MAANDAG 1 FEBRUARI 1937 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 11 HEFFING OP BOTER 80 CENT PER K.G. De heffing op boter en de vervoerver- gunning voor buitenlandsche boter is voor de week van 1—6 Februari, behoudens tus- schentijdsche wijziging, vastgesteld op 80 cent per K.G. PRIJZEN VAN VARKENS BOVEN HET ZOUTERSGE WICHT. Naar wij vernemen zal de Nederland- sche Veehouderijcentrale in de week van 16 Februari weder varkens boven het zou tersgewicht ainemen. deels bestemd om levend te worden uitgevoerd, deels be stemd om voor uitvoer te worden ge slacht. De prijs van de varkens, bestemd voor levenden uitvoer is vastgesteld op 45 ct. per K.G. levend gewicht. In afwijking van de vorige malen wordt mbet ingang van 1 Februari 1937 bij de vaststelling van net levend gewicht geen enkele korting volgens het plaatselijk ge bruik toegepast. Ook de z.g. fondsgelden zullen bij de uitbetaling niet worden af getrokken. Overigens zijn de voorwaarden onveranderd gebleven. BONIFICATIE OP TARWEBLOEM. i Naar wij van bevoegde zijde vernemen is met ingang van 1 Februari a.s. de boni ficatie op tarwebloem a en tarwebloem b vastgesteld op 0.50 per 100 K.G. Tevens wordt de speciale prijs van t.c. 1 tarwe met ingang van 1 Februari a.s. ge bracht van y.40 op 10.— per 100 K.G., de bonificatie op ongebuild tarwemeel wordt daaraan aangepast. I HEFFINGSVERLAGING ZET-, VISCH EN DIERMEEL. Naar van bevoegde zijde wordt medege deeld. zal met ingai.g van 1 Februari 1937 wederom een belangrijke heffingsverlaging ten aanzien van eenige producten in wer king treden. Ten eerste zal de heffing op zetmeel en zetmeelderivaten over de geheele linie met 0.50 worden verlaagd, welke verlaging mogelijk is geworden ten gevo'ge van de stijging der aardappslmeelprijzen. Ten tweede zullen hst invoerprijsverschil voor alle soorten visch- en diermeel, als mede de bereidingsheffing op vleeschbeen- dermeel en ander dan ontlijmd beender meel, welke beide thans nog 0.75 bedra gen, geheel worden ingetrokken. Deze intrekking heeft mede tot gevolg, dat tegemoet gekomen wordt aan de moei lijke omstandigheden, waarin de pluimvee houderij, welke aan belangrijke afneem- ster van visch- en diermeel is, verkeert. In verband hiermede zal er over de op 1 Februari 1937 aanwezige abnormale voor raden visch- en diermeel een voorraadres- titutie worden verleend ten bedrage van ƒ0.25, welke voorraanrestitutie. tezamen met de per 7 December 1936 over de ab normale voorraden verleend voorraadsres- titutie ten bedrage van 0.75, een compen satie vormt tegenover Je bij de instelling van het visch- en diermeelmonopolie per 13 Mei 1935 over de abnormale voorraden geheven voorraadsheffing ten bedrage van ƒ1.— Ten einde in aanmerking te komen voor deze voorraadsrestitutie, dienen belangheb benden ten spoedigste aan de Nederland- sche meelcentrale opgave te verstrekken van de juiste grootte hunner voorraden visch- en diermeel na afloop der expedi tiewerkzaamheden op 30 Januari 1937, ge splitst naar soort, alsmede naar binnen- landschen dan wel buitenlandschen oor sprong. Alle andere thans geldende restitutie- en steunverleeningen voor visch- en diermeel zullen dientengevolge met ingang van 1 Februari 1937 tevens worden ingetrokken. UITVOER VAN RIETMATTEN. Naar ons van bevoegde zijde wordt me degedeeld, zijn de exporteurs van riet matten verplicht, met ingang van Maandag 1 Februari a.s. voor den uitvoer van riet