STADS g NIEUWS WOENSEAG 10 MAART 1937 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 - DE BILT SEINT: Zwakke tot matige Westelijke tot Zui delijke wind, half tot Zwaarbewolkt, of be trokken, weinig of geen sneeuw, tempera tuur om het vriespunt' des nachts, overdag lichte dooi. Hoogste barometerst.: 771.5 te Janmayen. Laagste baromteerst.: 745.0 te Weenen. Het gebied van lagen luchtdruk op den Oceaan is sterk in omvang toegenomen, doch vertoont geen diepe kernen. Op het vasteland en in Centraal-Europa bewegen enkele minima zich in Zuid-West-Noord- Oostelijke richting, gevolgd door een stijg- gebied over Frankrijk. In Scandinavië blijft de luchtdruk regelmatig doorstijgen en vormt zich een uitlooper van het mach tige gebied van hoogen luchtdruk met zeer lage temperaturen, dat het geheele Pool gebied bedekt. In Frankrijk en het Zuiden van ons land ging de wind om naar West. waarmede de hooge temperatuur ten Zuiden van ons verdween. Voorts wordt er nog warmte gemeld uit Weenen en de Oost-Alpen. In de West-Alpen werd het kouder en viel veel sneeuw, het station op de Saentis meldt in den nacht 23 m.m. neerslag. Over het geheele vasteland is de lucht bewolkt met lage wolken en plaatselijk slecht zicht. In Scandinavië heerscht helder vriezend weer. Het is te verwachten, dat het weer het onzekere karakter zal behouden met wellicht eenige opklaring met lichte vorst in den nacht. LUCHTTEMPERATUUR. 2.1 gr. C. HOOG WATER. Van Woensdagnamiddag 6.26 uur tot Donderdagmorgen 5.55 uur. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Te Katwijk aan Zee: op Donderdag 11 Maart voorm. 1.45 en nam. 2.09 uur. Noodlottig ongeluk te Schardam. Auto met vijf Volendammers te water gereden. DRIE PERSONEN VERDRONKEN Men meldt ons uit Schardam (N.H.): Vermoedelijk door de gladheid van den weg is gistermiddag een auto, waarin vijf Volendammers waren gezeten, op weg van Hoorn naar Volendam, den dijk van de ringvaart afgereden en in het water gestort. Twee der inzit tenden konden zich uit het water be vrijden. De drie anderen, de gebroe ders De Boer en C. Tol verdronken. Nadere bijzonderheden. Tegen kwart voor drie waren vijf Volen- dammer visschers, die een bezoek aan Hoorn hadden gebracht, vandaar met een gesloten Fiat-wagen vertrokken om naar Volendam terug te keeren. Het was zeer slecht weer, op den weg lag veel sneeuw en sneeuwjachten belemmerden het uit zicht. Te ruim drie uur bevond de wagen zich op den Klamdijk, juist op dat gedeelte van den weg, dat hoog gelegen is. Het grootste gedeelte van den weg loopt n.l. onder langs den dijk. Tengevolge van het slechte weer is de wagen, juist in de bocht met het ach tergedeelte geslipt en van den ongeveer 10 meter hoogen dijk in het uitwateringska naal van de Beemster Ringvaart naar het IJselmeer, gestort. Dit kanaal, hoewel niet bestemd voor de scheepvaart, is ter plaatse vrij diep. Mej. W. Beets uit Schardam, had even tevoren den wagen op den dijk zien rij den en toon zij hem plotseling zag verdwij nen, vreesde zij een ongeluk. Hoewel zij daarvan geen zekerheid had, ging zij hulp halen bij de in de nabijheid gelegen coö peratieve zuivelfabriek Concordia. Vandaar gingen onmiddellijk zes man naar de plaats waar men dacht, dat de auto verongelukt was. Ter plaatse gekomen vond men daar twee personen, die er in geslaagd waren uit de in het water geval len auto te komen. Het waren de visschers P. Veerman en N. Veerman, beiden uit Vo lendam, die vertelden, dat zich in den wa gen, die nog te water lag en geheel onder het wateroppervlak was verdwenen, nog drie personen bevonden. Reddingspogingen. Terstond werd met het reddingswerk be gonnen. De visschers Veerman werden in- tusschen medegenomen naar de woning van mej. Beets, waar zij