topers
DE FAAM
$3^ 'corsets
HALFJAARLUKSCHE
CONCENTRATIE VAN BIJZONDERE
SCHOLEN
M&W HIJKSPENSIOEN
K. C. WINKLER,
Adverteert in De Leidsche Courant
„OUD PAPIER"
490 - £50 990
222 - 3Z§ 550
25 - 49 - 98
52O
VOORHEEREN
4Z5-522-752
222 - 325552
2—-322- 5—
95°
19° 39° 75
VRIJDAG 8 JANL'Aa' 193.
DE LEIDSCHE COUR AN.
EERSTE BLAD - PAG. 3
VOOR U EN UW VROUWI
BAAD VAN ARBEID VOOR UW KINDEREN EN UW PERSONEEL I
Minimum-aantal leerlingen
hooger gesteld Ook
voor openbare scholen
Het rapport van de Staatscommissie in
zake concentratie van bijzondere scholen
bevat een ontwerp van wet met een toe
lichting, waaraan het volgende wordt ont
leend.
De inhoud van het ontwerp bestaat voor
eerst uit een bepaling, strekkende tot ver
hooging der minimum-aantallen leerlin
gen voor de stichting van bijzondere scho
len voor gewoon lager onderwijs, waarvan
de kosten geheel of gedeeltelijk door de
openbare kans worden gedragen.
Voorgesteld wordt op het voetspoor der
bepaling van het eerste lid van artikel 3
der wet van 4 Augustus 1933 de aantallen
leerlingen vermeld in het eerste lid, onder
a, van artikel 73 der lager onderwijswet
1920, voor de scholen voor gewoon lager
onderwijs te verhoogen, doch deze niet te
stellen op anderhalf maal de daar vermel
de getallen, maar in aansluiting aan het
voorgestelde in het wetsontwerp van 6
Augustus 1935 te bepalen op één en een
kwart maal die getallen. Aangezien •bij de
wet van 22 Febuari 1936 voor de scholen
voor uitgebreid lager onderwys reeds ver
scherpte bepalingen zijn tot stand geko
men, wordt deze verhooging echter niet
voorgeschreven voor uitgebreid lager on
derwijs.
In een nieuw vierde lid van art. 73 wordt
wat betreft de leerlingen, die voor het vast
stellen de minimum-aantallen zulien mede
tellen, met eenige wijzigingen tijdelijk de
zelfde beperking aangelegd als thans geldt
ingevolge de bepaling van het tweede en
derde lid van artikel 3 van de wet van 4
Augustus 1933. Behalve in gevallen, waar
in aanzienlijke toeneming of belangrijke
verplaatsing van de bevolking in eenig
deel der gemeente of andere gewichtige
omstandigheden tot schoolstichting aanlei
ding geven, worden dus tijdelijk niet me-
degerekend zoowel de leerlingen, die
slechts voor een korten tijd op een open
bare school zijn geplaatst en tevoren een
bijzondere school bezochten, als de leer
lingen, voor wie op de bijzondere school,
welke zij bezoeken, plaatsruimte beschik
baar is, tenzij die school meer dan vier ki
lometer van hun woning is verwijderd en
zij die school reeds ten minste zes maan
den hebben bezocht.
Parallel daarmee wordt voorgesteld de
regeling, welke thans' -is vervat in het
tweede lid van artikel 2 der wet van 4
Aug. 1933, eenigsziiis gewijzigd, tot een
blijvende regeling te maken voor het open
baar onderwijs.
De toestand wordt volgens het ontwerp
der commissie zoo, dat Ged. Staten geen
vermeerdering van het aantal openbare
scholen bevelen, noch hun goedkeuring
aan een besluit van den gemeenteraad tot
stichting eener openbare school verlee-
nen, indien niet blijkt, dat de te stichten
school zal worden bezocht door ten minste
evenveel leerlingen als in dezelfde ge
meente voor de stichting eener bijzondere
school worden vereischt, of, dat de stich
ting der school ingevolge artikel IS wordt
gevorderd. Het laatste gedeelte dezer be
paling is noodzakelijk, omdat art. 19 der
lager-onder wijs wet 1920 voorschrijft, dat
in elke gemeente openbaar onderwijs wordt
gegeven in een genoegzaam aantal scho
len en afwijking van deze bepaling niet
kan worden toegelaten, indien voor het
aldaar vermelde aantal kinderen openbaar
onderwijs in de gemeente wordt verlangd.
