STADS
NIEUWS
DONDERDAG 25 MAART 1937
DE LE1DSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
HOE WORDT HET WEER
NOC. GUUR.
DE BILT SEINT:
Matige tot zwakke Noord-Westelijke tot
Westelijke wind, meest zwaar bewolkt,
kans op regen of natte sneeuwbuitjes,
lichte nachtvorst, overdag weinig veran
dering in temperatuur.
Hoogste barometerst.: 771.3 te Akureyiri.
Laagste barometerst.: 749.5 te Skudesnas.
De depressiekern, welke gisteren ten
Noorden van Schotland was gelegen, heeft
zich Zuid-Oostwaarts verplaatst; zij bevindt
zich thans voor de Deensche kust. Een re
genfront passeerde hedennacht met mati
gen neerslag ons land. Over het Noorden
van de Britsche Eilanden en de Shetlands
volgen thans flinke drukstijgingen, zoo
dat een tijdelijke ruiming van den wind
ten onzent te wachten is. Over IJsland en
het Noorden van Groot-Brittannië is de
temperatuur gedaald. In Schotland wordt
plaatselijk sneeuw gemeld. De lage druk-
geoieden over de Middellandsche Zee en
over Finland vulden op. Over Zuid-Frank
rijk waaien nog stormachtige Westelijke
tot Noordelijke winden. In Noord-Noorwe-
gen sneeuwt het nog. Ook over Polen en
Hongarije valt liohte sneeuw. Mldden-
Duitschland en het grootste gedeelte v"an
Frankrijk hebben nog rustig weer. De
weersomstandigheden ten onzent zullen
nog weinig veranderen, met plaatselijk
buiig en guur.
LUCHTTEMPERATUUR.
6.3 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Van Donderdagnamiddag 6.50 uur tot
Vrijdagmorgen 5.21 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 26 Maart
v.m. 2.30 en nam. 2.54 uur.
Prof. Vening Meinesz terug
DE REIS VAN DE O. 16.
De onderzoeker vertelt.
Met het ss. „Nereus" der K.N.S.M., dat
hedenmorgen kort voor elf uur in de slui
zen van IJmuiden aankwam, is prof. dr. F.
A. Vening Meinesz in ons land terugge
keerd, na een onderzoekingsre is van ver
scheidene maanden aan boord van H.M.'s
„O. 16", die op de terugreis naar Nederland
op 12 Maart jJ. te Lissabon aankwam. Daar
kreeg de commandant van de onderzee
boot opdracht, zich naar de Spaansche wa
teren te begeven ter convoyeering van Ne-
derlandsche schepen, die door schepen van
Franco aangehouden en opgebracht zou
den kunnen worden.
Prof. Vening Meinesz zag hierdoor een
onverwacht einde aan zijn verbiijf op den
oorlogsbodem komen en bleef te Lissabon
achter, van waar hij per eerste gelegenheid
in ons land terugkeerde.
Omtrent het verloop van het laatste ge
deelte van de reis met de „O. 16" deelde
hij aan het A.N.P. het volgende mede:
De reis van de O. 16, tot Lissabon is rus
tiger verloopen dan de twee eerste trajec
ten, waarover ik in eenige artikelen mede-
deelingen deed; hoewel wij nog enkele ma
len zwaren storm te verduren hebben ge
had, is het toch nimmer zoolang achtereen
slecht geweest
In Hamilton, de hoofdplaats van de Ber
muda's, bleven wij vijf dagen, waaraan wjj
allen prettige herinneringen zullen behou
den.
Op dit bezoek volgde een rustig over
tocht je naar Norfolk, aan den ingang van
Chesapeake bay, van waaruit de reis, na
een dag oponthoud voor het opknappen
van de boot, de Potomac op, naar Washing
ton werd voortgezet.
Amerikaansche belangstelling:.
Ons verblijf van negen dagen aldaar is
gekenmerkt geworden door een bijzonder
aardige ontvangst in alle kringen. Naast
officieele feestelijkheden van de zijde van
onzen Nederlandschen gezant, den heer
Haersma de With, en van de zijde van de
Amerikaansche marine, die groote belang
stelling voor het bezoek van Hr. Ms. O. 16
aan den dag legde, is ons van alle kanten
de meest hartelijke gastvrijheid betoond.
