ALS OORLOG HET LAND
BEDREIGT
Een ernstig woord van dr, Colijn
De bewapening te land, ter zee en in
de lucht wordt met spoed versterkt
WOENSDAG 16 DECEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Staat van beleg te Nanking.
Heden is te Nanking de staat van beleg
afgekondigd, welke de gebruikelijke beper
king van het vergaderingsrecht, van ver
keer en controle op de berichtgeving in
houd.
Gemeenschappelijk manifest van de pers.
Uit Sjanghai wordt gemeld, dat de ge-
heele Chineesche pers voor den eersten keer
een gemeenschappelijk manifest publiceert,
dat:
1. de binnen- en buitenlandsche politiek
der regeering goedkeurt;
2. Tsjang Kai Sjek proclameert tot voor
naamste steunpilaar der natie en
3. maarsbhalk Tsjang Sjoe Liang gelast
Tsjang Kai Sjek in vrijheid te stellen.
Uitbreiding van de revolte tot Kansoe.
De tegen Nanking gerichte revolte heeft
zich uitgebreid tot Lantsjau, de hoofdstad
van de provincie Kansoe, waar gevechten
geleverd worden tusschen de regeerings-
troepen en de troepen, die onder bevel
staan van Joe Soe Tsjoeng, een der voor
naamste officieren van Tsjang Sjoe Liang.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
RUSSISCH SCHIP IN BRAND.
In den afgeloopen nacht meldde het
Amerikaansche schip .President Seanokin"
dat 43 mijl benoorden Oran een Sovjet-
Russisch schip in brand stond. Het schijnt,
dat de bemanning zich aan boord van een
Spaansch oorlogsschip kon begeven. Een
aantal schepen begeven zich naar de plaats
des onheils.
GEVAARLIJK BANDIET IN AMERIKA
GEARRESTEERD.
De politie van New York is erin ge
slaagd de gevaarlijke bandiet Harry Bru
nette te arresteeren, na hem eerst gedu
rende twee uur in zijn woning te Bronx te
hebben belegerd. Gedurende deze belege
ring werd gebruik gemaakt van vuurwa
penen en gasbommen.
De vrouw van den misdadiger, die
hem bij verscheidene misdrijven heeft ge
holpen. werd eveneens gearresteerd.
LUCHTVAART
ZES DOODEN BIJ EEN VLIEGTUIG
ONGELUK IN JAPAN.
Een Japansch watervliegtuig, dat in een
dichten mist verdwaald was. is in Zuid
Kyoesjoe tegen een berghelling gevlogen
en in brand geraakt. De zes inzittenden
zijn in de vlammen omgekomen.
NOODLANDING VAN DUITSCH
SPORTVLIEGTUIG BIJ OOTMARSUM.
Gistermiddag moest de Duitsche sport
vlieger Jocan van de vliegschool te Det-
mold met zijn toestel, gemerkt D.E.
A.L.Y. in de nabijheid van de lichtmast,
welke te Ootmarsum is opgesteld in de
vliegroute naar Hannover, een noodlan
ding maken. Bij de poging om het toestel
veilig op den grond te zetten, kwam het in
aanraking met een paal, waardoor de kop
van het vliegtuig zich in den grond boorde
en de schroef brak. De bestuurder kwam
er zonder letsel af.
De politie van Denenkamp nam hem een
verhoor af. waarbij hij verklaarde, door
het slechte zicht gedwongen te zijn tot lan
den. De vlieger dacht in de nabijheid van
de lichtmast te Brandlecht op Duitsch
grondgebied te zijp. Het toestel is onder
bewaking gesteld.
De heer Jocan heeft, na zich met de
Duitsche autoriteiten in verbinding te heb
ben gesteld, zijn intrek in een hotel te
Ootmarsum genomen. Indien de schade ter
plaatse hersteld kan worden, en er moge
lijkheid tot opstijgen bestaat, hoopt de
heer Jocan zoo spoedig mogelijk weer naar
Duitschland terug te keeren.
NOG EEN NOODLANDING VAN EEN
DUITSCH SPORTVLIEGTUIG.
Gistermiddag omstreeks vijf uur heeft
een Duitsche sportvlieger van de vlieg
school te Oldenburg met zijn eenmotorige
tweedekker, gemerkt D.A.R.E. 212 aan de
overzijde yan de Rijnbrug nabij het de
Monchy-r..onument te Arnhem een goed
geslaagde noodlanding gemaakt. De vlie
ger was den koers kwijtgeraakt. Het toe
stel is onder bewaking van de politie ge
steld.
