II
i
T
1
i
1,
1
WEEK-END
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 12 DECEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 15
4. e2e4 c7c5
Wit heeft onmiddellijk het centrum be
zet en zwart betwist dit bezit.
5. Lflxc4 c5xd4
6. Pf3xd4 Pg8—f6
1 7. Pblc3 Lf8c5
8. Lel—e3
De behandeling van deze opening door
zwart is niet erg gelukkig. We zien, dat wit
«beide loopers en paarden heeft ontwikkeld,
tegen zwart slechts van ieder één. Deze
voorsprong in ontwikkeling in een open
stelling (in een meer gesloten stelling is
het niet zoo erg) moet op een of andere
wijze voor wit voordeel brengen.
8Pb8d7
Zwart wil e4e5 beletten. Maar hier
door krijgt wit gelegenheid een combina
tie uit te voeren die wel zeer diep bere
kend meest worden. Men ziet hieruit, welk
een kansen een voorsprong in ontwikke
ling kan geven.
9. Lc4xe6 f7xe6
10. Pd4xe6 Dd8a5
Ook Dd8b6 was mogelijk. Er zou dan
kunnen volgen 11. Pc5: Pc5:; 12. 00 en
zwart zou groote moeilijkheden hebben om
de vele bedreigingen af te weren.
11. 0—0 Lc5xe3
12. f2xe3 Ke8—f7
De koning staat daar wel niet bepaald
veilig, maar pion g7 moet ook gedekt wor
den. Bovendien, de koning is niet van plan
daar te blijven.
13. Ddlb3 Kf7—g6
14. Tfl—f5
Het begint er angstig uit te zien voor
de zwarte armee.
14. Da5—b6
15. Pe6—f4f Kg6—h6
Men hoeft niet diepgaande analyses toe
te passen om te zien dat de zwarte, stelling
•hopeloos is. De volgende voortzettingen
toonen de winst aan:
16. Df7. £6; 17. g4, De3:f; 18. Kg2, gf5:;
19. g5t, Kg5:; 20. Dg7t, Kf4:; 21. Tflf,
Xe5; 22. De7|, Kd4; 23. Tdlf, Kc4; 24.
De6f, Kc5; 25. b4f, Kb4:; 26. Db3t, K wil-
lekeurig 27. Db5 mat.
Of: 16. Df7, g6; 17. g4, De3:f 18. Kg2,
Pg4: (Op Pe4: volgt Pe6); 19. Th5f, gh5:;
20. Dh5.f, Kg7; 21. Dg4:f, Kf8; 22. Pe6t,
Ke8; 23. Dh5f, Ke7; 24. Pd5f met dame
winst.
Capablanca meende de volgorde der zet
ten wel te kunnen wijzigen en speelde:
16. g2g4
Maar het antwoord van zwart stuurt alle
plannen in de war.
16g7g5!
17. Db3xb6 a7xb6
18. Tal—dl
De stelling blijft voor zwart uiterst ge
vaarlijk, maar met zijn stuk vóór heeft hij
toch goede kansen, zoodra hij zich bevrij
den kan. Hier had hij met 18gf4:;
19. g5|—Kg?; 20. gf6:f, Pf6: enz. op ruil
anoeLen spelen waarna wit hard om re
mise zou hebben moeten vechten. Er
volgde-
18Th8g8
19. Pf4d5 Pf6xg4
20. Pd5e7 Tg8—g7
21. Tdld6f Kh6—h5
22. Tf5—f3 Pg4—f6
Ik weet niet hoe het U gegaan is bij het
naspelen dezer partij. Maar mijn sympa
thie is aan den kant der zwarten.
Na den mokerslag 9. Lc4xe6 worstelt
zwart wanhopig voor zijn leven. Het einde
scheen zeer nabij, tot wit zijn kans voorbij
liet gaan (16. g2g4 i.p.v Df7) en de strijd
weer open werd. In spanning vragen wij
ons af of het zwart gelukken zal uit den
öoodelijken greep der witte legers te ont
komen.
23. Tf3—h3t Kh5—g4
24. Th3—g3f Kg4h5
25. Pe7—f5 Tg7g6
Thans is de stelling zeer ingewikkeld.
De zwarte koning bevindt zich in een mat-
inet, maar het is zeer .moeilijk voor wit om
de strop toe te trekken. Trouw beschermen
de zwarte stukken hun in nood verkeeren
den monarch.
A BCDEBG H
Wit had hier kunnen voortzetten met
26. Th3t, Kg4; 27. Kg2, Pe4:; 28. Td5, Pc3::
29. Th4t, gh4:; 30. Ph6j, Th6:; 31. h3 mat.
Of ook 26. Th3t, Kg4, 27. Kg2, Pc5; 28.
