In Indië rijst de zon der welvaart.
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
HET PRINSELIJK PAAR NAAR INDIë?
Bereidt schout-bij-nacht De Vos van
Steenwijk het bezoek voor?
Aan de geruchten, dat prinses Juliana
en prins Bernhard binnen afzienbaren tijd
een bezoek zullen brengen aan Neder-
landsoh-Indië, is, naar de „Tel." bericht,
nieuw voedsel gegeven door de reis van
den gep. schout-bij-nacht C. baron de Vos
van Steenwijk, adjudant in buitengewonen
dienst van de koningin, naar Indië. Aan
het „Soer. Hbld." werd van de zijde van
het binnenlandsch bestuur meegedeeld, dat
niet uitgesloten is, dat baron De Vos van
Steenwijk komt om de mogelijkheden van
een vorstelijk bezoek aan het overzeesche
gewest na te gaan.
Baron De Vos van Steenwijk wordt bin
nenkort in Indië verwacht; hij maakt een
reis in gezelschap van zijn echtgenoote, en
bij schrijven van 21 Januari uit Buiten
zorg heeft de regeering hem geïntroduceerd
bij alle bestuurshoofden, waarbij namens
den gouverneur-generaal gevraagd wordt
om „bijstand en voorlichting" Dat deze
voorlichting nu in een bepaalde richting
zal leiden, wordt geenszins uitgesloten ge
acht.
PERSONEEL DER HOFHOUDING.
Uitreiking herinneringsmedaille ter
gelegenheid van het Prinselijk huwelijk.
Gisteravond om 8 uur is in de groote
zaal van den Dierentuin te 's-Gravenhage
voor de leden van het personeel van de
Koninklijke Hofhouding te 's-Gravenhage
en hun gezinnen een filmvoorstelling ge
geven, aangeboden door H, M. de Konin
gin.
De hofmaarschalk, mr. F. F. baron de
Smeth, sprak een kort openingswoord,
waarin hij den dank overbracht van H. M.
de Koningin en het Vorstelijk Echtpaar
aan al degenen, die bijgedragen hadden
tot het welslagen van de feestelijkheden
ter gelegenheid van het huwelijk van H.
K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins
Bernhard der Nederlanden.
De verschillende journalen, betrekking'
hebbende op de verloving en het huwelijk
van het Vorstelijk Echtpaar, werden ver
volgens vertoond.
In de pauze hebben de hoofden van de
verschillende hof departementen de zilve
ren draagmedaille uitgereikt, welke door
het Vorstelijk Bruidspaar ter herinnering
aan het huwelijk is geschonken aan de le
den van de hofhouding en aan het perso
neel, in dienst van H. M. de Koningin en
van H. K. H. Prinses Juliana.
Deze medaille is uitgevoerd door de
..Koninklijke Begeer" te Voorschoten naar
het model van den beeldhouwer Toon
Dupuis.
KATHOLIEKE ACTIE „VOOR GOD".
Vliegend blad en sluitzegels.
Naar wij vernemen is het eerste nummer
van het „Vliegend blad" der Katholieke
Actie „Voor God" tot nu toe in 800.000
exemplaren verspreid.
Dezelfde actie heeft een drietal sluitze-
gels laten drukken, waarvan de prijs per
25 stuks vijf cent bedraagt.
LIJDENSMEDITATIES VAN DEN K.R.O.
De Lijdensmeditaties worden dit jaar
voor den K.R.O. gehouden door pater Euse-
bius Peters O.E.S.A., vanuit de klooster
kerk te Eindhoven. De schola cantorum van
het klooster zal de liturgische gezangen
uitvoeren. De uitzendingen vinden plaats
Dinsdagsavonds om kwart over 8.
WERKLOOZE ONDERWIJZERS.
