S EEN WEEK HISTORIE
DUITSCHLAND NEDERLAND
TE DUSSELDORF.
ZATERDAG 30 JANUARI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 13
VANDERVELDE UIT HET BELGISCHE KABINET GEDRONGEN.
DE KWESTIE VAN DANTZIG. DE NEDERLANDER BEDANKTE
VOOR DEN POST VAN HOO GEN COMMISSARIS. EEN MILDERE
ATMOSPHEER IN EUROPA? DE CRISIS IN JAPAN.
Roode drijverij. Wanneer er in
een stille straat plotseling ruzie-stemmen
opklinken, gaan van alle huizen de ramen
open en worden nieuwsgierige koppen
naar buiten gestoken. Uit deuren, hoeken
en gaten komen menschen toeschieten in
een hoeveelheid, welke men in zoo'n buurt
voor onmogelijk zou hebben gehouden.
Alles is één en al aandacht voor het hei
beltje.
Zoo gaat het in de buitenlandsche poli
tiek ook. België is overigens een rustig
landje, net als wij, maar deze week heb
ben de ooren van alle buren zich weer
eens gespitst op een ruzie-geluid, dat op
klonk in het Belgenstraatje.
Er was herrie in het Belgische kabinet,
oneenigheid in den boezem der regeering.
Aan den eenen kant stond minister
Spaak, een socialist en minister van buiten
landsche zaken, en aan den anderen kant
stond Vandervelde ook socialist. Deze laat
ste, die aan de regeeringstafel nog niet ge
leerd had, dat men z'n principes niet al
tijd kan doordrijven, was het niet eens met
de buitenlandsche politiek van zijn colle
ga, speciaal niet met diens houding tegen
over Spanje en Italië. De minister-presi
dent v. Zeeland koos de zijde van Spaak
en alzoo liep het spaak voor Vandervelde,
die uit het kabinet gedrongen werd.
Ondanks het uittreden van Vandervelde
blijven de socialisten toch meedoen in de
Belgische regeering, maar zij staan thans
lang niet meer zoo sterk en zullen zonder
de drijfkracht van den fanatieken Vander
velde een toontje lager moeten zingen.
Arthur Wauters, de directeur- hoofdredac
teur van het socialistische dagblad „Peu-
ple" heeft Vandervelde vervangen.
De „Msb." zegt ervan, dat deze benoe
ming de groote crisis nog wat kan ver
schuiven. Maar deze moet eens in volle
felheid losbarsten en dan zal de beslissen
de vraag zijn, of de socialisten in een land
als België in staat zijn werkelijk mede te
regeeren. Die vraag zal ontkennend be
antwoord worden: in het in zijn geest en
traditie nog katholieke België is geen
plaats voor het marxisme, of dit nu rose,
rood of karmozijn is. Het marxisme is een
Duitsch systeem, uit de valsche reeds lang
overwonnen verwarring van Duitsche
wijsgeer en geboren; het past niet, nooit in
een land met een katholieken of christe-
lijken grondslag.
Dantzig. Een ander conflict, dat
deze week zijn oplossing gevonden heeft,
is de Dantziger kwestie.
Tusschen den Senaat van Dantzig en
den hoogen commissaris van den Volken
bond Lester, was er een voortdurende
spanning. De nationaal-socialisten, die
weliswaar de meerderheid hebben in de
Vrije Stad, maar nog geen voldoende meer
derheid om de Grondwet naar hun hand
te zetten, spelen desniettemin de baas in
Dantzig alsof er geen Grondwet bestond.
Door allerlei maatregelen is de oppositie
gekneveld en van haar grondwettelijke
rechten beroofd en de stad is rustig gelijk
geschakeld. De hooge commissaris bracht
van al deze Grondwetsschendingen rapport
uit aan den Volkenbondsraad en vandaar
de gespannen verhouding. Dë Volken
bondsraad heeft daarop den hoogen com
missaris weggepromoveerd (Lester heeft
thans een hoogen post bij de administratie
van den Volkenbond te Genève) en heeft
nu een compromis gesloten met Dantzig.
De nieuwe hooge commissaris zal zich niet
meer hoeven te bemoeien met de binnen-
landsche aangelegenheden van Dantzig,
maar alleen de buitenlandsche politiek
hebben te controleeren.
Voor dezen post had de Volkenbonds
raad het oog laten vallen op den Neder-
landschen vice-admiraal J. de Graaff,
maar de Nederlandsche regeering was wei
nig enthousiast voor de benoeming van een
Nederlander in dat wespennest en waar
schijnlijk in overleg met de regeering heeft
de heer de Graaff voor de eer bedankt.
Een prettige positie heeft een hooge com
missaris in Dantzig niet. Zijn taak zal
voortaan practisch zijn, te waken voor de
belangen der Poolsche minderheden in
Dantzig.
