LICHT m DUUTfDMI)
VRIJDAG 18 DECEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
VQAGEM OVED OHJ GELOOF
Vraag 139: Welke is de oorsprong en de
beteekenis van het „Agnus Dei" (gewijde
was-figuur).
Antwoord: Reeds eerder werd deze vraag
gesteld en beantwoord in de Vragenbus
(Donderdag 31 Oct. '35, vr. 84). We geven
daarom het antwoord zeer kort.
De oorsprong van het Agnus Dei
(ovaalvormig medaillon van was, met een
afbeelding van het Lam Gods en de naam
van den Paus aan de eene zijde en een af
beelding van de Moeder Gods of een an
dere Heilige aan de keerzijde) is te v len
in het gebruik van de stad Rome, c de
overgebleven resten van de Paaschkaars uit
de kerken van Rome onder de geloovigen te
verdeelen.
Sinds de vijftiende eeuw echter worden
deze stukjes was, vermengd met olijfolie
en chrysma, gewijd door den Paus, en wel
op Palmzondag om de zeven jaren.
De beteekenis ervan is dezelfde als
van alle door de Kerk gewijde voorwer
pen: een uitwendig teeken, waardoor aan
de geloovigen, die het dragen en bewaren,
geestelijke en tijdelijke gunsten worden
gegeven krachtens de zegening van de Kerk
en eigen goede gesteltenis.
Behalve vele geestelijke en tijdelijke
voordeelen, door de gebeden der wijding
eraan verbonden, bezit het Agnus Dei een
bijzondere kracht in de omstandigheden die
het moederschap en de geboorte vergezel
len.
Vraag 140: Welke is de beteekenis van de
Evangelie-tekst: „Ik heb een vrouw ge
trouwd, en daarom kan ik niet komen".
(Luc. XIV, 20). De genoodigde, die deze
verontschuldiging inbracht, had toch ze
ker wel een goede en dringende reden, om
de uitnoodiging tot hét feestmaal niet aan
te nemen.
Antwoord. Deze tekst is, zooals bekend is,
genomen uit de parabel van het gastmaal,
uit het Lucas-evangelie, welke parabel veel
overeenkomst heeft met die uit het Mat-
theus-evangelie (Mt. XXII, 114), en ook
dezelfde strekking heeft. Om de beteekenis
van een bepaalde tekst goed te begrijpen,
moet men eerst goed de strekking, de b e-
d o e 1 i n g van de parabel goed begrij
pen. Christus geeft door deze gelijkenis te
kennen, dat de Joden( de eerst-genoo-
digden) de uitnoodiging om aan te zitten
aan het gastmaal (om deel te hebben aan
het Godsrijk, de H. Kerk) niet hebben
aangenomen, en dat daarom en daarna de
heidenen zijn geroepen.
Wat Christus in de parabel vooral wil
doen uitkomen is het gebrek aan b e
langstelling en de onverschil
ligheid van den kant der genoodigden.
We moeten hierbij ook wijzen op een ge
bruik in het Oosten in die dagen, om de
uitnoodigingen tot een feestmaal of bruiloft
reeds lang van te voren te doen, en die dan
nog eens daags vóór het feest of op den
dag zelf te herhalen: de genoodigden
aan te invitatie te herinneren. Het was best
mogelijk, dat die genoodigde die „een vrouw
getrouwd had" onmogelijk naar het feest
kon komen (misschien had hij ook zijn
vrouw kunnen meenemen!), maar uit de
parabel in zijn geheel genomen blijkt, dat
hij het de moeite niet waard gevonden had,
om den heer (wellicht een vriend) te
waarschuwen, of minstens een excuus aan
te bieden. Die heer kon dus met alle recht
vertoornd zijn.
Vraag 141: Welke is de beteekenis van
de tekst uit het Evangelie: „Wee haar die
zwanger zijn en zoogen in die dagen".
(Mt. XXIV, 19).
Zijn deze woorden niet eenigsziris beang
stigend vooral voor aanstaande moeders,
daar deze dan de laatste Oordeelsdag met
zorg tegemoet zien? (vraag in verkorten
vorm weergegeven; D.)
Antwoord: U stelt het voor, alsof u bin
nen afzienbaren tijd de laatste Oordeels
dag verwacht! Immers, in deze veronder
stelling alleen is er voor die moeders en
aanstaande moeders reden om beangst te
zijn. Terwijl die dag zelfs aan de Engelen
in den Hemel onbekend is, hebben ook wij
nog geen zekere aanwijzingen, dat deze
niet ver meer af is.
