De beëediging van Prins Bernhard
HELGA'S WEDDENSCHAP
3)e ÊcictocHe 0ou/fcomt
Het aanbrengen der illuminatie aan den molen op het Oostplein te Rotterdam, die in verband met
de feestelijkheden met 3000 lampjes verlicht wordt
Bij het paleis Noordeinde te den Haag werd Woensdag na de beëediging
van Z. D. H. Prins Bernhard door de troepen, die aan de parade op het
Malieveld hadden deelgenomen, voor den Prins gedefileerd
Een aanval op het Duitsche doel Spel
moment uit den voetbalwedstrijd Den
Haag Lippe-Detmold, welke Woens
dagmiddag op.~Houtrtist-. is gespeeld
Mr. L. J. 1. Caion, oud-gouverneur van
Celebes, een der drie neutrale- waar
nemers, die door den Volkenbondsraad
naar Atexandrette worden -gezonden,
bij-zijn vertrek uit. Utrecht-
Koningin Elisabeth van Engeland bij den ingang van Haar
woning te Londen, vanwaar Zij met den Koning en de
Prinsesjes naar Sandringham vertrokken zijn om er de
Kerstdagen door te brengen
Door de burgerij van 's Graveland wordt aan het vorstelijk bruidspaar
schilderstuk, aangeboden, voorstellende de buitenplaats «Sperwerhof
Ter gelegenheid van zijn beëediging heeft Z. D. H. Prins Bernhard Woens
dagavond te den Haag aangezeten aan een officieren-diner. De aankomst
van Z. D. H. Prins Bernhard
FEUILLETON
Uit het Noorsch
door
SIGRID BOO.
(Nadruk verboden).
35)
riet is overbodig op te merken, dat
hij zelf houdt van oude bouwvallen. Wat
mos tusschen de planken en een verweer
de appelboom in de buurt zijn voldoende
om hem in vervoering te brengen. Op het
oogenblik heeft hij zijn schildersezel op
gesteld bij een oude schuur, ver het land
in. Ze is grauwzwart van ouderdom, en
wanneer men binnen is, geven de licht
strepen tusschen de kieren planken een
zeer eigenaardig effect. Vele dagen lang
heb ik hem en zijn geliefde daar hun
lunch gebracht. Astrid zit in de scha
duw van een eik en borduurt kleedjes voor
onder de schalen Wie zou dat ooit ge
dacht hebben van Astrid? Doch de vrouw,
die niet dadelijk nadat ze verloofd is, be
gint te borduren voor haair huishouden,
moet nog geboren worden.
Ik dek voor ze op een klein heuveltje
en we houden lange discussies over de
schilderkunst, waarvan Astrid en ik even
weinig verstand hebben. Niettemin hoort
hij Astrids opmerkingen vol respect aan,
en lacht mij in m'n gezicht uit. Ik zou
bitter kunnen worden als het er me in
den grond niet om begonnen was, hem te
laten lachen, Want natuurlijk meen ik
niet de helft van wat ik zeg, maar hij is
zoo, komiek als hij zijn oogen half toe
knijpt en denkt: Wat een alderdwaaste,
zotte ideeën hebben zulke, meisjes in hun
hoofd. Als het er op aankomt is hij aardig
en naief, onschuldig; Ytter evengoed als
alle andere manden, ondanks alles. On
danks alles!
Het is naar, zoo erg goedhartig te zijn.
Als hij me b.v. vraagt: Wat zou u nu eens
graag schilderen, Helga? dan verwacht hij
een absoluut onmogelijk antwoord te krij
gen, meer dan belachelijk; en ik van mijn
kant vind, dat ik hem niet kan teleur
stellen. Toen ik op een dag zei wat ik wer
kelijk dacht: dat ik de rivier zou willen
schilderen zooals we die in een glimp van
uit den tuin zien, rusteloos voorstroomend
onder het groene gewelf van wilgenhout,
kwam hij: Hè, wat sentimenteel! Dat
past niet bij uw neus, zoo sentimenteel te
zijn. 't Wordt er niet makkelijker op, als
je woorden en gedachten in stijd moeten
wezen met je neus!
Je zegt in je brief dat de eenige, van
wien je je geen duidelijke voorstelling
kunt maken, de chauffeur is. Ik weet
niet of 't zeer fijngevoelig van je is, hem en
kel „de chauffeur" te noemen. Weliswaar
ben je juist voorgesteld aan een Franschen
graaf, maar toch vergeet niet, dat we
allen menschen zijn. Je mag hem dan in
't vervolg Hans noemen. Ik vind Hans een
goeden naam, prettig, kort en makkelijk.;
Ik begrijp best, waarom je van hem geen
duidelijk beeld hebt gekregen. Het is geen
kunst, menschen te schilderen die lach
wekkend zijn, dom of minder sympathiek.
Dan vloeien de woorden je zoo maar uit
de pen.
Maar als men iemand prijzen moet en
iemands lof zingen, dan zit men hulpe
loos en scharrelt met al de adjectieven en
superlatieven, die men in het gewone le
ven zoo misbruikt heeft, dat ze nu geen
kracht meer hebben.
Het meest komt dat uit in krantenarti
kelen. De boosaardige zijn meestal geestig,
sappig, amusant, vol rake opmerkingen.
Maar de prijzende artikelen zijn niet meer
dan een moeizaam bijeenzoeken van oude
phrasen, waardoorheen we den persoon in
kwestie ais in een nevel zien.