van droge kleeren wer den voorzien en waar zij met warme dran ken weer eenigszins op hun verhaal wer den gebracht. Het reddingswerk was zeer moeilijk en het duurde ongeveer drie kwartier voor dat men er met behulp van de auto van de genoemde fabriek in geslaagd was, den wagen tegen den berm op te trekken. Ook toen kostte het nog veel moeite de drie in zittenden uit het voertuig te halen. De drie slachtoffers bevonden zich n.l. op de achterbank van de auto, waarop ook nog drie zakken kurk geladen waren. Toen de visschers na eenigen tijd uit het voertuig waren getrokken, konden de in middels verschenen artsen, de heer J. A. Groenman en J. Reurink uit Oosthuizen, slechts den dood constateeren. Ook de bur gemeester van Beets en Oudendijk, de heer D. Stam, de rijkspolitie van Oudendijk en de gemeenteveldwachter van Beets wa ren toen ter plaatse gekomen, om aan het reddingswerk deel te nemen. De drie slachtoffers, die bleken te zijn de 51-jarige C. Tol en de ongeveer 40-jari- ge gebroeders De Boer werden naar het lijkenhuisje in Beets vervoerd. Later in den middag werden de lijken door den officier van justitie te Alkmaar vrijgegeven voor het vervoer naar Volen dam. De visschers Veerman zijn, nadat zij van de grootste schrik waren bekomen, per auto naar Volendam gebracht. Het ongeval heeft in dit stille gedeelte van Noord-Holland waar het vooral op de zen wintersche dag zeer eenzaam en verla ten was, groote consternatie verwekt. Ondanks het feit, dat het aanhoudend sneeuwde, kwamen langzamerhand van tal van kanten nieuwsgierigen naar de plaats van het ongeval. Pastoor Aanstoots heeft het droeve ge beuren aan de vrouwen der verongelukten medegedeeld. Begrijpelijk was geheel Vo lendam onder den indruk. De slachtoffers waren allen gehuwd. J. de Boer is vader van 5 kinderen en de heer Tol van 2 kinde ren. De verongelukten hadden een bezoek gebracht aan Bolsward om hun nieuwen spekbak (botter) te bezichtigen en waren op den terugweg. EERSTE KAMER Begrooting van Handel, Nijverheid en Schee pvaart. Vergadering van gisteren. De heer DE LA BELLA (S.D.) behandelt verschillende gedeelten van het plan van den arbeid en bestrijdt hen die de tegen stellingen willen verscherpen. Er moet een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie komen met verordenende bevoegdheid on der leiding van de overheid. Dat de weg naar ordening moet worden ingeslagen, wordt vrij algemeen toegestemd. De heer TER HAAR (C.H.) zegt dat een uitvoerig debat over de oeconomische richt snoeren van dit kabinet thans weinig zin heeft. Wat de opmerkingen van den minister over tarieven en contingen teeringen in de memorie van antwoord aangaat, wil spr. waarschuwen tegen een streven naar ver hooging der tarieven, vooral na de oecono mische politiek van de laatste dagen. Het ordenen schijnt tot een dogima te worden verheven. Spr. brengt hulde aan den mi nister, omdat deze de wan-ördening in de baksteen-industrie heeft voorkomen. Het geen nu is geschied, is een waarschuwing voor wat ons te wachten zou kunnen staan. Veel hangt er ten deze van het departe mentaal inzicht af. Ordening kan leiden tot sluiten van gezonde bedrijven, het on dernemers-initiatief dooden. Het verbrui- kersbelang schaden. Gelukkig is ook in het bakkersbedrijf te Amsterdam en Rotter dam een gevaar afgewend. In de ordening zit de tendens van prijsopdrijving, in strijd met gezonde oeconomie, het het gevolg juist van verminderde werkgelegenheid. De heer GELDERMAN (Lib.) merkt op dat de positie van de Nederlandsche in dustrie iets gunstiger is geworden. De mi nister ga na, voor welke artikelen verlen ging van contingenteering wenschelijk is. Er wordt veel gesproken over ordening. Bedrijfsvrijheid is nog geen ongebonden heid. Bij volledige ordening zullen ook niet alle misstanden uit de wereld zijn gehol pen. De heer NIVARD (R.K.) zegt dat on danks de depreciatie van den gulden de ongunstige invloed van de Rijnvaartpre mies bestaan blijft. Rotterdam moet terug winnen, wat op Antwerpen is verloren, de hoeveelheid goederen en het aantal schepen mogen toenemen, de werkloosheid is nog onrustbarend groot. