m fi m fl M m 'Ik dim m s ZATERDAG 19 DECEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 15 HET DAMSPEL Damredacteur: W. J. v. d. Voort. Rustoordstraat 3, Nieuw-Vennep. Alle correspondentie, deze rubriek be treffende, gelieve men te zenden aan bo vengenoemd adres. Onze Ladder-wedstrijd. Meermalen hebben wij in onze rubriek een slagzet aangetoond in ons nobele spel, welke voor onze lezers tot groote voldoe ning leidde. De thans genomen slagwen ding welke wij moeten nemen, zal onge twijfeld voor vele deelnemers aan onzen ladder-wedstrijd een teleurstelling zijn. De directie van de Leidsche Courant heeft ons n.l. herinnerd aan de overal geldende bepaling, dat alleen die deelnemers aan den ladder-wedstrijd voor een prijs in aan merking komen, die als abonné staan in geschreven. Toch doen wij een beroep op alle deel nemers, om hun belangstelling te blijven toonen. De damredacteur. Problematiek. De thans gepubliceerde vraagstukken bevatten geen moeilijkheden en stellen juist daardoor de minder-geoefende oplos sers in de gelegenheid het glibberige pad der problematiek te kunnen betreden. No. 322 een vraagstukje van W. Krom Jr. Dit stukje heeft een groote gelijkenis met pr. no. 314 (zie rubriek van 21 No vember 1.1.), doch omreden het op een ander motief berust, wilden wij het gaarne onder de oogen onzer lezers bren gen. Vervolgens onder no. 323 een vraagstuk van den heer Winter, dat goede eigen schappen bezit, en het oplossen ook dub bel waard is. Wedstrijd-Probleem no. 322. Auteur: W. Krom Jr., Sassenheim. f m - m m 18 li si lf§ 1: i Hl Hl §5 m H Pp 3 i.,.; 83 1 -■ nu 3 P ff: PU 63 a 9 IS e at n H 1] 1 gg 1 Eindspel. (Uit de partij). De onderstaande stand kwam voor in een gespeelde partij voor de clubcompetitie van de damclub „Groningen", tusschen H. Steenhuis (zwart) en C. v. d. Werf met wit. Eerste publicatie. Stand in cijfers. Zwart 8 schijven op 7/9, 17/19, 24, 38. Wit 8 schijven op: 25, 27, 28, 34, 36, 41 48, 49. Wit speelt en wint. Wedstrijd-Probleem no. 323. Auteur: H. J. N. Winter. voor HET MENU AARDAPPELEN direct besteld bij VLASVELD Stand in cijfers: Zwart 11 schijven op: 11, 13, 15, 17/19, 22, 23, 27, 35 en 36. Wit 11 schijven op: 24/26, 29, 31, 34, 37, 39, 43, 45 en 48. Wit speelt en wint. Oplossingen der beide vraagstukken worden gaarne ingewacht tot uiterlijk Dinsdag 29 December a.s., bij den redac teur dezer rubriek. Correspondentie. G. L. te V., pr. in dank ontvangen, ik zal u schriftelijk antwoorden. A. v. d. S. te L. U was den voorlaatsten keer wel wat laat, doch om die gelukki- ge(!) reden zullen wij ze voor oezen keer accepteeren. B. L. te S., richt u voor deze zaak tot de redactie en ik zal wel een nader be richt ontvangen. Ik geef toe, dit is wel een bijzonder geval voor u. Oplossingen wedstrijd pr. 318/19. No. 318 (Redacteur). Zwart 12, 13, 15, 17, 18, 22, 23, 28. 41. Wit 26, 29, 34, 35, 37, 42, 43, 46, 48. Wit wint door: 4339, 2621, 3933, 35x24, 24—20, 42—38, 48x28. No. 319. H. Droog. Zwart 7,8,12,14,17,19/21, 27/29, 31 32. Wit 26. 30, 37/40, 42, 44, 47/50. Wit wint door: 38—32, 30—24, 40—34, 44x15, 42x13, 26x8. Leuk doet zich aanzien hetgeen tot stand gekomen is aan de vuurlinie, nl. schijven 47/50 voor wit en 42 en 44 voor zwart. Er werd als volgt gespeeld. Wit 28—23. 29—24, 34—30. Zwart 45—50, 18—22, 50—44? 