Aan het Voorloopig Verslag van de Eer
ste Kamer betreffende de Onderwijsbegroo-
ting 1937 ontleenen we het volgende:
Verschillende leden meenden niet achter
wege te mogen laten, nogmaals met den
meesten nadruk te wijzen op den moeilij
ken toestand, waarin de vele werklooze on
derwijzers zich bevinden. Voor deze jonge
menschen zal toch iets moeten worden ge
daan. Naar het oordeel dezer leden ware
alleen door inperking van de leerlingen-
schaal en verlenging van den leerplichti
gen leeftijd in deze situatie verbetering te
brengen. Zoo lang deze maatregelen om fi-
nancieele redenen niet zijn te nemen, moet
toch op andere wijze iets ter verlichting
van den druk, waaronder de werklooze on
derwijzers leven, worden ondernomen.
HET BEKALKEN VAN STRATEN MET
POLITIEKE LEUZEN.
Een circulaire van den minister van
binnenlandsche zaken waarin hij aandringt
op het nemen van maatregelen.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft in een circulaire aan de burgemees
ters medegedeeld, dat in verband met de
aanstaande verkièzingen moet worden
verwacht, dat weder misbruik zal worden
gemaakt van de openbare straat door het
bekalken daarvan met politieke leuzen.
Afgezien van de omstandigheid, dat zulks
uit aesthetisch oogpunt ontoelaatbaar is
en het verwijderen van de opschriften
voor de gemeente kosten medebrengt, acht
de minister het wenschelyk, dat dit euvel
zooveel mogelijk wordt gekeerd met het
oog op de mogelijkheid van verstoring der
openbare orde.
Het optreden van de politie tegen het
bekalken van straten wordt zeer verge
makkelijkt en het in goede banen leiden
van de neiging tot openbaarmaking van
politieke gevoelens bevorderd door opne
ming in de algemeene politieverordening
van een doelmatige verbodsbepaling ter
zake waarbij niet alleen het bekalken
zelve, doch ook het vervoeren van de
daarvoor noodige materialen gedurende
de nachtelijke uren wox-dt verboden, ten-
Officieele Crisisberichten
TEELT VAN VLAS EN VAN
AARDAPPELEN.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale
maakt bekend, dat de telers die voor 1
Februari 1937 een aanvrage voor de teelt
van vlas en van aardappelen, andere dan
vroege aardapelen in den zin van het
Crisis-Tuinbouwbesluit en fabrieksaard
appelen, hebben ingediend, er op kun
nen rekenen, dat de door hen aangevraag
de oppervlakten geheel zullen worden toe
gewezen.
Voor wat betreft de uitzaai van vlas,
zullen de Landbouwcrisisorganisaties aan
de telers die een aanvrage indienden daar
om geen nader bericht aangaande de toe
wijzing zenden; de teeltvergunningen voor
aardappelen zullen zoo spoedig mogelijk
aan de belanghebbenden worden aange
boden.
De telers die nog voornemens zijn aard
appelen te verbouwen, doch die geen aan
vrage indienden, of degenen, die wel een
aanvrage zonden doch die voornemens zijn
meer te verbouwen dan zij aanvroegen,
moeten zich ten spoedigste wenden tot de
Landbouw-Crisis-Organisatie waaronder zij
ressorteeren; deze Organisatie zal hun dan
mededeelen of en zoo ja in hoeverre nog
aan hun aanvrage kan worden voldaan,
's Gravenhage, 10 Febr. 1937. 926
zij kan worden aangetoond, dat dit ver
voeren met andere doeleinden verband
houdt.
De minister voornoemd noodigt de bur
gemeesters uit ernstig te overwegen of op
neming van zulk een bepaling in de Alge
meene Politieverordening voor de ge
meente, mocht zij niet reeds gelden, aan
beveling verdient.
HET PENSIOENFONDS DER NEDERL.
SPOORWEGEN.
Reorganisatie gewenscht.
In den Personeelraad hebben de perso
neelsorganisaties zich uitgesproken over de
wenschelykheid, dat het spoorwegpen
sioenfonds met dat van het Burgerlijk
Overheidspersoneel wordt vereenigd.
De huidige toestand van het spoorweg
pensioenfonds eischt dringend verbetering,
temeer nu de regeering de verplichte bij
dragen aan het fonds heeft stopgezet
Ook de directie meent, dat het pensioen
fonds safe behoort te zijn en de aanspra
ken der „deelgenoten" gewaarborgd, an
ders dan alleen volgens haar inzicht of toe
zegging.