Maar, afgezien hiervan, heeft deze
tekst niet onmiddellijk betrekking op den
laatsten oordeelsdag. In het Evangelie, dat
op den laatsten Zondag na Pinksteren
wordt voorgelezen, voorspelt Christus
eerst een andere groote katastrophe, na
melijk de verwoesting van de stad
Jerusalem, die ook in vervulling is ge
gaan, toen in het jaar 70 na Chr. deRomen-
sche veldheer Titus de stad met den grond
gelijk maakte. En in verband met deze
verwoesting wijst Christus er op, hoe snel
alles in zijn werk zal gaan, en hoe drei
gend het gevaar dan zal zijn, zoodat voor
al de zwangere en zoogende vrouwen te be
klagen zullen zijn, omdat zij in hun vlucht
belemmerd zullen worden.
Die verwoesting van Jerusalem is een
beeld van de verwoesting der wereld,
en daarom brengt ook Christus deze laat
ste met de eerste in verband, en hebben
vers 23 en de volgende betrekking op het
vergaan der wereld. De laatste verzen van
dit Zondagsevangelie, van 32 tot en met 35
hebben weer betrekking op de verwoesting
van Jerusalem.
Vraag 142: Was de Apostel Petrus ge
huwd?
Antwoord: Uit de door u opgegeven teks
ten (Mt. VIII, 14, Mc. I, 30 en Luc. IV, 38)
blijkt inderdaad, dat Petrus gehuwd was.
Op deze drie plaatsen wordt verhaald, dat
Jesus de schoonmoeder van Petrus (Simon's
vrouws moeder) door een wonder geneest.
Daar echter van de vrouw van Petrus
geen melding wordt gemaakt, en de schoon
moeder (terstond na haar genezing) moet
bedienen (in het huis van Petrus) veron
derstelt men terecht, dat Petrus weduw
naar was. Dit is echter maar een redelijke
veronderstelling, en zekerheid er
over hebben we niet. Trouwens, de andere
Apostelen zullen ook waarschijnlijk wel ge
huwd geweest zijn, al blijkt dat verder niet,
uit het Evangelie. Alleen van Joannes
blijkt, dat hij niet gehuwd was; hij wordt
genoemd de „maagdelijke" leerling.
Vraag 143: Heeft Jesus broers en zusters
gehad?
Antwoord: In iederé vragenbus over de
geloofsleer komt deze vraag even regelma
tig terug als die over het huwelijk van
Kain en over Pausin Joanna. Ook in deze
vragenbus is ze beantwoord (24 April,
vr. 115). Kort samengevat kwam dat ant
woord hierop neer:
Onfeilbaar vast staat, dat Jesus geen
broeders en zusters heeft gehad inden
eigenlijken zin des woords. Dit
zou in strijd zijn met de maagdelijkheid
van Maria, die, ook na de geboorte van Je
sus, altijd maagd is gebleven. En de maag
delijkheid van Maria is een geloofspunt van
de Katholieke Kerk.
Als er dus in het Evangelie gesproken
wordt over „broeders en zusters" van Jesus,
moeten we dit in een anderen zin verstaan.
Uit andere teksten van de H. Schrift blijkt,
dat de Joden de benamingen „broeders en
zusters" ook gebruikten voor andere fami
lieleden. In het Boek der Schepping b.v.
(XIII, 8) zegt Abraham tegen zijn neef
Lot: „Er moet geen twist zijn tusschen
onswant wij zijn broeders".
Als dan ook in het Evangelie gesproken
wordt over de „broeders" en „zusters" van
Christus, blijkt, dat er sprake is van andere
.familieleden van Christus. Vergelijkende
tekst-studie heeft uitgemaakt, dat de bij
Mattheus (XIII. 5556) en Marcus (VI,
3) genoemde Jacobus. Joseph, Simon en
Judas de zonen waren van Cleophas, die
een broer was van den H. Joseph en Maria
(„de andere Maria") die een halfzuster of
schoonzuster was van Maria, Jesus' Moeder.
Zij waren dus, menschelijkerwijze gespro
ken, „volle neven" van Jesus.
Opmerkelijk is nog, dat dé evangelisten
wel spreken over de broeders van Jesus,
maar nooit over de zonen van Maria en Jo
seph; zij noemen wel Jesus: den zoon
van Maria, of d e n zoon van den timmer
man.