44/35? Wit 2420 (34x43), 20x9 met remise. De heer v. d. Werf heeft bovengenoem- den stand echter verder bestudeerd en kwam tot de conclusie, dat zwart altijd kon winnen, maar daartoe moest bij den 3den zet niet 5044 gespeeld worden, doch 2228 en dan 5045. Het loont wel de moeite het even na te spelen, daar op een prachtige manier de winst wordt ver kregen. Na 29—24 van wit a.V. (22—28!), 23x 32 (45—50!), 34—30 (50—23!), 38—33. Op wit 3227 vervolgt zw. met 2318 en wint gemakkelijk. (23x37), 2319. Op iederen anderen zet volgt 3742 en wint (37—31a), 29—23 (31—13), 23—19, (14x 23), 24—20, (13x35), 20—14, (35—13), 14 —10 (13—4!!), 10—5 (4—27), 5x21. Zwart 16x27 en wint. Wat de heer v. d. Werf hierin over het hoofd gezien heeft is, dat zwart na 2319 van wit ook kan winnen door 3742. Een mooi eindspel, dat de moeite van het naspelen zeer zeker waard is. (Pr. Gr. D. Bond). Onze Ladder-Wedstrijd. De stand van onzen ladder-wedstijd (bij gewerkt tot en met pr. 319) luidt: Nr. Deelnemers Pnt. 1. J. H. Hilders, Lisse 28 2. G. Rijsdam, Leiden 23 3. Th. Zonneveld, Dekkerswald 28 4. D. G. v. d. Voort, Hazerswoude 28 5. J. C. L. v. Leeuwen, Leiden 28 6. H. Huurman, Nw-Vennep 28 7. G. Huurman, idem 28 8. B. Langelaan, Sassenheim 23 9. A. J. Langelaan,idem 28 10. M. J. v. d. Kwartel, Leiden 28 11. J. v. Wezel, idem 23 12. W. Besselink. Haarlem 27 13. D. Rijsdam, Alphen a. d. Rijn 27 14. W. Captein, Nw-Vennep 24 15. G. Lemmers, Voorhout 23 16 J. C. Otte, Nw.Vennep 21 17. J. Maliepaard, idem 20 18. N. Hogervorst, Leiderdorp 20 19. A. v. d. Stel, Leiden 16 20. Th. J. Lexmond, Zoetermeer 16 21. C. J. Knijnenburg, Wassenaar 10 22. S. F. v. Steenbergen, Leiden 10 23. J. C. Nebeling, Nw-Vennep 10 24. P. Loos, Oudewetering 9 25. J. A. J. Wortman, Hazerswoude 9 26. H. L. Tebbens, Nw-Vennep 9 27. P. v. Schie, Wassenaar 8 28. Th. Koek, Roelofarendsveen 3 29. C. L. v. d. Salm, idem 7 30. H. Droog, Rijpwetering 7 31. G. Akerboom, idem 6 32. Ph. Philipse, Abbenes 6 33. F. de Roo, Leiden 5 34. P. Vlasveld, Zoeterwoude 5 35. N. G. v. Noort, Noordwijkerhout 4 36. M. P. Krumpelmans, A. d. Rijn 4 37. A. P. Mooijekind, Lisse 4 38. H. v. d. Kamp, idem 4 39. P. v. Vianen, Leiden 3 40. W. v. d. Meer, Oegstgeest 2 41. G. G. Bemmelen, Voorschoten 2 42. A. Hogervorst, Ter Aar 2 43. P. Zwetsloot, Noordwijk 1 44. G. Geerlings, Leiden 2 Partij-stand Onderstaande stand is uit den wedstrijd van de „Damier de la Seine" en is ont leend aan „Tous les Jeux". Stand: Zwart 9, 11, 14. 16, 18, 19, 22/24, 26. Wit 25, 27 en 31/38. Wit (M. Carbonnet) staat schijnbaar verloren. Door een mooi offer forceerde hij echter nog juist remise door: 3429 (23x34), 32—28 (11—17 gedw.), 27—21 (16x27), 35—30 (24x35), 25—20 (14x25), 3732! (26x37), wit 32x3! remise. OUDE /INGEl 120 tO: 7*> DOEZQ/TRQQT 22 tuuezai lEIDSTV VROUW IN WATERPUT VERDRONKEN. In den afgeloopen nacht is de 60-jarige mej. M. Schellekens te Gilze in Noord- Brabant, in een achter haar woning gele gen waterput geraakt en verdronken. Toen haar zuster, met wie zjj samenwoont, haar vanmorgen niet zag, stelde zij een onder zoek in, waarbij zij haar dood in de put vond liggen. De politie heeft de zaak in onderzoek. DE GRIEP-EPIDEMIE. Ook in Zwolle en Wehl zijn de scholen gesloten. In verband met de heerschende griep epidemie, die in verschillende garnizoenen in meerdere of mindere mate woedt, zijn thans in enkele gemeenten de scholen ge sloten. In Zwolle zijn de scholen tot na de Kerstvacantie gesloten. Ook het gemeente bestuur van Wehl heeft het beter geoor deeld, dat de onderwijsinrichtingen aldaar gesloten