28ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
„Wij zullen nog een
heilig Spanje beleven"
VRIJDAG 15 JANUARI 193?
No. 8623
DF ABONNEMENTSPRIJS bedraagt by vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent pex week J 2.50 per kwartaal
By on2e Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abunné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by
vcAjruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
V Politieke actie
„Het mag nog wel eens worden inge
scherpt, dat onze politieke actie ook aan
de stembus en vóór de stembus zich be-
hoortt te kenmerken door den katholieken
geest, welke haar naar binnen en naar
buiten moet bezielen.
Al wat daarmede in strijd is het ge
bruik van unfaire middelen en misleidende
methodes niet in de laatste plaats dient
van meet af te worden geweerd en zonder
aarzeling of mededoogen te worden ge
brandmerkt".
Wij citeeren het bovenstaande uit een
artikel „Politieke actie" in de „Tijd", waar
van de ervaring-rijke journalist Steenhoff
de schrijver is.
Inderdaad moet het ingescherpt
worden, dat onze politieke actie moet dra
gen het stempel van onze beginselen en
hooge opvattingen, waarvan zij uitgaat.
Dit geldt niet slechts voor den strijd te
gen andere partijen, maar óók, en vooral
niet minder, voor de wrijvingen, de geschil
len en oneenigheden, welke in eigen kring
kunnen ontstaan.
Onze beginselen en in overeenstem
ming daarmede het fatsoen moeten leid
draad zijn bij onze politieke actie.
Dan en dan alleen kan zij den naam
Katholieke actie waardig zijn.
Ook bij de politieke actie moet men door
drongen zijn van deze eischen van fat
soen:
dat men anderen niet als schuldig ver
zuim verwijt, wat men zelf, in practisch
gelijke omstandigheden, niet doet;
dat men niet critiseert om te critiseeren,
daarby beoogend zichzelf genoegen of
voordeel te verschaffen.
Als men er eens op let, dan kan men con-
stateeren, hoe velen o.m. klaarblijke-
1 ij k aan deze eischen van fatsoen niet vol
doen.
Helaas vereenzelvigen anderen dezer ge
dragingen met de politiek terwijl bedoel
de personen van de politiek slechts een
caricatuur geven!
In katholieken geest moeten en willen
wij voeren de politieke actie!
De wereld
in vogelvlucht
In Spanje is weer eenige levendigheid
te bespeuren. Bij Madrid is gistermorgen
de actie weer opgelaaid, toen de nationa
listen in de buurt van de universiteitswijk,
waar zij eergisteren een klein stukje ter
rein verloren hadden, dat verlies wilden
terugwinnen. Of het gelukt is, weten wij
niet; volgens de mededeelingen van de
regeering werden de rechtschen terugge
slagen. In het Zuiden hebben zij blijkbaar
meer succes gehad; daar is het plaatsje
Estepona in hun handen gevallen, maar
aan den anderen kant wordt weer gemeld,
dat het offensief op Malaga mislukt zou
zijn. Intusschen blijft Franco's leger in
den aanval, daar melding gemaakt wordt
van bombardementen op verschillende ha
vensteden.
Ook het internationaal aspect van den
Spaanschen burgeroorlog wordt er weer
niet vriendelijker op. De Duitsche pers is
ondanks de geruststellende verklaringen
van Hitier en den Franschen ambassadeur,
opnieuw een anti-Fransche campagne be
gonnen. Men verwyt thans Frankrijk, dat
het onder invloed staat van Moskou en dat
er in het Zuiden zelfs een soort Sovjet
republiek zou bestaan, waar de regeering
te Parijs feitelijk niets te zeggen zou heb
ben. Vrijelijk zouden allerlei vrijwilligers
en zendingen van hulpmateriaal voor de
Spaansche regeering de grens kunnen
overschrijden. Dit nieuwe pers-offensief
heeft in Frankrijk natuurlijk pijnlijke ver
bazing gewekt en men vraagt zich af, waar
dat alles op moet uitloopen. Welke bedoe
ling heeft Berlijn daarmee?
Goering confereert op het oogenblik met
Mussolini; staat een en ander soms met
elkaar in verband?
Wij kunnen op het oogenblik nog niet
anders doen dan gissingen maken.
