Go-Ahead afdeelingskampioen. FEUILLETON WAT HET SCHILDERIJ VERBORG Naar het EcgeLsch door THEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). 32) Mevrouw Kerslake was allesbehalve verheugd toen ze hoorde, dat Sadie met hen mee naar Glenconnel zou gaan. „Ik vertrouw dat meisje niet", zei ze tegen Ronald, die er evenmin bijzonder mee was ingenomen. Maar dat nam niet weg, dat hij ant woordde: „Het kind heeft geen plekje op de heele wereld waar ze heen kan gaan, dus moe ten we haar althans voor een tijdje onder dak geven. Tegen dat Rosalie beter is, is het schan daal alweer vergeten en zal ze wel liever een betrekking in de stad zoeken. Ik kan me tenminste niet voorstellen, dat het le ven in een goudgraverskamp aan de Yukon haar zal bevallen. Maakt u zich maar geen zorgen, moedertje", besloot Ro nald, zijn moeder op de wang tikkend. En Sadie mocht op Rosalie passen, ter wijl mevrouw Kerslake eindelijk eens een luchtje ging scheppen, nu de patiënte bui ten gevaar was. Rosalie, die plotseling de oogen opsloeg, herkende amper het bleeke, donkeroogige meisje, dat in een eenvoudige zwarte ja pon voor den haard zat, de handen luste loos in den schoot. „Sadie", riep ze met een zwakke stem. Chicago Charley zou van vreugde gehuild hebben als hij haar z y n naam had hooren noemen. Maar Sadie trad stijfjes op het bed toe e zei koel, naar het glas reikend: „Je moet je medicijnen innemen." Rosalie zei, dat ze geen zin had en bleef peinzend naar de zoldering staren. Plotse ling kwamen de herinneringen weer bo ven, eerst langzaam, toen sneller en ten slotte kon ze de vlucht van haar geest niet meer bijhouden, hoezeer ze zich ook inspande. Ze zag Dick Bryce's gezicht weer voor zich, toen hij zijn revolver afschoot op zijn medeplichtige, doorleefde opnieuw de vree sdij ke oogenblikken achter de struiken op Tiffany Heuvel, de rit in de auto o, wat vlogen ze die gedachten kwamen in steeds wilder tempo, als de vaart van een wagen ze stond in den tuin de lange, lage kamer met de kaartende en dansen de menschen verrees in een dwarrelig vi sioen en eindelijk deed haar hoofd zoo'n pijn, dat ze de smalle hand ophief om het kloppen tegen te houden. Toen zag ze Sa die's japon en opeens herinnerde ze zich het telegram, dat Dick Bryce hardop voor gelezen had in de kamer, waar hij later de misdaad pleegde. Het werd haar allemaal te machtig en ze barstte in heftig snikken uit. Rosalie keerde zich op haar zijde, en wat kalmer weer vestigde ze de groote grijze oogen op het koude, onkinderlijke ge zicht „Ze is nu niet zoo mooi meer1*, schoot het door Sadie's hoofd, toen ze den mede- lijdenden blik ontmoette. „Het.... het apyt me voor je, Sadie", fluisterde Rosalie zwak. Sadie lachte schril. „H'm, jou spijt het misschien, maar vele anderen zijn blij, dat ik zoo gezonken en vernedert bena Ik heb niets aan de nage dachtenis aan een vader, die leefde ten kost van anderen en rijk werd, door hen te berooven. Begrijp je het? Hij was een dood gewone dief." „Je arme vader is dood, Sadie", herin nerde Rosalie haar. Sadie wierp het hoofd in den nek. „Dood. Dat weet ik heusch wel". Ze brak in tranen uit. „Nergens kan ik heengaan, ik heb geen vrienden, geen geld en draag den last der schande, zoo lang ik leef." Het hoofd weer opheffend, vervolgde ze toornig: „En ik' had een vriend kunnen heb ben, ik had nu zelfs getrouwd kunnen zijn, als jij niet voor luistervink had gespeeld en me dien avond vas nageloopen." Rosalie's lichaam rilde, toen de be teeke nis van dien wreeden uitval tot haar door drong. Ze leunde voorover tot haar mond bijna nabij Sadie's oor was. „Weet je wel, dat de man, dien je je vriend noemt, en met wien je had willen trouwen, een moordenaar is?" „Je bent gek", schrok Sadie, terugdein zend. „Neen, ik zag hem een anderen man doodschieten", ging Rosalie voort met bran dende wagen. Toen besefte ze pas recht Sadie's verla tenheid en vol medegevoel legde ze haar hand op die van het meisje. „Ga met me mee naar Glenconnel". „Ik kan nergens anders heengaan", was het bittere antwoord. Daarop bleef het en kele oogenblikken stil. Rosalie, door de in spanning uitgeput, lag met dichte