Blykt, dat het eene of het andere genoem
de geval zich voordoet, dan zijn Ged. Sta
ten verplicht, hun goedkeuring te veriee-
nen. Onder de leerlingen die de te stich
ten openbare school zullen bezoeken, wor
den evenwel niet medegerekend die leer
lingen voor wie plaatsruimte beschikbaar
is in een openbare school die zij reeds be
zoeken en evenmin leerlingen, voor welke
binnen vier kilometer van hun woning in
een openbare school "plaatsruimte beschik
baar is. Deze laatste bepaling heeft echter,
in overeenstemming met hetgeen voor het
bijzonder onderwijs wordt voorgesteld,
slechts een tijdelijk karakter.
Het vorenstaande heeft- betrekking op
de minimum-aantallen leerlingen bij de
stichting van scholen, die geheel of ge-
deeltelijl^uit de openbare kas worden be
kostigd. Daarnaast bevat artikel 96 der la
ger onderwijswet 1920 een bepaling om
trent het aantal leerlingen, dat een bijzon
met inbegrip der onder wijzers wedden, in
dere school moet tellen, wil zij voo ver
goeding der jaarlïjksche exploitatiekosten,
aanmerking komen. Het waren deze aan
tallen, die het op 6 Augustus 1935 inge
diende wetsontwerp voorstelde met een
vierde te verhoogen. Dezelfde regeling zal,
ingevolge voormelde verhooging van de
getallen van art. 73 der lager onderwijswet
1920, nu automatisch gelden, omdat in art.
96 naar het aantal leerlingen van art. 73
wordt verwezen.
Ten einde de verhouding, die sinds de
wet van 1920 tuschen het openbaar en het
by zonder onderwijs is ontstaan, niet te ver
breken, wordt nu voorgesteld een nieuw
art. 22 bis in de lager onderwijswet 1920
op te nemen, krachtens hetwelk de gemeen
teraad een school voor gewoon lager onder
wijs moet opheffen, indien het aantal leer
lingen daalt beneden de grens, waarbij voor
de bijzondere school_ het recht op rijks
vergoeding verloren gaat.-tenzij de school
moet worden in stand gehouden krachtens
art. 19 der wet.
In de bestaande wet op het lager onder
wijs is in het derde lid van artikel 96 reeds
de bevoegdheid aan den minister toege
kend om in bijzondere gevallen voor som
mige scholen te bepalen, dat aanspraak be
staat op de jaarlij ksche vergoedingen, zelfs
al telt de school minder dan 40 leerlingen,
mits het aantal niet daalt beneden 25. Deze
bepaling wordt eenigszins ruimer gesteld
overgenomen.
Het by het wetsontwerp van 6 Aug. 1935
voorgespeld nieuwe derde lid van art. 96
behelsde, dat de minister, den onderwijs
raad gehoord, in bijzondere gevallen, zon
der eenige beperking of nadere aanwijzing,
op verzoek van het schoolbestuur kan be
palen, dat de school voor de in art. 88 be
doelde vergoeding in aanmerking komt.
Het is vooral tegen dit voorstel dat het
verzet van verschillende leden der Tweede
Kamer zich heeft gericht. Eendeels werd
geoordeeld dat het aantal toe te stane af
wijkingen zoo groot zou moeten worden,
dat die afwijkingen zich niet meer zouden
verhouden als uitzonderingen tot een alge
meen geldenden regel, maar veeleer zelf
regel zouden worden, waardoor de waarde
van den gestelden regel als zoodanig zou
komen te'vervallen. Anderdeels achtte men
het niet gewenscht de aanspraak op ver
goeding in zoo hooge matte van het sub
jectieve inzicht van den toevallig aan het
bewind zijnden minister afhankelijk te
stellen, terwijl het stelsel der lager-onder-
wyswet meebrengt, dat de voorwaarden,
waaraan het recht op vergoeding is ge
bonden, als objectieve normen in de wet
zelve worden neergelegd.