zullen worden. BRAND TE AMSTERDAM. Mej. Van Veen, die het bovenhuis Nieuwe Looiersstraat 74 te Amsterdam bewoont, had gistermiddag een petroleumkachel ge vuld en aangestoken. Zij droeg hem naar de achterkamer van de eerste verdieping. Op het oogenblik dat zij de brandende kachel zou neerzetten, trapte zij op den staart van de kat. Zij schrok daar dermate van, dat zij het brandende toestel uit haar handen liet vallen. De petroleum, die uit de kachel vloeide, vatte onmiddellijk vlam en zette de omgeving in brand. De vlam men baanden zich een weg door een hou ten trapafscheiding naar de zolderverdie ping. Toen de inmiddels gealarmeerde brand weer voorreed, sloegen de vlammen uit de zolderverdieping. Met drie stralen op een motorspuit werd de brand bestreden. De achterkamer van de eerste verdieping en de zolderverdieping, waar eenige slaap kamertjes waren, brandden uit. De bene denburen kregen waterschade. NOODWONINGEN IN BRAND GESTOKEN. Het laatste te Arnhem bestaande com plex noodwoningen, dat in den oorlogstijd werd gebouwd, is thans op een radicale wijze opgeruimd. De nog aan de Thomas a Kempislaan, in de nabijheid van het Vitesseierrein slaan de noodwoningen, die niet dan met Zeer groote moeite in de laatste maanden zijn ontruimd, zijn door de Arnhemsche brand weer aan de vlammen prijs gegeven. Dank zij de voorgenomen maatregelen slaagde de brandweer er in, het geheele complex in een vuurzee te herscheppen, doch ondanks de krachtige medewerking van de brandweer, die in dit geval in strijd met haar taak alle pogingen deed om het vuur maar steeds aan te wakkeren, heeft het toch meer dan een etmaal geduurd eer het geheele complex van woninkjes prooi der vlammen was geworden. Het spreekt vanzelf, dat deze geweldige brand groote belangstelling trok, doch de politie zorgde voor een uitstekende afzet ting, terwijl de brandweer steeds een waak zaam oog hield, opdat de brand geen gevaar voor de buurt meer zou kunnen opleveren, „Kunt U niet lezen? De aap zou U kun nen bijten." „Wat gaat dat U aan? Is het soms uw aap?" EEN INBREKERSBENDE TE ARNHEM GEARRESTEERD. De Arnhemsche politie is vermoedelijk geslaagd eens een einde te maken aan het werk van een inbrekersbende, die niet al leen in Arnhem en omgeving maar ook Amersfoort, Nijmegen, Woudenberg en in verschillende gemeenten in Brabant werk zaam is geweest, meldt de „N. R. Crt.". In het begin van de vorige maand bleek, dat was ingebroken in een onbewoond landhuisje aan den Deelenscheweg, in de buurt van Arnhem. Een aantal kleeding- stukken, waaronder een kostbare bontman tel en zelfs beddegoed was ontvreemd. Aanvankelijk leverde het onderzoek der recherche geen resultaten op, doch ten slotte gelukte het haar, bij een opkooper, een voorwerp in beslag te nemen, dat bij een inbraak vermist was. Dit spoor werd gevolgd, met het gevolg, dat de recherche er in slaagde, bij twee Arnhemsche inge zetenen een groote hoeveelheid gestolen goederen in ontvangst te nemen, waaron der ook de bontmantel. Een dezer personen werd als verdacht van heling aangehouden, spoedig daarna werd één van de inbrekers eveneens ge arresteerd. Uit het verdere onderzoek bleek, dat een twee verdachte zich voor een ander mis drijf reeds in het Huis van Bewaring be vond. De beide wegens inbraak aangehouden verdachten bekenden al spoedig, dat zij zich, behalve aan de inbraak te Arnhem, ook aan soortgelijke inbraken in de boven genoemde plaatsen hadden schuldig ge