Voor commandant van Waning en voor mij
zal een der meest gedenkwaardige oogen-
blikken blijven de ontvangst bij president
Roosevelt, die onzen gezant en ons, niette
genstaande zijn zeer drukke bezigheden,
hij zich heeft ontvangen.
Men bemerkt onmiddellijk in aanraking
te komen met een groote figuur; er gaat
een onmiskenbare kracht en tevens opge
wektheid van hem uit. Waar hij in verband
met zijn overstelpende taak slechts zoo
zelden buitenlanders bij zich ontvangt, was
dit bezoek als een bewijs van sympathie
Officieele Crisisberichten
TEELT VAN WARMOEZERIJGEWASSEN
BESTEMD VOOR ZAADWINNING.
De Nederlanosche Groenten- en Fruit-
centrale maakt bekend, dat diegenen, die
in 1937 warmoezerijgewassen wenschen te
telen, bestemd voor zaadwinning in 1937
en deze teelt niet gedekt hebben door een
tuinbouwteeltv=?rgunning hiervan vóór 1
Mei 1937 opgave aan haar moeten doen,
Laan Copes van Cattenburch 62, 's-Graven-
hage, op formulieren, welke aldaar op
aanvraag verkrijgbaar zijn.
Indien bezitters van een tuinbouwteelt
vergunning buiten dé hun daarbij toege
stane oppervlakte een oppervlakte voor
zaad opggven, zal de controledienst na
gaan. of die extra-oppervlakte niet reeds
in 1933 bij de oppervlakte, bestemd voor
de teelt van tuinbouwgewassen is opge
geven. Blijkt dit het geval, dan zal van de
tuinbouwteeltvergunning een oppervlakte
worden afgeschreven, gelijk aan die, waar
op in 1933 enkel voor ^aadvvinning werd
geteeld. Bijgevolg zal voor dezulken de
tuinbouwteeltvergunning welke recht geeft
tot het telen van gewassen van den tuin
bouw zoowel voor zaad- als consumptie-
doeleinden, worden verminderd tot de op
pervlakte, welke in 1933 werd beteeld met
gewassen van Jen tuinbouw voor de con
sumptie.
Tevens zal er streng op worden gelet,
dat de oppervlakten, welke men opgeeft
voor de zaadteelt te loestemmen, ook daad
werkelijk voor dit doel worden gebruikt,
aangezien het verboden is, gewassen, daar
op geteeld voor de consumptie te verkoo-
pen.
voor Nederland aan te merken. Trouwens,
de sympathie in de Vereenigde Staten voor
ons land bleek duidelijk uit alles wat ons
tijdens het bezoek van de O. 16 overkwam.
Het zou te ver voeren hierop nader in te
gaan en dus wil ik volstaan met te zeg
gen, dat dit bezoek een mooi vlagvertoon
voor Nederland is geweest en dat het van
Amerikaansche zijde zeer op prijs is ge
steld.
Met de Golfstroom mee.
Den 24sten Februari aanvaardden wij de
terugreis. Na éen bitterkoude reis de rivier
af, nam in zee de temperatuur ai spoedig
toe tengevolge van den Golfstroom, waar
men in komt. De watertemperatuur steeg
in weinige uren van enkele graden Celsius
tot over de twintig graden en wij waren
toen getuige van een eigenaardig natuur
verschijnsel; de koude lucht boven het
warme water veroorzaakte een snelle ver
damping en daardoor was de zee. die vrij
woelig was. overdekt met nevelflarden, die
denindruk wekten van een kokenden
Oceaan. Het was een schouwspel, dat de
gedachte aan de onderwereld deed opko
men, fantastisch in een mate, zooals men
het zelden ziet.