Ph6t, Th6:; 29. Th6:, Pce4:; 30. Pe4:, Pe4:;
31. Td5 en zwart moet verliezen wegens
het nu volgende h3.
Er volgde echter:
26. Pf5e7 g5g4
Om den koning eindelijk wat vrijheid te
geven, ten koste van de kwaliteit.
27. Pe7xg6 Kh5xg6
Op 27 hg6: volgt 28. e5!
28. Tg3xg4f Kg6f7
29. Tg4—f4
De konmg tracht te ontsnappen, maar
de vijand laat niet los.
29Kf7—g7
30. e4e5 Pf6—e8
31. Td6e6 Zwart geeft op.
Op Pc7 volgt Te7f en e6 met stukwinst.
Een levendige, moeilijke partij En tegelijk
een voorbeeld hoe men het aangenomen
damegambiet met zwart.... miet moet
spelen.
Partijstellingen.
Stelling A 9
M;
i
i
i
't
i
il§
m
a
m
Tt
.L
mi
m
WM
fit
fü
A
n
IS
a
A BCDEFG H
Wit: Khl, De4, Tfl, Pf5, nionnen a4, b3,
c5, d4, g2, h2.
Zwart: Kg8, Da6, Tg5, Pb4, Lf7, pionnen
a5 c3, g7, h7.
Wit is aan zet en wint.
Stelling B 9
Hl
ipl
lit
W/M
i
<$Vö>
ff»
H
Pi
4b
11
i
S
m
a
A8CDEFGH
Wit: Kgl, Df5, Tfl, Th3, Lb3, pionnen a2,
b2, c2, f 2, g2.
Zwart: Kg8, De2, Te8, Td8, Pe4, pion
nen a7, b7, c7, f7, g7, h7.
Zwart is aan zet en wint.
(Behaalt voldoende materieel voordeel
om te winnen).
Oplossingen uiterlijk 19 December. (Dus
in afwijking van vorige keeren, verzoek ik
de oplossingen van A9 en B9 niet tegelijk
met de nos. 10).
SCHAAKBOND VOOR LEIDEN
EN OMSTREKEN.
Een zeer belangrijke wedstrijd was wel
die, welke gisteravond in het Nut voor de
2e klasse A gespeeld werd tusschen Ta-
veno I en de R. K. Schaakclub De 2 Ko
ningen I. Beide tientallen waren nog on
geslagen, Taveno met 2 gewonnen wed
strijden (14 1/2 uit 20) en de 2 Koningen
eveneens met 2 gewonnen wedstrijden
111/2 uit 20 en één gelijk spel. Op papier
was Taveno dus sterker. De uitslag is de
volgende geworden:
J Kanbier (T)
W. v. Beuzekom (2 K) 01
A. SjardijnB. Geyer 0—1
H. J. NeuteboomA. Geyer 01
A. BarkemaP. H. Keesom 10
J JansenD. v. Gelder 10
P. BarkemaH. Slaats 01
W. v. SchaikH. B. Stipdonk x—x
H C. Kriek—J. Huigsioot x—x
J. ScharlooH. Êlemans 10
J. Snel—A. Q. Doeswijk x—x
Totaal 3 xxx4xxx
De stand der afgebroken partijen is zoo,
dat de 2 Koningen minstens een gelijk spel
hebben en waarschijnlijk een kleine over
winning (51/241/2) zullen behalen.
GEMEENTERAAD VAN ALKEMADÊ
De Raad dezer gemeente vergaderde
Donderdagavond 7 uur. Voorzitter: mr. J.
W. Peek, burgemeester. Tegenwoordig alle
leden. Mede aanwezig W. A. van Harte-
veld, secretaris.
Geschiedt voorlezing van een aantal in
gekomen stukken. Als voornaamste zij ver
meld de circulaire van den Minister van
Sociale Zaken, betreffende toekenning van
een Kerstgave. B. en W. stellen voor de
Kerstgave op den voet van de circulaire
toe te staan. De heer Van Ruiten vraagt
of B. en W. bereid zijn eveneens een Kerst
gave toe te kennen aan de werkloozen, ge
plaatst bij de werkverschaffing zoodra de
circulaire van den Minister hierover is
ontvangen.
De voorzitter antwoordt, dat het in de
bedoeling van B. en W. ligt de Kerstgave
eveneens aan deze groep van arbeiders toe
te kennen overeenkomstig de te geven
voorschriften.
Het voorstel wordt hiena z.h.st. aange
nomen.
Een pacht-kwestie.
In behandeling komt het verzoek van G.
Zekveld om de pacht voor het huurjaar
1936 te bepalen op 55 per H.A. B. en W.
met de commisie voor de landerijen stel
len den Raad voor de pacht te bepalen op
60.per H.A.