maakt. Vrijwel alles wat bij de laatste inbra ken was gestolen, kon bij verscheidene ban ken van leening in groote steden worden opgespoord. DE DUKVAL BIJ KAPELLE. Nieuwe afbrokkeling op twee plaatsen. De dijk van den calamiteuzen Willem- Annapolder langs de Westerschelde is Vrij dagmorgen, toen het hoogwater afnam, op twee plaatsen afgebrokkeld tot het midden van de kruin. Zoodra deze nieuwe val ge constateerd was, heeft men een honderdtal arbeiders gerequireerd om de werkende ploeg te versterken. Met tweehonderd man in het totaal heeft men Vrijdag het werk aan het herstel van den dijk zelf voortgezet. De onbeschadigde steenglooiing aan weerszijden van den dijkval heeft men op genomen, teneinde dit materiaal te gebrui ken vooi noodstorting in de bedreigde ge deelten. Men is tot dezen maatregel over gegaan, omdat wegens het' zeer slechte weer een schip met stortsteenen niet was gearriveerd. De kistdam voor het ernstig bedreigde gedeelte is versterkt. Men heeft er zakken zand tegen en op gestapeld. Nog steeds is het gevaar van dijkdoorbraak niet gewe ken. VAN INBREKERS EN MEDEPLICHTIGEN. Terzake van medeplichtigheid aan de in den nacht van Zaterdag op Zondag te Haar lemmermeer en te Laren gepleegde inbra ken, in verband daarmede de bekende re cidivist R. uit Hilversum reeds werd opge sloten, zijn nog door de politie gearresteerd J R. uit Amsterdam en de chauffeur A. van de B. uit Hoofddorp. De chauffeur wordt verdacht van heling. De mannen zullen voor den officier van justitie worden geleid. De gestolen goederen zijn teruggevonden. FRAUDE OP NOTARISKANTOOR TE GEMERT? Onderzoek door parket uit Roermond. Het parket uit Roermond, bestaande uit den Officier van Justitie, mr. Rieter, den rechter-commissaris en eenige andere Jus- titie-ambtenarene, arriveerde gistermiddag te Gemert, hetgeen verband zou houden met het feit, dat ernstige malversaties aan het licht gekomen zouden zijn op het kan toor van den notaris A. F. J. V. Naar ver luidt zou een bedrag van vele duizenden guldens te kort zijn. Het onderzoek is thans in vollen gang. ,»Tel." LETTEREN EN KUNST HOE HOUDT MEN BLOEMEN VERSCH? Eenige druppels zwaveligzuur in 6% oplossing wordt aanbevolen. In de laboratoria van den bond van Ha- waische suikerplanters heeft men een nieuwe methode voor het versch houden van bloemen ontdekt. Als men deze methode toepast, kan men de bloemen vier tot vijf dagen langer versch houden dan anders. Dit is niet slechts van belang voor bloemenwinkels maar natuurlijk ook voor bloemenvrienden, die op deze wijze veel meer aan hun bloemen hebben. De nieuwe methode is zeer eenvoudig. Men hoeft slechts eenige druppels zwavelig- zuur in het bloemenwater te doen. De bloe menvriend of -vriendin mag echter zwa veligzuur vooral niet verwisselen met zwa velzuur! Deze vloeistof zou namelijk de bloemen dadelijk dooden. Ook mag men slechts glazen of porseleinen vazen gebrui ken, daar het zwaveligzuur men bezigt het best een oplossing van zes procent metalen vazen aantast. Het zwaveligzuur maakt de bacteriën on schadelijk en verhindert daardoor het vlug ge verwelken der bloemen. Aan den ande ren kant maakt het de bloemen zeer „dorstig". Dientengevolge gebruiken ze on geveer vijf keer zooveel water als anders. Het beste resultaat bereikt men bij bloe men met lange stengels, maar ook die met korte blijven bij deze verzorging langer in leven. Op bloemen, die ook in den tuin slechts één dag bloeien, heeft het zwavelig