STADS NIEUWS DONDERDAG 25 MAART 1937 DE LE1DSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 HOE WORDT HET WEER NOC. GUUR. DE BILT SEINT: Matige tot zwakke Noord-Westelijke tot Westelijke wind, meest zwaar bewolkt, kans op regen of natte sneeuwbuitjes, lichte nachtvorst, overdag weinig veran dering in temperatuur. Hoogste barometerst.: 771.3 te Akureyiri. Laagste barometerst.: 749.5 te Skudesnas. De depressiekern, welke gisteren ten Noorden van Schotland was gelegen, heeft zich Zuid-Oostwaarts verplaatst; zij bevindt zich thans voor de Deensche kust. Een re genfront passeerde hedennacht met mati gen neerslag ons land. Over het Noorden van de Britsche Eilanden en de Shetlands volgen thans flinke drukstijgingen, zoo dat een tijdelijke ruiming van den wind ten onzent te wachten is. Over IJsland en het Noorden van Groot-Brittannië is de temperatuur gedaald. In Schotland wordt plaatselijk sneeuw gemeld. De lage druk- geoieden over de Middellandsche Zee en over Finland vulden op. Over Zuid-Frank rijk waaien nog stormachtige Westelijke tot Noordelijke winden. In Noord-Noorwe- gen sneeuwt het nog. Ook over Polen en Hongarije valt liohte sneeuw. Mldden- Duitschland en het grootste gedeelte v"an Frankrijk hebben nog rustig weer. De weersomstandigheden ten onzent zullen nog weinig veranderen, met plaatselijk buiig en guur. LUCHTTEMPERATUUR. 6.3 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Van Donderdagnamiddag 6.50 uur tot Vrijdagmorgen 5.21 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 26 Maart v.m. 2.30 en nam. 2.54 uur. Prof. Vening Meinesz terug DE REIS VAN DE O. 16. De onderzoeker vertelt. Met het ss. „Nereus" der K.N.S.M., dat hedenmorgen kort voor elf uur in de slui zen van IJmuiden aankwam, is prof. dr. F. A. Vening Meinesz in ons land terugge keerd, na een onderzoekingsre is van ver scheidene maanden aan boord van H.M.'s „O. 16", die op de terugreis naar Nederland op 12 Maart jJ. te Lissabon aankwam. Daar kreeg de commandant van de onderzee boot opdracht, zich naar de Spaansche wa teren te begeven ter convoyeering van Ne- derlandsche schepen, die door schepen van Franco aangehouden en opgebracht zou den kunnen worden. Prof. Vening Meinesz zag hierdoor een onverwacht einde aan zijn verbiijf op den oorlogsbodem komen en bleef te Lissabon achter, van waar hij per eerste gelegenheid in ons land terugkeerde. Omtrent het verloop van het laatste ge deelte van de reis met de „O. 16" deelde hij aan het A.N.P. het volgende mede: De reis van de O. 16, tot Lissabon is rus tiger verloopen dan de twee eerste trajec ten, waarover ik in eenige artikelen mede- deelingen deed; hoewel wij nog enkele ma len zwaren storm te verduren hebben ge had, is het toch nimmer zoolang achtereen slecht geweest In Hamilton, de hoofdplaats van de Ber muda's, bleven wij vijf dagen, waaraan wjj allen prettige herinneringen zullen behou den. Op dit bezoek volgde een rustig over tocht je naar Norfolk, aan den ingang van Chesapeake bay, van waaruit de reis, na een dag oponthoud voor het opknappen van de boot, de Potomac op, naar Washing ton werd voortgezet. Amerikaansche belangstelling:. Ons verblijf van negen dagen aldaar is gekenmerkt geworden door een bijzonder aardige ontvangst in alle kringen. Naast officieele feestelijkheden van de zijde van onzen Nederlandschen gezant, den heer Haersma de With, en van de zijde van de Amerikaansche marine, die groote belang stelling voor het bezoek van Hr. Ms. O. 16 aan den dag legde, is ons van alle kanten de meest hartelijke gastvrijheid betoond. Voor commandant van Waning en voor mij zal een der meest gedenkwaardige oogen- blikken blijven de ontvangst bij president Roosevelt, die onzen gezant en ons, niette genstaande zijn zeer drukke bezigheden, hij zich heeft ontvangen. Men bemerkt onmiddellijk in aanraking te komen met een groote figuur; er gaat een onmiskenbare kracht en tevens opge wektheid van hem uit. Waar hij in verband met zijn overstelpende