STADS
g NIEUWS
WOENSEAG 10 MAART 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
- DE BILT SEINT:
Zwakke tot matige Westelijke tot Zui
delijke wind, half tot Zwaarbewolkt, of be
trokken, weinig of geen sneeuw, tempera
tuur om het vriespunt' des nachts, overdag
lichte dooi.
Hoogste barometerst.: 771.5 te Janmayen.
Laagste baromteerst.: 745.0 te Weenen.
Het gebied van lagen luchtdruk op den
Oceaan is sterk in omvang toegenomen,
doch vertoont geen diepe kernen. Op het
vasteland en in Centraal-Europa bewegen
enkele minima zich in Zuid-West-Noord-
Oostelijke richting, gevolgd door een stijg-
gebied over Frankrijk. In Scandinavië
blijft de luchtdruk regelmatig doorstijgen
en vormt zich een uitlooper van het mach
tige gebied van hoogen luchtdruk met zeer
lage temperaturen, dat het geheele Pool
gebied bedekt. In Frankrijk en het Zuiden
van ons land ging de wind om naar
West. waarmede de hooge temperatuur
ten Zuiden van ons verdween.
Voorts wordt er nog warmte
gemeld uit Weenen en de Oost-Alpen. In de
West-Alpen werd het kouder en viel veel
sneeuw, het station op de Saentis meldt
in den nacht 23 m.m. neerslag. Over het
geheele vasteland is de lucht bewolkt met
lage wolken en plaatselijk slecht zicht. In
Scandinavië heerscht helder vriezend
weer. Het is te verwachten, dat het weer
het onzekere karakter zal behouden met
wellicht eenige opklaring met lichte vorst
in den nacht.
LUCHTTEMPERATUUR.
2.1 gr. C.
HOOG WATER.
Van Woensdagnamiddag 6.26 uur tot
Donderdagmorgen 5.55 uur.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Te Katwijk aan Zee: op Donderdag 11
Maart voorm. 1.45 en nam. 2.09 uur.
Noodlottig ongeluk te
Schardam.
Auto met vijf Volendammers
te water gereden.
DRIE PERSONEN VERDRONKEN
Men meldt ons uit Schardam (N.H.):
Vermoedelijk door de gladheid van den
weg is gistermiddag een auto, waarin
vijf Volendammers waren gezeten, op
weg van Hoorn naar Volendam, den
dijk van de ringvaart afgereden en
in het water gestort. Twee der inzit
tenden konden zich uit het water be
vrijden. De drie anderen, de gebroe
ders De Boer en C. Tol verdronken.
Nadere bijzonderheden.
Tegen kwart voor drie waren vijf Volen-
dammer visschers, die een bezoek aan
Hoorn hadden gebracht, vandaar met een
gesloten Fiat-wagen vertrokken om naar
Volendam terug te keeren. Het was zeer
slecht weer, op den weg lag veel sneeuw
en sneeuwjachten belemmerden het uit
zicht.
Te ruim drie uur bevond de wagen zich
op den Klamdijk, juist op dat gedeelte van
den weg, dat hoog gelegen is. Het grootste
gedeelte van den weg loopt n.l. onder langs
den dijk. Tengevolge van het slechte weer
is de wagen, juist in de bocht met het ach
tergedeelte geslipt en van den ongeveer 10
meter hoogen dijk in het uitwateringska
naal van de Beemster Ringvaart naar het
IJselmeer, gestort.
Dit kanaal, hoewel niet bestemd voor
de scheepvaart, is ter plaatse vrij diep.
Mej. W. Beets uit Schardam, had even
tevoren den wagen op den dijk zien rij
den en toon zij hem plotseling zag verdwij
nen, vreesde zij een ongeluk. Hoewel zij
daarvan geen zekerheid had, ging zij hulp
halen bij de in de nabijheid gelegen coö
peratieve zuivelfabriek Concordia.
Vandaar gingen onmiddellijk zes man
naar de plaats waar men dacht, dat de
auto verongelukt was. Ter plaatse gekomen
vond men daar twee personen, die er in
geslaagd waren uit de in het water geval
len auto te komen. Het waren de visschers
P. Veerman en N. Veerman, beiden uit Vo
lendam, die vertelden, dat zich in den wa
gen, die nog te water lag en geheel onder
het wateroppervlak was verdwenen, nog
drie personen bevonden.
Reddingspogingen.