Het mooie weer van den eersten dag op
zee hield helaas niet aan, de zee werd ru
wer en ruwer, doch daar de golven achter
lijk in kwamen, werden wij er veel minder
door teruggezet, dan op de heenreis. Voor
de officieren van de wacht en de roergan
gers op den toren zijn echter nog moeilijke
dagen gekomen. Bij hooge deiningsgolven
recht achterin loopen de golven ongebro
ken van achteren over den toren en vul
len de borstwering tot den rand toe. De
brug verdiende toen met recht haar bij
naam „badkuip", soms hapten de wacht-
loopers naar lucht.
Massieve zuilen water kwamen het to
renluik binnen, doch doordat hier bij de
constructie van Hr. Ms. 0.16 rekening mee
was gehouden en er onder de vloer van de
„centrale" onder den toren een vergaarbak
was, van waaruit het water meteen kon
weggepompt worden, gaf dat binnenboord
niet al te groote complicaties. Toch gaf hel
heel wat werk om de schade door de spat
ters rondom te beperken; ook het slinger
toestel voor de zwaartekrachtswaarnemin-
gen kreeg daarvan zijn deel mee.
De waarnemingen gingen normaal hun
gang; regelmatig twee a drie malen per et
maal deed commandant van Waning de
boot onder water gaan om de gelegenheid
voor waarnemingen te geven. Een enkele
maal deden hij en de chef van den machi
nekamer Lugte zich vervangen door den
oudsten officier van Duim en den tweeden
officier van de machinekamer Ohr, een „ju
niores" duik-manoeuvre. Tusschen Wash
ington en Lissabon hebben wij niet min
der dan 39 malen gedoken en dat in 14
vaardagen.
De reis is onderbroken door een opont
houd van één Zondag in Ponta Delgada op
het eiland Sao Miguel.
Het einde te Lissabon.
Den 12den Maart liepen wij in'stroo
menden regen in den vroegen morgen de
Taag op en daarmede was onze groote
oversteek, die voor mij zoo vruchtbaar was
geweest, ten einde. Een aardig verblijf te
Lissabon volgde, met veel belangstelling
van de zijde van de Portugeesche marine
voor Hr. Ms. O. 16, feesten en ontvangsten.
Toen kwam plotseling het ontstellende be
richt, dat Hr. Ms. O. 16 Lissabon had te
verlaten voor de Spaansche wateren om
de Nederlandsche rechten te verdedigen. In
allerijl verliet ik het schip en bracht ik mijn
instrumenten naar den wal. Na een kort
uitstel verliet Hr. Ms. O. 16 Lissabon, na
dat ik een hartelijk afscheid van officie
ren en bemanning had genomen. Zoo was
mijn waarnemingsreis aan een onyerwacht
einde gekomen en had Hr. Ms. O. 16 weer
haar taak als oorlogsschip opgevat.
Ik breng van deze reis 92 waarnemingen
mede, op voor het onderzoek belangrijke
punten verricht, en het past mij hiervoor
onze marine, en in het bijzonder diegenen,
die er aan boord van de O. 16 de verant
woording en de moeite voor hadden, mijn
oprechten dank te betuigen.
DE ECONOMISCHE ZIJDE VAN DE
OORLOGSVOORBEREIDING EN
ECONOMISCHE OORLOGS
VOORBEREIDING
Voordracht prof. dr. J. E. de Quay
Vo:r den studentenkring Leiden van het
Nationaal Jongeren Verbond heeft prof.
dr. J. E. de Quay uit Tilburg in „In den
Vergulden Turk" een voordracht gehouden
over bovengenoemd onderwerp.
Spr. begint met een korte politiek-stra-
tegische inleiding, waarbij ter sprake ko
men de ontwapeningsgedachte, het voor
beeld, dat Engeland hierin gegeven heeft
en de mislukking van deze politiek, zich
het treffendst uitend in de Engelsche her
bewapening. Nederland heeft wel sterk aan
de ontwapening deelgenomen, niet aan de
algemeene herbewapening. Dit is gevaar
lijk, niet alleen voor ons, maar ook voor de
rust en den vrede in West-Europa en Ocst-
Azië. Thans ziet men in leidende kringen
de noodzakelijkheid van een behoorlijke
weermacht wel in, mede dank zij de Ver-
eeniging voor Nationale Veiligheid.