Aangrijpende tooneelen in het Nationale Kamp
(Van onzen Spaanschen correspondent)
Van een Spanjaard, die op het
oogenblik in het buitenland ver
toeft, terwijl zijn ouders en bloed
verwanten nog onder de Roode
Terreur te lijden hebben in Mala
ga, kregen we inzage van een reeks
brieven, waaruit een warme liefde
spreekt voor de katholieke zaak
en de hernieuwing van Spanje.
Vooral de mannelijke jeugd trekt
met ware begeestering en doods
verachting ten strijde. Hun borst is
gesierd met de medaille van het H
Hart en zij sterven met de zege
kreet op de lippen: Leve Christus
Koning.
Doch ook mannen, grijsaards,
vrouwen en meisjes wedijveren
met elkaar in nationale begeeste
ring.
Reeds vanaf de eerste dagen, dat Gene
raal Franco in verzet kwam tegen het
Marxistisch wanbeheer stroomden van alle
kanten de vrijwilligers toe. Valladolid was
een der eerste steden, die bij het vernemen
van het bericht, dat de bevrijders in aan
tocht waren, het roode juk vap zich af
schudde. Op 18 Juli, 1936 schreef een va
der aan zijn dochter, die in het buiténland
vertoefde:
„Mijn geliefd kind! Wij zijn zoo geheel
vervuld van liefde tót het vaderland, dat
er over niets anders meer gesproken wordt;
een heilige begeestering heeft ons dermate
aangegrepen, dat wy in onze herinnering
niets kunnen vinden, waarmee we dat kun
nen vergelijken. Ook het gewone volk is
zoo enthousiast, dat zij met liefde en ple
zier hun leven voor Spanje zullen opoffe
ren. Er hangt iets in de lucht, men zou
haast zeggen, als het waaien van een hei
ligen, geheel nieuwen geest, die ons allen
in zijn ban gevangen houdt. Men ziet hier
vrijwilligers van pas 16 jaar oud, maar ook
van 60 jaar. Vele anderen zouden graag
mee optrokken, wanneer ze maar konden.
De overwinning van <ie goede zaak is vast
en zeker. Met Gods hulp zal alles weer in
orde komen en we zullen nog eens een
heilig Spanje beleven. Die anderen willen
een kerk in brand steken, maar ze kwamen
niet verder dan de deur.
De opstand in Pampeluna. De
biecht der Vrijwilligers.
In den vroegen morgen van den 19en Juli
werden de bewoners van Pampeluna door
tromgeroffel en trompetgeschal uit him
slaap gewekt. De Nationale troepen rukten
binnen en bezetten, haast zonder eenigen
tegenstand te ondervinden de heele stad.
Iedereen stormde de straat op, stond in
de geopende vensters, of op de balcons,
zelfs op de daken der huizen cm de be
vrijders met stormachtig gejuich te be
groeten. Om 10 uur 's morgens dook er
plotseling een roode muts op, het teeken
der Carlisten. Kort daarna zag men er tien,
honderden en duizenden, een onafzienba
re menigte, dié in voorbeeldige orde door
de straten trokken. In eindelooze rijen
marcheerden zij door de straten. Het leek
wel of ze uit den grond kwamen opgere
zen. Telkens weerklonk de kreet „Leve
Christus Koning, leve Spanje".
Heel den namiddag waren 20 priesters
in de kazernes bezig om biecht te hooren
voor de soldaten, die ten strijde trokken.
Zij konden dien grooten stroom poeniten-
ten niet verwerken. Andere soldaten ont
vingen het H. Sacrament der Biecht ge
woon op straat en als over hen de H. Ab
solutie uitgesproken werd. knielden ze eer
biedig neer en schaamden zich niet voor de
voorbijgangers.
Hartroerende tooneelen kon men gade
slaan.
Vaders en Moeders vergezelden hun zo
nen naar de kazernes en omhelsden hen
bij het afscheid met heilige vreugde. Tel
kens opnieuw werden de troepen, die roode
mutsen droegen, met stormachtig gejubel
begroet. Telkens weer opnieuw weerklonk
de kreet door de straten: „Leve Christus-
Koning, leve Spanje!"