De voorzitter licht het voorstel nader toe
en deelt mede, dat B. en W. en de com
missie van meening zijn, dat een pacht
van 60.voor dit jaar zeer billijk is te
achten. Sedert het vorige jaar is een aan
merkelijke verbetering van het land te
constateeren, terwijl het rentepercentage,
hetwelke bij de bepaling van de pacht
door de pachtcommissie steeds volledig
voor aftrek in aanmerking is gebraevht,
over het algemeen is verlaagd geworden.
De heer Penning de Vries spreekt zijn
verwondering uit, dat thans verhooging van
de pacht wordt voorgesteld. Spreker
vreest, dat wanneer de spreker een beroep
doet op de pachtscommissie hy wederom
in het gelijk zal worden gesteld. Dat het
land aanmerkelijk is verbeterd, geeft spre
ker gaarne toe doch de verbetering heeft
Zekveld voor het grootste deel zelf bekos
tigd.
De voorzitter rekent de leden voor, dat
Zekveld door allerlei -omstandigheden dit
jaar zeer zeker een voordeel heeft van on
geveer 1000.Een verhooging der pacht
van 5.wordt dan ook geenszins onbil
lijk geacht. Voorts zijn B. en W. met de
commissie van oordeel, dat het thans meer
dan tijd wordt, dat een bres wordt ge
schoten in de sedert jaren door de pacht
commissie vastgestelde pacht van 55.
De heer Penning de Vries merkt op, dat
Zekveld het land zoodanig heeft verbe
terd, dat van een waardelooze rommel nu
een schitterende boerderij is gemaakt, het
welk enorm meer waarde heeft. Spreker
vraagt zich af of wel voldoende rekening
wordt gehouden met het door hem inge
stoken kapitaal. Het gaat z.i. niet aan als
de pachter eenige honderden guldens meer
zal ontvangen hebben dan by vorige ja
ren, dit voordeel geheel ten goede te doen
komen aan de gemeente.
De voorzitter merkt naar aanleiding van
het gesprokene nog op, dat juist bij het
aangaan van het contract met Zekveld een
oploopende pacht is bedongen om den huur
der in de gelegenheid te stellen het land
geleidelijk te verbeteren. De huurprijs was
voor de eerste 5 jaar bepaald op 100, na
dien op 110 en zoo vervolgens tot 130
per H.A. Ten tijde, dat de pacht 100.—
bedroeg, werd deze door de pachtcommis-
hie verlaagd tot 55.zoodat consequent
doorredeneerend het niet mee dan billijk is
dat den pachter de helft van de verhoo
ging van 10.— per H.A. in rekening
wordt gebracht. De overige factoren, wel
ke voor een nog verdere verhooging zou
den pleiten, zijn hier buiten beschouwing
gelaten.
De heer Penning de Vries handhaaft zijn
voorstel om de pacht te houden op 55.
1 per H.A.
De heer Heemskerk acht een huur van
55.— per H.A. onder de gegeven omstan
digheden alleszins billijk.
De heer Verweij wil niets van de capa
citeiten van den heer Zekveld als pachter
afdoen, doch wil er alleen op wijzen, dat
zoowel in ale buiten den Raad herhaalde
malen de meening heeft post gevat, dat,
wanneer Zekveld de landerijen niet had
gehuurd, de boerderij geheel waardeloos
zou zijn. Spreker wil hierop echter niet na
der ingaan, omdat deze zaak niet aan de
orde is. Hij wil echter uitdrukkelijk ver
klaren, dat deze bewering onjuist is.
De heer Koning geeft een kort resumé
van de besprekingen, welke destijds aan
de verhuring zijn voorafgegaan. Bij de hu
ring van de boerderij wist de huurder, dat
de landerijen in verwaarloosden toestand
verkeerden, vandaar, dat bij de bepaling
van den huurprijs hiermede wel degelijk
rekening is gehouden. De landverbetering
zal geleidelijk plaats vinden en na elke
5 jaren nuur zouden de landprijzen met
10 per H.A. sty gen, zoodat bij het zes
tiende huurjaar de maximum-huurprijs van
130.per H.A. zou zijn bereikt. Voorts
dient niet uit het oog te worden verloren,
dat de gemeente den huurder bij de land-
verbetering in belangrijke mate is tege
moetgekomen, zoodat over enkele jaren de
Huigsloterpolder op zyn volle waarde zal
zijn. Hiermede rekening houdend, komt
spreker een huur- van 60.per H.A.
geenszins te hoog voor.
De heer Pennings vraagt naar de afschrij
ving der gebouwen, waarop Voorzitter ant
woordt, dat deze afschrijving bij de bepa
ling van de pacht volledig door de pacht
commissie in aanmerking wordt genomen.