Om aan deze bezwaren zooveel mogelijk
tegemoet te komen wordt thans voorgesteld
een bepaling in de wet op te nemen, die
hierop neerkomt, dat de vergoeding be
houden blijft, indien ten minste een zeker
aantal der leerlingen eener bijzondere
school, welke beneden de nieuwe normen
blijft, binnen een zekeien afstand van hun
woning elders het door hun ouders, voog
den of verzorgers gewenschte onderwijs
niet kunnen genieten. Het aantal is gesteld
op 25, voor welke keuze de bestaande wet
een aanknoopingspunt biedt.
Het was nog slechts de vraag, bij welken
afstand de grens moet liggen, by overschrij
ding waarvan moet worden aangenomen,
dat de gewenschte school te ver van de
woning der kinderen verwijderd ligt. In
onze wetgeving is als zoodanig alleen de
giens van vier kilometer, later deels tijde
lijk gewijzigd in vijf kilometer, bekend.
De staatscommissie heeft zich voor het her
steld der vierkilometergrens uitgesproken.
De voorgestelde regeling bedoelt te be
reiken, dat geen school, vallende onder de
nieuwe algemeene normen, de rijksvergoe
ding behoudt, tenzij de plaatsruimte, wel
ke andere scholen van dezelfde richting
bieden, voldoende is benut.
Alle bijzondere scholen, ten aanzien waar
van de ouders, voogden of verzorgers niet
schriftelijk hebben verklaard, dat en
waarom zij tegen de richting van het daar
gegeven onderwys overwegend bezwaar
hebben, worden beschouwd als scholen,
waar het gewenschte onderwys gegeven
wordt. Deze formuleering is gekozen, om
dat men van oordeel was, dat op deze wijze
de belanghebbende ouders gedwongen wor
den zich rekenschap te geven, dat zij te
gen de scholen, waarheen zij hun kinde
ren niet wenschen te zenden, overwegend
bezwaar hebben, ontleend aan de richting
van het daar gegeven onderwys, maar dat
zij dan ook kunnen volstaan met dat be
zwaar aan te geven, zonder dat eenig
overheidsorgaan de gegrondheid daarvan
zal kunnen toetsen.
Het op deze wijze ingebracht bezwaar zal
zonder meer moeten worden aanvaard.
Onder bezwaren tegen de richting van
het onderwijs kunnen niet worden begre
pen de bezwaren verband houdende met
bepaalde onderwijsmethoden of een be
paalde inrichting van de school of van het
onderwijs.
Evenmin zijn daaronder te begrijpen be
zwaren tegen het onderwijs aan jongens
en meisjes te zamen.
Daar de staatscommissie meende, dat een
overeenkomstige regeling ook moest gel
den voor het openbaar onderwys, wordt
voorgesteld, dat het gemeentebestuur ont
heven wordt van de verplichting een open
bare school, waarvan het aantal leerlingen
beneden de gestelde normen daalt, op te
heffen, indien ook voor deze school ten
minste 25 leerlingen overblijven, voor wie
binnen vier kilometer van hun woning
geen plaatsruimte in een andere openbare
school voor gewoon lager onderwijs be
schikbaar is, benevens voor het geval, dat
instandhouding der school wordt gevor
derd op grond van het bepaalde in art. 19
der wet.
Heden overleed na een geduldig gedragen lijden,
zacht en kalm, na voorzien te zijn van de Genademid
delen der H. Kerk, onze lieve Zuster, Behuwdzuster
en Tante 179
ANNA MARIA VERKLEIJ
Leiden:
T. M. VERKLELJ.
Tilburg:
Wed. J. v. GAALEN—VERKLELJ en Kinderen.