Vraag 144: Door wie is de Bijbel veran
derd? Een Protestant zeide mij laatst, dat
de Bijbel door de Roomschen is „veran
derd".
Antwoord: We kunnen een heel kort ant
woord geven, en zeggen: „De Bijbel is door
niemand veranderd". En we bedoelen daar
mee dan, dat de geheele H. Schrift van het
Oude en Nieuwe Verbond door de H.
Katholieke Kerk altijd ongeschonden
is bewaard gebleven èn wat betreft den
lijst der Heilige Boeken, èn wat betreft den
inhoud daarvan. Wel is de oorspronkelij
ke tekst der H. Schrift in het Latijn en in
andere talen vertaald, maar aan de eigen
lijke en wezenlijke inhoud daarvan is niets
veranderd.
Anders is het met den Bijbel, die door
de Protestanten wordt verspreid. Het
verschil tusschen den Katholieken en den
Protestantschen Bijbel is niet zoozeer hier
in gelegen, dat zij een geheel anderen
tekst geven, niet zoozeer hierin, dat be
paalde teksten zijn vervalscht, maar dat
eenige boeken, of gedeelten van boeken zijn
weggelaten, of althans door hen worden
beschouwd als niet-behoorende tot de H.
Schrift. Zoo behooren de boeken Tobias,
Judith, Boek der Wijsheid, Ecelesiasticus,
Baruch, De Boeken der Macchabeeën, en
eenige gedeelten van het Boek Esther en
Daniël volgens alle Protestanten niet tot
den Bijbel.
De Calvinisten en Anglicanen hebben
voor het Nieuwe Testament dezelfde H.
Schrift als de Katholieken, maar de Luthe
ranen beschouwen Den Brief aan de He
breeën, Den Jacobus-brief, Den Judas-brief
en de Openbaring als niet-geïnspireerd.
Behalve het weglaten van boeken of ge
deelten daarvan, zijn door Luther, in zijn
bekende en rijk-verspreide Bijbelvertaling
een aantal teksten eigenmachtig veranderd,
om deze in overeenstemming te brengen
met de Protestantsche leer over de heilig-
makende genade. Zoo o.a. Rom. Hl, 28:
„Want wij houden, dat de mensch gerecht
vaardigd wordt door het geloofhetgeen
Luther veranderde in: „alleen door het
geloof".
Een Katholieke Bijbel is altijd van een
Protestantschen' hieraan te onderscheiden,
dat een Katholieke uitgave steeds van een
Kerkelijke goedkeuring moet zijn voorzien,
en dat uitgaven in de moedertaal, dus ver
talingen altijd voorzien moeten zijn van
verklaringen. Want we moeten niet verge-
GEMENGDE BERICHTEN
ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ
OVERSCHIE.
Vrachtrijder gedood, twee gewonden.
Omstreeks kwart over vijf is op den nieu
wen rijksweg tusschen Overschie en Delft
onder de gemeente Pijnacker, gistermiddag
wederom een ernstig ongeluk gebeurt, dat
een vrachtrijder het leven heeft gekost.
Een vrachtauto, bestuurd door den heer
W. Simons uit Rotterdam, welke op weg
was naar Wateringen, slipte en sloeg aan
de linkerzijde van den weg over den kop.
De auto kwam op den, berm langs de sloot
terecht en werd vrijwel geheel vernield.
De bestuurder was op slag dood. De naast
hem zittende Berendregt, uit Wateringen,
die, evenals de heer Simons, door onmid
dellijk toegeschoten omstanders uit zijn
benarde positie bevrijd werd, kreeg ernstige
wonden aan het hoofd en is naar het gast
huis te Delft overgebracht. Achterin den
wagen bevond zich de heer L. Vuist uit
Rotterdam. Deze werd lichtgewond en is
naar zijn woning te Rotterdam vervoerd.
Het stoffelijk overschot van den vrachtrij
der is eveneens naar het Gasthuis te Delft
vervoerd. Het ongeluk is toe te schrijven
aan de gladheid van den weg en gebeurde
toen de bestuurder plotseling moest rem
men voor een voor hem rijdenden auto.
ERNSTIGE AANRIJDING TE SOEST.
Wielrijder onder lading kratten bedolven.
Gistermiddag omstreeks twaalf uur na
derde in de Weedestraat te Soest uit de
richting Amersfoort een vrachtauto, hoog
opgestapeld met kratten, inhoudende kip
pen. De wagen kwam van de markt te Bar-
neveld. Doordat de bestuurder J. G., het
stuur te veel naar links uithaalde, raakte
hij de macht daarover kwijt, met het ge
volg, dat hij gedeeltelijk op het rijwiel
pad kwam te rijden, waar juist de bakker
Renooy op zijn fiets in de richting Soest
passeerde.