taak slechts zoo zelden buitenlanders bij zich ontvangt, was dit bezoek als een bewijs van sympathie Officieele Crisisberichten TEELT VAN WARMOEZERIJGEWASSEN BESTEMD VOOR ZAADWINNING. De Nederlanosche Groenten- en Fruit- centrale maakt bekend, dat diegenen, die in 1937 warmoezerijgewassen wenschen te telen, bestemd voor zaadwinning in 1937 en deze teelt niet gedekt hebben door een tuinbouwteeltv=?rgunning hiervan vóór 1 Mei 1937 opgave aan haar moeten doen, Laan Copes van Cattenburch 62, 's-Graven- hage, op formulieren, welke aldaar op aanvraag verkrijgbaar zijn. Indien bezitters van een tuinbouwteelt vergunning buiten dé hun daarbij toege stane oppervlakte een oppervlakte voor zaad opggven, zal de controledienst na gaan. of die extra-oppervlakte niet reeds in 1933 bij de oppervlakte, bestemd voor de teelt van tuinbouwgewassen is opge geven. Blijkt dit het geval, dan zal van de tuinbouwteeltvergunning een oppervlakte worden afgeschreven, gelijk aan die, waar op in 1933 enkel voor ^aadvvinning werd geteeld. Bijgevolg zal voor dezulken de tuinbouwteeltvergunning welke recht geeft tot het telen van gewassen van den tuin bouw zoowel voor zaad- als consumptie- doeleinden, worden verminderd tot de op pervlakte, welke in 1933 werd beteeld met gewassen van Jen tuinbouw voor de con sumptie. Tevens zal er streng op worden gelet, dat de oppervlakten, welke men opgeeft voor de zaadteelt te loestemmen, ook daad werkelijk voor dit doel worden gebruikt, aangezien het verboden is, gewassen, daar op geteeld voor de consumptie te verkoo- pen. voor Nederland aan te merken. Trouwens, de sympathie in de Vereenigde Staten voor ons land bleek duidelijk uit alles wat ons tijdens het bezoek van de O. 16 overkwam. Het zou te ver voeren hierop nader in te gaan en dus wil ik volstaan met te zeg gen, dat dit bezoek een mooi vlagvertoon voor Nederland is geweest en dat het van Amerikaansche zijde zeer op prijs is ge steld. Met de Golfstroom mee. Den 24sten Februari aanvaardden wij de terugreis. Na éen bitterkoude reis de rivier af, nam in zee de temperatuur ai spoedig toe tengevolge van den Golfstroom, waar men in komt. De watertemperatuur steeg in weinige uren van enkele graden Celsius tot over de twintig graden en wij waren toen getuige van een eigenaardig natuur verschijnsel; de koude lucht boven het warme water veroorzaakte een snelle ver damping en daardoor was de zee. die vrij woelig was. overdekt met nevelflarden, die denindruk wekten van een kokenden Oceaan. Het was een schouwspel, dat de gedachte aan de onderwereld deed opko men, fantastisch in een mate, zooals men het zelden ziet. Het mooie weer van den eersten dag op zee hield helaas niet aan, de zee werd ru wer en ruwer, doch daar de golven achter lijk in kwamen, werden wij er veel minder door teruggezet, dan op de heenreis. Voor de officieren van de wacht en de roergan gers op den toren zijn echter nog moeilijke dagen gekomen. Bij hooge deiningsgolven recht achterin loopen de golven ongebro ken van achteren over den toren en vul len de borstwering tot den rand toe. De brug verdiende toen met recht haar bij naam „badkuip", soms hapten de wacht- loopers naar lucht. Massieve zuilen water kwamen het to renluik binnen, doch doordat hier bij de constructie van Hr. Ms. 0.16 rekening mee was gehouden en er onder de vloer van de „centrale" onder den toren een vergaarbak was, van waaruit het water meteen kon weggepompt worden, gaf dat binnenboord niet al te groote complicaties. Toch gaf hel heel wat werk om de schade door de spat ters rondom te beperken; ook het slinger toestel voor de zwaartekrachtswaarnemin- gen kreeg daarvan zijn deel mee. De waarnemingen gingen normaal hun gang; regelmatig twee a drie malen per et maal deed commandant van Waning de boot onder water gaan om de gelegenheid voor waarnemingen te geven. Een enkele maal deden hij en de chef van den machi nekamer Lugte zich vervangen door den oudsten officier van Duim en den tweeden