28ste Jaargang
DINSDAG 22 DECEMBER 1936
No. 8605
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DF ABONNEMENTSPRIJS bedraagt by vooruitbetaling:
Voor Leider 19 cent pei week J 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
CULTUUR
XIV.
De ziel der cultuur.
„De ziel der cultuur is de cultuur der
ziel". Ik weet niet meer, welke fonkelen
de, Fransche geest deze woorden eens ooit
gesproken heeft, het doet er trouwens wei
nig toe; ze zijn en blijven in alle geval de
uitdrukking van een fundamenteele waar
heid, die wij slechts met schade vergeten
zullen. En als we ze in hun consequenties
beschouwen, dan moeten we besluiten, dat
daar de cultuur het vruchtbaarst bevor
derd wordt, waar de cultuurdragers recht
streeks het zieleheil beoogen. Dat zijn in de
literatuur de geestelijke schrijvers; daar
onder bekleeden de hagiografen een bij
zondere plaats.
Over het algemeen zal men het geeste
lijke boek niet zoo spoedig als literatuur
beschouwen en dat is maar gelukkig ook.
Hoe hoog de literaire waarde ook zijn moge
van de geschriften van onze Mystieken
(ik denk aan Sint Augustinus en aan
Ruusbroec, aan Mechtild van Maagdeburg
en Geertruid van Helfta, aan Sint Theresia
van Avila en de kleine Theresia van het
kindje Jezus), deze geschriften worden
toch eigenlijk ten onrechte bij de litera
tuur ingedeeld. Zij vormen inderdaad een
supra-literair domein; de vorm "treedt ner
gens op den voorgrond; zij is het volko
men dienstbare instrument, dat de adem
tocht van God, het hemelsch-lichte waaien
van den Geest verwoorden moet. Onze
aandacht moet hier niet naar woorden uit
gaan; we hebben er veeleer dat Woord te
beluisteren, waarvoor men in de taal der
menschen slechts tastend naar teekens
zoekt. Natuurlijk werd niet ieder geeste
lijk boek uit mystieke bezieling geschre
ven. Het is echter wel opmerkelijk, dat,
waar deze afwezig is, de letterkundige
waarde van het geschrift schromelijk daalt.
De schrijvers van de zoo talrijke geestelij
ke tractaten, die op de boekenmarkt ver
schijnen, zijn gewoonlijk geen literatoren.
Men kan het hen waarlijk niet zoo kwalijk
nemen. De behoefte om te schrijven werd
bij hen uit andere motieven geboren. En
dat juist de mystieke literatuur zich door
vormschoonheid onderscheidt, is van den
anderen kant volkomen verklaarbaar. Zij
kwam uit die volheid voort, waarin de bo
vennatuur geheel met de natuur versmolten
is en deze omhoogtrekt in haar glansen en
haar koesterende gloed. De natuur is altijd
boeiend en zuiver; zij heeft iets, wat voort
kwam uit de hand van God. En waar de
bovennatuur tot natuur werd, daar ging
geen enkele natuurlijke waarde verloren,
integendeel: onder de stortvloeden van
licht verschijnt de natuur in onvermoede
heerlijkheid; zij spiegelt de hemelsche
schoonheid af, zij slaat akkoorden aan uit
de muziek van het paradijs. Wie waarlijk
luisteren kan. zal de spontane jubel en de
heldere voldragenheid onmiddellijk her
kennen.
Maar waar een boek bijvoorbeeld uit
zuiver didactisch oogpunt vervaardigd
werd, daar kan men niet immer eischen,
dat de schrijver over een letterkundige
vorm beschikt, zoomin als men dat voor
een andere tak van wetenschap eischen zou.
Ik wil daarmee niet ontkennen, dat het
niet ideaal zou zijn, als ieder geestelijk
boek uit doorleefde overvloed geschreven
werd, maar het lijkt mij niet voorzichtig,
dit zonder meer als eisch te stellen.
Onder -de geestelijke boeken behooren
de heiligenlevens nog wel het meest tot de
literatuur; zij leenen zich uit den aard der
zaak gemakkelijker voor een literaire be
werking; meerdere Katholieke schrijvers
van grooter formaat hebben het niet bene
den zich geacht, hagiograaf te worden. We
denken maar even aan Hello, Huysmans,
Papini en Chesterton. En hier in Neder
land hebben Pieter van der Meer de Wal
cheren, Pater Molenaar en Emile Erens
ons de laatste jaren belangwekkende ha
giografieën geschonken.