oogen, toen Sadie's stem beurtelings smeekend en bevelend, haar bereikte door den zach- ten, donkeren sluier, die langzaam haar zinnen omgaf. HOOFDSTUK XIX. De zoete geuren der bloemen en de pit tige harslucht der dennen drongen tot Ro salie door in het kleine blokhuis, waar zy op den fonkelnieuwen divan lag, welken haar toegewijde vrienden, evenals trou wens het huisje zelf, met eigen handen voor haar hadden gemaakt. Het roerde Rosalie hoe bezorgd ieder een in het kamp voor haar was. Er ging geen dag voorbij of de gouddelvers brach ten haar bossen bloemen en ze aanvaardde ze met een gelukkig gezicht en een dank baar hart. Maar Sadie kon in hun oogen geen gena de vinden. Het was niet omdat deze har telijke, edelmoedige kerels, haar ook maar in eenig opzicht aansprakelijk stelden voor de fouten van haar vader, maar zy deed geen enkele poging om hen te begrijpen, om nader tot hen te komen, om zich aan haar nieuwe omgeving aan te passen. Sa die zelf voelde zich doodongelukkig. Rosalie zag haar weinig, ofschoon Chica go Charley haar gastvrijheid had aange boden met de bedoeling, dat Rosalie wat aansprak zou hebben aan een meisje van haar eigen leeftijd. Sadie dacht er niet aan, mevrouw Kers lake, die de handen vol had met de zorg voor de mannen, te helpen. Bijna den heelen dag zwierf ze door het bosch en langs de rivier, sprak met nie mand en verdiepte zich zoo in haar ver driet, dat haar aanwezigheid een schaduw wierp over het heele kamp. „Brown's dochter schijnt er weinig zin. in te hebben, een kameraad voor onze Rose te zijn, hè?" zei een der mannen tot Rob Cameron, de gestalte nastarend, die lang zaam langs den weg liep. „Laat het arme kind tyd"e, sprak de „Laat het arme kind tijd", sprak de „Ze is bar jong om den last te dragen, die haar is opgelegd geef d'r een kans. Ronald kwam haast iederen avond in het blokhuis en altijd bracht hy iets voor de patiënte mee een nieuw boek, een doos chocolade, fijn vruchten, die hij expres uit de stad ging halen en Rosalie's hart begon sneller te kloppen als zijn knappe gezicht in de deur verscheen. Omdat Sadie er zoo dringend om ge vraagd had, werd er aan de ontvoering ver der geen ruchtbaarheid gegeven en men had geen beteekenis gehecht aan wat Ro salie in haar koortsig gestamel gezegd had over een man, die vermoord was. Sadie smeekte herhaaldelijk, om toch niets over hun avontuur te zeggen en Ro salie, vol medelijden met haar wanhoop, zweeg, hoewel het geheim haar zwaar op de ziel woog en ze had een gewaarwor ding, dat de tijd spoedig komen zou, dat ze het niet langer voor zich zou kunnen hou den. Ze voelde zich vandaag beter, haar oogen stonden helder, een flauw blosje kleurde haar wangen, het woud scheen haar te roepen ze verlangde naar buiten naar de koele, zoete lucht, die haar de vreugde zou teruggeven van dit wonder land, waarin ze haar jeugd had doorge bracht (Wordt vervolgd). Go-Ahead wW Zondag door een 3-2 overwinning op Tubantia het kampioenschap van de Oostelijke atdeeling te behalen. - Hierboven een toto ven het kranige kampioenselltal Na een kort verblijf te Budapest brengen H. K. H. Prinses Juliana en Z. IC H. Prins Bernhard thans een bezoek aan Weenen. Het Prinselijk Paar tijdens de bezichtiging van het slot Schönbrunn Na afloop van den voetbalwedstrijd Go-Ahead-Tubantia, waarin Go-Ahead de overwinning en daarmede het afdeelingskampioenschap behaalde, vond in de kleedkamer een huldiging van het kampioenselltal plaats Het kranige P.S.V. elftal uit Eindhoven, dat Zondag door een overwinning op Roermond het afdeelingskampioenschap behaalde De Oudheidkundige Kamer voor Zalt- bommel en de Bommelerwaard is thans gevestigd in het daarvoor ingerichte Huis Maarten van Rossum, welk huis in de 16e eeuw oehnuwd werd Mmm Het voorloopig Nederlandsch dames hockeyteam speelde Zaterdag te Bloemendaal een oefenwedstrijd tegen een heerencombinatie van B M.H.C., waarbij de dames in de meerderheid wisten te blijven Anthony Fokker heeft voor de verbinding naar zijn villa bij St Moritz een sneeuwruim-installatie geconstrueerd, welke gemonteerd werd op een vrachtauto

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 12