Als dan ook, verklaarde zij, de Perso
neelraad zich nopens de positie van het
fonds tot de Regeering wendt en samen
smelting met het Burgerlijk Pensioenfonds
wenscht, is zij bereid haar instemming met
dit denkbeeld te betuigen.
Directie en personeelraad hebben boven
dien in eenstemmigheid opnieuw ver
klaard: „Zoodanige samensmelting" dus
die met het Burgerlijk Pensioenfonds „is
echter niet denkbaar zonder maatregelen,
strekkende tot dekking van het tekort in
het spoorwegpensioenfonds".
„Volkskr."
VERBOUWING UTRECHTS CENTRAAL
STATION.
Ongeveer zevenhonderd Utrechtsche
werklooze bouwvakarbeiders hebben op
het werk gedemonstreerd.
Woensdagmorgen heeft een vijfhonderd
a zevenhonderd Utrechtsche georganiseer
de werkloozen uit het bouwvakbedrijf een
demonstratief bezoek gebracht aan de ver
bouwingswerkzaamheden aan het Centraal
Station te Utrecht, waar de firma Gebrs.
Strijland uit Uithoorn werkt met krachten
van elders afkomstig en die werken bene
den het contractloon, dat voor Utrecht
geldt.
Op het werk zelf, evenals op het eerste
perron, kwamen de demonstranten bijeen
en zij legden aan de hier te werk gestelde
arbeiders hun grieven voor. De demon
stratie duurde ongeveer een half uur, doch
incidenten deden zich niet voor.
Even leek het alsof de werkloozen, die
van him leiders geld voor perronkaartjes
ontvingen, niet tot het perron zouden
worden toegelaten. Na een korte aarzeling
liet de controle hen door.
Na afloop van een en ander hebben wij
een onderhoud gehad met een drietal lei
ders, resp. van den Katholieken, den
Christelijken en den Modernen Bond.
Dezen verklaarden o.m.: de loon en op
het werk bedragen 45 cent per uur voor
grondwerkers en opperlieden en 50 cent
per uur voor vaklieden. Volgens het stan-
daardloon van het contract zou hier moe
ten worden betaald 56 cent aan de eerste
en 62 cent aan de tweede categorie, ter
wijl ook nog z.g. vacantiebonnen moeten
worden verstrekt.
Een van de Gebroeders Strijland deelde
des morgens echter aan de pers mede, dat
hij aan grondwerkers en opperlieden 51
cent per uur betaalde en aan vaklieden
55 cent.
Bij het onderhoud, dat wij met genoem
de leiders hadden, werd ons verder nog
medegedeeld, dat de arbeidersorganisaties
zich gewend hebben tot den patroons
bond, waarvan een der heeren Strijland
lid bleek te zijn. Toen deze bond daarop
over deze kwestie aan dit betrokken lid
schreef, werd geantwoord, dat de firma
Strijland in deze zaak kon handelen naar
eigen goeddunken, daar niet de firma
Strijland lid is, doch slechts één der fir
manten.
Bedoelde heer Strijland werd daarop als
lid van den patroonsbond geroyeerd en de
arbeidersorganisaties hebben toen een on-
derhoud met de firma aangevraagd, dat
ongeveer veertien dagen geleden is ge
houden.
Gepoogd werd daarop om de bepalingen
van het landelijk collectief contract toege
past te krijgen. Evenwel zonder succes.
De Gebrs. Strijland zegden met dit con
tract niets te maken te hebben. Wanneer
zij arbeiders konden krijgen, die onder de
contractloonen wilden werken, zouden zij
die steeds blijven aannemen. „Ik wil geen
enkelen Utrechtschen arbeider hebben",
heeft een hunner daarop nog gezegd.
De leiders der arbeidersorganisaties ble
ken verder zeer ontstemd over de houding,
welke in deze door de Nederlandsche
Spoorwegen is aangenomen.
BURGEMEESTER J. BUISKOOL
OVERLEDEN.
Rijksinspecteur bij de werkverschaffing.
Op 62-jarigen leeftijd is in het Acade
misch Ziekenhuis te Groningen overleden
de heer J. Buiskool, Rijksinspecteur van
de werkverschaffing in de provincie Gro
ningen, burgemeester van Delfzijl en lid
van de Provinciale Staten van Groningen.