Heel onlangs kwamen twee nieuwe ha
giografische schrifturen in een Neder-
landsch gewaad van de pers. Het eerste is
een vertaling: „De heilige pastoor van
Ars", naar het Fransch van Henri Ghéon. 1)
Het tweede is oorspronkelijk Nederlandsch;
het verscheen in de Schijnwerpersserie:
„Een jaar vol heiligen", van Albert
Kuyle. 2).
Henri Ghéon is in Nederland al sinds
langen tijd bekend als de schrijver van
mysteriespelen, waarvan er eenigen (maar
lang niet allen) in Nederlandsche vertaling
het licht zagen en die terecht een gretig
repertoire vormden voor onze talrijke,
Katholieke tooneelclubs, niet het minst ook
voor seminaries en kloosterscholen. Wij
ontmoeten hem thans in een nieuwe hoe
danigheid: hij schreei een biografie van
dien bij uitstek Franschen heilige, Jean-
Marie Vianney, den pastoor van Ars. Maar
het is de oude Ghéon, die ons dit boek ge
schonken heeft. In het lijstje van zijn wer
ken vond ik het boek vermeld onder „Apo-
logétique" Men heeft het daar niet ten on
rechte ondergebracht. Een goed geschreven
heiligenleven immers is altijd een apologie,
een stuk verdediging van het Geloof. Ghéon
is bovendien altijd apologeet. En het meest
treffende is, dat hij altijd apologeet is, zon
der het zelfs te willen zijn; dat geeft aan
zijn apologie haar bijzondere kracht. Hij
heeft de innerlijke heerlijkheid, de wonder
bare diepte van het Christendom ei'kend,
het werd hem een overweldigend zielsbezit
en hij geeft er met handenvol van weg: hij
moet wel, hij kan niet anders.
Dit boek van Ghéon is uitstekend. Het is
vooreerst met kennis van zaken gecompo
neerd. Het is steeds een probleem in de
samenstelling van een biografie, het juiste
evenwicht te vinden tusschen de syntheti
sche uitbeelding van den hoofdfiguur en
het bijbrengen van details. Men mag van
den een en kant niet l verladen, maar ook
van den anderen kant niet in abstracte
vaagheden vervallen. Ghéon is in zijn op
gave geslaagd. Het beeld van den dorps
pastoor komt den lezei in sprekende con
touren voor den geest te staan, zonder dat
er gevaar is, dat hij in het aangebrachte
feitenmateriaal verdrinkt. De auteur ge
bruikte de drie bekende levensbeschrijvin
gen van Monnin, Joseph Vianny en Fran
cis Trochu. Daaruit kuos hij zijn stof. Hij
mag onomwonden vei klaren: „Wij fanta-
seeren niet. Dit boekje is zuiver geschiede
nis".
Het is allereerst een boek van onverzette
lijk Geloof. Het Gelooi verschijnt er als een
massieve burcht, die voor geen aandrang
wijkt, als de onwrikbare Orde, die den
eigenlijken zin van het leven bepaalt.
„Jean-Marie leert tegelijkertijd, hoe Jezus
is geboren en hoe het koren rijpt Het eene
is voor hem al even vanzelfsprekend als
het andere: wat zoo is, dat is zoo". Het
plaatst ons voor een wereld van eindeloos-
grootsche werkelijkheden, diep-ernstig, on
loochenbaar. „Realiteit van den hemel en
realiteit van de hel. Wie er maar half in
gelooft, gelooft er niets van" Deze waar
heid heeft den heiligen pastoor gegrepen;
zij gaf aan zijn leven diepe eenvoud en on
wankelbare beslistheid. Jean-Marie Vianny
wordt beheerscht door één gedachte: de
hoofdzaak, de kern van het leven, datgene
waar het eigenlijk om gaat. We staan voor
de keuze: hel of hemel; dat is dus beslis
send. De rest is de aandacht niet waard.
