Het vertrek van de O. 16.
FEUILLETON
WAT HET SCHILDERIJ
VERBORG
Naar het Engelsck
door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
3)
HOOFDSTUK II.
Het mijnwerkerskamp bestond uit een
lange, lage schuur, die de woonkamer
vormde, en waarachter de stallen en het
kookhuis waren. Een hut van dennebiok-
ken met eenvoudige bedden langs den
wand, vormde de slaapgelegenheid.
De mannen hadden Rosalie's verjarings-
maai alle eer bewezen, en zaten nu om het
kampvuur geschaard, dat helder vlamde
en grillige schaduwen over het water van
de rivier wierp.
Rosalie zat midden in de groep, onge
woon stil. Zij staarde over het water in
plaats van het onophoudelijke, alles over
stemmende gedruisch van de stroomver
snellingen en watervallen, hoorde ze de
zachte stem van den knappen vreemde
ling, die haar zijn „lieve Canadeesche
roos" had genoemd.
Dick Bryce was te slim om van het meis
je notitie te nemen, terwijl Chicago Char
lie in de buurt was. maar hij bracht haai
op honderd spitsvondige manieren aan het
verstand, dat alleen haar aanwezigheid
hem genoegen inde bijeenkomst deed
scheppen.
Na een poosje vroeg een der mijnwerkers
Rosalie 0111 wat te vingen. Zij kende vele
aardige oude Schotsche en Iersche balla
des.
Rosalie zong zooals de vogels zingen
omdat zij zingen en ze was direct be
reid
„Wat zal ik zingen?" vroeg ze glim
lachend. In de witte jurk, die Mary voor
haar gemaakt had, leek ze op een lief
lijke waterbloem, en zelfs de mannen, die
naar van kind af hadden zien opgroeien,
waren getroffen door haar schoonheid.
.Zing een liedeke voor mij, meiske", zei
de oude Rob Cameron, die zelden zijn
mond opendeed om tegen iemand te spre
ken.
„In 't land van Geluk, schat,
Wordt het nimmer nacht"
zong Rosalie, en er glinsterde iets in de
oogen van den ouden Schot Hij zag een
turfvuur voor een kleine beek aan, die
mui-melend stroomde door een groen dal
,Rose, zou je „Killarney" willen zingen
voor een armen jongen, die in vele jaren
mooie meren niet gezien heeft?" vroeg
Mickey O'Hara, een goedhartige kerel, die
het altijd had over het bezoek, dat hij zijn
oude moeder in Ierland nog eens wilde
brengen, maar die steeds elke cent, die hij
verdiende, verspeelde.
Toen Rosalie zong, werd de ontroering
zijn Keltische natuur haast de baas.
„Mijn oude moeder zong diezelfde woor
den altijd voor me", zei hij met zijn schor
re stem.
Toen het lied uit was, sprong Rosalie op
en begon te dansen.
Zij danste op de -rhuziek van de oude
viool, waarop Sandy Mac-Dougal, een jon
ge Schot, die pas was „uitgekomen",
speelde.
Rosalie's oogen schitterden als sterren en
haar voeten bewogen 'vlug; ze hield niet op
voor MacDougal, vermoeid van zijn taak,
de viool neerlegde.
„Ik geloof, dat het tijd voor je is om
naar bed te gaan, Rose", zei Chicago Char
ley ten slotte, terwijl hij zijn ouderwetscb
horloge voor den dag haalde.
Rosalie had grooten .lust om te blijven
en naar Dick Bryce's knappe gezicht te
kijken, maar ze durfde haar oom niet on
gehoorzaam te zijn. -
Daarom wenschte zij allen goedennacht
en ging over het pad naar de blokhut, die
kefdevolle handen voor haar hadden ge
bouwd.
Rosalie's kamer keek uit op het woud,
waarover zich de met sterren bezaaide he
mel welfde. Met een kimono om bleef ze
m den stillen nacht zitten turen, dieper in
gedachten dan ze ooit in haar gelukkig
zorgeloos bestaan was geweest.
„Ik snap niet waar die gepommadeerde
jongeling toch uithangt", merkte Charley
den volgenden morgen op, want Dick Bry
ce was verdwenen, maar de kano, waarin
nij gekomen was, lag nog aan den oever
gemeerd.
„Best mogelijk, dat hij hem gestolen
heeft en het wel gemakkelijk vond hem
hier achter te laten", zei een van de jon
gens en iedereen telde hierop zijn bezit
tingen na
Maar er 'werd niets vermist en hoewel
het verdwijnen van Dick Bryce onder het
ontbijt het onderwerp van het gesprek was,
had men 's middags het voorval verge
ten.