FRANSCHE KAMER HERDENKT
MERMOZ.
In haar gisteren gehouden bijeenkomst
heeft de Fransche Kamer met algemeene
stemmen het volgend voorstel aangenomen:
„De kamer, diep bewogen door de ver
dwijning van den edelen luchtheld Mer-
moz en zijn bewonderenswaardige beman
ning, zich tot tolk makend van het gehee-
le land, brengt hulde en spreekt haar be
wondering en dankbaarheid uit aan de
heldhaftige zonen van Frankrijk, die de
eer der nationale kleuren tot aan de an
dere zijde van den Oceaan hebben ge
bracht".
Alvorens dit voorstel in stemming werd
gebracht, had zich de minister van lucht
vaart, Pierre Cot, namens de regeering bij
dit eerebetoon aangesloten en verklaard:
,,Mermoz is niet alleen een groote piloot,
hij is een schitterende Fransche figuur".
Na nog eens de hoop te hebben uitgespro
ken, dat de bemanning der „Croix du Sud"
zou worden teruggevonden, verklaarde hij
verder, dat, zoo men in deze hoop teleur
gesteld zou worden, de groote luchtvaart-
familie en de Air de France bewonderaars
en vrienden van Mermoz en zijn metgezel
len tot een herdenkingsbijeenkomst zouden
oproepen.
Maar het kost millioenen
REDE DR. H. COLIJN
Vergadering van gisteren.
Voortgezet wordt de behandeling van
hoofdstuk 8 (Dep. van Defensie) der Rijks-
begrfooting voor 1937.
De heer VAN DIJK (A.-R.) prijst den
Minister voor zijn bemoeiingen t.o.v. werk-
looze reserve-officieren. Spr. is niet ge
rust of de positie der Kon. Marechaussee
wel voldoende zal blijven; thans munt het
corps uit door discipline wegens het mili
tair karakter. Spr. waarschuwt den Mi
nister, toe te zien dat het corps niet op een
gegeven oogenblik aan het Dep. van De
fensie worde ontfutseld. Wat het leger be
treft, er zijn te kleine en te veel lichtin
gen, te weinig herhalingsoefeningen. De in
fanterie is gaan lijden aan bloedarmoede.
Met de marine en de luchtmacht is het niet
anders.
Nederland kan het terein van strijd wor
den als in onze weermacht geen aanleiding
gevonden kan worden, dit althans eenigen
tfjd tegen te gaan. Rekening hebben we te
houden met strategische overvallingen,
welke onze mobilisatie en concentratie
ernstig bemoeilijken of onmogelijk maken
kunnen, als er geen middelen zijn bij of
achter de grenzen om die overvallingen
met succes tegen te gaan.
Na een aanvankelijke wijziging der
dienstplichtwet zal er een omvangrijke uit
breiding dezer wet moeten volgen. We
kunnen niet ontkomen aan contingentsuit
breiding en verlenging van den eerste-
oefeningstijd. Het aantal lichtingen dat in
1922 noodig was, kan worden ingekrom
pen; hoeveel, zal afhangen van omstan
digheden doch men stelle er zich niet te
veel van voor.
Het spijt spr. dat de Minister t.a.v. de
vloot in Indië nog geen definitief stand
punt heeft ingenomen. Doch wel weet spr.
dat geen enkele buitenlandsche zeemacht
ter wille van vliegtuigen het kracht-ele
ment geheel zou willen doen verdwijnen.
Voor de vliegtuigen zal toch een vlootorga-
nisatie van beteekenis noodig zijn. Zee
vliegtuigen zullen alleen deel uitmaken
kunnen van een vloot; landvliegtuigen zul
len van bepaalde punten uit alleen spron
gen kunnen maken. De zestig zeevliegtui
gen naast de 39 bommenwerpers der land
macht zijn onvoldoende. Ook de kustverde
diging van het moederland acht spr. niet
voldoende.
Waar blijven de flottieijeleiders? Al
thans als men zich inderdaad beperken
wil tot mijnversperingen voor de zeegaten.
Spr. vindt het standpunt van de regee
ring onbegrijpelijk. Elk actief optreden is
zoodoende onmogelijk. De preventieve wer
king eischt dat er altijd een zekere hoe
veelheid materiaal aanwezig is, hoe groot
het minimum moet zijn, is moeilijk nauw
keurig te omschrijven.