Je begrijpt hij is verbazend lief: wat
wij vrouwen bedoelen, wanneer we zeggen
dat een man lief is. Negen en negentig
procent "an de mannen 0,1. stuiven op met
een kwaadaardig gezicht en zeggen, dat
die benaming kleverig is en dat ze -niet lief
willen wezen. En datr op zichzelf is juist
zoo lief, zoo lief. Ir ligt niet in het woord
opgesloten, dat ze slap zijn of zwak of Ado"-
nisachtig; het beteekent alleen maar, dat
ze nog steeds in hun hart kleine jongens
zijn, die er behoefte aan hebben, door ons
te worden- verzorgd en vertroeteld. Enkel
dat. En moeten de stérke mannen daarom
nu boos zijn?
Hij is nogal een knappe vent om te
zien, en wat dat betreft geknipt om ge
armd mee door de Hoofdstraat thuis te loot
pen, terwijl de dames zich achter de gera
niums al glurend hals den hals ver
draaien.
Maar hij verstaat niet de kunst, te praten
over niemendaal. Dat is het ergste voor
hem zelf. Slechts hij, die de gave heeft,
luchtige, vlotte opmerkingen te maken, kan
zpnder inspanning of verlies van krachten
omgaan met de menschen. Evenmin heeft
hij er sjoege van, kwaad te spreken; waar
uit dus blijkt, dat het niet zoo makkelijk
is, met hem aan het praten te blijven voor
wie hem niet kent. Hij heeft niets van de
zorgeloosheid, welke Jorgen karakteriseert
en de andere jongelui, met wie we om
gaan. Absoluut niets, Misschien zelfs maakt
-hij den indruk, wat barsch en sceptisch te
wezen, maar dat is hier meer dan uiterlijke
schijn.
Ik heb er hem ten laatste toe gekre--
gen, wat te vertellen over z'n eigen le- -
ven. Zijn vader was meester in de rech
ten en eigenaar van bosschen, en hü had
als kjnd een goed thuis. Maar tijdens de
malaise raakte zijn vader in allerlei spe
culaties betrokken en k vam heelemaal aan
den grond te zitten voor het stierf. Hij ging
op ouderwetsche manier failliet, ik zou
zeggen op de goede, ouderwetsche manier,
die de familie tot armoede bracht. Daarna
volgden zware jaren, en zij hebben niet na
gelaten hun stempel te drukken op den
zoon. Hij is overdreven trotsch, overdre
ven achterdochtig, overdreven bang toe te
geven aan blijheid en opgewektheid, maar
kolossaal energiek. Ik ben van plan, hem
van de eerstgenoemde eigenschappen af te
helpen. Dat is een geschikt karweitje voor
een vrouw. En wat z'n energie betreft: de
energie is de meest aanstekelijke onder
de deugden. Het heeft mij ook al een
beetje te pakken.
Oppervlakkig gezien, zijn we zoo ver
schillende als nacht en dag. Maar dit ver
schil gaat niet zoo heel diep. Ons gevoels
leven rust op een min of meer gelijke ba
sis: we hebben plezier over hetzelfde, zijn
aangedaan over hetzelfde en ergeren ons
ovar hetzelfdeè Zonder nu te willen bewe
ren. dat ik groote ervaring heb op dit ge
bied, geloof ik toch dat dit het belang
rijkste is voor twee, die samen willen
kampeeren in de toekomst. Dat bespaart
je later de ontdekking, een wildvreemde
te hebben getrouwd.
Het zal echter nog een heelen tyd iuren.
dus kan ik een massa beddekleedjes .laken
en alle mogelijke dingen borduren. Wan
neer alles loopt zooals hij wil, gaat hij met
den herfst naar Duitschland. Het zal ze
ker, drie of vier jaar worden ai waar het
geld vandaan moet komen, als hij z'n eigen
opgespaarde kapitaaltje heeft verbruikt,
dat begrijpt hij niet, maar ik wel. Nog al
tijd weet hij niet. welke goede relaties ik
heb, dat zal een prettige verrassing voor
hem zijn, als we met Augustus hier van
daan gaan. Vooralsnog ben ik slechts het
kamermeisje Helga met zulke duistere fa
milieverhoudingen, dat daar liever niet
over gesproken wordt. Ik verheug er me op
hem ons heerlijke huis te laten zien met
de gezellige kamers. Vader en hy zullen
best met elkaar kunnen opschieten, denk
ik, en tante Alexandra zal hem zeker een
ontwikkelden, beschaafden en ïnnemenden
jongeman vinden, wat in haar mond de
hoogste vorm van lof is. Ook zal ze 't pret
tig 'vinden, dat zijn moeder een juffrouw
Palm is. Zoo is tante nu eenmaal. Dat hij
chauffeur geweest is, zal ze eenvoudig ne-
geeren en doodzwijgen, voor zoover dit
mogelijk is in een kleine plaats.
Maar nu genoeg van zielkundige analyse
en andere beschouwingen. Ik moet naar
beneden. Laurense helpen koekjes en ca
kes te bakken voor Zondag, als wanneer
we een heele invasie verwachten. Gelijk
alle landgoedeigenaars zijn de Bechs voor
al in den zomer bijzonder in trek bij hun
vrienden en kennissen.
Bijna zou ik vergeten, je de meest op
windende gebeurtenis van de week te ver
tellen, een wanhopig fiasco voor mij, wat
me een slapelooze nacht heeft gekost.
(Wordt vervoled>.