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (Lib.) bespreekt den toestand der binnen- schipperij. De heeren WERKER (V.D.) en DE SA- VORNIN LOHMAN (C.H.) bespreken de R ij n vaartpremies. De heer KNOTTENBELT (Lib.) wijst op het belang van den tusschen handel voor de Nederlandsche welvaart. De beteeken is wordt door de regeering wel onderschat. Een grief is, dat het dienstverkeer niet is opgenomen in de clearingregeling met Duitschland. Spr. vraagt 's ministers aan dacht voor het standpunt van de Rotter- damsche Kamer van Koophandel ten deze. De vergadering wordt te 4.40 uur ver daagd. tot Woensdag elf uur. Vergadering van heden. Voortgezet wordt de behandeling van hoofdstuk 10 (Dep. van Handel, Nijverheid en Scheepvaart) der Rijksbegrooting voor 1937. Over het nut van ordening van het bedrijfsleven. De hear SERRARENS (R.K.) zegt, dat het veriaten van den gouden standaard alléén voor spr. geen reden is om vertrou wen te stellen in het economisch beleid dezer regeering. Alleen van het verlaten van den gouden standaard kan men niet alles verwachten. Spr heeft den indruk dat de regeering wel eens teveel schijnt te verwachten van meer vrijheid in de inter nationale handelsbetrekkingen. Voor onzen landbouw ook make men zich echter geen te groote voorstellingen van den export. Dit moet worden bedacht voor de industrialisatie. Nu toch de defen sie wordt uitgebreid, is er mogelijkheid van productie van materiaal in ons land. Deze regeering waarschuwt nu reeds de volgende om voorzichtig te zijn met de or dening. We zouden geen Nederlanders zijn, als we niet het „festina lente" toepasten. Spr. wil geen overhaasting, wel kracht. Om de noodzakelijkheid van ordening aan te toonen behoeft spr. niet te komen met argumenten van welken professor ook. Spr. wijst op het nut van samenwerking van kapitaal en arbeid, in den vorm van be- drijfsschappenDe ordening moet zijn in het algemeen belang, niet het groepsbelang. Spr. verwijst ten deze voorts naar de encycliek Quadragesimo Anno. Als de or dening noodig is en de meerderheid dezer Kamer is van deze meening dan wachte de regeering niet als een geduldige henge laar. Geen ordening te hooi en te gras. De R. K. Staatspartij ziet hierin een actueel belang. Waar de houding der regeering blijk geeft van aarzeling, heeft spr. het hut der ordening betoogt, en hoopt spr. dat het nationaal belang een nationale oplossing zal vinden. Een grafelijke uitbrander. De heer DE MARCHANT ET D' ANSEM- BOURG (N.S.B.) heeft met zekere emotie bij de algemeene beschouwing ervaren dat de Minister zooveel geleerd heeft van mi nister Colijn; dat hij feitelijk liberaal is geworden, wist spr. trouwens reeds lang. Volgens den minister is de tijd voor de ordening nog niet aangebroken. Wat be doelt hij met het bedrijfsleven? Een onder nemer zal alleen streven naar uitsluit mg van concurrentie, doch dit zal de minister niet bedoelen. Volgens dezen moeten belanghebbenden het zelf maar uitvechten; de klassenstrijd toch is ook een liberaal verschijnsel. De minister zoch^ aanvankelijk zijn kracht in eigen land. En dat was juist. Nu zoekt men het weer internationaal. Doch minister Colijn zelf schijnt niet veel van de laatste stappen te verwachten. Waarom kunnen de Oslo-staten zooveel gemakkelijker naar Duitschland exporteeren? Deze minister geeft een voorbeeld van een boycot tegen