Alleen Rosalie dacht aan hem, toen ze
den volgenden morgen in het bosch wan
delde; de kleine, roodbruine eekhoorntjes
babbelden tevergeefs tegen haar en aan de
blauwe ektster, die wild boven haar hoofd
fladderde en krijschte,. schonk ze geen aan
dacht.
Rosalie wandelde verder en verder/zon
der te weten hoe ver ze van huis was, ën
plotseling, in een gedeelte van het bosch
dat glooiend afliep naar de rivier, vond ze
hem den donkeroogigen, knappen vreem
deling, die zoo onverwacht in haar leven
was gekomen.
Hij lag neergesmakt in het strijkgewas,
dat door de nabijheid van de rivier moe
rassig was; zijn oogen waren wild van pijn
eij zijn kleeren zaten vol modder.
„O, ben je erg bezeerd?" riep Rosalie,
ferwijl ze naast hem neerknielde.
„Ik ben door een berg aangevallen",
bracht Dick Bryce er ten slotte kreunend
int.
„Het was ook erg dom, 's nacht zoo ver
het bosch in te gaan, weg van het licht van
de vuren daarom branden die altijd
door", verklaarde Rosalie, haar oogen vol
teederheid en medelijden.
Ze haalde water uit de rivier, dat hij
gretig opdronk. Toen waschte ze zijn ge
zicht en liep zoo hard ze kon terug om
hulp te halen.
Chicago Charley vervloekte het noodlot,
lat den vreemdeling noodzaakte nog lan
ger te blijven of hij het prettig vond of
niet en hij werd nog harder, toen de dok
ter verklaarde, dat het een langdurige ge-
«luedenis zou worden.
Toen Dick Bryce genoeg was aange
sterkt om rond te kunnen loopen, was Ro
salie reeds geheel en al onder zijn beko
ring.
„Lieveling van de heele wereld, luister
eens naar mij", zei hij op een keer, toen
zij samen naar het bosch waren gewan
deld.
„Ja, Dick", antwoordde Rosalie met een
hoogroode kleur.
„Mooie, Canadeesche roos, ik heb je lief
en wil met je trouwen. Kijk me aan, meis
je en zeg dat je ook van mij houdt!"
Voor de kleine Rosalie, die niet veel
gewend was, klonk de stem van dien man
in de zonnige stilte van het bosch verlok
kend als het gezang van een vogel en op
dat oogenblik ontwaakte haar sluimeren-
le meisjesziel en ze wist, dat de liefde, met
haar teeedere oetoovering en gouden glans,
tot haar was gekomen.
Zij kon niet spreken, maar haar oogen
vertelden, wat er in haar omging en Dick
Biyce trok haar met een hartstochtelijk
gebaar naar zich toe en hield haar dicht
tegen zich aan.
Hij was helaas niet tot werkelijke liefd#
m staat, want die deinst niet terug voor
zelfopoffering, doch Dick Bryce had in zijn
leven alleen maar plaats voor zichzelf.
Geen enkel geluid verbrad de stilte en
Rosalie genoot ongestoord de zeldzame
vreugde van dit oogenblik.
„We moeten het oom Charley gaan ver
tellen", zei ze ten slotte, als een kind in
de handen klappend van pleizier.
„Wat heb je je oom Charley te vertellen,
Rose?" zei een strenge stem achter haar,
en Chicago Charley kwam naar haar toe,
terwijl de verbazing, die hij gevoelde, dui
delijk op zijn verweerd gezicht te lezen
stond.
(Wordt vervolgd).
Hr. Ms. .Hertog Hendrik" (reen s) verliet Maandag de haven van Nieuwediep voor een reis naar de Middellandsche Zee. Links
Hr, Ms. kruiser .De Ruyter", die heden naar Ned. Indië is vertrokken
Het paleis Noordeinde te den Haag, dat gedurende de afgeloopen weken het
middelpunt der belangstelling vormde, wordt van zijn versiering ontdaan
De Amenkaansche torpedojager „Flus-
ser", een oorlogsbodem van het nieuw
ste type, is te Chatham aangekomen
voor een bezoek van ongeveer een week
In de St. Jacobsstraat te Rotterdam heeft een ontploffing van rioolgas plaats gehad, waar
door buizen van gas-, water- en telefoonleiding en eleetriciteitskabels defect geraakten. Een
kijkje op de plaats der ontploffing
Een groet ten afscheid van prof. dr. F. A. Vening Meinesz, die Maandag met de O. 16 uit den Helder vertrok voor
een tocht op den Atlantischen Oceaan tot het doen van zwaartekrachtmetingen
De voorzitter van den ministerraad heeft Maandagavond aan het geheele kabinet, de Indische vorstelijke
gasten en verschillende autoriteiten .een diner aangeboden in de Ridderzaal te den Haag. Een kijkje
aan een der tafels