officier van de machinekamer Ohr, een „ju niores" duik-manoeuvre. Tusschen Wash ington en Lissabon hebben wij niet min der dan 39 malen gedoken en dat in 14 vaardagen. De reis is onderbroken door een opont houd van één Zondag in Ponta Delgada op het eiland Sao Miguel. Het einde te Lissabon. Den 12den Maart liepen wij in'stroo menden regen in den vroegen morgen de Taag op en daarmede was onze groote oversteek, die voor mij zoo vruchtbaar was geweest, ten einde. Een aardig verblijf te Lissabon volgde, met veel belangstelling van de zijde van de Portugeesche marine voor Hr. Ms. O. 16, feesten en ontvangsten. Toen kwam plotseling het ontstellende be richt, dat Hr. Ms. O. 16 Lissabon had te verlaten voor de Spaansche wateren om de Nederlandsche rechten te verdedigen. In allerijl verliet ik het schip en bracht ik mijn instrumenten naar den wal. Na een kort uitstel verliet Hr. Ms. O. 16 Lissabon, na dat ik een hartelijk afscheid van officie ren en bemanning had genomen. Zoo was mijn waarnemingsreis aan een onyerwacht einde gekomen en had Hr. Ms. O. 16 weer haar taak als oorlogsschip opgevat. Ik breng van deze reis 92 waarnemingen mede, op voor het onderzoek belangrijke punten verricht, en het past mij hiervoor onze marine, en in het bijzonder diegenen, die er aan boord van de O. 16 de verant woording en de moeite voor hadden, mijn oprechten dank te betuigen. DE ECONOMISCHE ZIJDE VAN DE OORLOGSVOORBEREIDING EN ECONOMISCHE OORLOGS VOORBEREIDING Voordracht prof. dr. J. E. de Quay Vo:r den studentenkring Leiden van het Nationaal Jongeren Verbond heeft prof. dr. J. E. de Quay uit Tilburg in „In den Vergulden Turk" een voordracht gehouden over bovengenoemd onderwerp. Spr. begint met een korte politiek-stra- tegische inleiding, waarbij ter sprake ko men de ontwapeningsgedachte, het voor beeld, dat Engeland hierin gegeven heeft en de mislukking van deze politiek, zich het treffendst uitend in de Engelsche her bewapening. Nederland heeft wel sterk aan de ontwapening deelgenomen, niet aan de algemeene herbewapening. Dit is gevaar lijk, niet alleen voor ons, maar ook voor de rust en den vrede in West-Europa en Ocst- Azië. Thans ziet men in leidende kringen de noodzakelijkheid van een behoorlijke weermacht wel in, mede dank zij de Ver- eeniging voor Nationale Veiligheid. De waarde van statistieken is maar be trekkelijk; maar, als alle op de weermacht betrekking hebbende statistieken Neder land op de laatste plaats vertoonen, is dat toch wel zeer bedenkelijk. In 1935 be steedde Engeland 16.6 pet. van zijn be- greoting aan de landsverdediging, thans meer dan 50 pet. Onze weermacht werkte inderdaad pre ventief in 1914. Indien zij niet spoedig ver sterkt wordt, is het zeer de vraag, of dit thans nog zoo zal zijn. Hier stelt de Ne derlander gewoonlijk de vraag: kunnen wij het betalen, al is het noodzakelijk? Zeker bestaat er een verband tusschen het militair-noodzakelijk en het financieel- mogelijke. In 1914 konden wij de mobili satie ook betalen, toen het moest. We le ven bovendien thans in een periode van hoogconjunctuur. Bijna eenstemmig klinkt in tijde van depressie de roep om conjunc tuur-stimuleering en velen, die deze ver langen, zijn het erover eens, dat niets zoo geschikt daartoe is als herbewapening. Uit gaven vóór de weermacht zijn consump tief, niet productief. Dit verschil is echter niet van overwegend belang: voorop staat uit economisch oogpunt de werkverrui ming; ook andere werken, die pas over jaren productief zullen zijn, worden, soms met kapitaalvernietiging, doorgezet we- ges de werkverruiming (Zuiderzee, Julia- nak anaal). Personeelsuitbreiding van de weermacht vermindert het aantal werkloozen; plm. 89 pet. van de uitgaven voor de voeding, plm. 85 pet. van die voor de kleeding der weermacht worden in Nederland, besteed. Wat uitbreidipg van materieel betreft, van een oorlogsschip was begin 1936 ongë- veer 72 pet. Nederlandsch. De naar het buitenland afvloeiende bedragen zijn bo