Ook in de andere provincies, die onmid
dellijk door Franco's troepen bezet waren
speelden zich dezelfde tooneelen af. De be
reidwilligheid waarmee de Spaansche jeugd
haar leven in dienst stelt van de heilige
zaak is werkelijk ontroerend. Alleen reeds
in de eerste dagen der Nationale beweging
kwamen zich alleen in Navarra reeds 30.009
man aanmelden. In Valladolid zijn alle
weerbare mannen ten strijde getrokken:
van hen zijn reeds zoo velen gesneuveld,
dat men van de Stad der Martelaren
spreekt. Men mag gerust beweren, dat heel
de Spaansche jeugd als een gesloten een
heid aan de zijde van Franco is geschaard.
Er zijn dorpen, waar de vrouwen op het
land werken, omdat alle mannen en jon
gens naar het front zijn.
Onder de vrijwilligers treft men jongens
van alle rang en stand: edellieden, boeren
en arbeiders. Vooral in de rijen der „Fa-
lange Espanola" zijn de arbeiders en boeren
sterk vertegenwoordigd. Reeds herhaalde
lijk verschenen in de bladen de eerelijsten
met de namen der gesneuvelde vrijwilligers,
eenvoudige ambtenaren en arbeiders, die
hun gezinnen in kommervolle omstandighe
den achterlieten.
Blijmoedige offervaardigheid.
lederen dag trekken door dorpen en ste
den nieuwe groepen vrijwilligers, die zijn
aangeworven. Zij zingen daarbij bij voor
keur het lied:
Lieve Moeder wil niet weenen,
Omdat ik naar de wapens grijp,
Want wat beteekent toch mijn lichaam.
Daar de ziel alleen slechts waarde heeft.
Een moeder zei zelfs tot haar-kinderen,
die naar het front gingen: „Jongens, wan
neer je niet vrijwillig waart gegaan, zou ik
je ei1 toe gedwongen hebben". Kort daarna
waren haar beide kinderen reeds gesneu
veld! De vader, een diepgeloovig Christen-
mensch, schreef daarover in een brief: „Wij
berusten geheel in dit verlies, want we we
ten, dat God deze heldhaftige martelaren
reeds het verdiende loon geschonken
heeft!"
Wat een ter dood veroordeelde
schreefEen jongen van 16
jaar naar het front, 'n Leerling
van het Jezuieten-college
neemt afscheid.
In de eerste dagen van den opstand in
Barcelona werd tegelijk met andere Na
tionalisten door de Rooden een jongeman
gevangen genomen, die lid was van een
Maria-Congregatie: met zijn kameraden
werd hij ter dood veroordeeld „omdat hy
God verdedigd had".
Op den dag vóór de terechtstelling
schreef hij den volgenden brief aan zijn
ouders:
„Mijn lieve Ouders! Wanneer gij dezen
brief ontvangt, zult gij weten, dat ik op 14
dezer ter dood veroordeeld ben. Men be
schuldigt mij ervan, dat ik godsdienst en
vaderland verdedigd heb. Ik ben gelukkig
en ga er trotsch op, dat ik mijn leven mag
geven voor God en Spanje. In deze oogen-
blikken gevoel ik meer dan ooit, dat ons
leven niet aan menschen toebehoort, maar
aan God. Ik heb God gesmeekt Zijn heili
gen wil te mogen volbrengen en Zijn wil
is het, dat ik thans sterf. God zij geloofd
en Hij moge in Spanje heerschen. Weest
ervan overtuigd, deze uren zijn de geluk
kigste van mijn leven. Ik sterf met een
rein geweten voor het vaderland en ik zie
smachtend uit naar het oogenblik, waarop
ik voor God mag verschijnen. Weest niet
bedroefd, doch weest verheugd, want 't is
Gods heilige wil, dat ik sterf en Spanje
heeft mijn bloed noodig. Vanuit den hemel
zal ik voor u allen zorgen.
Schenkt mij vergiffenis, wanneer ik u
ooit bedroefd heb of moeilijkheden heb
veroorzaakt. Ik dank u duizendmaal voor
de Christelijke opvoeding, die gij mij ge
geven hebt Aan deze opvoeding toch heb
ik het te danken, dat ik een Christelijken
dood sterf. Leeft steeds in Gods tegenwoor
digheid. Brengt ook mijn broers tot God
en Hij zal u de genade van een zaligen dood
schenken. Weest voor het laatst omhelsd
en ontvangt een laatste kus van uw innig
geliefden zoon, die voor God en Spanje
sterft. Leve Spanje!"
