ALS OORLOG HET LAND BEDREIGT Een ernstig woord van dr, Colijn De bewapening te land, ter zee en in de lucht wordt met spoed versterkt WOENSDAG 16 DECEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Staat van beleg te Nanking. Heden is te Nanking de staat van beleg afgekondigd, welke de gebruikelijke beper king van het vergaderingsrecht, van ver keer en controle op de berichtgeving in houd. Gemeenschappelijk manifest van de pers. Uit Sjanghai wordt gemeld, dat de ge- heele Chineesche pers voor den eersten keer een gemeenschappelijk manifest publiceert, dat: 1. de binnen- en buitenlandsche politiek der regeering goedkeurt; 2. Tsjang Kai Sjek proclameert tot voor naamste steunpilaar der natie en 3. maarsbhalk Tsjang Sjoe Liang gelast Tsjang Kai Sjek in vrijheid te stellen. Uitbreiding van de revolte tot Kansoe. De tegen Nanking gerichte revolte heeft zich uitgebreid tot Lantsjau, de hoofdstad van de provincie Kansoe, waar gevechten geleverd worden tusschen de regeerings- troepen en de troepen, die onder bevel staan van Joe Soe Tsjoeng, een der voor naamste officieren van Tsjang Sjoe Liang. BUITENLANDSCHE BERICHTEN RUSSISCH SCHIP IN BRAND. In den afgeloopen nacht meldde het Amerikaansche schip .President Seanokin" dat 43 mijl benoorden Oran een Sovjet- Russisch schip in brand stond. Het schijnt, dat de bemanning zich aan boord van een Spaansch oorlogsschip kon begeven. Een aantal schepen begeven zich naar de plaats des onheils. GEVAARLIJK BANDIET IN AMERIKA GEARRESTEERD. De politie van New York is erin ge slaagd de gevaarlijke bandiet Harry Bru nette te arresteeren, na hem eerst gedu rende twee uur in zijn woning te Bronx te hebben belegerd. Gedurende deze belege ring werd gebruik gemaakt van vuurwa penen en gasbommen. De vrouw van den misdadiger, die hem bij verscheidene misdrijven heeft ge holpen. werd eveneens gearresteerd. LUCHTVAART ZES DOODEN BIJ EEN VLIEGTUIG ONGELUK IN JAPAN. Een Japansch watervliegtuig, dat in een dichten mist verdwaald was. is in Zuid Kyoesjoe tegen een berghelling gevlogen en in brand geraakt. De zes inzittenden zijn in de vlammen omgekomen. NOODLANDING VAN DUITSCH SPORTVLIEGTUIG BIJ OOTMARSUM. Gistermiddag moest de Duitsche sport vlieger Jocan van de vliegschool te Det- mold met zijn toestel, gemerkt D.E. A.L.Y. in de nabijheid van de lichtmast, welke te Ootmarsum is opgesteld in de vliegroute naar Hannover, een noodlan ding maken. Bij de poging om het toestel veilig op den grond te zetten, kwam het in aanraking met een paal, waardoor de kop van het vliegtuig zich in den grond boorde en de schroef brak. De bestuurder kwam er zonder letsel af. De politie van Denenkamp nam hem een verhoor af. waarbij hij verklaarde, door het slechte zicht gedwongen te zijn tot lan den. De vlieger dacht in de nabijheid van de lichtmast te Brandlecht op Duitsch grondgebied te zijp. Het toestel is onder bewaking gesteld. De heer Jocan heeft, na zich met de Duitsche autoriteiten in verbinding te heb ben gesteld, zijn intrek in een hotel te Ootmarsum genomen. Indien de schade ter plaatse hersteld kan worden, en er moge lijkheid tot opstijgen bestaat, hoopt de heer Jocan zoo spoedig mogelijk weer naar Duitschland terug te keeren. NOG EEN NOODLANDING VAN EEN DUITSCH SPORTVLIEGTUIG. Gistermiddag omstreeks vijf uur heeft een Duitsche sportvlieger van de vlieg school te Oldenburg met zijn eenmotorige tweedekker, gemerkt D.A.R.E. 212 aan de overzijde yan de Rijnbrug nabij het de Monchy-r..onument te Arnhem een goed geslaagde noodlanding gemaakt. De vlie ger was den koers kwijtgeraakt. Het toe stel is onder bewaking van de politie ge steld. FRANSCHE KAMER HERDENKT MERMOZ. In haar gisteren gehouden bijeenkomst