Het vorstelijk verblijf te Krynica
Ter gelegenheid van het 90-jarig bestaan van het schilder
kundig genootschap .Pulchri Studio" wordt Zaterdag in
de gelijknamige zalen te den Haag een eere-tentoonstelling
geopend Het inrichten der expositie
Z. K. H. Prins Bernhard op de ski's in de omgeving van Krynica, het ver
blijf van het jeugdig vorstelijk echtpaar
Willy den Ouden en Annie Timmermans te Oslo tijdens het
tournée in Scandinavië, waarop de kranige Nederlandsche
zwemsters bij verschillende wedstrijden uitkwamen
De burgeroorlog in Spanje. Een snapshot in de voorste
linies aan het front van Madrid. Een der soldaten werpt een
handgranaat
Het vorstelijk echtpaar gedutende het verblijf te Ktynica in Polen. H. K. H.
Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard tijdens een ski-tocht in de t>m-
geying' van de thans zoo bekende Poolsche wintersportplaats
Defile wachtenden
voor het paleis
Kneuterdijk te den
Haag om de hu
welijksgeschenken
te bezichtigen
FEUILLETON
WAT HET SCHILDERIJ
VERBORG
Naar het Engelsch
door
THEA BLOEMERS.
v (Nadruk verboden).
„Zij is mijn vrouw", loog hij.
„Dat is een leugen", zei de ander kalm.
Zijn blik ging naar Rosalie's hand. „Waar
is haar trouwring?" vroeg hjj sneL
„Wat heb jij daarmee te maken? De zal
je hersens inslaan, als je je met mijn za
ken bemoeit", snauwde Bryce. In den toe
stand, die volgt op overmatig drinken, voel
de hij zich best opgewassen tegen den jon
gen jager, die net een minachtenden glim
lach om de lippen tegenover hem stond.
Ronald gooide zijn hoed in het gras, en
terwijl hij langzaam en met zorg zijn mou
wen tot aan de ellebogen oprolde, ging hij
naar een open plek, een paar meter ver
wijderd van den boom, waaronder Rosalie
diep.
„Kom maar pp, mooie stadsmjjnheer.
Laat eens kijken of je vechten kunt", en de
aanblik van den grimmigen mond en den
stalen glans in de blauwe oogen, maakte
Dick opeens totaal nuchter. Hij stond op
het punt te antwoorden, toen-zijn donkere
oogen zich opeens verwijdden van schrik.
Hij trachtte te roepen, maar zijn keel
:was droog en met een bevenden vinger
wees hij naar de plek, waar Rosalie lag te
slapen. Ronald Kerslake draaide zich op en
ook zijn oogen werden groot van ontzet
ting, maar niet uit angst voor zichzelf.
Een moerasslang de grootste, die hij
ooit gezien had gleed langzaam in Ro
salie's richting. De „Slangenkreek" was
niet ten onrechte zoo genoemd, maar Ro
nald had in dit gedeelte van het bosch geen
slang gezien, sinds hij een jongen van een
jaar of zeven was. Dick Bryce liet zich in
het gras vallen en verborg zijn gezicht om
het afschuwelijke tooneel niet te zien.
De jonge jager duwde hem weg, haalde
een klein, donker stukje riet uit zijn zak
en ging voorzichtig op het dier toe. Hij
begon te spelen op het fluitje, en de vroe
ge morgenwind droeg de zoete, lage toonen
in de richting van de slang.
De tonen waren zoo doordringend, dat
de slang het lange, gele lichaam terzijde
boog en den grooten kop met de gevaarlij
ke giftanden een oogenblik naar het geluid
toewendde.
Op dat oogenblik werd Rosalie wakker
en strekte haar linkerhand tot dichtbij den
kop van de slang. Zij trok haar met een
kreet van schrik terug. De jonge jager kon
niet zien of ze gebeten was of niet, want
hij durfde niet met spelen op te houden en
kwam al dichter en dichter bij om de aan
dacht van de slang te trekken.
„Ah!" Die uitroep klonk geruststellend
en Dick Bryce waagde het,* het hoofd op
te heffen om te zien, wat er gebeurde.
De slang had zich opgerold, zijn giftan
den waren niet meer zichtbaar en Ronald
trok met zijn vrije_hand de revolver. De
muziek werd zachter, minder doordrin
gend en hield plotseling op. Toen klonken
er snel achtereen zes schoten, die de bosch
vogels in schrik opjoegen. Het slangen
lichaam bewoog stuiptrekkend in zijn laat-
sten doodsstrijd.
„Dat was op het kantje af, zeg. Ver
draaid, hoe heb je het gedaan gekregen?"
riep Bryce, met uitgéstrekte hand nader
bijkomend, zijn gezicht nog bleek van
schrik.
„Dat doet er niet toe, jij bent in elk ge-
vil veilig. Je doet beter eens naar je
vrouw te gaan kijken zooals je haar
noemt en te zien, of ze niet gebeten is",
antwoordde de jongeman kortaf, naar Ro
salie toegaand, die met gesloten oogen op
den grond lag.