Terstond werd met het reddingswerk be
gonnen. De visschers Veerman werden in-
tusschen medegenomen naar de woning van
mej. Beets, waar zij van droge kleeren wer
den voorzien en waar zij met warme dran
ken weer eenigszins op hun verhaal wer
den gebracht.
Het reddingswerk was zeer moeilijk en
het duurde ongeveer drie kwartier voor
dat men er met behulp van de auto van de
genoemde fabriek in geslaagd was, den
wagen tegen den berm op te trekken. Ook
toen kostte het nog veel moeite de drie in
zittenden uit het voertuig te halen.
De drie slachtoffers bevonden zich n.l.
op de achterbank van de auto, waarop ook
nog drie zakken kurk geladen waren.
Toen de visschers na eenigen tijd uit het
voertuig waren getrokken, konden de in
middels verschenen artsen, de heer J. A.
Groenman en J. Reurink uit Oosthuizen,
slechts den dood constateeren. Ook de bur
gemeester van Beets en Oudendijk, de heer
D. Stam, de rijkspolitie van Oudendijk
en de gemeenteveldwachter van Beets wa
ren toen ter plaatse gekomen, om aan het
reddingswerk deel te nemen.
De drie slachtoffers, die bleken te zijn
de 51-jarige C. Tol en de ongeveer 40-jari-
ge gebroeders De Boer werden naar het
lijkenhuisje in Beets vervoerd.
Later in den middag werden de lijken
door den officier van justitie te Alkmaar
vrijgegeven voor het vervoer naar Volen
dam. De visschers Veerman zijn, nadat zij
van de grootste schrik waren bekomen, per
auto naar Volendam gebracht.
Het ongeval heeft in dit stille gedeelte
van Noord-Holland waar het vooral op de
zen wintersche dag zeer eenzaam en verla
ten was, groote consternatie verwekt.
Ondanks het feit, dat het aanhoudend
sneeuwde, kwamen langzamerhand van tal
van kanten nieuwsgierigen naar de plaats
van het ongeval.
Pastoor Aanstoots heeft het droeve ge
beuren aan de vrouwen der verongelukten
medegedeeld. Begrijpelijk was geheel Vo
lendam onder den indruk. De slachtoffers
waren allen gehuwd. J. de Boer is vader
van 5 kinderen en de heer Tol van 2 kinde
ren. De verongelukten hadden een bezoek
gebracht aan Bolsward om hun nieuwen
spekbak (botter) te bezichtigen en waren
op den terugweg.
EERSTE KAMER
Begrooting van Handel,
Nijverheid en
Schee pvaart.
Vergadering van gisteren.
De heer DE LA BELLA (S.D.) behandelt
verschillende gedeelten van het plan van
den arbeid en bestrijdt hen die de tegen
stellingen willen verscherpen. Er moet
een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
komen met verordenende bevoegdheid on
der leiding van de overheid. Dat de weg
naar ordening moet worden ingeslagen,
wordt vrij algemeen toegestemd.
De heer TER HAAR (C.H.) zegt dat een
uitvoerig debat over de oeconomische richt
snoeren van dit kabinet thans weinig zin
heeft.
Wat de opmerkingen van den minister
over tarieven en contingen teeringen in de
memorie van antwoord aangaat, wil spr.
waarschuwen tegen een streven naar ver
hooging der tarieven, vooral na de oecono
mische politiek van de laatste dagen. Het
ordenen schijnt tot een dogima te worden
verheven. Spr. brengt hulde aan den mi
nister, omdat deze de wan-ördening in de
baksteen-industrie heeft voorkomen. Het
geen nu is geschied, is een waarschuwing
voor wat ons te wachten zou kunnen staan.
Veel hangt er ten deze van het departe
mentaal inzicht af. Ordening kan leiden
tot sluiten van gezonde bedrijven, het on
dernemers-initiatief dooden. Het verbrui-
kersbelang schaden. Gelukkig is ook in het
bakkersbedrijf te Amsterdam en Rotter
dam een gevaar afgewend. In de ordening
zit de tendens van prijsopdrijving, in strijd
met gezonde oeconomie, het het gevolg juist
van verminderde werkgelegenheid.
De heer GELDERMAN (Lib.) merkt op
dat de positie van de Nederlandsche in
dustrie iets gunstiger is geworden. De mi
nister ga na, voor welke artikelen verlen
ging van contingenteering wenschelijk is.
Er wordt veel gesproken over ordening.