De waarde van statistieken is maar be
trekkelijk; maar, als alle op de weermacht
betrekking hebbende statistieken Neder
land op de laatste plaats vertoonen, is dat
toch wel zeer bedenkelijk. In 1935 be
steedde Engeland 16.6 pet. van zijn be-
greoting aan de landsverdediging, thans
meer dan 50 pet.
Onze weermacht werkte inderdaad pre
ventief in 1914. Indien zij niet spoedig ver
sterkt wordt, is het zeer de vraag, of dit
thans nog zoo zal zijn. Hier stelt de Ne
derlander gewoonlijk de vraag: kunnen
wij het betalen, al is het noodzakelijk?
Zeker bestaat er een verband tusschen het
militair-noodzakelijk en het financieel-
mogelijke. In 1914 konden wij de mobili
satie ook betalen, toen het moest. We le
ven bovendien thans in een periode van
hoogconjunctuur. Bijna eenstemmig klinkt
in tijde van depressie de roep om conjunc
tuur-stimuleering en velen, die deze ver
langen, zijn het erover eens, dat niets zoo
geschikt daartoe is als herbewapening. Uit
gaven vóór de weermacht zijn consump
tief, niet productief. Dit verschil is echter
niet van overwegend belang: voorop staat
uit economisch oogpunt de werkverrui
ming; ook andere werken, die pas over
jaren productief zullen zijn, worden, soms
met kapitaalvernietiging, doorgezet we-
ges de werkverruiming (Zuiderzee, Julia-
nak anaal).
Personeelsuitbreiding van de weermacht
vermindert het aantal werkloozen; plm.
89 pet. van de uitgaven voor de voeding,
plm. 85 pet. van die voor de kleeding der
weermacht worden in Nederland, besteed.
Wat uitbreidipg van materieel betreft,
van een oorlogsschip was begin 1936 ongë-
veer 72 pet. Nederlandsch. De naar het
buitenland afvloeiende bedragen zijn bo
vendien noodzakelijk voor onze eigen uit
voer bij de huidige bilaterale handelspoli
tiek. De toestand voor herbewapening is
nu nog gunstig op economisch gebied, maar
hierin kan verandering komen;, daarom
dient er dus niet getalmd. Theoretisch mo
gen de kosten voor weermachtsuitbreiding
niet uit den kapitaaldienst bestreden wor
den, practisch is het. geen overwegend be
zwaar, indien, dit-.wel geschiedt (leening,
fonds).
Wat de economische oorlogsvoorberei
ding betreft, in 1914 had alleen Düitsch-
land daar iets aan gedaan. Thans is zij al
gemeen als noodzakelijk erkend ter ver
zorging van leger en burgerbevolking. In
Nederland is in deze nog weinig gedaan.
Noodzakelijk is het. opslaan van voorraden
en het openhouden onzer zeeverbindingen.
Men zou reeds heel wat kunnen bereiken
met de organisatie van het dept. van Han
del, Nijverheid en Scheepvaart; de indus
trie beeft zelf al initiatief getoond. Ook
moet bij mobilisatie de nijverheid uit het
bedreigde gebied binnen het meest bere
kenende gebied overgebracht worden. Het
N. J. V. werke steeds met het geheele Ne
derland mede aan de handhaving Van het
vaderland.
HET NED. HISTORISCH NATUUR
WETENSCHAPPELIJK MUSEUM.
Jaarverslag 1936.
Aan het verslag van bovengenoemde
Stichting over het afgeioopen jaar is het
volgende ontleend:
Met leedwezen maakt het verslag mel
ding van het overlijden op 15 September
van Dr. J. G. de Lint lid der commissie.
Wijlen dr. de Lint heelt zich in den loop
der jaren op veierlei wijze voor het museum
verdienstelijk gemaakt, o.a. bij het inrich
ten der Coiter-tentoonsielling en der me
dische afdeeling (beide in April 1934)
Voorts zijn vele voorwerpen in deze afdee
ling van hem afkomstig, hetzij door hem
geschonken, hetzij door zijne bemiddeling
verkregen.
