De voetbalwedstrijd tegen Crystal Palace. Oud minister dr. Posthuma woonde Woensdag te den Haag de *e>gade ring van den Ne de'landschen In dustrie en Han delsraad «ooi Land en Tuinbouw bij Het voorloopig Ned eMtal speelde Woensdag op het Sparta- terrem te Rotterdam een wedstrijd tegen de Engelsche derde divisie club .Crystal Palace'. Spelmoment uit de match, welke in gelijk spel (2-2) eindigde Het bezoek van Von Neuiath aan Weenen Selby, de Engel sche gezant, Von Neurath en dr. Guido Schmidt, de Oosten- rijksche staatssecretaris voor Buitenlandsche Zaken in gesprek tijdens de ontvangst oo het slot Pe'vedè'e Oe Bisschop van Roermond, L. H. Exc. Mgr. dr J H. G Lemmens, bracht Woensdag een bezoek aan het onder gr ondsch gedeelte der Staatsmijn Maunts te Lutterade. De kerkvorst, gekleed in mijnwerkers-kleedij (x) gereed voor de afdaling Leon Blum tijdens zijn rede voor de American Club te Parijs bij de herdenking van het derde eeuwfeest der geboorte van George Washington Op het in aanbouw zijnde Nederlandsche Paviljoen op de Wereldtentoon stelling 1937 te Parijs is reeds de vlag geheschen. - Een kijkje op het bouwwerk Aan het strand te Scheveningen profiteerde de schooljeugd Woensdag op haar manier van het fraaie weer FEUILLETOK WAT HET SCHILDERIJ VERBORG Naar Het Engelsch door THEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). 41) „Dat lijkt niets op Sadie", merkte Rosa lie op glimlachend door haar tranen heen. „De opofferingen, waartoe een verliefd meisje in staat is, zijn eindeloos", verklaar de de advocaat ernstig. Rosalie knikte en een zachte blos trok over haar wangen. „Toen stelde ze ineens veel belang in ver schillende liefdadige instellingen, en in 't begin deed dat Sir Digby Larne veel gel noegen, want hy hoort tot de rijkste man nen van Engeland en is zeer vrijgevig", vervolgde John Grey. „Maar toen hij merk te dat slechts een klein deel van het geld, dat hy haar gaf, in het fonds van die in stellingen terecht kwam, kreeg hij achter docht en vroeg haai om een uitlegging, te meer, daar bekend werd, dat ze op haar wandelingen een knappen jongeman ont moette. Toen gaf ze onder tranen toe. dat de man, dien ze ontmoette Gerald Graham was, wiens ouders hun heele leven voor haar gezorgd hadden, en dat ze hem geld had gegeven Sir Digby Larne stond er op hem te leeren kennen, hy had van het begin af een antipathie tegen hem; maar er viel niets aan de zaak te veranderen en langza merhand werd het een gewoonte, dat hij by Sir Digby Larne op bezoek kwam. Plotseling liet hij zich niet meer zien en daar scheen juffrouw Brown erg over te piekeren, want ze werd ernstig ziek. In haar ijlen kwam de heele geschiede nis van haar bedrog aan het licht en of schoon er meestal aan de wartaal van een koortsachtig brein geen beteekenis wordt gehecht, klopte alles zoo goed, dat Sir Dig by Larne haar over enkele punten onder vroeg, zoodra ze er sterk genoeg voor was. Zij bekende alles en vertelde hem, wat hij wilde v/eten en de vreugde van den ouden man over het feit, dat hy werkelijk een kleindochter had. was zoo groot, dat hij haar niet alleen tegen straf beschermde, maar haar zelfs aanbood te blijven. Zij verdween echter dienzelfden nacht met zooveel dingen van waarde als ze maar te pakken had kunnen krijgen, en sinds dien heeft men niets meer van haar ge hoord." De advocaat zweeg. Een blok viel van het vuur en gloeide helder op de ruwe stee- nen vloer voor den haard; gedurende en kele oogen blikken verbrak geen ander ge luid de stilte. Chicago Charley keek met een gespan nen uitdrukking op zijn gezicht naar Ro salie. Haar handen waren om haar knie gevouwen en haar grijze oogen keken nog steeds boos. „Het spijt me niet voor Sir Digby Larne heelemaaJ niet", zei ze; „ik wensch hem al het verdriet toe. dat hem in de rest van zijn leven ten deeJ kan vallen Boven dien laat oom Charley me niet uit Glen- connel weggaan, nietwaar?" Zij wendde zich om naar den ouden mijnwerker, die met zenuwachtige vingers aan het dek lag te plukken. Chicago's stem klonk heesch, en zijn oogen stonden nog treuriger dan straks, toen hij aarzelend sprak: „Rose, kindje, je plicht licht niet hier en ik zou al niet veel vaard zijn als ik je bij me hield. Jy gaat naar dien Sir Digby Larne en kykt eens hoe hy is, en als hij je niet aanstaat, kom