matten een monoponeovereenkomst aan te gaan met de Nederlandsche Akkerbouw- centrale, aangezien met ingang van- ge noemden datum het koninklijk besluit van 13 Juni 1935 No. 22. waarbij ontheffing van de verplichting tot het aangaan van een monopolieovereenkomst werd ver leend voor al of niet bewerkt of verwerkt grindhout en riet, waarvoor geen prijsver schil werd vastgesteld, voor wat betreft rietmatten buiten werking wordt gesteld. Ten aanzien van deprijsverschillen ge wichten en minimumprijzen zijn andere voorschriften gegeven, welke de Neder landsche Akkerbouwcentarale ter kennis van de betreffende exporteurs zal brengen. MONOPOLIERECHT VERSCHE APPELEN Van bevoegde zijde vernemen wij dat de Nederlandsche Groenten- en Fruitcen- trale gemachtigd is, de periode van 1 Maart 30 Juni, gedurende welke ontheffing wordt verleend ten aanzien van het mo- nopolierecht voor versche appelen tot een bedrag van 2 cent per K.G. bruto voor die versche appelen, die zijn voortgebracht in de Vereen. Staten van Noord-Amerika of in die landen, die op het stuk der heffin gen recht hebben op behandeling als meest begunstigde natie of voorloopig de facto een behandeling als zoodanig genie ten, voor 1937 met 1 maand te vervroegen en derhalve te doen ingaan op 1 Fe bruari a.s. Een en ander blijft gebonden aan een maximum hoeveelheid en wel een voor elk land voor genoemde tijdvakken geza menlijk vast te stellijk kwantum, dat ge lijk is aan de in het jaar 1934 in dat land voortgebrachte en in ons land ingevoerde hoeveelheid versche appelen. Uit het bovenstaande volgt, dat deze HOE HET PRINSELIJK PAAR IN KRYNICA KWAM. TIPJE VAN DEN GEHEIMZINNIGEN SLUIER OPGELICHT. Twee personen, die de Prinses herkend hadden. Toen we dezer dagen vernamen aldus de „Msbd." dat het Reisbureau Linde man te Den Haag de huwelijksreis van het prinselijk echtpaar naar Krynica had verzorgd, hebben wij ons tot de directie van genoemd reisbureau gewend met het verzoek ons eens mede te deelen, hoe zij het toch had klaargespeeld om de reis zóó in het geheim te doen verloopen. In aansluiting aan wat indertijd reeds is gemeld, kan de „Msbd." nu, aan de hand van de ontvangen mededeelingen, nog de volgende interessante bijzonderheden ver tellen. De directeuren van genoemd reisbureau, de heer N. Pliester en jhr. Boreel, hadden er geen bezwaar tegen ons thans eenige bij zonderheden omtrent de vuorbereiding van de reis en van de reis zeif te vertellen. De heer Pliester, die zelf ook een ge deelte van de reis, en zeker niet het ge makkelijkste, namelijk van de Hollandsche grens tot Brussel, had meegemaakt, deel de aan de „Msbd.' het volgende mede: De organisatie van deze reis was opge dragen aan den heer G. Smol, den chef van onze afdeeling Buitenland, die voor het Koninklijk Huis reeds verschillende reizen heeft verzorgd. Een 10-tal dagen te voren waren wij in het vertrouwen genomen. De reis van den graaf en de gravin van Sterren berg, on der welke titels het Vorstelijk Eechtpaar de huwelijksreis naar Krynica zou maken, moest geheim blijven. Alles was tevoren prachtig geregeld. Alleen het hotel moest door bijzondere omstandigheden buitei. ons toedoen den laatsten dag nog besproken worden. Mis schien heeft dat intusschen nog wel z'n goeden kant gehad om van de reisplannen niets te doen uitlekken. Nieuwsgierigen om den tuin geleid. Om de nieuwsgierigen om den tuin te leiden, hadden we aan de bagage, 14 stuks, labels