Toen Ronald haar grauwe gelaaskleur,
en de gezwollen, paarse lippen en moei
lijke ademhaling zag, werd zijn gezicht
hard en norsch.
Hij greep haar hand in zijn sterke, brui
ne vingers; in de palm van haar hand, juist
onder de plek, waar de trouwring behoor
de te zitten, was een gaatje.
„Zij is gebeten. Het lijkt me nogal erg.
Wat ben je van plan te_doen?" vroeg Ro
nald. kort en scherp.
„Doen? Eh eh wat kan ik doen? Is
hier een dokter in de buurt?" vroeg Dick
aarzelend, terwijl hij onrustig van d.en
eenen voet op den anderen ging staan.
„Ben je gek, man? Je vrouw is dood vóór
er een dokter geroepen kan worden, als het
gif niet uit haar lichaam gehaald wordt."
Ronald's heldere, blgüwe oogen waren
zonder mededoogen op het knappe gezicht
van Rosalie's aanbidder gevestigd, toen
hü zei:
„Er is maar één manier: het uitzuigen.
Wil je het risk eer en? Haast je, en geef ant
woord, want over vijf minuten moet haar
hand er afals ze wil blijven leven."
Hij snauwde dit laatste, want Bryce aar
zelde nog.
„Ik heb het nog nooit gedaan, en ik zou
er wat van binnen kunnen krijgen, niet?"
weifelde hij.
Hij dacht geen moment aan het oogen
blik, toen het meisje aan zijn voeten haar
jonge leven bij de watervallen voor hem
een volkomen vreemde in de waag
schaal had gesteld.
„Niemand in Glenconnel zou een kat la
ten verdrinken, als ze er wat aan konden
doen", had ze gezegd, met geringschatting
van het doorgestane gevaar.
„Wat men je van plan te doen?" vroeg
Ronald grimmig, opziend van het horloge,
dat hij in de hand hield.
„Ik kan het niet ik kan het gewoonweg
niet. Je begrijpt het niet jij...."
„Ik begrijp zooveel, dat ik een kogel in
je lafhartige lichaam zou jagen, als ik er
nog een over had", riep de jongeman vol
verontwaardiging.
Toen bukte hij zich en drukte zijn lippen
op de wond. af en toe het gif uitspuwend,
én hij hield, niet op, voordat de blauwe
zwelling om de plek verdwenen was.
Hij haalde een klein doosje uit zijn zak,
nam er een paar kristallen permangaanzure
kali uit en wreef deze stevig in de wond.
„Arrr-> meid", zei hij zacht, terwijl hij
Rosalie in zijn sterke armen tilde en haar
behoedzaam langs het pad tusschen de den-
nenboomen naar ,J3e Houten Hoeve"
droeg.
HOOFDSTUK V.
Agatha Kerslake wandelde in den -tuin;
dien Ronald altijd keurig verzorgde. Er
stonden papavers en wilde kamperfoelie,
gele magrieten en blauwe korenbloemen
hieven de sierlijke kopjes op om 's mor
gens den eersten kus der zon en 's avonds
den koelen dauw op te vangen.
Ronald's moeder was een statige, oude
vrouw, even over de zestig, en nog flink
en gezond. Ze wilde geen hulp in de huis
houding hebben ak Ronald thuis was en
vond het heerlijk met haar nijvere handen
alles voor hem te doen, zooals ze gedaan
had toen zijn vader nog leefde.
„De Houten Hoeve" was een ruime wo
ning met vier vertrekken; twee slaapka
mers, een keuken en een zitkamer. Langs
de heele voorzijde van het huis liep een
begroeide veranda en voor alle vensters
hingen keurige, witte gordijntjes.
De vloeren waren bedekt met cocosmat-
ten en wolfshuiden; langs de muren ston
den lage banken vol zachte kussens, en rond
de tafel eenvoudige doch gemakkelijke
armstoelen van zwaar eikenhout.
In den open haard knapte een gezellig
houtvuur, dat een aangename warmte ver
spreidde. Het was een beschaafd interieur
en Rosalie genoot van dit alles na haar
vreeselijk avontuur van den vorigen dag.
Ze had tien uur aan één stuk geslapen
in mevrouw Kerslake's eigen bed en do
door Bryce geroepen dokter had het hoofd
geschud.
„Je hebt haar ongetwijfeld het leven ge
red, Kerslake. Laat ik nu eens naar jou
kijken, en hij onderzocht zorgvuldig Ro
nald's tong en mondholte.
„Hm. Je doet beter een paar dagen deze
medicijnen in te nemen en geef het meisje
er ook van als ze wakker wordt. Wie is
zij, weet je dat ook?" en hij keek nieuws
gierig naar het bleeke, mooie gezichtje op
het kussen.
(Wordt vervolgd).