je bij oom Charley te rug en ik zal dan mijn best voor je doen, zooals ik steeds gedaan heb." Hij draaide even zijn hoofd om, om zijn aandoening te verbergen, en deed net of hij niets hoorde, toen Rosalie naast hem op de knieën viel, haar gezicht in de ruwe dekens verborgen en snikte: „O, oom Charley, stuur me niet weer weg, alsjeblief niet." De twee mannen keken elkaar aan en wisselden een blik van verstandhouding. Daarop stond de advocaat zachtjes op en ging naar buiten, in de zachte stilte van den laten avond. Chicago Charley's vingers bewogen over Rosalie's krullen. „Liefje, luister eens naar me", zei hij ernstig, zijn pijp voor het oogenblik verge tend. Er klonk iets vreemds in zijn stem. dat Rosalie vol verwachting deed opzien. „Ik heb je nooit kunnen zeggen, Rose, hoe veel je voor me beteekende, al die jaren, want ik ben niet iemand, die zulk soort dingen zeggen kan. Als ik een opvoeding had gehad als sommige van die stadske- rels, zou ik misschien een eigen dochter tje zooals jij. gehad hebben, Rose. Zie je", vervolgde hy, alsof de inspanning hem veel moeite kostte „ik was geen lee- lyke vent, toen ik jong was en Mary, die- was onderwijzeres in een school in Chicago. Zij ging van .me houden en ik aanbad haar, en wat was ik er trotsch op, als ik dacht, dat ze met al die anderen had kunnen trouwen, als ze gewild had. Kort voor ons huwelijk verandeide ze plotseling en ik merkte, dat ze me vol afschuw aankeek, als ik onder het spreken fouten maakte, die ze vroeger altijd beweerde aardig te vinden, „Het wordt met den dag erger, Charley", zei ze eens tegen mij, en ik wist, dat het niet waar was, want ik deed erg mijn best wat van haar over te nemen. Maar op ze keren dag verdween ze uit mijn leven en ik heb haar nooit meer gezien." „O, wat wreed, wat slecht", riep Rosalie verontwaardigd. „Nu weet je, waarom ik wil, dat je zóó opgevoed wordt, dat niemand later op je neer kan zien, als je zonder Oom Charley op de wereld staat. En wat het gaan naar Engeland betreft, zie, of die oude man je zoo hard noodig heeft, als hy beweert, en als je je best doet en hem niet mag ly- den, heb je je plicht gedaan, kindje, en is het afgeloopen." Als antwoord stond Rosalie op en verliet de hut, nauwelijks wetend wat ze deed. Haar schreden voerden haar naar het bosch, waar de kalme, blauwe nacht en de met sterren bezaaide hemel ondanks alles een gevoel van opluchting gaven. Rosalie wandelde zonder vrees door het donkere struikgewas en liep.tot zij geeste lijk en lichamelijk vermoeid was. Een oogenblik leunde ze tegen een boom: een nachthavik vloog boven haa- hoofd, wild schreeuwend en luid met zijn vleugels klap pend. Op ieder ander moment zou de aanblik van dien grooten zwarten vogel eenige be langstelling bij haar gewekt hebben, maar nu drong alleen het geluid van de Kama, zachtjes en droevig, tot haar bewustzijn door. „Je hebt een groote rol in mijn leven gespeeld", zei ze hardap, terwijl haar ge dachten teruggingen naar den wag, waarop ze Dick Bryce uit de stroomversnellingen had gered. „Was hy het waard? Zou het niet beter zijn geweest, als ik hem had laten ver drinken?" Rosalie deed zichzelf heel openhartig deze vraag, en vond een antwoord, even op recht als al haar gedachten waren. „Neen, want uit al het kwaad, dat hij ge sticht heeft, is het mooiste van alles ont staan mijn liefde voor Ronald", fluis terde zy zichzelf toe en haar wangen gloei den, toen zij zijn naam uitsprak. Gedurende enkele oogenblikken dacht ze, zielsgelukkig, aan den jongen pels jager, maar toen kwam het gesprek mei Charley en den advocaat weer in volle dui delijkheid voor haar geest terug. „O, ik kan niet gaan, ik kan het niet.... Ik haat hem erg," sinkte ze. Zc liet zich op den zachten grond neervallen en verborg haar gezicht in het lange, wuivende gras. Geen greintje hoop, geen lichtpunt zag ze meer. maar de Natuur, de lieflijk zor gende moeder, kwam haar ten laatste te hulp en het uitgeputte meisje viel in een lichte slaap. De avondwind speelde met haar haren en in haar slaap rook ót de geur van dennen en ahornboomen. Het gevoel van verlaten heid gleed van haar af, en uit de diepten van haar bewustzijn steeg een droomge zicht op, dat ze al zoo vaak gezien had. (Wordt vervolg).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 12