heeft de Fransche Kamer met algemeene stemmen het volgend voorstel aangenomen: „De kamer, diep bewogen door de ver dwijning van den edelen luchtheld Mer- moz en zijn bewonderenswaardige beman ning, zich tot tolk makend van het gehee- le land, brengt hulde en spreekt haar be wondering en dankbaarheid uit aan de heldhaftige zonen van Frankrijk, die de eer der nationale kleuren tot aan de an dere zijde van den Oceaan hebben ge bracht". Alvorens dit voorstel in stemming werd gebracht, had zich de minister van lucht vaart, Pierre Cot, namens de regeering bij dit eerebetoon aangesloten en verklaard: ,,Mermoz is niet alleen een groote piloot, hij is een schitterende Fransche figuur". Na nog eens de hoop te hebben uitgespro ken, dat de bemanning der „Croix du Sud" zou worden teruggevonden, verklaarde hij verder, dat, zoo men in deze hoop teleur gesteld zou worden, de groote luchtvaart- familie en de Air de France bewonderaars en vrienden van Mermoz en zijn metgezel len tot een herdenkingsbijeenkomst zouden oproepen. Maar het kost millioenen REDE DR. H. COLIJN Vergadering van gisteren. Voortgezet wordt de behandeling van hoofdstuk 8 (Dep. van Defensie) der Rijks- begrfooting voor 1937. De heer VAN DIJK (A.-R.) prijst den Minister voor zijn bemoeiingen t.o.v. werk- looze reserve-officieren. Spr. is niet ge rust of de positie der Kon. Marechaussee wel voldoende zal blijven; thans munt het corps uit door discipline wegens het mili tair karakter. Spr. waarschuwt den Mi nister, toe te zien dat het corps niet op een gegeven oogenblik aan het Dep. van De fensie worde ontfutseld. Wat het leger be treft, er zijn te kleine en te veel lichtin gen, te weinig herhalingsoefeningen. De in fanterie is gaan lijden aan bloedarmoede. Met de marine en de luchtmacht is het niet anders. Nederland kan het terein van strijd wor den als in onze weermacht geen aanleiding gevonden kan worden, dit althans eenigen tfjd tegen te gaan. Rekening hebben we te houden met strategische overvallingen, welke onze mobilisatie en concentratie ernstig bemoeilijken of onmogelijk maken kunnen, als er geen middelen zijn bij of achter de grenzen om die overvallingen met succes tegen te gaan. Na een aanvankelijke wijziging der dienstplichtwet zal er een omvangrijke uit breiding dezer wet moeten volgen. We kunnen niet ontkomen aan contingentsuit breiding en verlenging van den eerste- oefeningstijd. Het aantal lichtingen dat in 1922 noodig was, kan worden ingekrom pen; hoeveel, zal afhangen van omstan digheden doch men stelle er zich niet te veel van voor. Het spijt spr. dat de Minister t.a.v. de vloot in Indië nog geen definitief stand punt heeft ingenomen. Doch wel weet spr. dat geen enkele buitenlandsche zeemacht ter wille van vliegtuigen het kracht-ele ment geheel zou willen doen verdwijnen. Voor de vliegtuigen zal toch een vlootorga- nisatie van beteekenis noodig zijn. Zee vliegtuigen zullen alleen deel uitmaken kunnen van een vloot; landvliegtuigen zul len van bepaalde punten uit alleen spron gen kunnen maken. De zestig zeevliegtui gen naast de 39 bommenwerpers der land macht zijn onvoldoende. Ook de kustverde diging van het moederland acht spr. niet voldoende. Waar blijven de flottieijeleiders? Al thans als men zich inderdaad beperken wil tot mijnversperingen voor de zeegaten. Spr. vindt het standpunt van de regee ring onbegrijpelijk. Elk actief optreden is zoodoende onmogelijk. De preventieve wer king eischt dat er altijd een zekere hoe veelheid materiaal aanwezig is, hoe groot het minimum moet zijn, is moeilijk nauw keurig te omschrijven. Spr. bestrijdt de houding der vrijz. dem. en soc. dem. fracties in dit debat. De so cialisten willen tegen de defensiebegro ting, vóór de Indische defensie-uitgaven stemmen, ondanks het nauwe verband. Spr. wijst op het inconsequente daarvan. Men had o f de defenstie-begrooting ook moe ten aanvaarden o f ook de Indische defen sie-uitgaven afwijzen. Men is daar prac- tisch nog niet zoo ver verwijderd van het vroegere standpunt. De heer K. TER LAAN (Soc.