Een jongen van 16 jaar wil met alle ge
weld naar het front. Maar omdat hij nog
zoo jong is willen zijn ouders hem niet la
ten vertrekken. Dat maakt hem zoo be
droefd en neerslachtig^ dat zij tenslotte toch
hun toestemming geven* Reeds kort daarna
werd hij getroffen door een vijandelijken
kogel, die een einde aan zijn leven maakte.
Voor hij stierf sprak hij nog: „Nu ben ik
reeds gelukkig, want ik heb bereikt wat ik
verlangde: voor God en Spanje te mogen
sterven!"
Emilio Serrano, een student van het Je
zuïetencollege te Estramadura, nog pas 18
jaar oud, schrijft in een brief aan zijn
ouders: „Dit is de laatste brief voor den
vuurdoop, die ik waarschijnlijk morgen
reeds zal ondergaan in de bergen van So-
mosierra. Wees niet bedroefd. Zooals God
het wil zal het gebeuren. Wanneer ik ook
al zou komen te vallen, kan ik toch niet
beter voorbereid sterven, want ik ga iede-
ren dag te Communie. Morgen zal ik nog
een Generale Biecht spreken. Een betere
dood kan ik als Katholiek niet wenschen,
maar ook als Spanjaard niet, want het is
het hoogste ideaal van iederen Spanjaard,
om voor het vaderland te mogen sterven.
Want dit is een nieuwe heilige oorlog, want
ofschoon wij voor het vaderland strijden,
vechten wij op de eerste plaats toch voor
God, Die door onze vijanden gehaat wordt.
Ik draag een kruis en een medaille van het
H. Hart op mijn borst.
De begeestering onder de troepen is ge
weldig. De Rooden Laten den moed al heel
gauw zakken; dat is ook begrijpelijk, want
van het andere leven hebben zij niet veel
heil te verwachten. Bij ons echter is het
heel anders. Maar ook heel veel Rooden,
die door de Nationalisten ter dood veroor-,
deeld worden, verlangen voor dat ze te
rechtgesteld worden nog de H.H. Sacra
menten der Stervenden te ontvangen: zij
spraken ons moed in om te volharden en
de eindzegepraal te behalen. Geliefde
Ouders, schenkt gij mij uwen zegen! Weest
verheugd, dat uw zoon voor God mag strij
den, want dat is niet iedereen vergund".
Bidt voor Spanje.
Hiermee willen wij sluiten, want we zou
den nog zoo door kunnen gaan. Want we
hebben slechts enkele brieven weergege
ven. Intusschen woedt de strijd voort. Het
oprukken der Nationalisten gaeft met heel
veel moeilijkheden gepaard, daar de Roo
den op geweldige wijze gesteund worden
door Sovjet-Rusland en door de Marxisten
uit de heele wereld.
Wij vragen aan allen, die dit lezen zoo
besluit onze Spaansche correspondent
om de moreele steun, de sympathie en de
nog krachtdadiger hulp van een vurig ge
bed voor het Katholieke Spanje".
Dr. A H Colijn uit Indië
terug
DE MINISTER-PRESIDENT
VERWELKOMT ZIJN ZOON
Ontvangst op Waalhaven.
Met het Indië-vliegtuig de ..Kwak", dat
vanmorgen uit Marseille is vertrokken
om 11.40 uur op Waalhaven is geland, is
in ons land teruggekeerd dr. A. H. Colijn.
Na een afwezigheid van vier en half iaar
waarvan hij anderhalf jaar op Nieuw
Guinea heeft doorgebracht, waar hij onder
zoekingen heeft verricht naar de aanwe
zigheid van olie in deze streken.
Daar het toestel reeds vroeger op Waal
haven werd verwacht waren daar reeds
geruimen tijd aanwezig de minister pre
sident dr. H. Colijn met zijn twee klein
kinderen en nog eenige bekenden.
De heer Plesmar heeft voordat het
vliestuig in zicht kwam, de minister
president op het vliegv.eld rondgeleid om
hem een en ander van den technischen
dienst te laten zien.
Om even over half twaalf loeide de si
rene op het vliegveld ten teeken dat het
Indië-toestel in aantocht was. Kort daarop
begaven de ter ontvangst aanwezige fami
lieleden zich naar buiten, die tegen de
mistige grijze lucht het toestel zagen na
deren Enkele minuten later landde de
„Kwak" voor het douane-gebouwtje en
staüte dr. Colijn als eerste uit het toestel.