Spr. bestrijdt de houding der vrijz. dem.
en soc. dem. fracties in dit debat. De so
cialisten willen tegen de defensiebegro
ting, vóór de Indische defensie-uitgaven
stemmen, ondanks het nauwe verband. Spr.
wijst op het inconsequente daarvan. Men
had o f de defenstie-begrooting ook moe
ten aanvaarden o f ook de Indische defen
sie-uitgaven afwijzen. Men is daar prac-
tisch nog niet zoo ver verwijderd van het
vroegere standpunt.
De heer K. TER LAAN (Soc.-Dem.)
dringt aan op meer duidelijkheid in zake
de totale defensie-uitgaven.
Spr. critiseert verschillende pensioen
regelingen, daarbij komt bittere onrecht
vaardigheid voor.
De Communisten bereid een
„Katholieke" regeering te steu
nen.
De heer Wijnkoop (Comm.) zet uit
een, dat de buitenlandsche verhoudingen
steeds dreigender worden. Spr. wil een ge
wapende democratie, met den nadruk op
het laatste. Temeer nu we te doen heb
ben met een tot de tanden gewapend inter
nationaal fascisme. Doch de weerbare de
mocratie is voor ons niets nieuws, het nieu- i
we dat we nu eischen, is: waarborgen te-
gen het fascisme. Vooral nu eiken dag de
situatie erger wordt. De communisten zou
den zelfs him steun aan elke regeering,
ook een Katholieke, kunnen geven die daar
tegen optreedt.
Wat de fascisten willen, is enkel aanval
len. Zelfs de heer Westerman gewaagde
van een aanval uit het Oosten. De N. S. B.
in Nederland is niet anders dan de oorlogs
drijver van het Duitsche fascisme. De N.
S. B. moet zooveel mogelijk worden neer
geslagen, absoluut neergeslagen. Het op
treden van de N. S. B. en haar vrienden
als de heer Westerman is niet anders dan
van een voorhoede van het fascistisch
Duitschland.
De heer DUYS (partijloos) zegt tot den
voorzitter: Laat u dat maar toe?
De VOORZITTER zegt, dat de heer
Duys het handhaven der orde maar aan
hem over moet laten.
De heer WESTERMAN (ex-Nat. Her
stel): Scheid toch uit met dien onzin.
De heer WIJNKOOP critiseert het op
treden der fascisten in Spanje en wijst op
het geheime verdrag dat er tusschen Ja
pan en Duitschland moet bestaan. Ook spr.
pleit voor de pensioenbelangen van ver
schillende groepen oud-militairen.
Hadden wij toen hun zin
gedaan
De heer VAN POLL (R.-K.) komt terug
op hetgeen er van Soc.-Dem. en Vrijz. Dem.
zijde over deze defensie-begrooting is ge
zegd. De verandering van houding der
Soc.-Dem. is verheugend, maar hadden we
vroeger gedaan wat beide democratische
partijen wilden, dan waren we nu een ont
wapende democratie, ten prooi aan ieder
ander. Spr. wijst op het zwakke van èen
standpunt dat teveel vertrouwen heeft ge
had in uiterlijke verschijnselen. De Katho
lieken kunnen geen vertrouwen hebben in
een wereld die losgeslagen is van gods
dienst en zedenwet.
Komt spr. op tegen verwaarloozing on
zer weermacht, evenzeer is dat het geval
met overdrijving naar den anderen kant,
zooals b.v. door de heeren Westerman en
Wendelaar. Spr. gaat met den minister
accoord dat in Indië uitbreiding van het
lichte vlootmateriaal en den vliegdiens+ op
den voorgrond moeten staan. Spr. waar
schuwt tegen onderschatting van de In
dische vloot en de Indische defensie in het
algemeen. Men bouwt wel eens ongemo
tiveerde eischen op het zg.. Japansche ge
vaar.
Spr. schetst de moeilijkheden van Japan
bij een aanval over zulk een afstand. Wel
moeten we de efficiency onzer weermacht
tot het uiterste opvoeren. Men overdrijve
niet t.a.v. eigen minderwaardigheid. On
ze nieuwe vliegtuigen b.v. zijn de meer
dere van de Japansche.
Spr. bepleit zooveel mogelijke gebruik
making van de diensten der Nederland-
sche industrie. Ook om in oorlogstijd over
een eigen industrie te beschikken en niet
afhankelijk te zijn van het buitenland.
Een grief.