zuur intusschen geen invloed. Naar men zegt, levert de nieuwe methode veel betere resultaten op dan de oude, waarbij men de bloemen o.a. met warm water en aspirine behandelde. »>Tel." Bouwkunst als Levensuiting, door A. J. Kropholler. Uit gave N.V. de Spieghel, Amster dam, N.V. het Kompas, Ant werpen. „Bouwkunst is allereerst ruimtekunst in dien zin, dat zij de ruimte beslaat, zooals de muziek den tijd" 1). Dezer dagen is een boek verschenen over bouwkunst van de hand van archi tect A. J. Kropholler, met kleine teeke- ningetjes ter illustratie, door R. J. Veen- dorp. Door den bouwmeester worden ach tereenvolgens vijf hoofdstukken behan deld: Hoofdstuk I bouwkunst als ruimtezang: 1. grootte, 2. regelmatigheid, 3, meetkun stige vorm, 4. de beteekenis van symme trie, hoogte en afstand. I. Symmetrie, II, hoogte, a. In verband met omvang, b. zon der omvangrijkheid (torens), c. verhoogde ligging van het gebouw, d. verhoogde lig ging van den binnenvloer. III. Ledige ruimte, afstand. Hoofdstuk n: bouwkunst als tijdzang. 1. Het vaste materiaal, 2. duurzame krachtsuitdrukking, 3, climax in uitdruk king. Hoofdstuk III: bouwkunst als zang der oorzakelijkheid: 1. Harmonie: rust en spanning. 2. Har monie tusschen de deelen van het gebouw, 3 Harmonie door materiaal en bewerking. 4 Harmonie met het levn. Hoofdstuk IV: versiering. 1. Wat is versiering? 2. Versiering als ruimtezang. 3. Versiering als tijdzang. 4. Versiering als zang der oorzakelijkheid. 5. De versiering in het verleden. 6. Het heden en de toekomst. Hoofdstuk VDe bouwkunst en het licht. 1. Het licht als middelaar voor het zien a. Bouwkunst en zichtbaarheid, b. Ver schillende lichtwerkingen, c. Lichtwerkin gen in de natuur, d. Bouwkunst en licht werking. 2. Directe lichtwerkingen, a. Doorschijnendheid en weerspiegeling, b. Doorschijnende kleur. c. Glans en kleur. 3. Indirecte lichtwerking matte kleuren en tinten), a. De verschillende aard der kleu ren. b. Tegenstelling der kleuren, c. Aarcl en toepassing van wit en zwart. d. Toepas sing der kleuren, e. Zichtbaarheid door kleuren, f. Klieur en materiaal. 4. Schil derij en muurschildering. Voor mij vormen de vier eerste hoofd stukken één geheel, terwijl het laatste hoofdstuk, handelend over de bouwkunst en het licht op zichzelf staat en naar mijn meening mis ik daarin directen sa menhang met de voorafgaande hoofdstuk ken. De indeeling van het boek alleen reeds, getuigt van groote helderheid. Het is sa menvattend geschreven zonder wijdloopig- heid, duidelijk en klaar, zonder de wazi ge onbestemdheid, eigen aan menig weten schappelijk betoog. Hier is een man aan het woord, die ons werkelijk iets te zeg gen heeft. Hij spreekt als kunstenaar ja doch tegelijkertijd als man van studie en groote, veelzijdige kennis. De gekozen titels wijzen er reeds op, hoe Kropholler het bouwen ziet en beheerscht als „kunst", als inspiratie, die de bouwkunst voor hem doet zijn als gezang, als muziek: Gezangen van de ruimte, van den tijd en van de oor zakelijkheid. Het verrassende is dan ech ter, hoe hij die intuitief, geinspireerde concepties door bestudeering der voorbeel den uit vroeger eeuwen wetenschappelijk ik zou willen zeggen als een professor op college weet te ontrafelen, berede neerd conclusies trekt en toepassingen maakt met open oog voor het laatste en nieuwste van eigen tijd. Dit boek is een studie, klaarblijkelijk bedoeld voor den hedendaagschen architect. De kunsthisto ricus