Nederland bouwt bruggen. 3)e Het brugdeel aan de Noordelijke Maasoever bij Hedel is gereed gekomen, en thans zal met den bouw van de overspanning een aanvang worden gemaakt Het ms Weltevreden" dat op de werf P Smit Jr te Rotterdam werd ge bouwd voor rekening van den Rotterdamschen Lloyd, is Zaterdag met goed gevolg te water gelaten. Het schip glijdt van de helling Aan boord van het m.s. .Maetsuycker", dat Zaterdag zijn goedgeslaagde proefvaart hield, wordt de vlag van de K.P.M. geheschen tijdens de overname van het schip Ook West Indië vierde op luisterrijke wijze het huwelijk /an H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard. Verschillende openbare gebouwen te Paramaribo waren eestelijk versierd H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard poseerden tijdens het maken van een ski-tocht in de om geving van Krynica een oogenblikje voor onzen fotograaf (Plaatsing ver leend na overleg met den regeerings- persdienst) Het hotel Iglerhot te Igls, waar H. M. de Koningin thans verblijf houdt FEUILLETON WAT HET SCHILDERIJ VERBORG Naar het Engelsch door THEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). 14) „Maak maar gauw, dat je thuis komt, kind", ging hij voort. „Het is hier geen geschikte plaats voor je. Ben je niet bang voor wilde beesten?" „Neen, heelemaal niet. Maar, lieve he mel, U bent Seth Harper, de vader van Nellie, nietwaar?" En Rosalie vergat van pure verbazing haar angst van zooeven. „Hoe komt het dat je me kent, wie ben je?" vroeg de man, terwijl hij onderzoe kend naar Rosalie's knap gezicht keek. „Herinnert u zich Rosalie Moran niet meer De Roos van Glenconnel, zooals ze me noemen die soms bij Nellie kwam spelen?" In Seth Harper's gezicht stond een he vige ontroering te lezen. Hij had zijn kind boven alles lief gehad en toen het uit zijn leven verdween, was hij voor alles onver schillig geworden, tot afstomping toe. „Toen u weg moest bleef ik bij Nellie, tot ze beter werd ze is nu al een groot-meisje", hernam Rosalie, zonder acht te slaan op Dick Bryce, die er zwijgend bij stond en het noodlot verwenschte, dat Ro salie juist dezen nacht hierheen gevoerd had. „Maar.maar Nellie is dood, beste kind ze is een week nadat ik de ge vangenis inging, gestorven". Seth schreeuw de het bijna uit, terwijl een hoop, te heer lijk om waar te zijn, zijn hart vervulde. „Weineen, mijnheer Harper, ze verliet Kildoon de week daarop, maar ze is niet dood. De rechter heeft den overtocht be taald, zoodat Nellie naar haar grootmoeder in mgejand kon gaan; hij heeft ook geld voor haar opvoeding gestuurd. Hij is nu dood, maar Nellie is een groot meisje al bijna twaalf jaar nu." „Beware me". Harper leunde tegen een boom, doodsbleek. „Nellie nog in leven en Kerslake heeft haar overtocht betaald? O, wat een straf voor me! Ik ben de laag ste, gemeenste schurk op den aardbodem." „Kom, kom, meneer Harper", troostte Rosalie vriendelijk. „Nu u dit weet, zult u heelmaal veranderen en maken, dat Nel lie trotsch op u kan zijn, daar ben ik ze ker van.' „De hemel zij dank, dat ik je vannacht ontmoette, meisje, want ik stond op het punt me aan zijn zoon te vergrijpen. Ken je Ronald Kerslake van „De Houten Hoe ve"?" „Ja zeker", gaf het meisje blozend en verlegen ten antwoord. Setfc Karper, in wien, bij het vernemen van de blijde tijding, de betere gevoelens als met een schok weer aan de oppervlakte waren gekomen, merkte het op en glim lachte. Meteen wendde hij zich om en ontdek te, dat Dick Biyce verdwenen was, weg geslopen, terwy'l hij en het meisje praat ten. Harper schrok. „Wacht hier een moment, kind", voegde hij Rosalie haastig toe en hij drong door hei kreupelhout naar de plek, waar Bryce hun paarden had vastgebonden. Er was er een weg, het beste.... „Hij is natuurlijk teruggegaan, oih zijn verwenscht plan uit te voeren, want met Ronalc Kan hij het alleen niet klaarspelen", concludeerde hij. Opstijgend klopte hij het