De Dantziger Senaat krijgt de formeele
vrijheid, de nationaal-socialistische poli
tieke gelijkschakeling tot in alle conse
quenties voort te zetten als hij de be
langen der Poolsche minderheden dan
maar ontziet.
Dat moet natuurlijk in de toekomst tot
nieuwe conflicten met Polen aanleiding ge
ven. Zoolang de betrekkingen van Duitsch-
zullen er geen moeilijkheden rijzen, maar
als in de verhouding verkoeling komt,
wordt de zaak anders.
Dantzig heeft nog eens een Nederlander
als hoogen commissaris gehad, mr. J. A.
van Hamel, die van December 1925 tot
Juni 1929 te Dantzig resideerde. Daarna is
de Italiaan Gravina korten tij<3 hooge com
missaris geweest, vervolgens de Deen Ros-
ting en toen de Ier Lester.
Lent e-g e 1 u i d. Wij hebben er
deze week al meer op gewezen, dat er in
de buitenlandsche politiek van Europa een
schuchtere lente-atmospheer wil gaan
doorbreken. Als wij ons overgeven aan ons
optimisme, zouden wij kunnen spreken van
een nieuwe lente en een nieuw geluid.
Na den Engelschen minister Eden heeft
verleden Zondag ook de Fransche premier
Blum een groote rede gehouden. Welis
waar heeft Blum zich niet op de knieën
geworpen voor Duitschland en heeft hij
met name niet toegegeven aan de Duitsche
eisch van directe onderhandelingen van
land tot land (waaraan Duitschland om
begrijpelijke redenen de voorkeur geeft
boven collectieve onderhandelingen, waar
bij het niet één maar verscheidende tegen
spelers tegenover zich heeft), maar de
toon van Blum was niet scherp enwat
meer zegt, de rede heeft in Berlijn een
gunstig onthaal gevonden.
Vandaag is het antwoord aan Hitier. Wat
hij vandaag zeggen zal, is ons op het
oogenblik nog niet bekend, maar de voor
waarden voor een toenadering tot Frank
rijk en Engeland zijn aanwezig, zoodat
Hitier, als hij dat wil, thans de gelegen
heid heeft om zijn land een beteren dienst
te bewijzen, dan door het voort te jagen
op den weg van bewapeningswedloop en
autarkie.
Frankrijk en Engeland hebben Duitsch
land meer dan eens te verstaan gegeven,
dat zij bereid waren het zoo moeizaam
worstelende land economisch vérgaand te
gemoet te komen, wanneer het zijnerzijds
hun in politiek opzicht, inzake de bewa
pening, inzake een bevredigende regeling
van het Europeesche vraagstuk in zijn ge
heel, wilde tegemoet komen.
Het ziet er naar uit, dat Duitschland
daar ooren naar heeft, vermoedelijk onder
invloed van Italië.
Rome moge nog zoo dikke vrienden zijn
met Berlijn, het heeft er geen behoefte
aan, zijn vriendschap tegen Engeland en
Frankrijk verder uit te spelen dan in zijn
eigen belang is. Men zou zich niet behoe
ven te verwonderen, als in de jongste be
sprekingen tusschen Rome en Berlijn, ook
in de „particuliere" gesprekken tusschen
Göring en den Duce, die het Europeesche
probleem samen in zijn geheelen omvang
onderzocht hebben, Rome matigend op
Berlijn heeft gewerkt.
-Hitlers rede van vandaag zal ons mis
schien opheldering geven.
Japansche crisis. In het land
van de Rijzende Zon is ook weer een crisis
uitgebroken. Het betreft hier een oude
kwestie, n.l. de worsteling om de macht
tusschen parlement en leger.
Het Japansche leger beschouwt het par
lement als een der verderfelijke uitingen
van de in Japan doordringende Wester-
sche democratie, die het uit een goddelijke
bron afkomstige keizerlijke gezag aantast
en bedreigt. Het beschouwt zichzelf, als
direct onder de bevelen van den keizer
staande, aangewezen als gezaghebbende
beschermer van de oude tradities en als de
eigenlijke drager van de macht.
De jongste crisis ontstond om de leger-
begrooting voor 1937, welke de hoogste is,
welke tot nu toe ooit is voorgekomen en
niet minder dan 46 pet. van alle uitgaven
bedraagt. Geen wonder, dat in het parle
ment scherpe critiek gevoerd werd tegen
de altijd stijgende legeruitgaven, welke
geen gelijken tred houden met de militaire
successen in China. Het kwam tot een con
flict en de regeering heeft het veld ge
ruimd. De regeering, die zoo wat tusschen
parlement en leger in staat, heeft het blijk
baar niet raadzaam geoordeeld om tot par-
lementsontbinding over te gaan, wat het
leger graag gezien had; maar heeft zich
zelf opgeofferd. De moeilijkheid is nu
maar om een nieuw ministerie te vormen.