Duitschland. Zou men den redacteur van „Der Stuermer" naar Palestina zenden? De Minister doet ver keerd in het zenden van zijn afgevaardig den. En denkt hij "dat a.idere landen louter uit liefde voor de democratie onze handels betrekkingen zouden bevorderen? Ze kee ren zich van ons af, evenals Duitschland. De minister verwacht teveel van zijn inter nationaal optreden. Niet geld, maar rijkdom zijn de grondsla gen voor een volk. Door de werkloosheid rakfen we in het moeras. Niet het dividend der fabrikanten, maar het aantal werk- loozen in de fabrieken is de maatstaf. Een hoog dividend is een diefstal aan de ge meenschap. Gewogen doch te licht bevonden is deze minister die onder andere leiding zeker de werkloosheid beter had bestreden. Spr. is zoo in hem teleurgesteld, dat hij zijn stem aan deze begrooting moet onthouden! Niemand, die ze begrijpt. De demoliberalen kunnen de economische beginselen van spr.'s partij niet volgen, de heer Colijn kan ze vermoedelijk niet be grijpen, maar daar betoogt spr. ligt de toekomst. Geen broeders in hetzelfde huis: De heer DIEPENHORST (A.-R.) denkt er niet aan, opnieuw een uitvoerig orde ningsdebat aan te gaan. Uitvoerig is reeds eerder betoogd, welke de beginselen der anti-revolutionnairen zijn aangaande de ordening. Spr. stelt daartegenover het plan van den arbeid en wijst o.m. op het groot aantal staatsinstituten, in dat stelsel noo dig, waarin het staatsbeheer zooveel moge lijk overwicht over het economische leven tracht uit te oefenen. Overleg met de or ganisaties, onder andere in den landbouw, neemt het drukkende van staatsbemoeiing niet weg. Principieele verschillen verbloemen, is niet geoorloofd. Dit zal bij de practische behandeling van ordenings-voorstellen wel blijken. Bij het ordeniugs-vraagstuk zijn de heer De La Bella en spr. geen broeders in hetzelfde huis. De Minister aan het woord. De Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, de heer GELISSEN, verde digt zijn houding inzake de baksteenindus trie. Hieruit volgt niet dat spr. tegen or dening als zoodanig is. Spr. kan niet iets aanvaarden, dat men zal „pogen"' te doen. Komt men met concrete saneringsvoor stellen dan is spr. altijd bereid, daarover te onderhandelen. Een gelijksoortig stand punt neemt spr. in jegens het bakkersbe drijf. De coöperaties zullen bij de sanee ring der kolenindustrie volkomen naar be- hooren worden behandeld. In een beroeps instantie zal worden voorzien. Spr. zegt toe, nu de clearingpositie met Duitschland verbetert, nogmaals de posi tie van den tusschenhandel te zullen na gaan. Vroeger is echter geen gunstige er varing opgedaan. Het is spr. niet mogelijk bij den tegen- woordigen stand van zaken, méér te doen voor de saneering der binnenschipperij. Over de handelspolitiek, waarover in de Tweede Kamer zooveel is gesproken, be hoeft spr. niet veel meer te zeggen. Over matige invoer berust niet alleen op statis tieken, houdt ook verband met verminderd binnenlandsch verbruik, met den in- en uitvoer van andere landen Een wetswijziging is aanhangig en zal weldra de Tweede Kamer bereiken, om de crisis-invoerwet nog meer te gebrui ken als „vechtwet", om te gebruiken bij de handelspolitiek, meer nog dan tot nu toe. Onze handelsdelegaties hebben het moeilijk, daar we zoo weinig hebben aan te bieden. Ons arsenaal moet dus zoo goed mogelijk worden toegerust. Nederland gaat dan het best, als het zooveel mogelijk is ingeschakeld in het internationale handelsverkeer. Het depar tement heeft daarbij een goed compas; ook heeft het een goede commissie van advies mede van mannen uit de practijk. Den heer d'Ansembourg merkt spr. op, dat we ten opzichte van Duitschland re kening moeten houden met de vermin derde koopkracht en het