De voorkant van de auto reed den wiel
rijder op zij aan, waardoor deze kwam te
vallen. De auto sloeg om en de geheele la
ding kisten kwam op het slachtoffer te
recht. Toen de man bevrijd werd bleek hij
zeer ernstige inwendige kneuzingen te heb
ben opgeloopen, terwijl hij voorts schaaf
wonden had bekomen aan hoofd en bee-
nen. Nadat dokter Rupert de eerste hulp
had verleend, is de getroffene per zieken
auto naar het St. Antonius ziekenhuis te
Amersfoort overgebracht.
Gisteravond was zijn' toestand vrij ernstig.
Tegen den chauffeur is proces-verbaal op
gemaakt. De auto was niet beschadigd.
MOTORRIJDER VERONGELUKT.
Toen de sergeant-majoor werktuigkundi
ge J. Staal gistermiddag om vijf uur per
motorfiets naar het vliegkamp Soesterberg
reed, nam hij den bocht nabij het militair
tehuis aldaar te kort, waardoor hij tegen
een betonnen paal botste. Hij werd tegen
den grond gesmakt en bleef, ernstig ge
wond aan hoofd en armen liggen. Per zie
kenauto is het slachtoffer naar het militair
hospitaal te Soesterberg overgebracht en
vandaar naar het militair hospitaal te
Utrecht.
ten, dat het verschil in geloofsleer tusschen
ons, katholieken, en de andersdenkenden
niet zoozeer het gevolg is van een verschil
lenden Bijbeltekst, maar in het feit, dat
wij de H. Schrift verklaren volgens de over
geleverde leer der onfeilbare Kerk, en
iedere Protestant, volgens zijn leer, dien
Bijbel mag uitleggen, zooals hij dat zelf wil.
(Vandaar dan ook de enorme „verscheurd
heid" onder de Protestanten).
Men kan vragen ter beantwoording in
deze rubriek inzenden bij mr. A. Diepen-
^erbifedijje. gelubwenscb er> blijb van harlelyk
medeleven met deliuWeli/ksvoltrekking van
EEN PERSOONLIJKE GELUKWENSCH
AAN HET VORSTELIJK BRUIDSPAAR!
Ten bate van het Prinses Juliana
Noodfonds van Simavi (Steun In Me
dische Aangelegenheden Voor Inheem
se hen) worden vanaf heden dubbele, zeer
fraai uitgevoerde, briefkaarten verkrijgbaar
gesteld, waarvan de eene helft een geluk-
wensch voor het Bruidspaar bevat, terwijl
men de andere helft als aandenken kan be
houden.
Het Prinses Juliana Noodfonds beoogt de
geldelijke ondersteuning van noodlijden
de particuliere ziekenhuizen van alle ge
zindten, in Oost- en West-Indië, welke
werkzaam zijn ten bate van de minvermo
gende en behoeftige bevolkingsgroepen dier
gewesten.
Hier ter stede werken ook Roomsch Ka
tholieken, Protestanten en Neutralen samen
om den verkoop dier kaarten te bevorde
ren. Z.Eerw. Deken Homulle verleende zijn
medewerking.
Teneinde zooveel mogelijk landgenooten
in staat te stellen van him vreugde over
het Prinselijk Huwelijk te doen blijken, en
daarbij tevens het mooie doel te steunen, is
de prijs zeer laag gesteld, n.L 15 ets. De
kaarten mogen ongefrankeerd verzonden
worden.
Vanaf Zaterdag 19 December zijn de
kaarten verkrijgbaar in de postkantoren en
in winkels, waar dit door een affiche is aan
gekondigd, alsmede Nieuwsteeg 2 (liefst
vóór 12 u. v.m.) en aan het kantoor der
Twentsche Bank (Breestraat 81).'
Het Comité.
DE GRIEP-EPIDEMIE.
Thans ook in het garnizoen te Harderwijk.
In het garnizoen te Harderwijk heerscht
op het oogenblik de griep in hevige mate.
Het merkwaardige is, dat bij het zevende
regiment infanterie, dat uit Amsterdam
mers bestaat en dat in de Oranje Nassau-
kazerne in de stad is gelegerd, geen patiën
ten zijn.