-Dem.) dringt aan op meer duidelijkheid in zake de totale defensie-uitgaven. Spr. critiseert verschillende pensioen regelingen, daarbij komt bittere onrecht vaardigheid voor. De Communisten bereid een „Katholieke" regeering te steu nen. De heer Wijnkoop (Comm.) zet uit een, dat de buitenlandsche verhoudingen steeds dreigender worden. Spr. wil een ge wapende democratie, met den nadruk op het laatste. Temeer nu we te doen heb ben met een tot de tanden gewapend inter nationaal fascisme. Doch de weerbare de mocratie is voor ons niets nieuws, het nieu- i we dat we nu eischen, is: waarborgen te- gen het fascisme. Vooral nu eiken dag de situatie erger wordt. De communisten zou den zelfs him steun aan elke regeering, ook een Katholieke, kunnen geven die daar tegen optreedt. Wat de fascisten willen, is enkel aanval len. Zelfs de heer Westerman gewaagde van een aanval uit het Oosten. De N. S. B. in Nederland is niet anders dan de oorlogs drijver van het Duitsche fascisme. De N. S. B. moet zooveel mogelijk worden neer geslagen, absoluut neergeslagen. Het op treden van de N. S. B. en haar vrienden als de heer Westerman is niet anders dan van een voorhoede van het fascistisch Duitschland. De heer DUYS (partijloos) zegt tot den voorzitter: Laat u dat maar toe? De VOORZITTER zegt, dat de heer Duys het handhaven der orde maar aan hem over moet laten. De heer WESTERMAN (ex-Nat. Her stel): Scheid toch uit met dien onzin. De heer WIJNKOOP critiseert het op treden der fascisten in Spanje en wijst op het geheime verdrag dat er tusschen Ja pan en Duitschland moet bestaan. Ook spr. pleit voor de pensioenbelangen van ver schillende groepen oud-militairen. Hadden wij toen hun zin gedaan De heer VAN POLL (R.-K.) komt terug op hetgeen er van Soc.-Dem. en Vrijz. Dem. zijde over deze defensie-begrooting is ge zegd. De verandering van houding der Soc.-Dem. is verheugend, maar hadden we vroeger gedaan wat beide democratische partijen wilden, dan waren we nu een ont wapende democratie, ten prooi aan ieder ander. Spr. wijst op het zwakke van èen standpunt dat teveel vertrouwen heeft ge had in uiterlijke verschijnselen. De Katho lieken kunnen geen vertrouwen hebben in een wereld die losgeslagen is van gods dienst en zedenwet. Komt spr. op tegen verwaarloozing on zer weermacht, evenzeer is dat het geval met overdrijving naar den anderen kant, zooals b.v. door de heeren Westerman en Wendelaar. Spr. gaat met den minister accoord dat in Indië uitbreiding van het lichte vlootmateriaal en den vliegdiens+ op den voorgrond moeten staan. Spr. waar schuwt tegen onderschatting van de In dische vloot en de Indische defensie in het algemeen. Men bouwt wel eens ongemo tiveerde eischen op het zg.. Japansche ge vaar. Spr. schetst de moeilijkheden van Japan bij een aanval over zulk een afstand. Wel moeten we de efficiency onzer weermacht tot het uiterste opvoeren. Men overdrijve niet t.a.v. eigen minderwaardigheid. On ze nieuwe vliegtuigen b.v. zijn de meer dere van de Japansche. Spr. bepleit zooveel mogelijke gebruik making van de diensten der Nederland- sche industrie. Ook om in oorlogstijd over een eigen industrie te beschikken en niet afhankelijk te zijn van het buitenland. Een grief. Tot zijn leedwezen is spr. op één punt minder te spreken over het beleid der re geering: ten aanzien van het bestellen van zes