paard kalmeerend op den hals en reed te rug naar de plaats, waar Rosalie in span ning op bem wachtte. Zijn stem klonk heesch, toen hij zich uit het zadel naar de naderkomende Rosalie boog en haastig zei: „Hoor-es meisjelief, er dreigt iets vreese- lijks te gebeuren en ik schaam me te moe ten zeggen, dat ik er ook aan heb meege werkt. Maar ik rijd nu terug, zoo hard als ik kan en ik zal probeeren het nog te voor komen. Er mag geen minuut verloren gaan, dus loop wat je loopen kunt en zeg tegen Ronald Kerslake, onmiddellijk naar de Slangenkreek te rijden, als hij „De Houten Hoeve" wil helpen redden. Bryce en twee gevangenen uit Sing-Sing zijn van plan het huis in brand te steken. Snap je het, kindje?" In Rosalie's oogen kwam een felle gloed. „Snappen?" herhaalde ze. „Reken maar, det ik Ronald Kerslake zal helpen, en als er iets met de „Houten Hoeve" gebeurt, zul len degenen, die dat op hun geweten heb ben, met de jongens van Glenconnel te doen krijgen". En het volgende oogenblik snelde Rosa lie, met wild kloppend hart en een vast beraden trek op het gezicht, den weg naar de blokhutten af. Chicago Charley jammerde nog steeds om zijn schop, toen Agatha Kerslake de hut binnentrad. Ronald volgde haar op den voet en zijn eerste vraag, nada. hij naar den toestand van den zieke geïnformeerd nad, was: „Waar is Rose?" „Ze is een boodschap gaan doen, maar ik weet niet waarheen", was Rob's weinig ge ruststellend antwoord. „Maar waar kan ze op dit uur van den nacht naar toe zijn?" hernam Ronald, ver schrikt op zijn horloge kijkend. Ze zei iets van een schop, maar ik was een beetje ingedommeld, en heb haar mis schien niet goed verstaan", vertelde de oude man, die twee dagen en nachten bij Charley had gewaakt. „De schop wil ik hebben. Rose al het geluk van Glenconnel zit in die schop", klonk het van Charley's droge lippen, ter wijl hij het grijze hoofd rusteloos in de kussens bewoog. Ronald realiseerde zich onmiddellijk de beteekenis van die woorden. „Goede genade, Rose zal toch niet zoo dwaas zijn geweest om midden in den nacht door het bosch te gaan", roep hij onthutst. „Wat is er, jongenlief?" vroeg zijn moe der, die Charley's verhit gezicht bette. „Rosalie is heel illeen het bosch inge gaan naar de mijnen; ik moet haar gaan zoeken". En de jager draaide zich om en wilde de hut verlaten. Maar op den drempel ontmoette hij een klein figuurtje met bleek gezicht en oogen, groot van angst. Rosalie hijgde van het harde loopen. „Kom mee gauw ze willen „De Hou ten Hoeve" In brand steken", riep ze, zwaaiend met Charley's schop. HOOFDSTUK IX. Ronald nam haar de schop af, ging met haar naar buiten, liet haar op een omge vallen boomstam plaats nemen en hield zijn veldflesch met brandewijn ean haar lippen. Tot zijn groote verlichting zag hij weldra wat kleur op haar wangen terug- keeren. „En vertel me nu alles", verzocht hij toen ze weer wat gekalmeerd en op adem gekomen was. „O, het is te lang om nu allemaal te ver tellen", begon ze met trillende stem, „maar Dick Bryce en twee ontslagen gevangenen willen de Slangenkreek in de lucht laten vliegen. Misschien '-om je op tijd als je nu dadelijk gaat. Het vlugst ben je er over het water ik ken den kortsten weg. want ik ben er al eens eerder geweest. En ang stig eindigde Rosalie: „Kan je een kano be sturen?" „Nu. niet bijzonder goed, maar ik zal het beste paard nemen dat ik vinden kan en de hemel zij Dick Bryce en lijn kornuiten genadig als ik ze te pakken krijg." „Over water ben je er twee uur eerder. Je moeder en jij hebben me eens van dien man gered Iaat ik je nu helpen verhin deren. dat hij jullie beiden kwaad doet." Toen vroeg ze bezorgd: „Is oom Charley al wat beter?" „Hij leek wat kalmer, maar hij vroeg nog steeds om de schoo, die jij voor hem uit het bosch heb* gehaald." De stem va» den pelsjager verried bewondering vocn Rosalie's moed. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 12