van de Maatschappij „Zeeland" ge bonden, in de hoop dat gezien zouden worden. Inderdaa is die opzet gelukt, want den volgenden dag wist een der bla den reeds te melden, dat Prinses Juliana en Prins Bernhard met de dagbcot naar En geland waren vei trokken! Ook hadden we appartementen in Igls gereserveerd met het uitdrukkelijk verzoek er niet over te "spreken. En prompt den volgenden dag werd uit Weenen geseind, dat het Prinselijk Paar daar zou arriveeren. Politie en sporwegautoriteiten mochten niet in de reisplannen gekend worden. Daarom hebben we in Brussel in den slaapwagen van den trein OstendeBrus selBerlijnTarnow compartimenten ge reserveerd op naam van „Lindeman-partij" en moest de reis van Den Haag naar Brus sel per auto worden gemaakt. Van Den Haag naar de Belgische grens is de weg voor een Ho.landsche chauf feur gemakkelijk genoeg te vinden, maar in België, waar de route door steden als Antwerpen, Mechelen een gedeelte van Brussel leidde, is dat, vooral 's avonds, niet het geval. Daarom hebben ie heer Smol en ik daags tevoren daar eerst den weg verkend en ons tevens op de hoogte gesteld van welk per ron de trein zou 'etrekken en waar de wa gon, waarin wij compa-timenten gereser veerd hadden, zou vóórkomen Twee auto's verlieten gelijktijdig het paleis. Ook waren nog maatregelen genomen, dat het Prinselijk Paar van Den Haag uit niet per auto door journalisten gevolgd zou worden. Als de Prinses en de Prins per auto wegreden, zou tegelijk van het Paleis een reserve-auto vertrekken en elk van die auto's zou een afzonderlijken weg ne men. Bij de Hoornbrug zouden beide auto's elkaar weer ontmoeten. Mochten de auto's toch gevolgd zijn dan zou de Hoornbrug opengedraaid worden, zooara de auto met het Prinselijk Paar zoj zijn gepasseerd. Maar dat was niet noodig, want het ver trek was geheel onopgemerkt- gebleven. Wij hadden de opdracht de auto's van de Hollandsche grens tot Brussel te geleiden. Het vertrek van het Vorstelijk Paar van Den Haag was aanvankelijk op 3 uur Vrij dagsmiddags 8 Januari vastgesteld, maar het is 5 jui geworden. De heer Smol en ik wisten van lie ver lating niets en stonden dus met onzen wa gen om 5 uur te "Vuestwezel aan de grens, waar het Vorstelijk Paar. als het om 3 uur vertrokken was, dan elk oogenblik kon aan komen. Angstige oogenblikken. Het werd nalf 6, 6 uur, maar wat er ook de grens naderde, jeen auto's met den Prins en de Prinses. En terwijl we daar zoo vol spanning wachtten en elke auto inspecteer den had iedereen het over Prinses Juiana en Prins Bernhard en huin bruiloft, het geen ons bovendien nog den angst bezorgde dat de reis bekend zou worden. Om 9.10 uur zou de trein uit Brussel ver trekken. De tijd begon dus langzamerhand verlaging, behalve op den invoer uit de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, mede van toepassing zal zijn op dien uit Australië, België, Canada, Chili. Duitsch- land. Frankrijk, Grcot-Britannië, Italië, Luxemburg, Polen, Spanje, Tsjechoslowa- kije en de Unie van Zuid-Afrika. De Centrale heeft het recht bij invoer deugdelijke bewijzen omtrent de juistheid van het aangegeven land van oorsprong te eischen. te dringen. Om half 7 besloot ik den chef van de Belgische douane in het vertrou wen te nemen omdat we vreesden, dat het invullen der papieren voor de auto, te veel tijd inb-eslag zou lemen Die chef was zeer welwillend. Ofschoon zijn diensttijd eigen lijk al om was, is