vendien noodzakelijk voor onze eigen uit voer bij de huidige bilaterale handelspoli tiek. De toestand voor herbewapening is nu nog gunstig op economisch gebied, maar hierin kan verandering komen;, daarom dient er dus niet getalmd. Theoretisch mo gen de kosten voor weermachtsuitbreiding niet uit den kapitaaldienst bestreden wor den, practisch is het. geen overwegend be zwaar, indien, dit-.wel geschiedt (leening, fonds). Wat de economische oorlogsvoorberei ding betreft, in 1914 had alleen Düitsch- land daar iets aan gedaan. Thans is zij al gemeen als noodzakelijk erkend ter ver zorging van leger en burgerbevolking. In Nederland is in deze nog weinig gedaan. Noodzakelijk is het. opslaan van voorraden en het openhouden onzer zeeverbindingen. Men zou reeds heel wat kunnen bereiken met de organisatie van het dept. van Han del, Nijverheid en Scheepvaart; de indus trie beeft zelf al initiatief getoond. Ook moet bij mobilisatie de nijverheid uit het bedreigde gebied binnen het meest bere kenende gebied overgebracht worden. Het N. J. V. werke steeds met het geheele Ne derland mede aan de handhaving Van het vaderland. HET NED. HISTORISCH NATUUR WETENSCHAPPELIJK MUSEUM. Jaarverslag 1936. Aan het verslag van bovengenoemde Stichting over het afgeioopen jaar is het volgende ontleend: Met leedwezen maakt het verslag mel ding van het overlijden op 15 September van Dr. J. G. de Lint lid der commissie. Wijlen dr. de Lint heelt zich in den loop der jaren op veierlei wijze voor het museum verdienstelijk gemaakt, o.a. bij het inrich ten der Coiter-tentoonsielling en der me dische afdeeling (beide in April 1934) Voorts zijn vele voorwerpen in deze afdee ling van hem afkomstig, hetzij door hem geschonken, hetzij door zijne bemiddeling verkregen. Het beheer der geldmiddelen heeft veel zorg gebaard; het rijkssubsidie werd van 2015.tot 1765.— teruggebracht en het subsidie van het Leidsch Universiteitsfonds 225.is komen te vervallen; de kosten i der centrale verwarming zullen minstens 150.— bedragen, nog afgezien van een aanzienlijk bedrag, dat besteed moest wor den aan verandering van het meubilair. Daartegenover zijn de jaarlijksche bijdra gen van particulieren eenigszins toegeno men; onder deze moet in de eerste plaats die van Mr. J. Enschedé te Haarlem 100.'s jaars) met dankbaarheid wor den vermeld. De aanzienlijke verminde ring der inkomsten wordt echter niet dooi de vermeerdering der bijdragen gecompen seerd, zoodat de toestand der geldmiddelen ihans groote ongerustheid baart. Noch voor GEMEENTEL. AANKONDIGINGEN. de verzamelingen, noch voor de bibliotheek kan iets gekocht worden Wij zien niet in hoe het museumbedrijf op den duur zal zijn voort te zetten zonder eene belangrijke ver meerdering der inkomsten. Vermeerdering der bijdragen van particulieren is volstrekt noodzakelijk, wil de toekomst van het mu seum niet ernstig in gevaar komen- Boven dien dient de mogelijkheid van kapitaal vorming ernstig te worden overwogen. Na het aftreden van den tegenwoordigen di recteur en adjunct-directeur zal het waar schijnlijk niet mogelijk zijn onbezoldigde krachten voor deze betrekkingen te vinden; wil het voortbestaan van het museum in de toekomst verzekerd zijn, ook na het aftre den van de tegenwoordige functionarissen en dit aftreden kan geheel onverwachts plaats vinden dan dient het museum in het bezit te komen van een kapitaal, groot genoeg om uit de renten daarvan matige bezoldigingen te kunnen uitbetalen. Een andere mogelijkheid ter verzekering van de toekomst zou zijn, dat het Rijk de exploitatie van het museum van de Stich ting over zou nemen. Het kapitaal werd onaangetast gelaten. Het beheer der geldnrddelen over 1936 werd door den heer A. van Hoogstraten, ad ministrateur van het College van Curatoren, gecontroleerd en in goede orde bevonden. De samensteller herhaalt zijn opmerking uit vorige jaarverslagen dat, door den snellen aanwas der verschillende verzame lingen, de beschikbare piaatsruimte te