prijsniveau der goederen. De handel met Duitschland be gint op te leven; dit blijkt uit den stand der clearing; de achterstand is nog maar 28 millioen. De oude achterstand van Treuhand en Sonderkonto is reeds ver dwenen. De positie is al zeer verbeterd. Spr. verdedigt de werking der economisch technologische instituten. Naast wat particulieren doen, is een systematisch onderzoek t.a.v. de industria lisatie van groot belang. Men moet zich van die instituten echter geen wonderen voorstellen. Als ei^ elk jaar een 15-tal goede industrieën door die instituten bij komen. is spr. tevreden. Nuttig is ook, dat er het technisch den ken door bevorderd wordt. Dit beteekent een niet te onderschatten goodwill. Wat speciale bestellingen voor defensie betreft, is er 'voortdurend overleg met spr.'s departement. Er zijn technische be zwaren; ook worden ze gebruikt bij de handels-politieke onderhandelingen. De Rijnvaartpremies betreffen een nete lige internationale kwestie, zegt spr.: De regeering geeft ze niet, dan steekt.men in Antwerpen de vlag uit; zegt spr.: de regee ring geeft ze, dan zegt spr. onwaarheid. De regeering is de havensteden tegemoet gekomen, o.m. door hulp voor verlaging van havengelden. Men mag de Rijnvaart niet geheel in het teeken der Rijnvaart premies plaatsen. Men moet haar zien in het complexx der maatregelen, voor de po sitieverbetering van Rotterdam genomen. Laat de regeering nu even afwachten, hoe de Rijnvaai-t zich ontwikkelt. Indien noo dig, zal de regeering niet aarzelen, de premies als middel ter bespoediging van den strijd te hanteeren. DE GRAAL. De Graal zet onverpoosd voort haar ac tie, om de vrouwelijke jeugd te vormen naar de eischen, welke door onzen tijd aan die vorming worden gesteld. Ook in onze stad zit de Graal niet stil! Gelukkig. Zij ontplooit een levendige ac tiviteit. Wij kunnen wij moeten ons daarover verheugen. Vijf en dertig dames zullen nu weer ge bruik gaan maken van een nitnoodiging om den komenden leidsterscursus te vol gen. Zondag was het een kennismakingsmid- dag, waarvan de genoemde aanmelding voor den leidsterscursus het resultaat is. Voor de aanwezige dames werd een le zing gehouden door mej. M. v. d. Kallen, waarna werd vertoond de film „Graalacti- viteiten" en het moederhuis der Vrouwen van Nazareth „de Tiltenberg". Daar tus- schen door werd 'n héél aardig kleuren- filmpje te zien gegeven van de frissche, kleurige Graaluniformen. Zondagavond heeft voor de Graal-leden de Directeur de zeereerw. heer A. M. A. Vollaerts een toespraak gehouden, waar hij de leden opwekte s'^eds meer te streven naar het ideaal, waarin zij rotsvast geloo- ven. Duidelijk zette spr. uiteen, w a t de Graalleden willen, wat zij hopen. Zooals het kleine mosterdzaadje, willen zij stuk voor stuk uitgroeien, vertrouwend met een Godsvertrouwen, hopend op den Almach- tigen Steun van God. Met het pionierslied werd dit eerste ge deelte van den avond gesloten. Daarna bleven de leden nog wat gezel lig bijeen en werd o.a. de eigen Graalfilm vertoond. Deze film viel buitengewoon in den smaak bij alle leden, omdat het ver toonde voor hen leefde, omdat zij wisten, dat het niet een sprookje of een verhaal tje was, maar dat het écht is. Moge de Graal innerlijk en uiterlijk steeds „crescendo" gaan, overal. Tot zegen van de Katholieke vrouwelijke jeugd! Tot zegen van de gehele gemeenschap! Het einddoel moet zijn, dat er in beide landen geen Rijnvaartpremies zijn. Op het oogenblik heeft Rotterdam zich in meerdere mate ingeschakeld in het Rijnvaartverkeer dan Antwerpen. Wat verder de ordening betreft, spr. maakt onderscheid tusschen de ordening op basis der wet en de ordening als cor poraties van bedrijven, welke elk een or gaan hebben. Iemand die twintig jaar