3)e Êöicbolie (Boti/tamt
Bij het ernstig auto-ongeluk onder de gemeente Schardam (N.-H
kwamen Dinsdag drie personen, inwoners uit Volendam, om het leven
De plaats waar de auto te water reed. Inzet: de drie slachtoffers.
Links: de heer C. Tol; rechts: de broeders De Boer
-Menschen" kijken U aanl Een typische stand op de Jaar
beurs, die Dinsdag te Utrecht geopend is
De ontvangst, van den nieuwen Duit-
schen gezant in Spanje, die te Sala
manca zijn geloofsbrieven aan generaal
Franco kwam overhandigen, ging met
groot ceremonieel gepaard. Een over
zicht voor het stadhuis
Verschillende winkelgebouwen in de Friedrichstrasse te Berlijn zijn
door tellen brand geteisterd. De brandweer, die met groot materiaal
was uitgerukt, kon het vuur slechts met veel moeite meester worden
Te Schaick bij Css is een kapitale boerderij door brand geheel verwoest. Vijf koeien, een paard en
kleinvee kwamen in de vlammen om. Daar de brandweer niet over voldoende water kon beschikken,
kon niets gered worden
Een koud bad tijdens de steeplechase
voor leerlingen der Engelsche Harrow-
school, welke deze week werd geloopen
FEUILLETON
DE VIERDE MAN
(Een geval uit de practijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche).
ooor
UDO VAN EWOUD.
(Nadruk verboden).
3)
„Ken je dden Hellinger persoonlijk?"
„Ik heb hem tweemaal bij ons op de bank
gezien, 't Is een man van een jaar of 35,
niet bijzonder groot, behoorlijk gekleed,
rond, cleanshaven gezicht. Hij droeg bij
zijn bezoek een bril met zwart hoornen
montuur, zooals je er tegenwoordig zooveel
ziet bij menschen, die voor dit mode
artikel hier te lande geïmporteerd werd,
nog nooit behoefte aan een bril gehad heb
ben. Maar overigens zijn mij geen bijzon
dere kenteekenen opgevallen".
„Weet je ook of de man in Rotterdam
gfunstig bekend staat?"
„We hebben natuurlijk geïnformeerd. Hij
schijnt geheel alleen op kamers te wonen
aan de Leuvehaven en heeft een paar
agenturen van buiteniandsche huizen. Ver
moedelijk is hij daardoor ook met dien
Goldschmidt in kennis gekomen. Kapitaal
heeft hij niet, dat staat in Ieder geval vast".
„Had hij niet", verbeterde de inspecteur.
„Maar 't is toch nog lang niet zeker dat
die Hellinger de dader is? Of heb je al
meerdere aanwijzingen?"
„Geen enkele, maar je zult me toch moe
ten toegeven, dat die heele geschiedenis
met dden Duitschen zakenvriend en de be-
noodigde 20 mille voor een zaak in Rot
terdam wat verdacht is. Daarbij komt dan
nog dat telegram
„Ja, dat telegram! Acht je dat misschien
een onhandige poging om dien indruk te
vestigen, dat hij aan den moord niet debet
kAn zijn?"
„In ieder geval behoeft hij dat telegram
niet zelf om kwart over zeven te hebben
verzonden. Stel, dat hij iemand opdracht
heeft gegeven het precies op dat tijdstip
aan te bieden. Dat zou toch even goed
mogelijk zijn! Enfin, we kunnen hier gis
singen maken, zooveel we willen, zoolang
we niet meer weten, zullen we toch niets
met zekerheid kunnen concludeeren. Ik zal
jouw inlichtingen nog vannacht naar Rot
terdam seinen, Adams. Laat ons hopen, dat
ze er toe bijdragen den dader te vinden".
De inspecteur beschouwde het onderhoud
als geëindigd.
„Als je lust hebt, breng ik je even met
een auto naar huis, Adams", zei Wils, een
van het adres van zijn blad voorzien cou
vert uit zyn binnenzak halend en de dicht
beschreven velletjes papier daarin schui
vend. „Wanneer je er tenminste niet op
tegen hebt, dat we even langs de krant
rijden, om m'n copie af te geven".
„Als je een wagen hebt, graag" ant
woordde de procuratiehouder.
„Ik zal er even een bestellen om me naar
den trein te brengen. Een oogenblik ge
duld dus".
„Ga je er zelf heen?" vroeg Adams, ter
wijl de reporter reeds aan de telefoon
stond.
„Ja, ik heb de primeur, dus is het niet
meer dan billijk, dat ik de zaak, die me
bovendien bijzonder interessant lijkt, ook
verder behandel".
„Ik wou, dat ik met je mee kon", zei de
procuratiehouder, wat spijtig.
„Ik heb er geen enkel bezwaar tegen,
maar je zult morgen zeker wel op de bank
moeten zijn, nu beide directeuren ontbre
ken?"