Tot zijn leedwezen is spr. op één punt
minder te spreken over het beleid der re
geering: ten aanzien van het bestellen van
zes Glenn-Martins buiten het parlement
om. De Staten-Generaal hebben meerma
len getoond, snel t_ kunnen werken. Er
was geen reden, thans hun budgetrecht aan
te tasten.
De heer SNEEVLIET (Rev. Soc.) betoogt
dat S. D. A. P. en de Stalinisten hun be
ginselen ontrouw zijn geworden. Spr. ziet
het stemmen der S. D. A. P. tegen deze be
grooting als een laatste reserve voor de
vlucht en de algeheele overgave aan het
kapitalisme.
De heer VAN KEMPEN (Lib.) betoogt,
dat we er met de onderzeeërs op achteruit
zullen gaan. Immers er zullen wanneer de
thans in aanbouw komende 4 onderzeeërs
zullen zijn afgebouwd, slechts 6 onder
zeeërs aanwezig zijn, aangezien tegen dien
tijd wegens ouderdom 7 van de bestaande
uit de formatie moeten zijn genomen.
Ten aanzien van de vliegtuigen merkt
spr. op, dat de landvliegtuigen-bommen-
werpers een veel te beperkt rayon kunnen
bestrijken. Daarom moet volgens spr. dan
ook de voorkeur worden gegeven aan zee
vliegtuigen, welke levensduur bovendien
nog langer is, en wel 10 jaar tegen land-
vliegtuigen 7 jaar.
Ten slotte betoogt spr., dat de assurantie
premie voor het behoud van ons Indië aan
merkelijk verhoogd moet worden en dat
bij de verdediging het zwaartepunt gelegd
dient te worden op de vloot.
Wordt het land zoo gauw
„vermilitariseerd"?
De heer ARTS (Kath. Dem.) merkt op,
dat wat onze weermacht betreft, de strek
king daarvan niet anders dan een zuiver
preventieve mag zijn. Spr. zegt vervol
gens zich niet te kunnen vereenigen met
de voorgestelde uitbreiding van het contin
gent en verlenging van de eerste oefe
ning, aangezien deze zullen leiden tot ver-
militariseering van ons land. Evenals het
vorig jaar zal spr. ook thans zijn stem niet
aan de Defensiebegrooting kunnen geven
en evenmin aan het wetsontwerp in zake
de Defensie-uitgaven voor Indië.
De vergadering wordt te 5.45 uur ge
schorst tot 's avonds 8 uur.
AVONDVERGADERING.
Voortgezet wordt de behandeling van
hoofdstuk VIII (defensie) der rijksbegroo-
ting voor 1937.
Opmerkingen van den heer
Roestam.
De heer ROESTAM (Comm.) komt op
tegen de rede van den heer Sneevliet. Ja
pansche spionnen dringen door tot in alle
hoeken van Indonesië. Bij sommige zwakke
broeders vinden ze gehoor. Aan Japan
worde inmiddels de lust tot elk expans.e-
avontuur in Indië ontnomen. De Indone
siërs wenschen een sterk, weerbaar de
mocratisch Indië, om zich te verzetten tegen
elke overheersching. Het Indonesische volk
worde zoo spoedig mogelijk weerbaar ge
maakt tegen elk imperialisme.
De heer Araelink bestrijdt den
heer van Houten,.
De heer AMELINK (AR.) bestrijdt de
rede van den heer van Houten. De heer
van Houten doet alsof hij en de zijnen al
leen de ware Christenen zijn. Spr. stelt
daartegenover de beginselen van Calvijn,
die een verdedigingsoorlog plicht achtte en
verwijst naar onze historie, waarin we ons
zoo dikwijls moesten verdedigen. Met trots
gedenken we verschillende feiten uit onze
historie. Men kan niet tot de conclusie
komen, dat elke oorlog zonde is. Het gaat
om de vraag of ons volk zich moet verde
digen, als het aangevallen wordt. En dan
kan de heer van Houten op grond van de
Heilige Schrift zijn standpunt niet hand
haven.
De oeconomische oorlogsvoor
bereiding.
De heer WEITKAMP (C.H.) bespreekt de
oeconomische oorlogsvoorbereiding. Het is
zaak, den ernst van het vraaagstuk der
voedselvoorziening in het volle licht te
plaatsen, temeer daar onze graanbouw
daarvoor onvoldoende is.
De heer KROL (C.H.) bestrijdt eveneens
de rede van den heer van Houten.
Minister Colijn antwoordt.
Minister COLIJN zei, in zijn beantwoor
ding zich bij de hoofdzaken der in behan
deling zijnde ontwerpen te willen bepalen.