Maar waar zijn inzicht en zijn Liefde zich
verdiepen, daar wordt hij de bezetene van
dat machtige levensprogram, wijder dan
hemel en aarde: God boven alles en God
alleen. Hij heeft recht op ons leven; aan
Hem trouwens is een leven wel besteed,
het overige vervliegt als rook. Deze sim
pele dorpspriester, de domste pastoor in
het kleinste dorp van Frankrijk, wordt de
extatische minnaar van het absolute,
dronken van zijn Goosliefde, de heldere
weter, die zijn kennis uit een andere wereld
put, voor wien de gewetens doorschijnend
worden. Dan komt het wonderbare in zijn
leven, de bovennatuurlijke wereld neemt
tastbare vormen aan en dat alles aanvaardt
hij, als een groote genade, ja, maar toch
ook als de vanzelfsprekende consequentie
van zijn Geloof: als ei een God is, dan is
het immers duidelijk, dat Hij wonderen
kan doen; als er heiligen zijn, dan is het
heelemaal niet vreemd, dat zij ons zicht
baar kunnen verschijnen. Het eenige, wat
hij vreemd vond, was het feit, dat zij juist
hem, dien onwaardigen zondaar, daarvoor
uitkozen, en deze diepe nederigheid was
weer een wonder op zich.
Het meest karakteristieke in dit leven
lijkt mij het herderschap. Jean-Marie Vian
ney was herder in alle vezels van zijn
lichaam, in heel de volheid van zijn ziel.
Maar hij was een heilige herder zijn hei
ligheid en zijn herderschap zijn in ondeel
bare eenheid saamgegroeid. Het was zijn
roeping, zich als herder te heiligen en het
betooverende voorbeeld te zijn voor allen,
die het herdersambt te torsen krijgen. De
eenige, werkelijk ernstige bekoring in zijn
leven was wellicht zijn zucht, het herders
schap op te geven omwille van de heilig
heid. God maakte het hem zacht maar drin
gend duidelijk, dat Zijn aanbiddelijke Wil
hem in Ars wenschte, onder de schapen,
die hij bekeerd en geheiligd had en onder
de duizend pelgrims, die hij aantrok. Hij
moest op zijn post blijven tot aan zijn dood.
En hij behoefde niet te vreezen, dat het
„beste deel", het verliren-zijn in God hem
ontglipte: hij bezat het in onbeschrijfelijke
volheid, temidden van al zijn zorgen, de
eindelooze stroom van penitenten, zijn ver
woeste gezondheid, zijn tallooze liefdewer
ken en de kwellingen van den duivel. Hij
was waarlijk in God verankerd, God was
hem als het licht van zijn oogen, als adem
en brood, en de „enterhaak" zooals hij
kleineerend den duivel noemde, was niet
in staat, hem met zijn listen en plagerijen
te ontmoedigen of te verwarren.
Velen moeten dit boek van Ghéon lezen.
Het is zoo'n krachtig voedsel voor zwakke
zielen, het is een onverbiddelijke bedrei
ging voor de lauwen, het is een boek om
te wekken en nieuwe ideaien te schenken,
het brengt inzicht bij en liefde voor de
hoogste waarde, die de mensch op deze
aarde vinden kan: het geestelijk leven. De
vertaler leverde goed werk; slechts uiterst
zelden wordt men eraan heiinnerd, dat men
met een vertaling te doen heeft. En een
sympathieke kant'van deze boeiende hagio
grafie is ook nog, dat ze met haar sierlijke
letter op goed.papier voor zoo'n billijken
prijs op de boekenmarkt verscheen en daar
door voor haast iedere beurs bereikbaar is.
„Een jaai vol heiligen" van Albert Kuyle
werd heel verschillend opgezet. Hier geen
breed uitgewerkt levensbeeld, maar een rij
schetsen, die vluchtig maar raak iets van
de heiligen doen zien, een enkele diepe
gedachte, een enkele schoone'daad. Het ver
rukkelijke van dit uoekje ligt vooral in
de liefde, waarmee het geschreven werd,
een liefde, die tot bloesems werd, tot teeder-
heid, die de ruigste kwajongen heeft, als
hij tegenover zijn moeder staat Kuyle,
de franc-tireur in het Rijk van God, die het
als zijn speciale roeping scnijnt te beschou
wen, om geen enkele ongerechtigheid on
gewroken te laten, is toch in zijn diepste
wezen verliefd op wai wij de vroomheid
onzer vaderen noemen in haar echten zin.