Bedrijfsvrijheid is nog geen ongebonden
heid. Bij volledige ordening zullen ook niet
alle misstanden uit de wereld zijn gehol
pen.
De heer NIVARD (R.K.) zegt dat on
danks de depreciatie van den gulden de
ongunstige invloed van de Rijnvaartpre
mies bestaan blijft. Rotterdam moet terug
winnen, wat op Antwerpen is verloren, de
hoeveelheid goederen en het aantal schepen
mogen toenemen, de werkloosheid is nog
onrustbarend groot.
De heer DROOGLEEVER FORTUYN
(Lib.) bespreekt den toestand der binnen-
schipperij.
De heeren WERKER (V.D.) en DE SA-
VORNIN LOHMAN (C.H.) bespreken de
R ij n vaartpremies.
De heer KNOTTENBELT (Lib.) wijst op
het belang van den tusschen handel voor de
Nederlandsche welvaart. De beteeken is
wordt door de regeering wel onderschat.
Een grief is, dat het dienstverkeer niet is
opgenomen in de clearingregeling met
Duitschland. Spr. vraagt 's ministers aan
dacht voor het standpunt van de Rotter-
damsche Kamer van Koophandel ten deze.
De vergadering wordt te 4.40 uur ver
daagd. tot Woensdag elf uur.
Vergadering van heden.
Voortgezet wordt de behandeling van
hoofdstuk 10 (Dep. van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart) der Rijksbegrooting voor
1937.
Over het nut van ordening van
het bedrijfsleven.
De hear SERRARENS (R.K.) zegt, dat
het veriaten van den gouden standaard
alléén voor spr. geen reden is om vertrou
wen te stellen in het economisch beleid
dezer regeering. Alleen van het verlaten
van den gouden standaard kan men niet
alles verwachten. Spr heeft den indruk
dat de regeering wel eens teveel schijnt te
verwachten van meer vrijheid in de inter
nationale handelsbetrekkingen.
Voor onzen landbouw ook make men
zich echter geen te groote voorstellingen
van den export. Dit moet worden bedacht
voor de industrialisatie. Nu toch de defen
sie wordt uitgebreid, is er mogelijkheid
van productie van materiaal in ons land.
Deze regeering waarschuwt nu reeds de
volgende om voorzichtig te zijn met de or
dening. We zouden geen Nederlanders zijn,
als we niet het „festina lente" toepasten.
Spr. wil geen overhaasting, wel kracht.
Om de noodzakelijkheid van ordening aan
te toonen behoeft spr. niet te komen met
argumenten van welken professor ook. Spr.
wijst op het nut van samenwerking van
kapitaal en arbeid, in den vorm van be-
drijfsschappenDe ordening moet zijn in het
algemeen belang, niet het groepsbelang.
Spr. verwijst ten deze voorts naar de
encycliek Quadragesimo Anno. Als de or
dening noodig is en de meerderheid dezer
Kamer is van deze meening dan wachte
de regeering niet als een geduldige henge
laar. Geen ordening te hooi en te gras. De
R. K. Staatspartij ziet hierin een actueel
belang. Waar de houding der regeering
blijk geeft van aarzeling, heeft spr. het hut
der ordening betoogt, en hoopt spr. dat het
nationaal belang een nationale oplossing
zal vinden.
Een grafelijke uitbrander.
De heer DE MARCHANT ET D' ANSEM-
BOURG (N.S.B.) heeft met zekere emotie
bij de algemeene beschouwing ervaren dat
de Minister zooveel geleerd heeft van mi
nister Colijn; dat hij feitelijk liberaal is
geworden, wist spr. trouwens reeds lang.
Volgens den minister is de tijd voor de
ordening nog niet aangebroken. Wat be
doelt hij met het bedrijfsleven? Een onder
nemer zal alleen streven naar uitsluit mg
van concurrentie, doch dit zal de minister
niet bedoelen.
Volgens dezen moeten belanghebbenden
het zelf maar uitvechten; de klassenstrijd
toch is ook een liberaal verschijnsel.
De minister zoch^ aanvankelijk zijn kracht
in eigen land. En dat was juist. Nu zoekt
men het weer internationaal. Doch minister
Colijn zelf schijnt niet veel van de laatste
stappen te verwachten. Waarom kunnen
de Oslo-staten zooveel gemakkelijker naar
Duitschland exporteeren?