Glenn-Martins buiten het parlement om. De Staten-Generaal hebben meerma len getoond, snel t_ kunnen werken. Er was geen reden, thans hun budgetrecht aan te tasten. De heer SNEEVLIET (Rev. Soc.) betoogt dat S. D. A. P. en de Stalinisten hun be ginselen ontrouw zijn geworden. Spr. ziet het stemmen der S. D. A. P. tegen deze be grooting als een laatste reserve voor de vlucht en de algeheele overgave aan het kapitalisme. De heer VAN KEMPEN (Lib.) betoogt, dat we er met de onderzeeërs op achteruit zullen gaan. Immers er zullen wanneer de thans in aanbouw komende 4 onderzeeërs zullen zijn afgebouwd, slechts 6 onder zeeërs aanwezig zijn, aangezien tegen dien tijd wegens ouderdom 7 van de bestaande uit de formatie moeten zijn genomen. Ten aanzien van de vliegtuigen merkt spr. op, dat de landvliegtuigen-bommen- werpers een veel te beperkt rayon kunnen bestrijken. Daarom moet volgens spr. dan ook de voorkeur worden gegeven aan zee vliegtuigen, welke levensduur bovendien nog langer is, en wel 10 jaar tegen land- vliegtuigen 7 jaar. Ten slotte betoogt spr., dat de assurantie premie voor het behoud van ons Indië aan merkelijk verhoogd moet worden en dat bij de verdediging het zwaartepunt gelegd dient te worden op de vloot. Wordt het land zoo gauw „vermilitariseerd"? De heer ARTS (Kath. Dem.) merkt op, dat wat onze weermacht betreft, de strek king daarvan niet anders dan een zuiver preventieve mag zijn. Spr. zegt vervol gens zich niet te kunnen vereenigen met de voorgestelde uitbreiding van het contin gent en verlenging van de eerste oefe ning, aangezien deze zullen leiden tot ver- militariseering van ons land. Evenals het vorig jaar zal spr. ook thans zijn stem niet aan de Defensiebegrooting kunnen geven en evenmin aan het wetsontwerp in zake de Defensie-uitgaven voor Indië. De vergadering wordt te 5.45 uur ge schorst tot 's avonds 8 uur. AVONDVERGADERING. Voortgezet wordt de behandeling van hoofdstuk VIII (defensie) der rijksbegroo- ting voor 1937. Opmerkingen van den heer Roestam. De heer ROESTAM (Comm.) komt op tegen de rede van den heer Sneevliet. Ja pansche spionnen dringen door tot in alle hoeken van Indonesië. Bij sommige zwakke broeders vinden ze gehoor. Aan Japan worde inmiddels de lust tot elk expans.e- avontuur in Indië ontnomen. De Indone siërs wenschen een sterk, weerbaar de mocratisch Indië, om zich te verzetten tegen elke overheersching. Het Indonesische volk worde zoo spoedig mogelijk weerbaar ge maakt tegen elk imperialisme. De heer Araelink bestrijdt den heer van Houten,. De heer AMELINK (AR.) bestrijdt de rede van den heer van Houten. De heer van Houten doet alsof hij en de zijnen al leen de ware Christenen zijn. Spr. stelt daartegenover de beginselen van Calvijn, die een verdedigingsoorlog plicht achtte en verwijst naar onze historie, waarin we ons zoo dikwijls moesten verdedigen. Met trots gedenken we verschillende feiten uit onze historie. Men kan niet tot de conclusie komen, dat elke oorlog zonde is. Het gaat om de vraag of ons volk zich moet verde digen, als het aangevallen wordt. En dan kan de heer van Houten op grond van de Heilige Schrift zijn standpunt niet hand haven. De oeconomische oorlogsvoor bereiding. De heer WEITKAMP (C.H.) bespreekt de oeconomische oorlogsvoorbereiding. Het is zaak, den ernst van het vraaagstuk der voedselvoorziening in het volle licht te plaatsen, temeer daar onze graanbouw daarvoor onvoldoende is. De heer KROL (C.H.) bestrijdt eveneens de rede van den heer van Houten. Minister Colijn antwoordt. Minister COLIJN zei, in zijn beantwoor ding zich bij de hoofdzaken der in behan deling zijnde ontwerpen te willen bepalen. Gelijk zijn gewoonte is, vangt de minister met eenig „kleingoed" bjj wijze van hors d'oeuvre vóór het uitgebreide menu aan. Aangaande de klacht van den heer Wes terman omtrent het weren van fascisten uit het leger zegt spr.: Wat zou de heer Westerman ervan zeggen, indien de staats instellingen, waaraan hij zijn hart verpand heeft, dag aan dag meer dan belachelijk gemaakt worden ondei hen, die geroepen zijn die instellingen te handhaven? Wat de marechaussee betreft, spr. weet niet dat het corps zijn militair karakter zou verliezen. De bevorderingskansen van de onderof ficieren zijn gering. Het capitulantenstelsel heeft alleen beteekenis voor de beroeps onderofficieren. Vooi de oud-gepension- neerden kar niet meei worden gedaan dan er gebeurd is. Bevordering bij keuzt geschiedt zeer zeld zaam. Spr. kan dat niet geheel stopzetten. Hij is zelf indertijd bij keuze bevorderd tot kapitein met voorbijgaan van 187 luite nants!" De begrooting is inderdaad onoverzich telijk, maar het is niet zoo gemakkelijk, als het lijkt, naar spr. nader uiteenzet. Over schrijding van posten heeft altijd plaats: mits hei eindcijfer van de begrooting dan maar klopt. Dit voor wat betreft de zes landbommenwerpers. Als spr. er toen 60 had kunnen krijgen, had hij die ook ge nomen. Er was een tijzondere reden die spr. tot dezen aankoop noopte. Taak en doel der weermacht. De tijden wisselen; 50 jaar geléden droomde niemand dat wij Ned.-Indië nog eens gereed zouden moeten maken zich tegen een buitenlandschen vijand te ver dedigen. De kentering is gekomen in het begin der 20ste eeuw, toen de spanningen in Europa sterk toenamen. In dien tijd nam men dan ook maatregelen, het contingent werd ver hoogd van 11.000 tot 23.000 man, er kwam een organisatie die de mobilisatie verge makkelijkte In den wereldoorlog brach ten wij zelfs 400.000 man op de been. Toen kwam de verademing, het vertrouwen op den Volkenbond. Als die periode voorbij gaat, neemt de herbewapening echter in razend tempo toe. Wij moesten ons daarbij aanpas sen. In 1936 is voor de weermacht 37 millioen meer uitgetrokken dan in 1935. Op de begrooting van 1937 wordt weer 46 millioen meer uit getrokken, dat is 83 millioen meer in twee jaren. Onze financiën in aanmerking genomen is dit niet gering, en toch is dit nog maar een eerste stap. Wij hebben de feiten te aanvaar den zooals ze zijn. Het koninkrijk is verdeeld over drie werelddeelen Ned.-Indië en Nederland liggen in de zone van ernstig gevaar, en dreigen in verwikkelingen te wor den betrokken. De mogelijkheid daarvan mag niet worden ontkend, de waarschijnlijkheid zelfs niet uit gesloten. Dat legt ons den plicht op de maatregelen te treffen, die bin nen ons bereik liggen, opdat wij niet komen in eer calamiteit van buitengewone afmetingen. Op de hulp van anderen mag worden gerekend, indien wij ons zelf staande houden totdat men ons te hulp kan kom en. De bereidwilligheid tot zelfverdediging kan soms tot zeer groote offers nopen in het kader der collectieve veiligheid, naar mate het aantal leden van den Volkenbond geringer wordt. De nadeelen van die col lectieve veiligheid kunnen dan de voor- deelen wel eens overtreffen. Met de militaire eischen moet terdege rekening worden gehouden, maar ook met onze financieele mogelijkheden. Sommige landen financieren hun mili taire uitgaven met hun budgetaire tekorten, jaar op jaar. Doch die tactiek is van deze regeering niet te verwachten, en ook niet van de volgende, naar spr. verwacht. De vloot. Wat zeemacht betreft, het plan Deckers beveelt onderzeebooten voor Nederland aan, die in spr.'s plan niet voorkomen. Hij zou dan ook hebben moeten afzien van torpedobooten in Indië. Had hij hier tor pedobooten, dan zou er in Indië geen vol doende bemanning