in de practijk der bedrijven heeft verkeerd als spr., kan men bezwaarlijk verwijten, dat hij is tegen gezonde samenwerking der bedrijven. De bedrijven moeten sa menwerken, doch met regeeringsvoor- lichting, zoo ingewikkeld is de conjunc tuur. Men kan zelfstandig slechts voor een paar jaar plannen maken. Samen werking is noodig voor de samenleving; voor de stabiliteit. Daarom kan spr. ook een slechte baksteenindustrie-ordening niet aanvaarden. Zelfs in Duitschland, waar alles van boven wordt geordend, heeft men die industrie niet kunnen or denen. Spr. hoopt dat nu goede samenwerking in het bakkersbedrijf zal worden verkre gen. Reeds lang geleden heeft spr. betoogd dat concurrentie niet alti/d leidt tot prijs verlaging; b.v. met gas- en electriciteit heeft spr. dit aangetoond. Er is thans ook een plan tot samenwerking der electrici- teitsbedrijven. Spr. is sterk voorstander van samenwerking der bedrijven. Een organisatie kan in bepaalde geval len in een socialistisch, doch ook in een solidaristisch stelsel passen. Spr. wijst voorts op moeilijkheden der ordening in het kader van „Quadragesimo anno". Spr. zet uiteen, hoe moeilijk het in de practijk is, met de ordening wat te berei ken. Halve ordening is wanorde, wordt wel eens gezegd. Men mag de regeering niet verwijten, te weinig voor de ordening te hebben gedaan. Den heer De Marchant et d'Ansembourg merkt spr. nog op, dat het onjuist is en niet correct, om een tegenstelling te con st rueeren tusschen den heer Colijn en spr. Misschien zou de heer Marchant, als hij met den heer Colijn eens ging praten, van dezen nog meer leeren dan spr. (vroolijk- heid). Spr. komt terug op een uitdruk king van den heer De Marchant. De heer De Marchant et d'Ansem bourg vroeg, of de heer Hirschfeld in Duitschland wel persona grata was; zinspelend op diens Joodsch bloed, zeide hij, dat men Julius Streicher ook niet naar Palestina zendt. Spr. had niet verwacht dat zulke uitdrukkingen hier zouden worden gebruikt. Spr. is vol lof over de qualiteiten van den heer Hirsch feld die inderdaad in Duitschland persona grata is. Een dergelijke in sinuatie over een ambtenaar die tegen laag honorarium zóó zijn plicht doet, acht spr. volkomen misplaatst. 22 MAART 1937. Ja, Maandag 22 Maart 1937. Dus nfet Dinsdag 23 Maart a.s. zooals oorspronke lijk was aangekondigd. Men gelieve dus eerst en vooral met deze DAGVERANDERING goed rekening te houden. Vooral ook de besturen van de plaatselij ke afdeelingen der R. K. Staatspartij in den omtrek van Leiden, die tot medewer king aan het welslagen van deze 2de PROPAGANDAVERGADERING werden uitgenoodigd en opgewekt. De eerste propagandavergadering werd, mede door de deelneming van talrijke Ka tholieken uit de omgeving een ECLATANT SUCCES. Ongeveer 800 Katholieken hebben de ge vierde redenaar Pastoor Hooijmans, her haaldelijk stormachtig toegejuicht. De Katholieken van Leiden en Omgeving hebben blijk gegeven in ROTSVASTE EENSGEZINDHEID hun kracht in den komenden strijd te willen demonstreer en. De tweede wapenschouw moet de eerste nog overtreffen. Dat kan, dat moet. Dat zal, als iedereen zijn plicht doet. Wederom is het verzamelen in de groote zaal van de, STADSGEHOORZAAT om 8.15 uur precies. Nadere bijzonderheden volgen ten spoe digste. Doch nu reeds z(j vermeld dat wij erin ge slaagd zijn als spreker te verwerven Mr. J. BOMANS. Het lid van Ged. Staten van Noord-Holland De groote organisator van het katholieke politieke leven in die provincie. Een redenaar als er slechts weinige bestaan Een werker, een stuwer, een bezieler. Een propagandist bij uitstek. Als U dat alles nog niet wist, zult U het merken op 22 Maart 1937. Propagandaclub Dr. Schaepraan,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2