hij toch speciaal blijven wachten en beloofde alleen de nummers van de auto's te rullen opnemen. Als dat geschied was, zouden ze meteen door mo gen rijden. Intusschen zaten wij vol angst en span ning, kon er iets uitgelekt zijn van het ge heim, waardoor de reisplannen veranderd waren, of zouden ze misschien langs een ander grensstation België binnen komen? De heer Smol kauwde al van zenuwachtig heid meer zijn sigaretten op dan dat hij ze rookte. Eindelijk om 10 minuten vóór 7 kwamen de drie auto's aan. Voorop de wagen met de Prinses en den Prins, dan de reserve wagen en vervolgens de wagen met de vei ligheidsrecherche. De chauffeurs wilden hun papieren al in orde laten maken, maar dat hoefde niet. De heer Smol en ik meldden ons ter stond aan de voorste auto. De Prins zei, dat hij graag zelf de Pac kard wilde gaan chauffeuren. „De Prin ses komt dan naast me zitten", voegde hij er aan toe. Waarop Prinses Juliana, hem herinne rend aan het incognito, lachend verbeter de: „Mevrouw!" Wij hebben Prins Bernhard ontraden om zelf te rijden, omdat wij den weg hadden verkend en daarbij gezien, hoe moeilijk hij te vinden was. Boven* !en was er veel vrachtverkeer en kwam er mist opzetten. De Prins legde zich terstond by deze overwegingen neer. We zijn toen in onze auto gesprongen om vooruit te rijden. De chauffeur van den prinselijken auto had ons slechts te vol gen. Spannende tocht door zwaren mist. Een tiental kilometers ging alles goed. Met een flinken gang naderden we Ant werpen, toen plotseling een zoo zware mist opkwam, als ik in Holland nog zel den heb meegemaakt. F- die mist hebben we gehouden tot Brussel toe. We hadden geen 5 meter zicht. Voortdurend reden we met de bermlamp op het trottoir gericht om ten zien, waar een kruispunt was. Dan moesten we weer stoppen voor een vracht auto zonder achterlicht, die plotseling uit den mist voor ons opdoemde. En tegelijk dienden we op te letten, of de andere auto's ons wel volgden. In Mechelen moesten we op den gis een plein oversteken, omdat we den overkant niet konden zien. Toch, als het even kon, gaven we weer meer gas, want we moesten den trein ha len en het was a. laat. Eindelijk hadden we het rechte gedeelte langs de spoorbaan naar Brussel te pakken. Maar nu konden we weer niet zien, waar we links moesten afslaan om Brussel bin nen te rijden. Maar ook dat vonden we ten slotte, gelukkig zonder een keer mis te rij den. In Brussel leek de mist nog veel dikker te zijn geworden. De heer Smol moest hier vóór de auto uitloopen, om de zijstraten te ontdekken. On1! 10 minuten voor 9 waren we einde lijk aan den Gare du Nord. „Maar dat is Prinses Juliana". De trein was nog niet binnen. Om niet op het station te behoeven te wachten met groote kans van herke id te worden, stel den we den Prins voor in de auto te blij ven en even in een zijstraat te parkeeren. Daartegen bleek bij de vorstelijke per sonen geen cnkej bezwaar te bestaan. Er kwamen daar wel een paar opgeschoten jongens naar de mooie auto's kijken, maar niemand had ook meer eenig vermoeden, wie daarin zaten. Orn 9 uur daverde de groote internatio nale trein het station binnen. Toen vlug naar het perron! Gezamelijk passeerde Prinses Juliana en Prins Bernhard de controle. Overal hin gen hun tolo's, maar niemand herkende hen. Alken de controleur begon even te lachen toen hij hun tickets contro leerde. De heer Smol vroeg hem: „Waarom lach je?" Maar dat is