Gelijk zijn gewoonte is, vangt de minister
met eenig „kleingoed" bjj wijze van hors
d'oeuvre vóór het uitgebreide menu aan.
Aangaande de klacht van den heer Wes
terman omtrent het weren van fascisten
uit het leger zegt spr.: Wat zou de heer
Westerman ervan zeggen, indien de staats
instellingen, waaraan hij zijn hart verpand
heeft, dag aan dag meer dan belachelijk
gemaakt worden ondei hen, die geroepen
zijn die instellingen te handhaven?
Wat de marechaussee betreft, spr. weet
niet dat het corps zijn militair karakter zou
verliezen.
De bevorderingskansen van de onderof
ficieren zijn gering. Het capitulantenstelsel
heeft alleen beteekenis voor de beroeps
onderofficieren. Vooi de oud-gepension-
neerden kar niet meei worden gedaan dan
er gebeurd is.
Bevordering bij keuzt geschiedt zeer zeld
zaam. Spr. kan dat niet geheel stopzetten.
Hij is zelf indertijd bij keuze bevorderd tot
kapitein met voorbijgaan van 187 luite
nants!"
De begrooting is inderdaad onoverzich
telijk, maar het is niet zoo gemakkelijk, als
het lijkt, naar spr. nader uiteenzet. Over
schrijding van posten heeft altijd plaats:
mits hei eindcijfer van de begrooting dan
maar klopt. Dit voor wat betreft de zes
landbommenwerpers. Als spr. er toen 60
had kunnen krijgen, had hij die ook ge
nomen. Er was een tijzondere reden die
spr. tot dezen aankoop noopte.
Taak en doel der weermacht.
De tijden wisselen; 50 jaar geléden
droomde niemand dat wij Ned.-Indië nog
eens gereed zouden moeten maken zich
tegen een buitenlandschen vijand te ver
dedigen.
De kentering is gekomen in het begin der
20ste eeuw, toen de spanningen in Europa
sterk toenamen. In dien tijd nam men dan
ook maatregelen, het contingent werd ver
hoogd van 11.000 tot 23.000 man, er kwam
een organisatie die de mobilisatie verge
makkelijkte In den wereldoorlog brach
ten wij zelfs 400.000 man op de been. Toen
kwam de verademing, het vertrouwen op
den Volkenbond. Als die periode voorbij
gaat, neemt de herbewapening echter in
razend tempo toe.
Wij moesten ons daarbij aanpas
sen. In 1936 is voor de weermacht
37 millioen meer uitgetrokken dan
in 1935. Op de begrooting van 1937
wordt weer 46 millioen meer uit
getrokken, dat is 83 millioen meer
in twee jaren. Onze financiën in
aanmerking genomen is dit niet
gering, en toch is dit nog maar een
eerste stap.
Wij hebben de feiten te aanvaar
den zooals ze zijn. Het koninkrijk
is verdeeld over drie werelddeelen
Ned.-Indië en Nederland liggen
in de zone van ernstig gevaar, en
dreigen in verwikkelingen te wor
den betrokken. De mogelijkheid
daarvan mag niet worden ontkend,
de waarschijnlijkheid zelfs niet uit
gesloten. Dat legt ons den plicht op
de maatregelen te treffen, die bin
nen ons bereik liggen, opdat wij
niet komen in eer calamiteit van
buitengewone afmetingen.
Op de hulp van anderen mag
worden gerekend, indien wij ons
zelf staande houden totdat men ons
te hulp kan kom en.
De bereidwilligheid tot zelfverdediging
kan soms tot zeer groote offers nopen in
het kader der collectieve veiligheid, naar
mate het aantal leden van den Volkenbond
geringer wordt. De nadeelen van die col
lectieve veiligheid kunnen dan de voor-
deelen wel eens overtreffen.
Met de militaire eischen moet terdege
rekening worden gehouden, maar ook met
onze financieele mogelijkheden.
Sommige landen financieren hun mili
taire uitgaven met hun budgetaire tekorten,
jaar op jaar. Doch die tactiek is van deze
regeering niet te verwachten, en ook niet
van de volgende, naar spr. verwacht.
De vloot.
Wat zeemacht betreft, het plan Deckers
beveelt onderzeebooten voor Nederland
aan, die in spr.'s plan niet voorkomen. Hij
zou dan ook hebben moeten afzien van
torpedobooten in Indië. Had hij hier tor
pedobooten, dan zou er in Indië geen vol
doende bemanning geweest zijn. De mindere
eisch onderzeebooten op onze kust is
daarom prijsgegeven.