zal daarin met vreugde kennis ne men van menig nieuw gezichtspunt en zeer oorspronkelijke visie. Maar ook de ontwikkelde leek, wien het ernst is met den wensch het wezen der architectuur te leeren verstaan, zal in deze beschouwingen een leiddraad vinden, hecht en doelge richt, zooals ons die na Berlage's vroegere werken niet meer geboden is. De illustreerende teekeningetjes staan tusschen de tekst, niet altijd precies bij bet doör hen te verduidelijken geschreven woord. Ook zijn zij niet voorzien van on derschriften, doch voetnootnummers ver wijzen naar een afzonderlijke toelichting achterin. Deze wijze van illustreeren biedt groote voordeelen. Allereerst blijft zij als dienend element ondergeschikt aan de hoofdzaak, d.i. het geschreven woord. De pagina blijft nu steeds aesthetisch in even wicht. Bovendien zijn vrijwel alle voor beelden „klassiek" en mogen als bekend verondersteld worden. Zoo wordt het doel, aanschouwelijk aan te toonen het geen betoogd wordt, ten volle bereikt. Kropholler zegt in zijn samenvattend besluit: „Zooals ik in het voorwoord heb ver klaard, is het doel van deze studie slechts om, zoover mij dit tot heden mogelijk was, een algemeen denkbeeld te ontwer pen van de beteekenis, die voornamelijk in psychischen zin is te hechten aan de vormen en kleuren der bouwkunst in het algemeen. Ik acht dit van belang, omdat juist in onze dagen, en niet alleen in ons land, de bouwkunst veelal slechts wordt gezien en naar voren gebracht als een resultaat van de vervulling van materieele behoeften en, in zoover zij daarboven uit gaat, als een demonstratie van technischen vooruitgang. Deze demonstratie beschouwt men als een uiting van vooruitstrevende gezindheid en instede van andere voor de bouwkunst wezenlijke kwaliteiten ver langt men er deze van". „Het is evenwel te hopen voor onze bouwkunst, dat ook in onzen tijd het be wustzijn der diepere gronden van deze kunst eenmaal moge doorbreken. Wan neer dit door voorliggende studie slechts eenigermate zou worden bevorderd, is schrijver dezes, zich bewust van de lang zaamheid, waarmede nieuwe gedachten veld winnen, alreeds bevredigd. Indachtig de spreuk, welke Jacob van Campen in zijn landhuis liet schilderen: „el todo es nada"2), is er mij echter ook reden tot tevredenheid, wanneer ik dit niet zou beleven, daar de voornaamste be vrediging steeds gelegen is in het verrich ten van hetgeen men noodzakelijk acht en hetgeen bedoeld wordt met Berlage's bon dige lijfspreuk „ik dien". Voor mfj staat in dit boek een kunste naarsfiguur te voeten uit, als één, die op den eenzamen berg den chaos overziet. Niet zonder strijd zal deze berg beklom men zijn. M. v. d. S. 1) A. J. Kropholler: Bouwkunst als le vensuiting, blz. 7. 2) „Alles is niets". Een nieuw tooneelstuk van Antoon Coolen Naar wij vernemen, legt Antoon Coolen op het oogenblik de laatste hand aan een nieuw tooneelstuk, dat hij als voorloopigen titel gegeven heeft „De klokkengieter". Dezer dagen hoopt hij het stuk geheel ge reed te hebben, waarna het onmiddellijk in studie zal worden genomen door Het Nieuw Schouwtooneel onder artistieke lei ding van Ko van Dijk en Frits Bouwmees ter. Ditzelfde gezelschap speelde ook Coo- len's „Kinderen van ons volk", ,„De Vier Jaargetijden" en „De Vreemdeling". Het Nieuw Schouwtooneel zal de pre mière van dit nieuwe werk van Antoon Coolen brengen in de tweede helft .van Januari.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 15