Prinses Juliana, was het prompte antwoord. Hou jebitste Smol terug. Zonder verder incidenten wandelde het Prinselijk Paar naar den slaapwagen, waarin voor hen gereserveerd was. De Prinses wilde nog een paar kranten hebben, en terwijl zij die in haar com- partement doorkeek, hadden wij in de gang van het rijtuig nog een heel gesprek met den Prins over den moeilijken rit in den mist. Beiden uitten de vorstelijke personen hun groote tevredenheid over de organi satie van de reis. Toen de heer Smol en ik weer op het perron stonden en de trein zich in bewe ging zette voor zijn 25-uursrit van Brussel over Keule, Berlijn, Beuthen, en Krakau naar Tarnow, waar het Prinselijk paar moest overstappen in een klein treintje naar Krynica, konden we elkaar geluk- wenschen, dat de opzet om Prinses Juliana en Prins Bernhard een rustige huwelijks reis te verzekere, voor zoover van ons af hing, geslaagd was. Denzelfden nacht reden we nog door den mist naar den Haag terug. Om 4 uur s morgens stonden we op de pont te Dordrecht. Om te weten of men hier iets van het vertrek bemerkt had. brachten we het ge sprek op de Prinses en den Prins. „Waar zij heen zijn, weet ik niet, maar gisteravond om half 6 zijn ze hier gepas seerd", zei de pontknecht laconiek! Aldus eindigde dé heer Pliester zijn in teressant verhaal over de huwelijksreis van het Prinselijk Echtpaar. R. K. Ver. v. Kraamverzcrginq voor alle gezindten te Lelden en Omstreken Plaatsing-Bureau Boerbaavestr 30 verleent hulp door gediplomeerde krachten Geopend eiken DINSDAG- en DONDER DAGMIDDAG van 2—4 UUR tot het ver strekken van de gewenschte inlichtingen, aanmelden van contnbucerende leden en aanvragen voor kraamhulp Telcf. 3420. Aanvragen (schriftelijk) adres Boerha?ve- straat 30. Offkieele Crisispublk&ties STEUNVERLEENING ERWTEN EN ;VELDBOONEN. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt bekend, dat de steunvergoeding voor groene erwten van de kwaliteitsklasse C, gedenatureerd in het tijdvak 18 Januari 1937 tot en met 23 Januari 1937 1.20 per 100 K.G. zal bedragen. Voor in datzelfde tijdvak gedenatureer de groene erwten van de laagste klasse en andere erwten is de steunvergoeding be paald op f 0.70 per 100 K.G. 699 De steunvergoeding voor veldboonen welke volgens de dateering van het dorschbriefje zijn gedorscht in het tijdvak 18 Januari 1937 tot en met 23 Januari 1937 zal fl.15 per 100 K.G. bedragen. 's-Gravenhage, 30 Januari 1937. Stijgende opbrengst vermakelijkheids belasting te Den Haag. De netto opbrengst der vermakelykhe- denbelasting te 's-Gravenhage bedroeg ge durende de maand Januari 1937 63.153,80. De opbrengst over deze maand in 1936 en 1935 was resp. ƒ60.402,43 en ƒ58.502,81. De bioscopen brachten over de maand Januari 1937 49.932,62 op. De opbrengst over deze maand in 1936 was ƒ42.091,14. Voorloopig overzicht van het weer in Januari 1937. Gemiddeld over de vyf hoofdstations was de ochtendtemperatuur een halve graad boven normaal. Vooral tengevolge van de vorstperiode van den 26sten tot den 30sten was te den Helder en Gronin gen de gemiddelde temperatuur een halve graad beneden normaal, te de Bilt, Vlis- singen en Maastricht gemiddeld een graad erboven. In de drie decaden was de tem peratuur voor de vijf hoofdstations gemid deld twee en een halve graad boven nor maal, normaal en een graad beneden nor maal. De grootste afwijkingen kwamen voor den den 6en en den 29sten resp. 6 graden boven en 8 