De nieuwe personeelsorganisatie is ge
bouwd op de toekomstige vloot in Indië,
zooals deze worden zal na uitvoering van
het hier voorgestelde.
De geheele uitvoering van het plan zal
een bedrag van 22 a 23 millioen vergen
boven het bedrag van den gewonen dienst
voor 1937. Dit bedrag zal over 3 jaar jaar
lijks terugkeeren.
Men vrage dus niet of wij wel genoeg
doen voor de Marine in Indië.
Torpedobooten kunnen zeker onder be
paalde omstandigheden nuttig zijn, doch
wij moeten niet aan wat nieuws beginnen,
voordat we weer op peil zijn met onze oor
logsvloot. Men kan niet sneller bouwen.
2 1/2 a 3 jaar wordt over een modern oor
logsvaartuig gebouwd. In het buitenland
doet men er een half jaar minder over.
Een kruiser vergt 3 jaar, de onderzee
booten 2 1/2 jaar. Maai ook al zou er snel
ler kunnen worden gebouwd, ook het per
soneel moet er zijn, het moet worden op
geleid. Het is tegenwoordig niet meer, zoo
als in de dagen van De Ruyter en Tromp,
dat men geen behoorlijke vooropleiding
noodig had.
De opleiding werkt op volle kracht. De
N.-Brabant heeft er 300, de Heemskerck
100. Maar als de schepen klaar zijn, is ook
de bemanning klaar. De officiersopleiding
is ook uitgebreid, in 1936 zijn weer 80 adel
borsten voor den zeedienst aangenomen,
tegen 6 in 1932.
Kruisers of vliegtuigen?
De beslissing over de vraag: kruisers of
vliegtuigen? is thans nog niet aan de orde.
We hebben nu 3 kruisers en nieuwe behoe
ven niet voor 1942 en 1943 op stapel te wor
den gezet.
Vervanging, voor den levensduur van 20
jaar verstreken is, van de Sumatra en de
Java is niet noodig.
Als zijn persoonlijke meening zegt spr.
echter, dat kruisers voor Indië niet zullen
kunnen worden gemist.
Bommenwerpers zijn voor Indië
volkomen onmisbaar; er zal dan
ook nog een tweede groep van 39
besteld worden. Zeeverkenners be-
hooren bij de vloot en deze zal aan
vankelijk in Indië zeer verbreid
zijn over de verschillende gedeelten
van den Archipel.
Wanneer nu de vijand zich ergens nes
telt is er maar één tegenactie, n.l. massaal
optreden van zware bommenwerpers. En
kele basisvliegvelden zullen dus nog moe
ten worden aangelegu, niet aan de kust,
doch in het binnenland. Er zijn er nu
63 en er zullen nog 4 a 5 bij komen.
Wat er ontbreekt.
In Nederland mankeert aan het
leger drieërlei: het contingent is te
klein voor dekking van een mobili
satie en bediening van alle nieuwe
wapens; er zijn het geheele jaar
niet geoefende manschappen onder
de wapenen en het materieel is
nog niet voldoende uitgebreid.
Voor de nieuwe formatie is 5000
extra man noodig, voor de nieuwe
wapens 1500, boven de tegenwoor
dige sterkte van 19.500 man, dat is
26.000 man te samen mobilisatie
sterkte. Maar dan hebben wij nog
altijd 15 lichtirgen noodig. Zoo is
spr. tot zijn 32.000 man gekomen.
De mobilisatie is tegenwoordig
geen kwestie van dagen maar van
enkele uren, men moet'dus een pa
rate troepenmacht hebben.
Die maatregelen bestaan nu, zij behoe
ven alleen maar in werking gesteld te wor
den. Locaal georganiseerde lichtingen moe
ten onder de wapenen worden geroepen.
De permanent aanwezige grenstroepen be
dragen ongeveer 25.000 man. Het onder den
voet loopen mag dan ook uitgesloten wor
den geacht.
Er zijn andere systemen dan die van spr.,
doch die zijn duurder.
De luchtmacht.
Men heeft gevraagd of het ook minder
kon. Dat is inderdaad het geval. Maar dan
heeft men een veel minder groot effectief.
Wat de materieelvoorziening voor de
luchtmacht betreft, Indië moet er nog 39
bommenwerpers bij hebben, en met de 6
millioen die voor Nederland zijn uitgetrok-