De thans overledene was ridder in de
orde van Oranje-Nassau.
Waarschuwing.
De burgemeester van Voorburg geeft
belanghebbenden in overweging, alvorens
in relatie te treden met of als lid toe te
treden tot de algemeene luchtvaart ver-
eeniging voor Nederland (Luchtvaartver-
eeniging voor de rijpere jeugd), waarvan
het algemeen secretariaat is gevestigd te
Voorburg, inlichtingen in te winnen bij
de gemeentepolitie te Voorburg.
ANDERHALF JAAR DUITSCHE
GEVANGENSCHAP
Nederlandsch reserve-luitenant-vlieger
nog steeds in voorarrest
Men zal zich herinneren, dat begin Sep
tember 1935, dus ongeveer anderhalf jaar
geleden te Keulen werd aangehouden de
Nederlander G. A. uit Amsterdam, die
vroeger te Enschedé woonachtig was.
Reeds vele maanden doen allerlei geruch
ten over de zaak A., die wordt verdacht
van hoogverraad tegen den Duitschen
Staat, de ronde. Steeds hardnekkiger
wordt het gerucht, dat hij door het Volks
gericht te Berlijn tot levenslange gevange
nisstraf zou zijn veroordeeld.
In verband hiermede, aldus de „Arn-
hemsche Crt.", waaraan wij dit relaas
ontleenen, hebben wij te bevoegder plaat
se inlichingen over deze zaak ingewon
nen, waaruit ons bleek, dat de zaak A.
nog nooit door een rechtbank is behan
deld. Hij bevindt zich nog steeds in voor
arrest te Essen en zelfs blijkt uit een me-
dedeeling van zeer recenten datum, dat
er omtrent de event, behandeling der zaak
nog niets vaststaat.
Naar ons bekend was, behandelt een
Enschedesche advocaat zijn aangelegen
heid, tot wien we ons om inlichtingen"
wendden. Uit diens mededeelingen bleek
ons, dat het hem zelfs niet was toegestaan
A. in de gevangenis te mogen opzoeken.
Ondanks de talrijke pogingen door hem
ondernomen, gelukte het hem niet toe
stemming te krijgen met A., ook niet in
het bijzijn van getuigen, te spreken. Even
min kon hij inzage krijgen van het dos
sier der zaak. Het eenige, dat de Neder
landsche verdediger kon bereiken, was
dat aan A. een Duitsche advocaat werd
toegevoegd, aan wien het werd toegestaan
hem in het Huis van Bewaring op te zoe
ken.
Verdacht van hoogverraad
A. wordt verdacht van hoogverraad, dat
uitsluitend voor een bijzondere rechtbank,
het z.g. Volksgericht te Berlijn, kan wor
den berecht. Niet alle Duitsche advocaten
mogen in zaken, welke tot de competen
tie van het Volksgericht behooren, pleiten.
Daarvoor is een speciale „Genehmigung",
toestemming noodig. De Berlijnsche advo-
vaat, die voor A. werd gevonden, behoorde
tot degenen, dien een dergelijke „Geneh
migung" wordt verstrekt. Hij heeft zijn
cliënt in de „Untersuchungsgefangnis" te
Essen bezocht, maar eenig practisch resul
taat heeft zijn optreden in deze nog steeds
zeer duistere zaak tot nu toe niet opge
leverd.
Door zijn Nederlandschen verdediger zijn
energieke pogingen gedaan om te trachten
in zooverre klaarheid in de zaak te bren
gen, dat hem tenminste werd toegestaan
eenmaal met zijn cliënt te mogen spreken,
terwijl hij tevens met klem aandrong hem
te willen mededeelen, wanneer de behan
deling van de zaak zou kunnen worden
verwacht. De rechter van instructie te
Essen, die de zaken van het Volksgericht
aldaar behandelt, deelde mede, dat de
Nederlandsche rechtsgeleerde zich diende
te wenden tot den Reichsanwalt bij het
Volksgericht te Berlijn. Op 23 October
van het vorig jaar werd daarop aan den
Reichsanwalt verzocht toestemming tot
een onderhoud te willen geven. Toen op
21 November d.a.v. nog geen antwoord
op dit verzoek was ontvangen, werd nog
maals aangedrongen op het toestaan van
'n bespreking. Toen daarop evenmin be
richt inkwam, ging ten derde male een
schrijven uit, waarop op 16 December j.l.
door den Reichsanwalt werd geantwoord,
dat het verzoek was voorgelegd aan de
„zur Entscheidung zustandigen Stelle".