De minister van oorlog moet n.l. een mili
tair zijn en tot nu toe heeft het leger ge
weigerd mee te werken om een candidaat
aan te wijzen. Op die manier is het geen
NIEUWE RADIO
'ijn-ijjilcuL^du c^ctie
in prijzen vanaf f 89.—
Neemt Uw potlood. Vult curiositeitshalve eens de kolommen
in met „ja" of „neen"Moeten veel vragen met „neen"
beantwoord worden Dan is het hoog tijd, dat U een nieuwen
Philips hoort. Gaat naar Uw handelaar, en laat U een
Philips demonstreeren. U zult dan ontdekken, welk een
veelomvattende hervorming op radio-gebied heeft plaats
gehad, zonder dat U iets van deze totale omwenteling besefte!
Voör de 15e maal zullen de
ploegen elkaar bekampen
l3Dd met Polen vriendschappelijk blijven, pretje om een kabinet samen te stellen.
Een nieuwe groote kracht
meting met onzekeren uitslag.
Het doodgewone voetbalprogramma ligt
morgen stil. Ware het al niet, dat Koning
Winter uiteindelijk zijr heerschappij had
doen gevoelen, dan was het toch de groote
strijd in Dusseldorf geweest, die voor 'n
overigens welkome onderbreking had zorg
gedragen.
Morgen vindt alzoo te Dusseldorf de
vijftiende kamp tusschen de vertegenwoor
digende ploegen van Nederland en Duitsch
land plaats.
Het krachtsverschil tusschen beide lan
den is ondanks het feit, dat Duitsch
land steeds over een grootere selectie te
beschikken had dan Nederland steeds
nog in het voordeel der onzen, want Ne
derland heeft nog steeds een voorsprong
van twee punten.
DE VROEGERE WEDSTRIJDEN.
Een kort stukje historie over de tot nu
toe gespeelde wedstrijden laten we hier
onder volgen.
De ontmoetingen tusschen het Neder
landsche en het Duitsche vertegenwoordi
gende elftal zijn niet zoo talrijk, ondanks
er in de twee eerste jaren reeds vier wed
strijden werden gespeeld, en toch datee
ren zij reeds van 1910. De groote oorlog
deed de wedstrijdenreeks echter gedurende
bijna tien jaar onderbreken.
De eerste ontmoeting tusschen het klei-'
ne „Holland" en het groote Duitschland
vond op 24 April 1910 te Arnhem plaats.
„Niet minder dan 8000 toeschouwers wa
ren bij dezen wedstrijd aanwezig", aldus
lezen we in het verslag dezer ontmoe
ting. Tegenwoordig is dat aantal vertien
voudigd en meer zelfs, ook al kunnen niet
allen persoonlijk den wedstrijd bijwonen.
Over het verloop van dat eerste tref
fen lezen we, dat Duitschland na 23 min.
de leiding had, doch binnen 6 min. was
de stand weer gelijk, maar de rust ging
met een 21 voorsprong voor de gasten
in. Daarna scoorde Holland in net laatste
kwartier van den wedstrijd, nog driemaal,
zoodat met 42 werd gewonnen.
Dat was in de jaren van Göbel, toen Hol
land met 40 in Engeland geklopt werd.
De „revanche"-wedstrijd der Duitschers
op 24 Oct. 1910 te Kleef gespeeld bracht
hun geen revanche, want met 21 bleven
de onzen ook nu de Duitschers de baas.
Het volgende treffen vond plaats op 5
Mei 1912 te Zwolle. Daar werden in een
doelpunten-rijken wedstrijd de punten
broederlijk gedeeld. Het resultaat was
55, doch in hetzelfde jaar, op 17 Novem
ber 1912, won de Ned. ploeg voor de derde
maal van de Duitschers, nu te Leipzig met
3—2.
Op 5 April 1914 werd voor het eerst te
gen de Duitschers te Amsterdam gespeeld
in het oude Stadion en voor de tweede
maal brachten de Duitschers het niet ver
der dan een gelijk spel (44). Uit vijf
wedstrijden hadden de onzen acht pun
ten veroverd. Wel een bewijs, dat ons voet
bal toen 'n stuk hooger stond dan dat dei
Duitschers.
Daarna kwam de groote oorlog, die elk
contact tusschen beide landen op voetbal-
gebied onmogelijk maakte en ook langen
tijd daarna deed verbroken zijn.