graden beneden nor maal. De gemiddelde maximum temperatuur was een halve graad en het gemiddelde minimum een graad boven normaal. Het aantal dagen met een mininmum temperatuur beneden het vriespunt be droeg te de Bilt dertien tegen zestien nor maal. De neerslag was over het geheele land boven normaal. (In het midden en Zuid westen tot honderd procent, overigens vijf en dertig tot zeventig procent boven nor maal). Te de Bilt werden zes en zestig uren zonneschijn waargenomen tegen vier en vijftig uren normaal. LAND- EN TUINBOUW Schieters in de Bieten. In de „R.K. Boe ren- en Tuinderstand" van 15 October 1936 W. Jansen, Directeur der R.K. Landbouw- wintsrschool te Roosendaal een interessant artikel over schieters, zaadstokken, in de bieten. Daar was aanleiding toe, want 1936 was weer eens een echt schietersjaar, zoo als de bietenbouwers hebben kunnen waar nemen. Dat is een fout in de zaadcultuur, zegt de heer Jansen, want een biet behoort en behoeft in haar eerste jaar niet in bloei te komen, evenmin als roode kool of knol raap; de schieter-vorming kan men met eenige reden een kinderziekte noemen. Welk kwaad doet de schieterliefhebberij? De grootste last er van hebben ongetwijfeld de fabrieken. De doorgeschoten bieten hebben een houteriger, harder weefsel dan de gewone, en daar de messen in de snij- molens reeds snel genoeg slijten als ze nor male, zachte bieten te verwerken krijgen begrijpe men de zorg der fabrieken, wan neer ze de huidige verwildering der bieten velden beschouwen (dat was dan in den vo- rigen zomer). Men raadt den boeren drin gend aan, de zaadstokken zoo vroeg moge lijk uit te snyden, en den dreigt soms, de doorgeschoten bieten niet te zullen accep teeren. Natuurlijk komt zoo min van 't een iets als van 't ander. Waar alleen iets van komt, dat is, dat alle slijpmachines der fa brieken gemobiliseerd worden, en dat er een man of wat méér aan de campagne een stuk brood verdient. Dat is de eenige licht zijde. De boer heeft zonder twijfel schade van de haast der bieten. De schieters, die al vroeg in 't jaar beginnen met toe te ge ven aan hun onzalige voortplan'.ingsdrag, blijven klein. Ze overlommeren met hun heesterachtig loof de buurplanten en doen daardoor waarschijnlijk in totaal meer kwaad aan anderen dan aan zichzelf, want het percentage schieters valt doorgaans, zelfs in de woest-uitziende velaen, sterk mee. Het suikergehalte behoeft volgens Tsje chische onderzoekingen niet steeds veel la ger te zijn dan dat van normale bieten. Dat zou afhangen van het stadium, waarin de schietervorming begint. Vangt die vroeg aan, zoodat de zaadstengel in October al bruin begint te worden, dan is volgens deze waarnemingen het gehalte weinig lager dan van de andere, normaal gegroeide bie ten. Begint de schietervorming laat in het jaar, zoodat de bloeistengel bij het rooien nog groen is, dan is het gehalte minder gunstig. Het ruwvezelgehalte der ontaarde bieten is uiteraard hooger dan normaal. Talrijke onderzoekers hebben getracht middelen te vinden om het ongewenschte verschijnsel van het schieten te voorko men, maar dit doel is nog niet ten volle bereikt. In 1929 hield dr. Dudok van Heel, de tegenwoordige leider van de firma Kuhn te Naarden, voor de Technische vereeni- gir.g van Beetwortelsuikerfabrikanten en Raffinadeurs een voordracht over „het schieter-vraagstuk, beschouwd uit het standpunt der erfelijkheid" en gaf als con clusie: „dat de