Het beheer der geldmiddelen heeft veel
zorg gebaard; het rijkssubsidie werd van
2015.tot 1765.— teruggebracht en het
subsidie van het Leidsch Universiteitsfonds
225.is komen te vervallen; de kosten
i der centrale verwarming zullen minstens
150.— bedragen, nog afgezien van een
aanzienlijk bedrag, dat besteed moest wor
den aan verandering van het meubilair.
Daartegenover zijn de jaarlijksche bijdra
gen van particulieren eenigszins toegeno
men; onder deze moet in de eerste plaats
die van Mr. J. Enschedé te Haarlem
100.'s jaars) met dankbaarheid wor
den vermeld. De aanzienlijke verminde
ring der inkomsten wordt echter niet dooi
de vermeerdering der bijdragen gecompen
seerd, zoodat de toestand der geldmiddelen
ihans groote ongerustheid baart. Noch voor
GEMEENTEL. AANKONDIGINGEN.
de verzamelingen, noch voor de bibliotheek
kan iets gekocht worden Wij zien niet in
hoe het museumbedrijf op den duur zal zijn
voort te zetten zonder eene belangrijke ver
meerdering der inkomsten. Vermeerdering
der bijdragen van particulieren is volstrekt
noodzakelijk, wil de toekomst van het mu
seum niet ernstig in gevaar komen- Boven
dien dient de mogelijkheid van kapitaal
vorming ernstig te worden overwogen. Na
het aftreden van den tegenwoordigen di
recteur en adjunct-directeur zal het waar
schijnlijk niet mogelijk zijn onbezoldigde
krachten voor deze betrekkingen te vinden;
wil het voortbestaan van het museum in de
toekomst verzekerd zijn, ook na het aftre
den van de tegenwoordige functionarissen
en dit aftreden kan geheel onverwachts
plaats vinden dan dient het museum in
het bezit te komen van een kapitaal, groot
genoeg om uit de renten daarvan matige
bezoldigingen te kunnen uitbetalen. Een
andere mogelijkheid ter verzekering van
de toekomst zou zijn, dat het Rijk de
exploitatie van het museum van de Stich
ting over zou nemen.
Het kapitaal werd onaangetast gelaten.
Het beheer der geldnrddelen over 1936
werd door den heer A. van Hoogstraten, ad
ministrateur van het College van Curatoren,
gecontroleerd en in goede orde bevonden.
De samensteller herhaalt zijn opmerking
uit vorige jaarverslagen dat, door den
snellen aanwas der verschillende verzame
lingen, de beschikbare piaatsruimte te klein
dreigt te worden. Plaatsgebrek in den
eigelijken zin van het woord is er nog niet;
er kan hier en daar door opschuiven en
inschikken of door het een en ander in het
magazijn op te bergen nog heel wat plaats
gemaakt worden, doch de overzichtelijk
heid der opstelling lijm hieronder thans
reeds in hooge mate. Nu het meer en meer
blijkt, dat het museum niet is gebleven
wat hij bij de opening grootendeels was,
namelijk de bewaarplaats van voorwerpen
van historisch belang uit de rijkslaborato
ria afkomstig, maar allengs ook van voor
werpen, afkomstig uit particuliere collec
ties, de nationale verzamelplaats is gewor
den, en dat de werkzaamheid van de Slich
ting een vlucht heeft genomen, waarvan
men bij de opening van het Museum niet
had durven droomèn, wordt voorzien en
gevreesd, dat binnen niet al te langen tijd
inderdaad plaatsgebrek zal ontstaan.'
Het komt ons voor, aldus het verslag, dat
er slechts één weg openstaat om in het drei
gende piaatsge Drek tijdig te voorzien, n.l.
door beschikbaarstelling van de beneden
verdieping van het gebouw voor het Mu
seum. Onze hoop is gevestigd op de moge
lijkheid, dat de collectie Dubois, die thans
in de benedenverdieping gehuisvest is, met
tertijd naar elders zal verhuizen.
Het-Museum werd in 1936 bezocht door
831 personen, waarvan 724-.betalend- en
107. niet> betalend.