klein dreigt te worden. Plaatsgebrek in den eigelijken zin van het woord is er nog niet; er kan hier en daar door opschuiven en inschikken of door het een en ander in het magazijn op te bergen nog heel wat plaats gemaakt worden, doch de overzichtelijk heid der opstelling lijm hieronder thans reeds in hooge mate. Nu het meer en meer blijkt, dat het museum niet is gebleven wat hij bij de opening grootendeels was, namelijk de bewaarplaats van voorwerpen van historisch belang uit de rijkslaborato ria afkomstig, maar allengs ook van voor werpen, afkomstig uit particuliere collec ties, de nationale verzamelplaats is gewor den, en dat de werkzaamheid van de Slich ting een vlucht heeft genomen, waarvan men bij de opening van het Museum niet had durven droomèn, wordt voorzien en gevreesd, dat binnen niet al te langen tijd inderdaad plaatsgebrek zal ontstaan.' Het komt ons voor, aldus het verslag, dat er slechts één weg openstaat om in het drei gende piaatsge Drek tijdig te voorzien, n.l. door beschikbaarstelling van de beneden verdieping van het gebouw voor het Mu seum. Onze hoop is gevestigd op de moge lijkheid, dat de collectie Dubois, die thans in de benedenverdieping gehuisvest is, met tertijd naar elders zal verhuizen. Het-Museum werd in 1936 bezocht door 831 personen, waarvan 724-.betalend- en 107. niet> betalend. De verzamelingen verkeeren in voor- treffelijken toestand. De bezwaren, die .de groote vochtigheid in het gebouw vroeger opleverde, zijn thans geheel verdwenen. De aanwinsten waren dit jaar vrij tal rijk en zeer belangrijk. Onder de door schenking verkregen voor werpen noemen we o.m.: Een verzameling stereochemische atoom- modellen van appelzuur door Van 't Hoff zelf vervaardigd, van mevr. de wed. C. M. J Bremer geb. Munting te Wassenaar. Zes en veertig preparaten van Abraham Ypelaar, met een begeleidende geschreven lijst vermeldende 66 preparaten. Elf losse preparaten, hoogstwaarschijnlijk van Ypelaar van dr. J. Th. Henrard te Oegstgeest. Zeven 16de-eeu\vsche rekenpenningen van Prof. dr. C. J. van der Klaauw te Lei den. Klok met conischen parabolischen slin ger volgens- Huygens, Klok met parabolische goot met knik kers volgens Huygens, van den heer O. F. Muller vbn Czernicki te Bloemendaal. Een zeer groote collectie medische in strumenten van dr. J. Persant Snoep te Lei derdorp. Model van een uurwerk met conischen balansslinger volgens Christiaan Huygens, 18 gipsmodellen van thermodynamisehe oppervlakken, berekend door H. Kamer- lingh Onnes en zijn medewerk(st)ers Mej. T. C. Jolles, H. Happel en M. Reinganum, 19001907, van het Kamerlingh Onnes La boratorium te beiden. Samengesteld microscoop, laatste helft 18de eeuw, Hellingsmeter van dr. ir. W. A. J. Oosting te Wageningen. Projectiemiscroscoop van W. en S. Jones met groote verzameling praeparaten, van dr. W. H. van Ssters te Amsterdam. Den 5den Juni 1936 was het juist 5 jaar geleden, dat het Museum voor het pubLek werd opgesteld. Dit feit <s den 6den Juni op eenigszins plechtige en feestelijke wijze her dacht. De handbibliotheek van het Museum be vat thans (31 December 1936) 191 boeken en 577 afdrukken en brochures; de aan winsten gedurende 1936 bestonden uit 14 boeken en 63 afdrukken en brochures. Een systematische catalogus ën een catalogus op auteursnamen van deze kleine maar zeer nuttige bibliotheek wordt geregeld bij gehouden. OPHALEN HUIS VUILNIS. De Directeur van den Gem. Reinigings- en Ontsmettingsdienst brengt ter algemee ne kennis, dat op den Goede Vrijdag geen huisvuil zal worden opgehaald, doch dat dit voor a'l de'perceelen zal plaats vinden op Zaterdag 27 Maart a.s. De Directeur, J. H. DE JONG. Leiden, 25 Maart 1937. AGENDA LEIDEN. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 22 tot en met Zondag 28 Maart len Paasch- dag waargenomen door de apotheken: J. C Peil, Kort Rapenburg 12, tel. 594 en J. E. M. ten Dijk, Haven 18, telef. 