Zoodra die een besluit zou hebben geno
men, aldus werd toegezegd, zouden na
dere mededeelingen volgen.
Een duistere zaak.
De Nederlandsche verdediger van A.
heeft hem daarop geantwoord, dat hem de
zaak nu langzamerhand volkomen onbe
grijpelijk was geworden. De rechter van
instructie had hem medegedeeld, dat de
Reichsanwalt de toestemming zou kunnen
geven, terwijl deze weer sprak over een
andere te dezer zake verantwoordelijke
TWEEDE KAMER
Een middag- en avondzitting heeft de Kamer gewijd aan algemeene beschou-
s wingen over de Indische begrooting, waarbij oppositie tot uiting kwam tegen 2
s de korting der pensioenen van de amb tenaren. 3
F.iiiiiiifmiiimiiiimiiiimiiiiiiimmiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiii?
Vergadering van gisteren.
Aan de orde zijn de wetsontwerpen tot
goedkeuring van de besluiten van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch-
Indië tot vaststelling van de verschillende
afdeelingen van de begrooting van Neder-
landsch-Indië voor 1937, waarbij tevens
aan de orde komen het wetsontwerp tot
hei-berekening van de Indische pensioenen,
de wetsontwerpen tot verleening van een
fimancieele tegemoetkoming aan Neder-
landsch-Indië, ten einde dat gebiedsdeel in
staat te stellen tot het treffen van bijzon
dere maatregelen van welvaartszorg, het
wetsontwerp tot instelling van een rubber-
fonds, het wetsontwerp tot bekrachtiging
van een door den gouverneur-generaal van
Nederlandscb-Indië vastgestelde ordonnan
tie (Heffing van een tijdelijk extra invoer
recht), alsmede de conclusie van het ver
slag van de commissie omtrent de inlich
tingen op het adres van den Volksraad in
Ned.-Indië, houdende verzoek een wijzi
ging te bevorderen van artikel 69 der In
dische Staatsregeling, betreffende het mon
deling geven van inlichtingen door de re
geering aan den Volksraad.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
Rede van den heer Cramer.
De heer CRAMER (S.D.) die de alge
meene beschouwingen opent, wil niet terug
treden in uitvoerige beschouwingen over de
bestuurswisseling, doch wenscht toch op te
komen tegen de voorstelling, alsof de
vorige gouverneur-generaal orde en rust
heeft hersteld en alsof het daarvoor een
anarchie in Indië was. De rust, die er onder
den afgetreden gouverneur-generaal heeft
geheerscht, was die van het kerkhof.
Er moet meer ruimte komen voor een
gezonden volksinvloed, die ook in den
Volksraad tot uiting moet komen.
De Indische bevolking is sterk verarmd
en de gezondheidstoestand veel achteruit
gegaan. Hier en daar is verandering in den
oeconomisehen toestand gekomen, maar
zeer optimistisch is spreker niet.
Hoewel de handel van Ned. Indië meer
op andere landen dan op Nederland is aan
gewezen, moet de samenwerking tusschen
Nederland en Indië krachtig bevorderd
worden, maar dan ook op voet van gelijk
heid.
De gevolgde financieele koers kan spr.
niet goedkeuren. Hij wil niet alle bezui
nigingen ongedaan maken, maar meent, dat
verschillende uitgaven dringend verhoogd
moeten worden. Hij doelt daarbij in de eer
ste plaats op de uitgaven voor de volksge
zondheid en het onderwijs. Spr. en de
zijnen hebben zich niet verzet tegen ver
sterking van de weermacht. Maar men kan
geen land verdedigen met ondervoede men
schen Ook de vitale belangen der bevol
king eischen dringend een verhooging der
uitgaven.