De verzamelingen verkeeren in voor-
treffelijken toestand. De bezwaren, die .de
groote vochtigheid in het gebouw vroeger
opleverde, zijn thans geheel verdwenen.
De aanwinsten waren dit jaar vrij tal
rijk en zeer belangrijk.
Onder de door schenking verkregen voor
werpen noemen we o.m.:
Een verzameling stereochemische atoom-
modellen van appelzuur door Van 't Hoff
zelf vervaardigd, van mevr. de wed. C. M.
J Bremer geb. Munting te Wassenaar.
Zes en veertig preparaten van Abraham
Ypelaar, met een begeleidende geschreven
lijst vermeldende 66 preparaten.
Elf losse preparaten, hoogstwaarschijnlijk
van Ypelaar van dr. J. Th. Henrard te
Oegstgeest.
Zeven 16de-eeu\vsche rekenpenningen
van Prof. dr. C. J. van der Klaauw te Lei
den.
Klok met conischen parabolischen slin
ger volgens- Huygens,
Klok met parabolische goot met knik
kers volgens Huygens, van den heer O. F.
Muller vbn Czernicki te Bloemendaal.
Een zeer groote collectie medische in
strumenten van dr. J. Persant Snoep te Lei
derdorp.
Model van een uurwerk met conischen
balansslinger volgens Christiaan Huygens,
18 gipsmodellen van thermodynamisehe
oppervlakken, berekend door H. Kamer-
lingh Onnes en zijn medewerk(st)ers Mej.
T. C. Jolles, H. Happel en M. Reinganum,
19001907, van het Kamerlingh Onnes La
boratorium te beiden.
Samengesteld microscoop, laatste helft
18de eeuw, Hellingsmeter van dr. ir. W. A.
J. Oosting te Wageningen.
Projectiemiscroscoop van W. en S. Jones
met groote verzameling praeparaten, van
dr. W. H. van Ssters te Amsterdam.
Den 5den Juni 1936 was het juist 5 jaar
geleden, dat het Museum voor het pubLek
werd opgesteld. Dit feit <s den 6den Juni op
eenigszins plechtige en feestelijke wijze her
dacht.
De handbibliotheek van het Museum be
vat thans (31 December 1936) 191 boeken
en 577 afdrukken en brochures; de aan
winsten gedurende 1936 bestonden uit 14
boeken en 63 afdrukken en brochures. Een
systematische catalogus ën een catalogus
op auteursnamen van deze kleine maar
zeer nuttige bibliotheek wordt geregeld bij
gehouden.
OPHALEN HUIS VUILNIS.
De Directeur van den Gem. Reinigings-
en Ontsmettingsdienst brengt ter algemee
ne kennis, dat op den Goede Vrijdag
geen huisvuil zal worden opgehaald, doch
dat dit voor a'l de'perceelen zal plaats
vinden op Zaterdag 27 Maart a.s.
De Directeur,
J. H. DE JONG.
Leiden, 25 Maart 1937.
AGENDA
LEIDEN.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 22 tot
en met Zondag 28 Maart len Paasch-
dag waargenomen door de apotheken: J.
C Peil, Kort Rapenburg 12, tel. 594 en
J. E. M. ten Dijk, Haven 18, telef. 85.
Maandag 29 Maart 2211 Paaschdag
nemen waar de apotheken: G. H. Blan
ken, Hoogewoard 171, tel. 502 en D. J. v.
Driesum, Mare 110, tel. 4C6.
Voor Oegstgeest worden deze
diensten waargenomen door apothsek J.
Doens, Wilhelminapark 8, Telef. 274.
Poging tot zware mishandeling.
Door de politie alhier is aangehouden F.
A. du B., bloemistknecht, die zich schuldig
heeft gemaakt aan poging tot zware mis
handeling en vernieling. Genoemd persoon
was ergens als tuinknecht in betrekking,
doch voldeed niet en werd ontslagen. Daar
om wilde hij wraak nemen op den tuinbaas
B. Gewapend met een zakje peper ging hij
op. dezen af en trachtte hem de peper in het
gelaat te werpen. Dit mislukte echter, zoo
dat verdere ernstige gevolgen uitbleven.