En Kuyle kan zingen, hij kan het minste
gegeven nemen, een gedachte, een woord,
een daad,, het wordt in zijn handen tot een
sprookje, het gaat bloeien, je ziet hoe de
knoppen open gaan, je snuift lentegeuren
en de liedjes van vink en merel duiken op
uit het woud. Kuyle kan het weinig schelen,
of het allemaal historisch is, wat hij ver
telt. Maar 't komt er op aan, dat de lezer iets
meer van God's goedheid begrijpt en ster
ker en milder zijn dag begint. Het boekje
werd inderdaad een verkwikking en daar
om behoeven we slechts te herhalen, wat
Emile Erens in zijn inleiding ervan zegt:
Dit boekje moet men in zijn nabijheid
houden, om het op een stil oogenblik ter
hand te nemen". Indeidaad, het zal menig
stil oogenblik hemelsch vruchtbaar maken.
Dr. HENRI VAN ROOIJEN
Kruisheer.
Zoeterwoude, 21 Dec. '36.
1) Henri Ghéon. De heilige pastoor van
Ars. Uit het Fransch vertaald door Tanulo.
Druk en uitg. N.V. „De Leidsche Courant"
0.90).
2) Albert Kuyle. Een jaar vol heiligen.
Schijnwerperserie No. 6. Uitgave Het
Spectrum, Utrecht 0.85).
U hebt voorrang
indien u op een voorrangs-
weg rijdt of bij andere kruisingen
van rechts nadert. Wie denkt,
dat hij daarom alleenheerscher
is op den weg, krijgt meestal in
't ziekenhuis allen tijd om tot
andere (voorzichtiger!) gedach
ten te komen!
+V+# A
Steun en aanvullende steun
Er wordt veel gebrek geleden. Door de
genen, die hun armoe met alle geweld
willen bedekken en geen beroep doen op
eenige openbare kas! Maar ook óók,
helaas, ongetwijfeld door menschen, die
steun trekken uit openbare kassen. Die
steun is in menig geval op den duur niet
toereikend. En moet dus worden aange
vuld. Als alle samenwerken, kan die steun
ook worden aangevuld. Vooral daar, waar
de plaatselijke toestand geheel kan wor
den overzien: in kleinere gemeenten, in
dorpen. Daar vooral kan betrekkei ij k
gemakkelijk worden aangevuld, waar een
tekort is. En daar vooral moet worden ge
constateerd, dat er een groot kwaad van
nalatigheid wordt bedreven, als zulks niet
gebeurt georganiseerd en doeltreffend!
Het particulier initiatief moet hier han
delend optreden. En de Overheid moet
steunen en stimuleeren. En de katho
lieken moeten hier voorop gaan, par
ticulieren zoowel als overheidspersonen.
Dat er geen gebrek wordt geleden zal
wel niemand durven beweren. Er is in me
nig gezin een tekort aan kleeding en
ookeen tekort aan stevig, sterkend
voedsel. En nu spreken wij niet van een
tekort aan dingen, die het leven veraan
genamen waarnaar toch ook werkloozen
en ondersteunden wel 'ns mogen verlan
gen!
Het initiatief van allen, die in deze zaak
initiatief kunnen ontwikkelen, moet ge
richt zijn op het probleem van den steun,
waar niet uit overheidskassen gesteund
wordt, en van aanvullenden steun, waar
die steun wel wordt verleend.
Kersttoespraak van
den Paus
EEN BEROEP OP VREDE
Heruitzending door den KRO.
Donderdagochtend te 11.50 uur (A.W.T.)
zal Z. H. de Paus op den Vigiliedag van
het Kerstfeest voor den Vaticaanschen zen
der (golflengte 19.84 M.) een Kersttoe
spraak houden.
De KRO. zal deze toespraak met verta
ling op denzelfden tijd voor Nederland
uitzenden of golflengte 1875 M.
De Pontificale Boodschop zal de gewoon
lijk op 24 December uitgesproken Pause
lijke redevoering tijdens een audiëntie van
het Heilige College vervangen. De bood
schap zal door den Paus te bed worden
voorgelezen. Hij zal om 12 uur 30 (Ita-
liaansche tijd) spreken en zijn woorden
zullen worden uitgezonden op golflengte
19.84 meter.
Gistermorgen heeft de Paus den direc
teur van het station radio Vaticaan, de
eerw. heer Filippo Coccorsi, bij zich ont
boden, teneinde met hem de mogelijkheid
der uitzending te bespreken. „Op deze
wijze, zoo verklaarde de Paus. zal men
zien, dat ik nog leef".
Voorts heeft men den Paus gisteren op
de hoogte gebracht van de pessimistische
geruchten, die kortelings de ronde hebben
gedaan omtrent zijn gezondheid en de
nauwkeurige bijzonderheden, die men hem
noemde, wekten zijn lachlust op.