Deze minister geeft een voorbeeld van
een boycot tegen Duitschland. Zou men
den redacteur van „Der Stuermer" naar
Palestina zenden? De Minister doet ver
keerd in het zenden van zijn afgevaardig
den. En denkt hij "dat a.idere landen louter
uit liefde voor de democratie onze handels
betrekkingen zouden bevorderen? Ze kee
ren zich van ons af, evenals Duitschland.
De minister verwacht teveel van zijn inter
nationaal optreden.
Niet geld, maar rijkdom zijn de grondsla
gen voor een volk. Door de werkloosheid
rakfen we in het moeras. Niet het dividend
der fabrikanten, maar het aantal werk-
loozen in de fabrieken is de maatstaf. Een
hoog dividend is een diefstal aan de ge
meenschap.
Gewogen doch te licht bevonden is deze
minister die onder andere leiding zeker de
werkloosheid beter had bestreden. Spr. is
zoo in hem teleurgesteld, dat hij zijn stem
aan deze begrooting moet onthouden!
Niemand, die ze begrijpt.
De demoliberalen kunnen de economische
beginselen van spr.'s partij niet volgen, de
heer Colijn kan ze vermoedelijk niet be
grijpen, maar daar betoogt spr. ligt
de toekomst.
Geen broeders in hetzelfde
huis:
De heer DIEPENHORST (A.-R.) denkt
er niet aan, opnieuw een uitvoerig orde
ningsdebat aan te gaan. Uitvoerig is reeds
eerder betoogd, welke de beginselen der
anti-revolutionnairen zijn aangaande de
ordening. Spr. stelt daartegenover het plan
van den arbeid en wijst o.m. op het groot
aantal staatsinstituten, in dat stelsel noo
dig, waarin het staatsbeheer zooveel moge
lijk overwicht over het economische leven
tracht uit te oefenen. Overleg met de or
ganisaties, onder andere in den landbouw,
neemt het drukkende van staatsbemoeiing
niet weg.
Principieele verschillen verbloemen, is
niet geoorloofd. Dit zal bij de practische
behandeling van ordenings-voorstellen wel
blijken. Bij het ordeniugs-vraagstuk zijn
de heer De La Bella en spr. geen broeders
in hetzelfde huis.
De Minister aan het woord.
De Minister van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, de heer GELISSEN, verde
digt zijn houding inzake de baksteenindus
trie. Hieruit volgt niet dat spr. tegen or
dening als zoodanig is. Spr. kan niet iets
aanvaarden, dat men zal „pogen"' te doen.
Komt men met concrete saneringsvoor
stellen dan is spr. altijd bereid, daarover
te onderhandelen. Een gelijksoortig stand
punt neemt spr. in jegens het bakkersbe
drijf. De coöperaties zullen bij de sanee
ring der kolenindustrie volkomen naar be-
hooren worden behandeld. In een beroeps
instantie zal worden voorzien.
Spr. zegt toe, nu de clearingpositie met
Duitschland verbetert, nogmaals de posi
tie van den tusschenhandel te zullen na
gaan. Vroeger is echter geen gunstige er
varing opgedaan.
Het is spr. niet mogelijk bij den tegen-
woordigen stand van zaken, méér te doen
voor de saneering der binnenschipperij.
Over de handelspolitiek, waarover in de
Tweede Kamer zooveel is gesproken, be
hoeft spr. niet veel meer te zeggen. Over
matige invoer berust niet alleen op statis
tieken, houdt ook verband met verminderd
binnenlandsch verbruik, met den in- en
uitvoer van andere landen
Een wetswijziging is aanhangig en zal
weldra de Tweede Kamer bereiken, om
de crisis-invoerwet nog meer te gebrui
ken als „vechtwet", om te gebruiken bij
de handelspolitiek, meer nog dan tot nu
toe. Onze handelsdelegaties hebben het
moeilijk, daar we zoo weinig hebben aan
te bieden. Ons arsenaal moet dus zoo
goed mogelijk worden toegerust.
Nederland gaat dan het best, als het
zooveel mogelijk is ingeschakeld in het
internationale handelsverkeer. Het depar
tement heeft daarbij een goed compas;
ook heeft het een goede commissie van
advies mede van mannen uit de practijk.
Den heer d'Ansembourg merkt spr. op,
dat we ten opzichte van Duitschland re
kening moeten houden met de vermin
derde koopkracht en het prijsniveau der
goederen. De handel met Duitschland be
gint op te leven; dit blijkt uit den stand
der clearing; de achterstand is nog maar
28 millioen. De oude achterstand van
Treuhand en Sonderkonto is reeds ver
dwenen. De positie is al zeer verbeterd.