Hij zag er zeer opgewekt en bruin ge
brand uit en werd op hartelijke wijze door
zijn beide dochters en zijn vader, alsmede
door zijn schoonvader, jhr. van de Poll, be
groet.
Nadat aan de verschillende douanefor
maliteiten was voldaan onderhield dr.
Colijn op verzoek van den heer Plesman
zich enkele oogenblikken met de talrijke
journalisten, die op Waalhaven hedenoch
tend aanwezig waren.
„Wat wilt u eigenlijk weten? Ik heb tij
dens mijn reis alles reeds verteld. Het
karakteristieke van mijn expeditie, het
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
In de Duitsche pers is een nieuwe pers
campagne tegen Frankrijk gaande. (2de
blad).
Estepona veroverd door de Spaansche
nationalisten. Het offensief op Madrid
hervat. (2de blad).
Göring bij Mussolini. (2de blad).
Naar betere verhoudingen tusschen En
geland en Ierland. (2de blad).
BINNENLAND.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging van de Gemeen
te-, Provinciale- en Kieswet en de intrek
king van de Gemeentc-borgtochtenwet.
(2de blad).
De Ondernemersovereenkomst voor het
bakkersbedrijf. (2de blad).
OMGEVING.
Doodelijk ongeluk te Oegstgeest; jongen
van 15 jaar het slachtoffer. (1ste blad).
IN ONS TWEEDE BLAD PLAATSEN
WIJ WEDEROM EENIGE FOTO'S BE
TREFFENDE HET VORSTELIJK VER
BLIJF TE KRYNICA IN POLEN.
DEZE PLAATSING GESCHIEDT NA
OVERLEG MET DEN. REGEERINGS-
PERSDIENST.
Doodelijke aanrijding te
Oegstgeest
Gisteravond omstreeks acht uur is op
den Rijksweg te Oegstgeest, ter hoogte van
„de Drie Witte Palen" een ernstig ongeluk
geschied.
Dr. J. H. uit IJmuiden reed hier met zijn
auto, toen plotseling de vijftienjarige J. K.
Kort uit Oegstgeest den weg overstak.
Volgens ooggetuigen zou de jongeman
tusschen twee auto's hebben willen over
steken. Hij werd door de auto gegrepen en
met zulk een kracht tegen den weg ge
smakt, dat hij met een schedelbreuk bleef
liggen. In zeer ernstigen toestand is het
slachtoffer naar het Academisch Zieken
huis te Leiden overgebracht, waar hij kort
na aankomst is overleden.
De jongeman was een zoon van den heer
Ko Kort, die by de „Uiver"-ramp in de
Syrische woestijn om het leven kwam.
is reeds bekend genoeg" zeide dr. Colijn
„was de samenwerking tusschen het vlieg
tuig en de leden van de expeditie, die aan
de beklimming van den top deelnamen. Op
den grond waren 3 Europeanen en 8 Da-
jakkers, die het kapwerk verrichtten De
pakketten met proviand en andere benoo-
digdheden werden door Ir. Wissel van het
vliegtuig uit naar beneden geworpen. Na
dat ir. Wissel deze depots gemaakt had,
heeft hij zich bij ons gevoegd. Hij bereikte
de overige leden der expeditie toen deze
in hun hoogste kamp, 4400 m. onder het
ijs, gelegerd waren."
„Had deze expeditie iets te maken met
het werk, waarvoor u gedurende anderhalf
jaar op Nieuw-Guinea bent geweest?"
„Neen", luidde het antwoord, „Ik heb
het op eigen initiatief gedaan uit sportie
ve overwegingen. Ik wist dat prof. Wollas-
ton die twee expedities geleid heeft, niet
geslaagd was, den top te bereiken. Ik ben
blij, dat het mij gelukt is. Ik blijf nu een
maand of 5 in Nederland; wat ik daarna
ga doen weet ik nog niet. In ieder geval
zal ik een kleine publicatie uitgeven met
foto's verlucht, waarin alles te lezen zal\
zijn over deze expeditie."
Bij de verwelkoming van den heer Co
lijn was ook aanwezig de heer Chaillet,
vroeger officier van de marine en die als
opvolger van den heer Colijn naar Nieuw-
Guinea zal vertrekken.