HET KAASHÜëS
Haarlemmerstraat 33 Tele.oon 2019
Groote versche Esenen
10 stuks voor 3S ct
OPENBARE LEESZAAL EN
BIBLIOTHEEK „RÊUVENS"
De Openbare Leeszaal en Bibliotheek
„Reuvens" hield gistermiddag jaarverga
dering in het gebouw aan de Breestraat.
De voorzitter, dr. A. A. van Rijnbach,
herdacht in hartelijke woorden de overle
den bestuursleden Vos en Hoeks, waarna
hij de nieuwe bestuursleden Schilp en
Wolfslag verwelkomde.
De secretaresse mej. dr. J. H. van Les
sen, bracht vervolgens het jaarverslag uit,
He.t aantal leden is gestegen van 1980 tot
1998. Het aantal kinder-leden daalde be
duidend. Het boekenbezit steeg van 28798
tot 27202 boekdeelen, 999 boekdeelen wer
den aangeschaft, doch 595 verwijderd.
De studiezaal werd door. 1357 personen
bezocht. Het totaal der uitgeleende boek
deelen was 108794 (vorig jaar 108995);
hiervan bedroeg het aantal uitgeleende
boeken aan werkloozen 13683 (vorig jaar
16135). In het correspondentschap Voor
schoten stonden 74 leden ingeschreven.
Het verslag werd goedgekeurd, waarna
de penningmeester, de heer B. W. de Waal,
het financieel verslag uitbracht.
De leeszaal heeft over het afgeioopen
jaar een nadeelig saldo te boeken van
1182.63, hetgeen nagenoeg gelijk is aan
dat van het vorige jaar.
Dt uitgaven bedroegen /16.638.16H le
gen 15.445.53H aan inkomsten, waarbij
aan. gemeentelijke subsidie ƒ5507.10; van
de provincie 900.55; van het Rijk
2573. De voorz. constateerde, dat er re
den voor tevredenheid is. Het kapitaal is
niet aangetast en er is thans evenwicht
tusschen inkomsten en uitgaven. Ook het
financieel verslag werd onder dank goed
gekeurd.
Nadat de voorz. de directrice en haar
staf geprezen had wegens de keurige uit
gave van een supplement op de catologus,
werd de bijeenkomst gesloten.
De brandweer rukte driemaal uit.
't Is gisteren een drukke dag voor de po-
litie-brandweer geweest.
Gistermorgen te half elf werd zij gealar
meerd voor een schoorsteenbrand, Haver
zaklaan 2, ten huize van H. R. Deze brand
was ontstaan door het te fel stoken van de
kachel. Met den rameneur werd het vuur
gebluscht.
Te 12.10 weerklonk het tweede alarm-
Dit gold een brandje ten huize van P. v. S,
Pioenhof 15a. Tijdens afwezigheid van de
bewoners was een begin van brand ont
staan in de voorkamer, welke zich aanvan
kelijk ernstig liet aanzien door de vele
rookontwikkeling. De brand was ontstaan
doordat wasebgoed, dat in de nabijheid
stond van een petroleumbakoventje en de
kachel, in brand was geraakt. Er werd een
slang uitgelegd, doch met eenige emmers
water kon het vuur worden gebluscht.
Het derde brandalarm klonk gisteren
avond omstreeks 7 uur voor een brandje in
een pakhuis aan de Vestestraat, in gebruik
bij den heer J. S.. die zijn winkel aan de
Heerengracht heeft. In dit pakhuis waren
huishoudelijke poets- en aardewerkartike
len opgeslagen. Vermoedelijk doordat een
brandende lucifer achteloos was wegge
worpen onder een stelling, waar houtwol
lag, is de brand cnt>lr.i'i. Met twee slan
gen op de motor*puit werd het vuur ge
bluscht. Aan de aanwezige goederen werd
nogal schade aarf-rWi, terwijl ook de
houten stelling gad^elt-Iijk verbrandde.
De comn.ir-sr.iis nn politie was mede op
het terrein aanwezig.