De door Nederland aan Indië verleend
extra-bijdrage van 25 millioen acht spr.
te gering, en in Indië wordt deze bijdrage
eveneens onvoldoende geacht. Nederland
moet een grooter deel dan voorheen van
de kosten van leger en vloot voor zijn reke
ning nemen.
Ook de minister acht een gezonde volks
beweging noodzakelijk, maar deze wordt
juist door politie en justitie onderdrukt.
Alle noodelooze maatregelen, alle huis
zoekingen, die blijkbaar als intimidatie
middel bedoeld zijn, moeten worden toe
geschreven aan den te grooten invloed van
het hoofdparket, dat in de laatste jaren een
zelfstandige macht is geworden.
De heer Van Boetzelaar van
Dubbeldam aan het woord.
De heer VAN BOETZELAER VAN DUB
BELDAM (C.H.) kan zich na de gedane
instantie, die nochtans niet verder werd
aangeduid. Daarom verzocht hij den
Reichsanwalt dringend hem te willen me
dedeelen tot wien hij zich diende te wen
den, teneinde nu na bijna anderhalf jaar
een onderhoud met zijn cliënt te kunnen
krijgen.
Op 31 December ontwoordde de Reichs
anwalt toen, dat hij geen kans zag toe
stemming te geven tot een bespreking en
hij verwees in dat verband naar den Ber-
lijnschen advocaat, wien het wel was toe
gestaan A. in het Huis van Bewaring op
te zoeken.
De Duitsche rechtsgeleerde werd daar
op door den Nederlandschen raadsman
van A. aangezocht om zich nogmaals tot
den Reichsanwalt te wenden, die hem de
finitief mededeelde, dat hij aan den Ne
derlandschen verdediger geen „Sprecher-
laubnis" kon toestaan.
Het moet dus uitgesloten worden geacht,
dat de Nederlandsche raadsman in de ge
legenheid zal worden gesteld om zijn
cliënt in het Huis van Bewaring te spre
ken.
Tevens deelde de Reichsanwalt aan den
Berlijnschen advocaat mede, dat omtrent
der datum van behandeling nog niets te
zeggen is. Geheel vrijblijvend noemde hij
een termijn van 3 a 4 maanden. Daar
echter in Juli van het vorig jaar door de
zelfde instantie is toegezegd, dat de be
handeling over 5 6 weken zou geschie
den, heeft men niet de minste zekerheid.
Er kan wel op worden gerekend, dat de
zaak tegen A. eerst zal worden behan
deld, nadat deze omstreeks twee jaar in
voorarrest heeft doorgebracht
concessie vereenigen met de voorgestelde
her berekening van de Indische pensioenen.
De Kamer doet er goed aan, dat wetsont
werp na de aangebracht wijzigingen aan to
nemen.
Wat de verbetering in den algemeenen
toestand betreft, deze is niet uitsluitend)
toe te schrijven aan het verlaten van den
gouaen standaard, maar vooral ook aan de
resultaten der aanpassingspolitiek. Deze
laatste heeft groote schokken en plotse
linge veranderingen opgevangen.
Spr. wijst op de zegenrijke gevolgen van
de door de regeering met vaste hand uit
gevoerde bezuinigingsmaatregelen. Eerst
zal de schuldenlast van Indië aanzienlijk
verlicht moeten zijn, alvorens men weer
van een gezonden financieelen toestand zal
kunnen spreken. Het zal noodig zijn, dat
Indië weer een behoorlijk deel draagt van
de kosten der defensie. Daarnaast behoort
te worden gekomen tot vermindering der
bedrijfslasten. Ook hier is echter de prac-
tijk heel wat moeilijker dan de theorie.
Spr. is nooit bewonderaar geweest van de
wijze waarop de bijzondere invoerrechten
besteed zijn. Het door de regeering inge
stelde rubberfonds acht hij echter zeer nut
tig. Hij vertrouwd, dat er niets onbeproefd
zal worden gelaten om oen oeconomisehen
toestand te verbeteren. Emigratie uit Java
naar andere deelen van den Archipel moet
bevomerd worden.