De Pauselijke Kerstboodschap zal korter
zijn dan de gebruikelijke redevoering, wel
ke gewoonlijk alle internationale gebeur
tenissen van het jaar de revue laat pas-
seeren. Wel echter zal de boodschap zoo
als reeds verwacht werd het karakter dra
gen van een beroep op vrede.
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BELANGRIJKE REGEERINGS-
MAATREGELEN IN DUITSCHLAND.
Voor eventueele mobilisatie burger
bevolking.
BERLIJN, 22 December. (A.N.P.) De re
geering heeft belangrijke maatregelen ge
nomen, om, in geval van nood, de mobili
satie van de burgerbevolking te verzekeren.
Volgens dit plan zullen gespecialiseerde ar
beiders, die ontheven zijn van den militai
ren dienstplicht, zich op den tweeden dag
der mobilisatie naar een bepaalde plek be
geven, om daar hun instructies te krijgen
en bij een vasten dienst te worden inge
deeld. Waarschijnlijk zullen de vrouwen in
BÜITEKLAND.
Een Kerstboodschap van den H. Vader.
K.R.O. zorgt voor heruitzending. (1ste
blad).
De stakingsactie in Frankrijk (2de blad,'.
Schermutselingen om Madrid. (2de blad).
Reeds 400 slachtoffers van de aardbeving
in San Salvador. (Buitenl. Ber. 2de blad).
BINNENLAND.
Verdere behandeling der begrooting van
Sociale Zaken door de Tweede Kamer.
(2de blad).
Anderhalf jaar geëischt tegen marskra
mer wegens poging tot moord te Waddinx-
veen. (3de blad).
LEIDEN.
De gemeenteraad heef. 't voorstel inzake
Sportfondsenbad aangenomen. (2de blad).
DEN HAAG - FEESTVERLICHTING
met een DRIE TAX. t 2 00 per uur
GARAGE DE GROOT - TEL 3300
dat geval den werkkring van haar echt-
genooten overnemen.
De eerste stap naar de gebruikmaking
van alle krachten des lands werd gezet dooi
de instelling van een enormen dienst van
beveiliging tegen aanvallen uit de lucht,
met een uitgebreiden staf verplegers en
technici uit alle lagen der bevolking. Het
is aan geen twijfel onderhevig, dat het
nieuwe vierjarenplan in de eerste plaats
ten doel heeft de volkomen mobilisatie van
het land te organiseeren.
CONFLICT OP CUBA.
De president in staat van beschuldiging
gesteld.
HAVANA, 22 Dec. (A. N. P.). Op Cu
ba is een conflict ontstaan met den pre
sident, dien men zelfs in staat van beschul
diging gesteld heeft. De Senaat is tegen
vanmiddag in buitengewone vergadering
bijeengeroepen ter behandeling van de te
gen president Gomez ingebracht beschudi-
ging.
Het wetsontwerp inzake de beschuldi
gingen van verraad, welke tegen presi
dent Gomez waren ingebracht, is door de
Kamer van Afgevaardigden aangenomen
met 111 t.eger. 40 stemmen.
De president wordt er van beschuldigd
de stabiliteit ven de natie in gevaar te
hebben gebracht, de grondwet te hebben
geschonden en teger. de Kamer te hebben
trole zullen staan.
Deze wetsvoorstellen zijn het resultaat
van de spanning tusschen den president
en kolonel Bastita, den chef van den ge-
neralen staf. dien de president er van ver
denkt fascistische neigingen te hebben.
De president heeft zijn veto uitgespro
ken tegen het wetsontwerp, dat een ac
cijns instelt cp suiker. De opbrengst moet
worden besteed voor de stichting van scho
len, welke onder civiele en militaire con
trole zul en staan. -
De president acht den maatregel anti
democratisch en ae mogelijkheid openend
fascistische opvattingen ingang te doen
vinden bij de jeugd. Bastita zou, naar men
meent, voornemens zijn 3000 dezer scho
len te laten inrichten.
De Kamer zal een commisie benoemen
om voor de Senaatsrechtbank de beschuldi
gingen staande te houden.
VERPLICHTE DRIEJARIGE MILITAIRE
DIENSTTIJD.
TOKIO. 22 December. (A. N. P.). Uit
Hsinking word. gemeld, dat de minister
van oorlog van Mandsjoekwo heeft bekend
gemaakt, dat hij in 1937 den verplichten
diensttijd van diie jaren zal invoeren.