•„Helaas, ja. Ik zal toch in ieder geval het
overige personeel van het gebeurde in ken
nis stellen".
„Enfin, dan een andere maal misschien",
troostte Wils. „Ik heb zoo'n flauw vermoe
den, dat met de oplossing van dit geval wel
eenige tijd gemoeid zal zijn en als van
Doorn terug is, heb je misschien wat meer
gelegenheid".
„Ik hoop het", antwoordde Adams en zijn
jas ddchtknoopend: „Daar is je wagen al,
zullen we gaan?"
„Ik ben klaar".
Beiden drukten inspecteur Sanders de
hand en twee minuten later reed een snelle
wagen met de beide heeren door de nu vrij
wel geheel verlaten straten van de hoofd
stad.
De eerste schreden.
Wils had zoo juist een stevig ontbijt ge
nuttigd. Terwijl hij het bordje met de eene
hand wat terzijde schoof, een beweging,
welke dan opmerkzamen kellner niet ont
ging, want deze schoot direct toe om het
tafeltje af te ruim nam hij met de an
dere een van de naast hem liggende cou
ranten en vouwde deze open. Het was het
ochtendblad van „De Mercuur".
Direct viel zijn oog. ->p een geïnterlinieerd
artikel, waar boven eenige groote koppen
onmiddellijk de aandacht eischten.
De reporter las:
GEHEIMZINNIGE MOORD IN DEN TREIN
AMSTERDAM—ROTTERDAM.
De directeur der „Hollandsche Hypotheek-
Voorschotbank" het slachtoffer.
Berooving van 20.000.
Naar wij vernemen, heeft gisteravond
in den stoom-sneltrein no. 216, welke om
7.10 uur van hier naar Antwerpen is ver
trokken, een moordaanslag plaats gehad,
waarvan de 48-jarige bankier J. P. L. Leu-
vensteyn, lid der directie van de „Holland
sche Hypotheek- en Voorschotbank", alhier
het slachtoffer is geworden.
Kort na aankomst van den trein in Rot
terdam, om circa 9 uur, vond de dienst
doende conducteur iin een coupé le klasse
het lijk van den heer Leuvensteyn, die blij
kens door de politie ingewonnen inlichtin
gen, naar Rotterdam was vertrokken om
daar een cliënt een bedrag van 20.000 te
overhandigen.
Waar de heer Leuvensteyn van alles be
roofd bleek te zijn slechts eenige waar-
delooze papieren, waaruit later zijn iden
titeit kon worden vastgesteld, heeft men
hem gelaten neemt de politie aan, dat
het hier een roof dm oord betreft. Van den
dader was natuurlijk geen spoor meer te
ontdekken. Volgens een verklaring van den
conducteur bevonden zich bij het vertrek
van den brein uit Amsterdam, in den be-
wusten coupé 4 personen, nJ. de heer
Leuvensteyn, een dame en twee heeren Op
het oogenblik is ons nog niet bekend, of de
heer L. wellicht nog andere medereizigers
heeft gehad, die eventueel op een der tus-
schenliggende stations zijn ingestapt. Deze
mogelijikheid is natuurlijk niet uitgesloten,
daar trein no. 216 ook te Haarlem en Den
Haag stopt. Het politie-onderzoek duurt
echter nog voort, zoodat wij te dden op
zichte wel spoedig nadere mededeel ingen
zullen kunnen doen.
Zeer merkwaardig is het evenwel, dat in
het gebouw der Hollandsche Hypotheek
en Voorschotbank te ongeveer 8 uur, dus
één uur nadat de trein waarmede de heer
L. reisde, naar Rotterdam was vertrokken,
een telegram is ontvangen van bovenge-
noemden cliënt, waarin deze meldde, dat
de komst van den heer L. niet meer nood
zakelijk was.
Getracht wordt thans dezen cliënt, den
heer H., handelsagent te Rotterdam, op te
sporen.
Het onderzoek in deze mysterieuze zaak,
welke ongetwijfeld ernstiger is dan hier in
jaren is voorgekomen, wordt geleid door
den hoofdcommissaris van politie te Rotter
dam in samenwerking met zijn Amster-
damsohen collega.
Wils glimlachte tevredien, keek nog even.
naar het rubriekje „Belangrijkste nieuws",
waaronder het feit als eerste van een ge-
heele reeks met een vette letter was ver
meld en nam daarna de andere bladen ter
hand. Zijn gezicht werd nog tevredener,
toen hij bemerkte, dat slechts het plaatse
lijk blad eveneens een flink bericht had en
hij de Amsterdamsohe collega's dus vóór
was geweest. Een primeur, die „De Mer
cuur" in de hoofdstad weer op aller lippen
zou brengen!
(Wordt vervolgd).