De nauwere samenwerking op oecono-
misch gebied tusschen Nederland en Indië
is toe te juichen. Aan Indische zijde is men
echter niet voldaan, o.a. niet door de con-
tingenteeringsregeling voor textielgoederen
ten behoeve van de Nederlandsche textiel
nijverheid.
Een gezonde nationale volksbeweging
acht spr. van groot belang, doch tegelijker
tijd dient tegen excessen krachtig te wor
den opgetreden. De regeering wijde meer
aandacht aan de actie van de N.S.B.
Naar aanleiding van de petitie van de
heeren Soetardjo es. zegt spr., dat Indië
nog niet rijp is voor den status van domi
nion. Wat er gedaan kan worden in de rich
ting van een grootere zelfstandigheid van
Indië geschiedt reeds door het toekennen
van grootere autonomie aan plaatselijke be-
stuursinstan t ies.
De gevaren, die Indië bedreigen.
De heer ROEST AM (Comm.) betoogt,
dat aan de steunveneening voor cultures
sociale maatregelen als voorwaarde moeten
verbonden worden. Wat heeft de regeering
gedaan voor de ontwikkeling van den in-
heemschen landbouw en industrie? Geen
enkele steun is daaraan gegeven, integen
deel heeft men de ontwikkeling daarvan
door allerlei beperkende bepalingen ge
remd.
De oeconomische politiek is geheel ge
richt tegen de Japansche concurrentie. De
contingenteeringsmaatregelen van de re
geering houden de goedkoopere Japansche
goederen weg en maken het leven der in
landers duurder.
Spreker komt dan tot wat hij het aller
belangrijkste acht: de gevaren die in het
Verre Oosten voor Indonesië dreigen. Te
veel menschen onderschatten deze geva
ren, die overal van fascistischen kant
komen. Duitschland en Japan hebben bij
zondere aandacht voor het land van de pe
troleum en de rubber. Men late zich niet
in slaap wiegen door geruststellende ver
klaringen als zou Japan de handen vol
hebben op het Aziatische vasteland. De In
dische eilanden zijn voor Japan van te
groote waarde. Spr. wijst op de voorberei
dingen die Japan treft voor expansie in zui
delijke richting. Hij leest verschillende uit
latingen in dien zin uit Japansche pers
organen voor. De oeconomische penetratie
van Japan in Indonesië gaat gepaard met
politieke.
De heer VAN KEMPEN (Lib.) bespreekt
in de eerste plaats den oeconomisehen toe
stand.
Reeds voor de depreciatie van den gulden
blijkt uit de cijfers van in- en uitvoer een
begin van het herstel van het bedrijfsleven.
Wat Indië betreft moeten de staatsbe
moeiingen met het bedrijfsleven zoo spoe-
Ciig mogelijk verdwijnen Steun aan de in
dustrialisatie, kan veel bijdragen tot ophef
fing van de moeilijkheden der inheemsche
bevolking, maar mag alleen gegeven wor
den, waar de omstandigheden dit wettigen.
Van broeikasplanten moet spr. niets heb
ben.
De begrooting van Indië is sluitend ge
maakt ten koste van een geweldige aanpas
sing, waarbij die in Nederland kinderspel is.
Spr. betreurt, dat de minister van kolo
niën nog zoo weinig licht ziet en herinnert
aan het oude woord: „houdt couragie".
Ten aanzien van het onderwijs volgt de
regeering den goeden weg. Men bestede
daarbij in de eerste plaats aandacht aan
het elementaire onderwijs. Ook op het ge
bied der volksgezondheid is schitterend
werk verricht, waardoor de sociale en gees
telijke weerbaarheid van het volk in de
zeven- magere jaren een groote reserve
bleek te zijn.
Ten aanzien van het verzoek tot het hou
den van een ronde-tafelconf eren tie deelt
spr. volkomen het standpunt der regeering,
evenals ten aanzien van de houding tegen
over de nationalistische beweging. Krach
tige gezagshandhaving is geboden. Tocii
mag ons regiem niet als gezagshandhaving'
door bajonetten worden gekenmerkt. Be
perking van het vereenigings- en vergader-
recht kan in de huidigie constellatie niet
worden gemist.