Spr. verdedigt de werking der economisch
technologische instituten.
Naast wat particulieren doen, is een
systematisch onderzoek t.a.v. de industria
lisatie van groot belang. Men moet zich
van die instituten echter geen wonderen
voorstellen. Als ei^ elk jaar een 15-tal
goede industrieën door die instituten bij
komen. is spr. tevreden.
Nuttig is ook, dat er het technisch den
ken door bevorderd wordt. Dit beteekent
een niet te onderschatten goodwill.
Wat speciale bestellingen voor defensie
betreft, is er 'voortdurend overleg met
spr.'s departement. Er zijn technische be
zwaren; ook worden ze gebruikt bij de
handels-politieke onderhandelingen.
De Rijnvaartpremies betreffen een nete
lige internationale kwestie, zegt spr.: De
regeering geeft ze niet, dan steekt.men in
Antwerpen de vlag uit; zegt spr.: de regee
ring geeft ze, dan zegt spr. onwaarheid.
De regeering is de havensteden tegemoet
gekomen, o.m. door hulp voor verlaging
van havengelden. Men mag de Rijnvaart
niet geheel in het teeken der Rijnvaart
premies plaatsen. Men moet haar zien in
het complexx der maatregelen, voor de po
sitieverbetering van Rotterdam genomen.
Laat de regeering nu even afwachten, hoe
de Rijnvaai-t zich ontwikkelt. Indien noo
dig, zal de regeering niet aarzelen, de
premies als middel ter bespoediging van
den strijd te hanteeren.
DE GRAAL.
De Graal zet onverpoosd voort haar ac
tie, om de vrouwelijke jeugd te vormen
naar de eischen, welke door onzen tijd aan
die vorming worden gesteld.
Ook in onze stad zit de Graal niet stil!
Gelukkig. Zij ontplooit een levendige ac
tiviteit.
Wij kunnen wij moeten ons daarover
verheugen.
Vijf en dertig dames zullen nu weer ge
bruik gaan maken van een nitnoodiging
om den komenden leidsterscursus te vol
gen.
Zondag was het een kennismakingsmid-
dag, waarvan de genoemde aanmelding
voor den leidsterscursus het resultaat is.
Voor de aanwezige dames werd een le
zing gehouden door mej. M. v. d. Kallen,
waarna werd vertoond de film „Graalacti-
viteiten" en het moederhuis der Vrouwen
van Nazareth „de Tiltenberg". Daar tus-
schen door werd 'n héél aardig kleuren-
filmpje te zien gegeven van de frissche,
kleurige Graaluniformen.
Zondagavond heeft voor de Graal-leden
de Directeur de zeereerw. heer A. M. A.
Vollaerts een toespraak gehouden, waar hij
de leden opwekte s'^eds meer te streven
naar het ideaal, waarin zij rotsvast geloo-
ven. Duidelijk zette spr. uiteen, w a t de
Graalleden willen, wat zij hopen. Zooals
het kleine mosterdzaadje, willen zij stuk
voor stuk uitgroeien, vertrouwend met een
Godsvertrouwen, hopend op den Almach-
tigen Steun van God.
Met het pionierslied werd dit eerste ge
deelte van den avond gesloten.
Daarna bleven de leden nog wat gezel
lig bijeen en werd o.a. de eigen Graalfilm
vertoond. Deze film viel buitengewoon in
den smaak bij alle leden, omdat het ver
toonde voor hen leefde, omdat zij wisten,
dat het niet een sprookje of een verhaal
tje was, maar dat het écht is.
Moge de Graal innerlijk en uiterlijk
steeds „crescendo" gaan, overal.
Tot zegen van de Katholieke vrouwelijke
jeugd!
Tot zegen van de gehele gemeenschap!
Het einddoel moet zijn, dat er in beide
landen geen Rijnvaartpremies zijn.
Op het oogenblik heeft Rotterdam zich
in meerdere mate ingeschakeld in het
Rijnvaartverkeer dan Antwerpen.