Bij het twintigste regiment infanterie zijn
er echter zooveel te meer. Alle bedden op
de ziekenzaal zijn bezet. Verscheidene sol-
datenkamers zijn als ziekenverblijf inge
richt. Men telt thans 60 patiënten.
In verband met de klaarblijkelijke vat
baarheid voor griep zijn de oefeningen ver
licht.
De geneeskundige dienst heeft de han
den vol.
DE ROOFOVERVAL TE
KLOOSTERZANDE.
Het slachtoffer aan bekomen verwondingen
overleden.
De 84-jarige rustende landbouwer P. A.
Verschueren te Kloosterzande op wien, zoo
als men zich herinneren zal, op 24 October
j.l. een laffe roofoverval werd gepleegd,
waarbij hij des nachts in zijn slaapkamer
met een revolver werd beschoten is gister
in het ziekenhuis te Kloosterzande over
leden.
Een kogel, welke in het bekken drong,
kon, tengevolge van den hoogen ouderdom
van den heer V. niet verwijderd worden.
Morgen zal dr. Hulst uit Leiden, in tegen
woordigheid van het parket uit Middel
burg, een sectie op het lijk verrichten.
Maandag a.s. vindt de begrafenis plaats.
ONREGELMATIGHEDEN TE VENLO?
Voorzitter en secretaris van plaatselijk
crisiscomité er bij betrokken.
Bij de overdracht van de middelen van
het plaatselijk Crisis-Comité te Venlo aan
de plaatselijke commissie voor Bijzondere
Nooden, zijn oncorrectheden aan het licht
gekomen. Er was n.l. vóór de overdracht
van het crisis-comité, een gering tekort
aan goederen, doordat deze waren uitge
geven, zonder dat men de daarvoor ver-
eischte bonnen had. Om de hierop betrek
king hebbende bescheiden echter bij de
overdracht kloppend te maken met den
aanwezigen voorraad zijn er bonnen van
de in het verleden uitgereikte goederen
op onrechtmatige wijze veranderd, door
de daarop vermelde aantallen te verhóo-
gen. Deze incorrectheid heeft plaats ge
had met medeweten van den voorzitter en
van den secretaris-penningmeester van
het plaatselijke crisiscomité. Toen deze
onjuistheden door de controlecommissie
ontdekt werden hebben de beide functio
narissen hun ongeoorloofde handelwijze
toegegeven. Wat er in dit verband verder
zal geschieden zal afhangen van het rap
port van de controlecommissie, dat dezer
dagen te wachten is. „Hbld."
DE DIJKVAL TE KAPELLE.
Direct gevaar geweken.
De toestand van den gehavenden dijk
van den Willem-Annapolder langs de Wes-
terschelde is ongeveer stationnair geble
ven. Wel heeft zich nog eenige afbrokke
ling voorgedaan, maar dit was niet van
verontrustenden aard. De weersomstandig
heden zijn op het oogenblik gunstig; er
gaat geen zware zee en de wind is niet
hard.
De werkzaamheden aan den kistdam zijn
voortgezet, zoodat men gisteren is gereed
gekomen.
Gisteren heeft de commissaris van d<
Koningin in de provincie Zeeland, jhr. mr
J. W. Quarles van Ufford, de bedreigdi
plek bezocht en daarbij kennis genomer
van de aangebrachte noodvoorziening. Hi
heeft daarbij geconfereerd met de inge
nieuxs van den Provincialen Waterstaat ei
het technisch personeel, waarbij hem d«
verzekering werd gegeven, dat onvoorziem
omstandigheden van kwaad weer voorbe
houden het onmiddellijke gevaar nu we
bezworen is.
De vlechters voor de aan de buitenzijde
van den dijk aan te brengen zinkstukkei
zijn thans aangekomen. Zij zullen worde:
ondergebracht in keeten. welke inmiddel
zijn opgericht.
Binnen enkele dagen hoopt men het nood
beslag te laten zinken, zoodat de zwar
golfslag geen invloed meer op den dijk zi
hebben. Het gaat er nu om of stil wee
De commdiidd
- »w.. \eidlegeu iui'.-genei aa! jnr W. Röell, heeft Donderdagmiddag aan Z. D. H.
Prins Bernhard ten pa<etze NoorHeindo te den Haag de door het veldleger aangeboden eeresabel over
handigd. Jhr. Röell was bij de aanbieding vergezeld ooor eenige ranggenooten van den Prins. De aan
komst aan het oaleis