geweest zijn. De mindere eisch onderzeebooten op onze kust is daarom prijsgegeven. De nieuwe personeelsorganisatie is ge bouwd op de toekomstige vloot in Indië, zooals deze worden zal na uitvoering van het hier voorgestelde. De geheele uitvoering van het plan zal een bedrag van 22 a 23 millioen vergen boven het bedrag van den gewonen dienst voor 1937. Dit bedrag zal over 3 jaar jaar lijks terugkeeren. Men vrage dus niet of wij wel genoeg doen voor de Marine in Indië. Torpedobooten kunnen zeker onder be paalde omstandigheden nuttig zijn, doch wij moeten niet aan wat nieuws beginnen, voordat we weer op peil zijn met onze oor logsvloot. Men kan niet sneller bouwen. 2 1/2 a 3 jaar wordt over een modern oor logsvaartuig gebouwd. In het buitenland doet men er een half jaar minder over. Een kruiser vergt 3 jaar, de onderzee booten 2 1/2 jaar. Maai ook al zou er snel ler kunnen worden gebouwd, ook het per soneel moet er zijn, het moet worden op geleid. Het is tegenwoordig niet meer, zoo als in de dagen van De Ruyter en Tromp, dat men geen behoorlijke vooropleiding noodig had. De opleiding werkt op volle kracht. De N.-Brabant heeft er 300, de Heemskerck 100. Maar als de schepen klaar zijn, is ook de bemanning klaar. De officiersopleiding is ook uitgebreid, in 1936 zijn weer 80 adel borsten voor den zeedienst aangenomen, tegen 6 in 1932. Kruisers of vliegtuigen? De beslissing over de vraag: kruisers of vliegtuigen? is thans nog niet aan de orde. We hebben nu 3 kruisers en nieuwe behoe ven niet voor 1942 en 1943 op stapel te wor den gezet. Vervanging, voor den levensduur van 20 jaar verstreken is, van de Sumatra en de Java is niet noodig. Als zijn persoonlijke meening zegt spr. echter, dat kruisers voor Indië niet zullen kunnen worden gemist. Bommenwerpers zijn voor Indië volkomen onmisbaar; er zal dan ook nog een tweede groep van 39 besteld worden. Zeeverkenners be- hooren bij de vloot en deze zal aan vankelijk in Indië zeer verbreid zijn over de verschillende gedeelten van den Archipel. Wanneer nu de vijand zich ergens nes telt is er maar één tegenactie, n.l. massaal optreden van zware bommenwerpers. En kele basisvliegvelden zullen dus nog moe ten worden aangelegu, niet aan de kust, doch in het binnenland. Er zijn er nu 63 en er zullen nog 4 a 5 bij komen. Wat er ontbreekt. In Nederland mankeert aan het leger drieërlei: het contingent is te klein voor dekking van een mobili satie en bediening van alle nieuwe wapens; er zijn het geheele jaar niet geoefende manschappen onder de wapenen en het materieel is nog niet voldoende uitgebreid. Voor de nieuwe formatie is 5000 extra man noodig, voor de nieuwe wapens 1500, boven de tegenwoor dige sterkte van 19.500 man, dat is 26.000 man te samen mobilisatie sterkte. Maar dan hebben wij nog altijd 15 lichtirgen noodig. Zoo is spr. tot zijn 32.000 man gekomen. De mobilisatie is tegenwoordig geen kwestie van dagen maar van enkele uren, men moet'dus een pa rate troepenmacht hebben. Die maatregelen bestaan nu, zij behoe ven alleen maar in werking gesteld te wor den. Locaal georganiseerde lichtingen moe ten onder de wapenen worden geroepen. De permanent aanwezige grenstroepen be dragen ongeveer 25.000 man. Het onder den voet loopen mag dan ook uitgesloten wor den geacht. Er zijn andere systemen dan die van spr., doch die zijn duurder. De luchtmacht. Men heeft gevraagd of het ook minder kon. Dat is inderdaad het geval. Maar dan heeft men een veel minder groot effectief. Wat de materieelvoorziening voor de luchtmacht betreft, Indië moet er nog 39 bommenwerpers bij hebben, en met de 6 millioen die voor Nederland zijn uitgetrok-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6