VaaSSWed. M. MENTINK—VERKLELJ en Kinderen.
Zutf en:
A. M. VERKLELJ.
P. M. KOCH.
A. H. W. KOCH en Kind.
Leiden:
J. E. TONUS—VERKLELJ.
J. I. F. TONUS en Kinderen.
Leiden, 7 Januari 1937.
Stille Rijn 10.
Geen bezoek.
De H.H. Uitvaartdiensten zullen gehouden worden in
de kerk van O. L. Vr. Onbevl. Ontv. op Maandag 11
Januari te kwart voor acht, half negen en half tien. De
gezongen Requiem te half tien, waarna de begrafenis
vanuit de kerk te elf uur in het Familiegraf op het R. K.
Kerkhof (Zijlpoort).
Rozenkrans bidden Vrijdag-, Zaterdag- en Zondag
avond te half acht in het St. Elisabeth-Ziekenhuis.
Heden overleed tot onze
diepe droefheid voorzien
van de H.H. Sacramenten
der Stervenden, ODze in
nig geliefde Moeder Mej.
de Wed.
WILHELMINA MARIA
VISSER
geboren ZWETSLOOT
in den ouderdom van 86 j.
Uit aller naam:
H. A. Y1SSER.
Leiden, 7 Januari 1937.
Hoogewoerd 120
Rozenkransbidden in het
St. Elisabeth Ziekenhuis
8, 9,10 Januari, 81/2 uur.
ARTS
Praktijk hervat
GEZICHTSHAREN
worden afdoendverwijderd.N we,
vlugge methode Zrs. M. en A
Bu s, Den Haag, A. Paulowna-
str.50,Tel. 392097. Spreeku. 2-ó
BUITENGEWONE KOOPJES IN RESTANTEN
1e klas fabrikaten tegen de helft van den prijs. Op courante goederen
10 °l9 korting (behalve zlchtzendingen en merkartikelen).
KOOPT NU!
Leiden, Maarsmans-
steeg 23 Tel. 577
Den Haag, Rotterdam, Arnhem
Groningen - Delft-Dordrecht
Voor het bijschrijven van rente
moeten de Spaarboekjes der
BOERENLEENBANK
worden ingeleverd op Woens
dag I3 of Woensdag 20 Jan.
telkens van 3 tot 1 uur in het
Verenigingsgebouw aan de
Damlaan LEIDSCHENDAM.
v. d. WLRFFSTRAAT 4
Voor het afhalen van papier
gelieve U uitsluitend op te
bellen No. 985
Brieven en boodschappen
P. J. COLLA
LANGE MARE 51
OPRUIMING
MANTELS m. en zonder bont
en hooger
JAPONNEN wol en zijde
en hooger
REGENMANTELS
gu 1 sn 975
en hooger
HOEDEN
en hooger
Tevens zeer voordeelige
aanbieding in rokken,
blouses en pullovers.
IMITATIE BONTJASSEN
en hooger
COLBERT-COSTUUMS
590 Q75 1475
WINTERJASSEN
590 J90 ^2—
en hooger
REGENJASSEN
1 90 y|90 J90
OVERHEMDEN
75 - 95-1*2
en hooger
PANTALONS
1 25 50 1 90
en hooger
SPORT-COSTUUMS
g90 1175<|5Z5
en hooger
MEISJES-JURKEN
122 - 2—-4—
en hooger
MEISJES-MANTELS
322522 - 722
en hooger
JONGEN. ULSTERS
on hooger
JEKKERS
en hooger
SLOBPAKJES
v. stof en tricot. 3-dlg vanaf
SLOBBROEKEN
in alle maten
BIJZONDERE KOOPJES
In blouses,
broekjes, plusfours,
sportkousen en sllp-overs
HOEDEN
en hooger
HOOGSTRAAT Nos.1-2 LEIDEN - TELEFOON No. 2744