden als karbonkels. Hij was verwonderd over zijn eigen arbeid en hij bleef er op staren of hij 't zelf niet be greep zoo iets gemaakt te hebben. Toen nam hij 't ei op, heel voorzichtig en liet 't zijn moeder zien, die 't bekeek met blijde verrassing en stille moedertrots. Tegelijk kwam vader binnen.... Nog zie ik 't voor me gebeuren. De jon gen stond voor hem met zijn gloeiend ge zicht en zijn ei op zijn hand. Vader keek er niet naar. „Je hebt je veel te druk ge maakt, je moet je niet zoo inspannen".... Stotterend kwam er over zijn lippen: „Vader is u nu overtuigd, dat ik wel wat kan; zo uik nu mogen doen, waar ik zin in heb?" Verstrooid keek vader even naar het ei en toen hij begreep wat zijn zoon bedoel de, zei hij: „Nooit jongen, zet het uit je hoofd, het gebeurt niet". Even bleef de jongen staan, zijn wenkbrauwen trokken samen. Gejaagd haalde hij adem en **'as zichzelf niet meer meester. Met een ake- ligen schreeuw gooide hij zijn ei tegen den muur stuk, hij stampte op den grond en brak in razende opgewondendheid los. ,,'t Gebeurt toch, ikik Maar voor hij had uitgesproken was hij de deur uitgeloopen. Vader dacht dat die uitbarsting van drift wel voorbij zou gaan. Maar de avond verliep en de jongen kwam niet terug... Ik behoef jullie niet te vertellen, dat 't nare Paaschdagen waren, 't Was alsof #r iemand in huis gestorven was, er wai geen vreugde en geen blijheid. Vader was den geheelen dag niet thuis om overal te zoe ken en te informeeren, maar zijn jongen kwam niet meer terug. Moeder beheerschte zich voor de ande re kinderen, maar ook zij was erg be droefd en stil. Na de Paaschdagen ging het leven weer zijn gewone gang. Men hoorde niets van den jongen. Alle nasporin gen bleven vergeefsch en alle moeite en kosten om hem te vinden hielpen niets. Al werd er niet over hem gesprokén, men voelde toch zijn afwezigheid en eep waas van verdriet bleef over 't huiselijk leven hangen. Weer liep het naar Paschen en nog al tijd hadden we nooit meer iets gehoofd, 's Avonds voor Paschen werden er weer eieren gekocht, men wilde toch het oude Paaschgebruik in eere houden. Vóór zij uitgingen werd er gebeld, er was een jongen aan de deur, die vroeg of ze gekleurde eieren hebben moesten; hij had erge mooie. Vader ging zelf naar voren, nam het mandje eieren aan en betaalde wat de jongen er voor vroeg. Hij kwam er stil mee binnen, de kinde ren waren vroeg naar bed en moeder zat nog alleen aan tafel in verdietige herin neringen verzonken. Zonder een woord te zggen, zete hij het mandje onder de lamp. Toen keek hij eerst naar de eieren. Een kreet van verrassing klonk opeens van zijn lippen en ook moeder sprong op. In het mandje lagen een stuk of aclit eieiren, maar zoo buitengewoon mooi van kleur, dat 't wel bloemen leeken, 't was echt iets uit een sprookje, zoo mooi, de eierschalen waren omgetooverd in bloe- menblaadjes. Er waren verschillende din gen op geschilderd, zoo als jullie op die eieren ook wel zien kunt, maar één ei lag in 't midden, een heel groot en dfgr was op geschilderd de voorstelling van den „Verloren Zoon"; dat was tot in alle trek ken zoo prachtig afgewerkt, dat 't in al zijn kleinheid bijna een visioen was en leefde. Nooit meer in mijn leven heb ik zoo iets aangrijpend gezien als wat er lag uitge drukt in 't smeekende gezicht van dien verloren zoon Oma hield even stil. „Vader en moeder stonden met open mond te staren. Een ge dachte beheerschte hen beiden, en toch konden ze 't niet direct zeggen, ze waren overbluft, door wat ze voor hen zagen. Na een poos zei vader: „Mijn God, dat kan alleen van Jan zijn. Mijn God, dat is van hem". Met een sprong rende hij naar de deur, rukte die open enHij kwam even daarna weer binnen met zijn soon aan zijn arm, die, voor de deur had staan wachten. De jongen zag er akelig uit, ma ger met ingevallen wangen en in arme kleeren, zijn oogen gloeiden koortsig, maar er lag nog diezelfde trek in van smeeken de wanhoop, die op het gezicht van den afgebeelden terugkeerenden zoon was uitgedrukt Moeder omhelsde haar jongen en vadei streek hem over zijn hoofd. In die warmte en koesterende liefdevol vergevingsgezindheid, hem dadelijk be toond, brak opeens zijn overvol gemoed, zijn tot uiterst gespannen zenuwgestel los. Hij huilde en snikte, en zijn ouders lieten hem stil uithuilen. Toen hij wat bedaard was, stond hij op zei: „ik kon niet meer. Een jaar lang heb ik gewerkt en gezwoegd om te bewijzen, dat ik me wel nuttig zou kunnen maken voor de maatschappij, dat een schilder ook wel iets goeds en mocis tot stand kan brengen. Maar ach, ik had geen opleiding gehad. Ik heb ellende ge had, veel ellende, tegenslag en armoede, tot ik tenslotte niet kon weerstaan aan den aandrang om terug naar huis te kee- ren en vergeving te vragen. Voor het laatste geld, dat ik over had heb ik eieren gekocht en ze beschilderd met wat mijn hart mij ingaf. Ik dank God, dat u ze hebt willen aannemen en dat u toen hebt be grepen van wien ze waren. En ik, ik zal hard werken, om goed te maken, wat ik misdreven heb". De vader stond in groote ontroering met zijn handen op tafel geleund. Hij staarde naar het mandje eieren, dat er nog stond en een niet te beschrijven gevoel greep hem aan. Hy nam zijn jongen bü den arm en zei: „Jongen, jij hebt een zwaar jaar meegemaakt, maar het is niet vruchteloos geweest, en je hebt mij laten zien, dat ook een schilder nuttig kan zijn en dat er van de kunst een geweldige invloed kan uit gaan. Welnu mijn jongen, ik zal je een opleiding laten geven, ik zal zorgen, dat je studeeren kunt en dat je je gaven kunt ontplooien". „De jongen studeerde en werkte hard", zoo eindigde het verhaal van Oma; hij werd een bekend schilder, die vooral op het gebied van religieuze kunst prachtige kunststukken leverde Ze zweeg even en dadelijk riep een dei- kinderen: „Oma, dan is 't zeker oom Lou. die schildert zulke mooie dingen". Oma lachte en zei: „Ja, jij hebt het geraden. Die moeder was ik en de ge schiedenis van die gekleurde eieren heb ik zelf meegemaakt. De eieren die daar liggen, zijn de eieren die hij voor zyn terugkomst stuurde. Ze zijn nu niet zoo frisch meer en erg ver kleurd, maar je kunt nog zien, wat een pracht werk het geweest is. Het mooiste ei, ,van den Verloren Zoon", heeft hy zelf genomen. Hy vroeg het ons dienzelfden avond, omdat het voor hem, zooals hy zei. een dierbare herinnering zijn zou en een vurige aansporing De kinderen gingen nog eens d« eieren bewonderep, terwijl Oma met een geluk kige lach op het gezicht in haar stoel nog lang zat na te droomen. M. E. STEÏJGER—ASPERSLAGH.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7