Wat verder de ordening betreft, spr.
maakt onderscheid tusschen de ordening
op basis der wet en de ordening als cor
poraties van bedrijven, welke elk een or
gaan hebben. Iemand die twintig jaar in
de practijk der bedrijven heeft verkeerd
als spr., kan men bezwaarlijk verwijten,
dat hij is tegen gezonde samenwerking
der bedrijven. De bedrijven moeten sa
menwerken, doch met regeeringsvoor-
lichting, zoo ingewikkeld is de conjunc
tuur. Men kan zelfstandig slechts voor
een paar jaar plannen maken. Samen
werking is noodig voor de samenleving;
voor de stabiliteit. Daarom kan spr. ook
een slechte baksteenindustrie-ordening
niet aanvaarden. Zelfs in Duitschland,
waar alles van boven wordt geordend,
heeft men die industrie niet kunnen or
denen.
Spr. hoopt dat nu goede samenwerking
in het bakkersbedrijf zal worden verkre
gen. Reeds lang geleden heeft spr. betoogd
dat concurrentie niet alti/d leidt tot prijs
verlaging; b.v. met gas- en electriciteit
heeft spr. dit aangetoond. Er is thans ook
een plan tot samenwerking der electrici-
teitsbedrijven. Spr. is sterk voorstander
van samenwerking der bedrijven.
Een organisatie kan in bepaalde geval
len in een socialistisch, doch ook in een
solidaristisch stelsel passen. Spr. wijst
voorts op moeilijkheden der ordening in
het kader van „Quadragesimo anno".
Spr. zet uiteen, hoe moeilijk het in de
practijk is, met de ordening wat te berei
ken. Halve ordening is wanorde, wordt
wel eens gezegd. Men mag de regeering
niet verwijten, te weinig voor de ordening
te hebben gedaan.
Den heer De Marchant et d'Ansembourg
merkt spr. nog op, dat het onjuist is en
niet correct, om een tegenstelling te con
st rueeren tusschen den heer Colijn en spr.
Misschien zou de heer Marchant, als hij
met den heer Colijn eens ging praten, van
dezen nog meer leeren dan spr. (vroolijk-
heid).
Spr. komt terug op een uitdruk
king van den heer De Marchant.
De heer De Marchant et d'Ansem
bourg vroeg, of de heer Hirschfeld
in Duitschland wel persona grata
was; zinspelend op diens Joodsch
bloed, zeide hij, dat men Julius
Streicher ook niet naar Palestina
zendt.
Spr. had niet verwacht dat zulke
uitdrukkingen hier zouden worden
gebruikt. Spr. is vol lof over de
qualiteiten van den heer Hirsch
feld die inderdaad in Duitschland
persona grata is. Een dergelijke in
sinuatie over een ambtenaar die
tegen laag honorarium zóó zijn
plicht doet, acht spr. volkomen
misplaatst.
22 MAART 1937.
Ja, Maandag 22 Maart 1937. Dus nfet
Dinsdag 23 Maart a.s. zooals oorspronke
lijk was aangekondigd. Men gelieve dus
eerst en vooral met deze
DAGVERANDERING
goed rekening te houden.
Vooral ook de besturen van de plaatselij
ke afdeelingen der R. K. Staatspartij in
den omtrek van Leiden, die tot medewer
king aan het welslagen van deze
2de PROPAGANDAVERGADERING
werden uitgenoodigd en opgewekt.
De eerste propagandavergadering werd,
mede door de deelneming van talrijke Ka
tholieken uit de omgeving een
ECLATANT SUCCES.
Ongeveer 800 Katholieken hebben de ge
vierde redenaar Pastoor Hooijmans, her
haaldelijk stormachtig toegejuicht.
De Katholieken van Leiden en Omgeving
hebben blijk gegeven in
ROTSVASTE EENSGEZINDHEID
hun kracht in den komenden strijd te
willen demonstreer en.
De tweede wapenschouw moet de eerste
nog overtreffen.
Dat kan, dat moet.
Dat zal, als iedereen zijn plicht doet.
Wederom is het verzamelen in de groote
zaal van de,
STADSGEHOORZAAT
om 8.15 uur precies.
Nadere bijzonderheden volgen ten spoe
digste.
Doch nu reeds z(j vermeld dat wij erin ge
slaagd zijn als spreker te verwerven
Mr. J. BOMANS.
Het lid van Ged. Staten van Noord-Holland
De groote organisator van het katholieke
politieke leven in die provincie.
Een redenaar als er slechts weinige bestaan
Een werker, een stuwer, een bezieler.
Een propagandist bij uitstek.
Als U dat alles nog niet wist, zult U het
merken op 22 Maart 1937.
Propagandaclub
Dr. Schaepraan,