De sneeuwval
in ons land.
SIPS®
H
M9||
«éw
De schaduwzijde van den sneeuwval, die zich thans op zeer
vele plaatsen in West Europa doet gelden en ook ons land niet
vergeten heett
Dr. Aljechin speelde Dinsdagavond te Amsterdam een simultaan schaakwedstrijd
aan 35 borden. De schaakmeester tijdens een der partijen
De premiers van Jugoslavië en Bulgarije wenschen elkander geluk
met het tot stand komen van het vriendschapsverdrag tusschen beid©
landen, dat door hen te Belgrado werd onderteekend
FEUILLETOK
WAT HET SCHILDERIJ
VERBORG
Naar het Engelsch
dcor
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
16)
„Moeder mag dit nooit weten, Rosalie",
zei hij ten laatste.
„Van mij zal ze het nooit te weten ko
men, Ronald".
Toen begonnen ze het herstellingswerk.
ITet een na het ander werden de graven
weer getooid met planten en witte bloemen
die Rosalie uit het bosch haalde.
Het hart van den pelsjager klopte onstui
mig, toen hij naar de knielende gestalte
keek En met een schok, in één glorieus
moment, drong de waarheid tot hem door;
hij hield van Rosalie had haar lief
zij was de vrouw, die de Voorzienigheid
voor hem bestemd had.
Met al het vuur van een pas bewust ge
worden eerste liefde nam hij het slanke
figuurtje m zijn armen.
„Mijn eigen, aangebeden meisje...."
Maar de ontroerde woorden- troffen doo-
ve ooren. Al had Rosalie een moed en een
uithoudingsvermogen getoond. da£ menige
man haar mocht benijden, ten slotte ra
ken ook de krachten van het flinkste meisje
uitgeput.
Voorzichtig liet hy haar uit zyn veld-
flesch drinken en weldra sloeg ze de oogen
weer op, zonder eenig idee te hebben van
wat Ronaid haar had toegefluisterd. En hij
begreep dat het beter was haar nu niet ver
der van zijn liefde te spreken, al kostte het
zwijgen hem de ootste zelfbeehersching.
„Hoe voel je je nu, Rose?" vroeg hij al
leen.
Hij was haar vertrouwelijk bij den voor
naam gaan noemen, ofschoon ze hem nog
altijd met mr. Kerslake aansprak.
„O, dat gaat wel maar moeten we nu
niet terug?"
Het klonk dapper genoeg, maar in haar
hart zag Rosalie vreeselijk tegen den terug
tocht op het sturen van de kano dooi
de schuimende stroomversnellingen en dan
dat heele eind de Karna op te pagaaien tot
aan het kamp. Ze liet echter niets blij
ken ze zou liever haar tong afbijten dan
te erkennen wat er in haar omging en
juist wilde ze het pad naar de rivier in
slaan, toen er voetstappen achter hen klon
ken en Seth Harper weer nader kwam.
„Wat moet je?" beet Ronald hem toe.
„Neemt u mij niet kwalijk, meneei
Kerslake, ik dacht dat u al weg was en ik
kwam eens kyken, of Rose misschien toe
vallig ook een bloem had laten liggen. Die
wilde ik dan voor Nellie meenemen. U
zult het wel gek vinden...." Hij lachte
verlegen.
„Weelnee, heelmaal niet". Ronald's stem
klonk al weer heel anders, terwijl hij hem
een bosje bloemen van het dichtsbijzijnde
graf toereikte. „Hier, laten deze lelietjes
je aan den dag van vandaag herinneren."
Harper dankte met een paar gestamelde
woorden en ging voort:
„Rose ziet zoo bleek Iaat ik haar naar
Grenville dragen. Ik ken den korsten weg
en weet daar een fatsoenlijke vrouw, die
een logement houdt. Die kan voor haar
zorgen, haar een warm bad geven en een
goed bed."
Seth Harper verlangde vurig hun van
dienst te '.ijn.
Rosalie glimlachte flauw, ze begon de
gevolgen van de avonturen en vermoeienis
der laatste dagen meer en meer te voe
len. Ze weigerde echter vriendelijk en pro
beerde de rivier te bereiken.
Maar het ging niet ze werd zoo dui
zelig, dat ze wankelde.
„Wacht maar, meisje."
De ex-gevangene nam haar in de armen,
zoo teeder alsof ze zijn eigen kind was.
Weldra verried Rose's rustige ademhaling
dat ze, door uitputting overmand, was in
geslapen en toen Harper moe werd, gaf hij
haar over aan Ronald. Zoo wisselden ze el
kaar af, tot ze, tegen het aanbreken van
den dag, het stadje bereikten.