85. Maandag 29 Maart 2211 Paaschdag nemen waar de apotheken: G. H. Blan ken, Hoogewoard 171, tel. 502 en D. J. v. Driesum, Mare 110, tel. 4C6. Voor Oegstgeest worden deze diensten waargenomen door apothsek J. Doens, Wilhelminapark 8, Telef. 274. Poging tot zware mishandeling. Door de politie alhier is aangehouden F. A. du B., bloemistknecht, die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot zware mis handeling en vernieling. Genoemd persoon was ergens als tuinknecht in betrekking, doch voldeed niet en werd ontslagen. Daar om wilde hij wraak nemen op den tuinbaas B. Gewapend met een zakje peper ging hij op. dezen af en trachtte hem de peper in het gelaat te werpen. Dit mislukte echter, zoo dat verdere ernstige gevolgen uitbleven. HET KAASHÜëS Haarlemmerstraat 33 Tele.oon 2019 Groote versche Esenen 10 stuks voor 3S ct OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK „RÊUVENS" De Openbare Leeszaal en Bibliotheek „Reuvens" hield gistermiddag jaarverga dering in het gebouw aan de Breestraat. De voorzitter, dr. A. A. van Rijnbach, herdacht in hartelijke woorden de overle den bestuursleden Vos en Hoeks, waarna hij de nieuwe bestuursleden Schilp en Wolfslag verwelkomde. De secretaresse mej. dr. J. H. van Les sen, bracht vervolgens het jaarverslag uit, He.t aantal leden is gestegen van 1980 tot 1998. Het aantal kinder-leden daalde be duidend. Het boekenbezit steeg van 28798 tot 27202 boekdeelen, 999 boekdeelen wer den aangeschaft, doch 595 verwijderd. De studiezaal werd door. 1357 personen bezocht. Het totaal der uitgeleende boek deelen was 108794 (vorig jaar 108995); hiervan bedroeg het aantal uitgeleende boeken aan werkloozen 13683 (vorig jaar 16135). In het correspondentschap Voor schoten stonden 74 leden ingeschreven. Het verslag werd goedgekeurd, waarna de penningmeester, de heer B. W. de Waal, het financieel verslag uitbracht. De leeszaal heeft over het afgeioopen jaar een nadeelig saldo te boeken van 1182.63, hetgeen nagenoeg gelijk is aan dat van het vorige jaar. Dt uitgaven bedroegen /16.638.16H le gen 15.445.53H aan inkomsten, waarbij aan. gemeentelijke subsidie ƒ5507.10; van de provincie 900.55; van het Rijk 2573. De voorz. constateerde, dat er re den voor tevredenheid is. Het kapitaal is niet aangetast en er is thans evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven. Ook het financieel verslag werd onder dank goed gekeurd. Nadat de voorz. de directrice en haar staf geprezen had wegens de keurige uit gave van een supplement op de catologus, werd de bijeenkomst gesloten. De brandweer rukte driemaal uit. 't Is gisteren een drukke dag voor de po- litie-brandweer geweest. Gistermorgen te half elf werd zij gealar meerd voor een schoorsteenbrand, Haver zaklaan 2, ten huize van H. R. Deze brand was ontstaan door het te fel stoken van de kachel. Met den rameneur werd het vuur gebluscht. Te 12.10 weerklonk het tweede alarm- Dit gold een brandje ten huize van P. v. S, Pioenhof 15a. Tijdens afwezigheid van de bewoners was een begin van brand ont staan in de voorkamer, welke zich aanvan kelijk ernstig liet aanzien door de vele rookontwikkeling. De brand was ontstaan doordat wasebgoed, dat in de nabijheid stond van een petroleumbakoventje en de kachel, in brand was geraakt. Er werd een slang uitgelegd, doch met eenige emmers water kon het vuur worden gebluscht. Het derde brandalarm klonk gisteren avond omstreeks 7 uur voor een brandje in een pakhuis aan de Vestestraat, in gebruik bij den heer J. S.. die zijn winkel aan de Heerengracht heeft. In dit pakhuis waren huishoudelijke poets- en aardewerkartike len opgeslagen. Vermoedelijk doordat een brandende lucifer achteloos was wegge worpen onder een stelling, waar houtwol lag, is de brand cnt>lr.i'i. Met twee slan gen op de motor*puit werd het vuur ge bluscht. Aan de aanwezige goederen werd nogal schade aarf-rWi, terwijl ook de houten stelling gad^elt-Iijk verbrandde. De comn.ir-sr.iis nn politie was mede op het terrein aanwezig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2