Eerst in 1923 werden de relaties met
Duitschland hervat en in Hamburg vond
op Hemelvaartsdag de zesde ontmoeting
plaats. Weer was een gelijk spel het re
sultaat van den wedstrijd, waarin geen van
beide partijen er in slaagden te doelpun
ten
Het Ned. elftal zag er toen als volgt
uit: Doel: De Boer; achter: v. d. Kluft,
Denis; midden: Jole, v. Linge, Lefèvre;
voor: Sigmond, Addicks, Heijnen, Bies-
haar, Groosjohan. in dezen wedstrijd waren
de Duitschers opvallend sterker. Het Ned.
elftal speelde vrij zwak en alleen de ver
dediging maakte daarop een uitzondering.
Op 21 April 1924 slaagde Duitschland er
in de eerste overwinning te behalen. Met
10 werd te Amsterdam gewonnen. Ver
schillende spelers uit 1923 speelden toen
in het Ned. elftal mee, terwijl ook De
Natris daarin was> opgenomen.
Weer een jaar later op 29 Maart 1925
won het Ned. elftal met 21 te Amster
dam. Toen begon de glorie van v. d. Meu-
len in het doel, terwijl hij als backs voor
zich had Vermetten en v. Dijke. In de mid
denlinie speelden Lefèvre, Bul en Stee
man, vóór Gielens, Volkens, de Haas, Baer
v Slangenburg en De Natris.
De negende wedstrijd, op 18 April 1926,
was de eerste te Dusseldorf. De Duitschers
wonnen met 42, waardoor de Ned. ploeg
voor het eerst in Duitschland werd ge
klopt. Behalve aan deze nederlaag blijft
tevens de herinnering aan de slechte orga
nisatie in Dusseldorf in de herinnering
voodrtleven. Het Ned. doel werd toen
verdedigd door Quax.
Ook de volgende ontmoeting bracht een
Duitsche zege. Dat was op 31 October 1926
te Amsterdam, toen de gasten met 32
wonnen. De verdediging was toen: v. d.
Meulen, Denis, van Kol.
Het resultaat van de tien gespeelde
wedstrijden was nu: Nedl. 11 pnt., Duitsch
land 9.
In den volgenden wedstrijd op 20 Nov.
1927 te Keulen gespeeld, verdedigde weer
het trio v. d. MeulenDenisv. Kol het
Ned. doel. De Hollanders hadden toen bij
de rust door Weber (linksbuiten) een 10
voorsprong, doch het einde kwam met een
22 gelijk spel door een gelukkig tweede
doelpunt van invaller Smeets, een kwar
tier voor het einde gescoord. Een derde
Duitsch doelpunt werd wegens buitenspel
niet toegekend.
Eerst op 26 April 1931 vond het twaalf
de treffen tusschen beide landen plaats in
Olympisch. Stadion te Amsterdam. Toen
was Lou Adam van de partij, terwijl v.
Run op de plaats van Denis stond. Weer
was het resultaat een verdeeling der pun
ten, hetgeen de beste verhouding was. Van
de 12 wedstrijden waren er dus reeds 5 ge
lijk gespeeld.
Daarna volgde op 4 December 1932 de
roemrijke wedstrijd van Dusseldorf, waar
in Adam op z'n best was en waarin ook de
zelfde verdediging als in 1931 met v. Heel
Anderiessen en Weber als middenlinie
prachtig werk verrichtte. De Hollanders
klopten de Duitschers op eigen grond met
20, welk resultaat reeds in de eerste
helft bereikt werd.
Ten slotte volgde op 17 Februari 1935
de veertiende en laattse wedstrij-d te Am
sterdam, waar de Duitschers dank zij een
absoluten buitenspel-goal een 32 zege in
de wacht wisten te sleepen en aldus het
puntenverschil weer op twee terugbrach
ten.
DE STRIJD, DIE KOMEN GAAT.
De tot nu toe behaalde resultaten kun
nen voor de Duitschers opgetwijfeld een
aanleiding zijn, om hun voortdurende min
derheid tegen een klein land als Neder
land is, door een overwinning ten minste
te egaliseeren, maar daar zijn meer re
denen, waarom de Duitschers haken naar
een zege op het sterke Holland.
Immers de Olympische Spelen brachten
den Duitschers een geweldige teleurstelling
toen zij door Noorwegen verslagen wer
den en daarop volgden nog nederlagen te
gen Schotland en Engeland. Wel volgde
daarop eenig herstel door het gelijke spel
tegen Italië, maar het feit, dat de selectie-
ploeg der Duitschers de laatste veertien
dagen in voortdurende training is geweest,
wijst er toch wel op, dat de Duitschers er
naar haken eindelijk weer eens een over
winning te behalen op Nederland, dat nog
steeds als een der meest gevreesde tegen
standers kan worden beschouwd.