„Ik zal het schaap een warm bad geven,
en meteen in bed stoppen, meneer Kers
lake en morgen zal Carson haar thuisbren
gen als hij 's middags met de diligence
langs komt," sprak de hotelhoudster een
moederlijk uitziende vrouw toen ze Ro
se bij haar hadden gebracht.
Ze knikte de beide mannen bemoedigend
toe en deze vervolgden aun weg. Moe, hon
gerig en verdrietig bereikte Ronald hel
kamp; het vooruitzicht zijn moeder te moe
ten vertellen wat er gebeurd was, drukte
hem als een looden last.
„Sst, jongen. Charley slaapt en mag niet
gestoord worden. De dokter is er net ge
weest en zegt, dat Rosalie hem gered
heeft, want hij zou zoo over die schop zijn
blijven tobben, dat de spanning hem zou
hebben gedood."
De lieve vrouw klopte haar zoon op den
schouder, bemoederde hem en maakte een
ontbijt voor hem klaar. Doch Ronlad had
weinig eetlust.
Een half uur later nam hij haar mee
naar buiten in den stralenden zonneschijn.
Hij wenschte wel, dat zyn moeder in Glen-
connel zou blijven wonen, om dich bij Ro
salie te zijn, die niet anders dan voordeel
kon hebben van haar nobele leiding.
Hij raapte al zijn moed bijeen en begon
behoedzaam:
„Vindt u dit niet het mooiste plekje van
heel het Yukongebied, moeder?"
Haar blauwe oogen gleden langs den azu
ren hemelboog, de statige rotsen en de
boomtoppen, lardoor nu de wind speelde.
„Het is werkelijk schitterend", gaf ze
toe, maar voor een vrouw gaat er niets bo
ven haar eigen huis; het plekje waar haar
'man haar gebracht heeft en weer haar kin
deren voor het eerst „moeder" probeerden
te zeggen."
Weemoedig keek hij op zijn moeder neer.
„De hemel zy dank, dat ik haar het erg
ste niet hoef te vertellen", dacht hij en zijn
arm om haar schouder leggend, flapte hij
botweg uit, omdat hij, groote jongen die
hij was, geen betere manier kon vinden.
„Moederlief, u moet niet schrikken en
het u niet teveel aantrekker en bedroefd
zyn, maar ik kom juist van „De Houten
Hoeve" en het huis is tot den grond toe
afgebrand. Er is geen stukje meer van
over".
Agatha Kerslake werd doodsbleek en
klemde zich aan hem vast om niet te
vallen.
„Hoehoe is het gebeurd?" stamelde
zij en haar blik trof Ronald tot in het diepst
van zijn ziek
„Het kwam door mijn eigen onvoorzich
tigheid, moedertje", loog hij dapper.
„Ik wü er heen om mijnmijn huis
te zien.
Maar Ronlad, denkend aan de kleine gra
ven, waarop de omgewoelde grond, de
nieuwe bloemen en planten de schennis
zouden verraden, verklaarde beslist: „U
gaat niet terug, voordat „De Houten Hoe
ve" weer is opgebouwd en ik zal ieder stuk
met eigen handen vellen en zagen."
„Maar.... maar
„Doe nu, wat Lk je vraag, moederlief,
voor dezen keer", drong Ronlad. Toen
speelde hy zijn beste troef uit.
„Trouwens, Charley zal u noodig heb
ben om beter te worden en dan.er is
hier nog een moederloos meisje, dat net
zoo oud is als onze kleine Lili nu zou zijn
geweest."
„Ik zal blijven, mijn jongen", beloofde
de moeder en met een lichter hart ging Ro
nald de diligence tegemoet, waarmee Ro
salie zou terugkomen.
HOOFDSTUK X.
De zon scheen vroolijk door de open
deur van de hut; de wind voerde de geuren
der lentebloemen binnen en de rivier zong
haar bitterzoet, eindeloos lied voor Chi
cago Charley, die in bed overheind zat en
iedere beweging van Rosalie met de oogen
volgde.
Sedert den avond, waarop ze haar groot
waagstuk had ondernomen om aan zijn
verzoek te voldoen, was de zieke langzaam
in beterschap toegenomen en nu, drie we
ken later, was hij byna hersteld.
(Wordt vervolgd).
De sneeuwval bracht het wintersch aspect aan het Hollandsche landschap. Bij
het .Kopje te Bloemendaal was de jeugd direct present om de bobslee-sport
te -beoefenen. In snelle vaart gaat het naar beneden
in den zomer de badgasten van de zonnewarmte genieten. Een
wintersch snapshot aan het strand te S'eheveningen