erfelijke factoren, die het schieten veroorzaken, recessief zijn, en dus by voortgezette inteelt gemakkelijk verwij derd kunnen worden". De heer Jansen merkt op: „We zijn nü elf jaar ouder, en ik durf vermoeden, al zijn de cijfers der rassenproefvelden van 1936 nog niet be kend, dat het dr. Van Heel niet bepaald meegevallen is; heelemaal vrij van schie ters is Kuhn P. tenminste nog niet". Dr. Van Heel wijdt aan de beschouwin gen van den heer Jansen in tijdschrift „Van Zaad tot Suiker" een wederwoord, en schrijft onder meer, dat hij zijn in 1927 ontwikkelde opvatting nu nog geheel juist acht, en het nog niet schietenvrjj zijn der Kuhn-biet aan de uitwendige omstandig heden moet worden toegeschreven, omdat die in het voorjaar van 1936 zoo buitenge woon ongunstig waren. „Wij haaden door voortgezette inteelt die factoren verwij derd, die onder normale Nederlandsche om standigheden schieters deden optreden. Onze biet is -in normale jaren dan ook practisch schietervrij Nu ons een methode bekend is om ook die erfelijke factoren te herkennen, die in abnormaal ongunstige jaren schietervor ming kunnen doen optreden, zal het ons niet moeilijk vallen om ook die factoren nog weg te kweeken, en zullen wij dan ook zeer spoedig in staat zijn een zaad te le veren, waaruit ook in zeer ongunstige ja ren een schietervry gewas zal kunnen groeien. Fosforzuur en Kalk. Onder dezen titel is een nieuw tijdschrift verschenen, dat als uitgave van het Thomasslakker.mesl-bu- reau voorloopig op ongeregelde tijden zal verschijnen. De naam is gekozen, omdat de wóarde van het Thomasslakkenmeel niet alleen wordt bepaald door het daarin aan wezige fosforzuur, maar voor een groot deel ook. door zijn hoog gehalte aan zeer werkzame kalk. Met Thomasslakkenmeel wordt aan den Nederlandschen grond als regel veel meer fosforzuur toegevoegd dan met alle andere fosforzuurmeststoffen sa men en eveneens eenige malen meer kalk dan met alle eigenlijke kalkmeststoffen sa men. In beide opzichten neemt het slak- kenmeel, wat misschien een deel onzer le zers zal verwónderen, een overheerschen- de plaats in. Uit de cijfers van het Ver slag over den Landbouw in 1935 valt af te leiden: dat van al het fosforzuur in kunst meststoffen 65.6 pet., dus bijna twee derde deel, gebruikt werd in den vorm van Tho masslakkenmeel. En wat de kalk betreft, is met cijfers aan te toonen, dat met het Slakkenmeel jaar lijks meer dan driemaal zooveel kalk aan den Nederlandschen bodem ten goede komt als met alle eigenlijke kalkmeststoffen te zamen. Wij herinneren onzen lezers, dat het Tho- masslakkenmeelbureau in 1928 is opge richt om door het leiden en eventueel steu nen van proefnemingen, en door landbouw- wetenschappelijke voorlichtmg en propa ganda het doelmatige gebruik van kunst mest in 't algemeen en van Slakkenmeel in 't bijzonder te bevorderen overal, waar zulks in 't belang van land- en tuinbouw kan worden geacht. Wij begroeten het nieuwe tijdschrift met ingenomenheid; de inhoud van het eerste nummer geeft ons vertrouwen, dat het in verband met de veranderde omstandighe den veler inzichten op het gebied der be mesting zal kunnen verhelderen, en dus nuttig werk, ten bate van land- en tuin bouw, zal kunnen doen. B-r. Modern. Verkoopster: „En jongen, kom je speel goed ruilen?" Jongen: ,Ja, ik zou mijn houten paard graag voor een Mercedes-cabriolet willen omruilen!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7