De heer Penning de Vries ziet na de uit
eenzetting van den heer de Koning van
stemming af. Alleen vraagt hij nog of de
voorgestelde pacht slechts voor dit jaar zal
gelden, waarop de voorzitter bevestigend
antwoordt.
De pacht wordt hierna z.h.st. op ƒ60.
per H.A. vastgesteld.
Zonder eenige discussie gaat onder de
hamer door de intrekking en opnieuw vast
stelling eener verordening op de heffing
en invordering van een vergoeding voor
het verstrekken van inlichtingen uit het
bevolkingsregister.
Nieuwe schoolgeldverordening.
Bij het voorstel tot vaststeling eener
schoolgeldverordening, spreekt de heer
Rietbroek zijn genoegen er over uit, dat
B. en W. zijn overgegaan tot terugneming
uit de verordening van den norm „perso-
neele belasting". Indien het later nog noo-
dig mocht blijken de verordening te wij
zigen, dan zou spreker er de voorkeur aan
geven, de verordening uit te breiden in
dien zin, dat eveneens voor schooldgeld-
plichtigen, die in gezinsverband samenwo
nen met personen, die een eigen inkomen
hebben, het gezinsinkomesn als maatstaf
zal gelden voor schoolgeldheffing.
De verordening wordt hierna z.h.st. vast
gesteld.
Voorts besluit de raad tot opnieuw vast
stelling eener verordening tot heffing van
75 opcenten op de hoofdsom der gemeente
fondsbelasting.
Tegen de verlenging van den ontrui
mingstermijn van de woning, staande te
Nieuwe-Wetering en gemerkt C 16, be
staat geen bezwaar.
Eveneens hecht de raad zijn goedkeuring
aan de wijziging van de begrooting 1936,
waarbij o.a. een post is uitgetrokken van
375 voor feestelijkheden op de scholen
en het aanbrengen van een eenvoudige ge
velversiering aan het raadhuis bij gele
genheid van het huwelijk van H. K. H.
Prinses Juliana.
Vervolgens besluit de raad, na toelich
ting van den voorzitter, tot aanschaffing
van een babymotorspuit voor de totale som
van 1050.
De reclames straat- en hondenbelasting
worden afgehandeld overeenkomstig voor
stel van B. en W.
Hierna gaat de Raad in geheime zitting
voor bespreking van een onder wijsaangele
genheid.
Na heropening wordt met algemeene
stemmen besloten, onder intrekking van
het raadsbesluit van 12 November 1936,
de vergoeding per leerling over 1934, uit
te keeren aan de bijzondere schoolbestu
ren, opnieuw vast te stellen op 9.per
leerling, inclusief administratiekosten.
Bij de rondvraag bespreekt de heer
Pennings de subsidie aan de armbesturen.
Spreker vraagt hoe het komt, dat het arm
bestuur van Rijpwetering nog steeds niet
heeft kunnen voldoen aan de uitbetaling
van het batige saldo aan de kerkelijke
armbesturen.
De voorzitter antwoordt, dat de ge
vraagde verhooging door Gedeputeerde
Staten nog niet is goedgekeurd.
De heer Van 't Hart wijst er op, dat vele
arbeiders, die in de werkverschaffing te
Rijpwetering zijn geplaatst, onvoldoende
schoeisel hebben. Spreker vraagt of het
niet mogelijk is, dat wederom tegen mini
mumprijzen schoenen ter beschikking wor
den gesteld.
De voorzitter verwijst naar het crisis
comité B, waarop de heer de Jong, als
voorzitter van dit comité, mededeelt, dat
alle gelden dezer dager zijn verdeeld ge
worden.
Vervolgens vraagt de heer van 't Hart
naar de reden, waarom de secretarie na 1
uur is gesloten.
De voorzitter antwoordt, dat B. en W.
dit besluit hebben moeten nemen in ver
band met de druke werkzaamheden ter se
cretarie.
De heer Rietbroek wijst op het lage
steunbedrag, dat groote gezinnen in werk
verschaffing ontvangen. Er zijn hem geval
len bekend, dat personen 80 cent minder
hebben ontvangen dan wanneer zij in de
steunregeling waren opgenomen. Spreker
verzoekt het daarheen te willen leiden, dat
voor deze categorie het rouleersysteem niet
wordt toegepast.
De voorzitter antwoordt, dat de voor
schriften zich hiertegen verzetten. Spreker
is echter bereid nader te informeeren of
hier mogelijk een uitzondering kan worden
gemaakt.
Vervolgens heeft de heer Rietbroek gele
zen, dat een der volontairs naar elders is
overgeplaatst. Hij vraagt B. en W. nader te
overwegen of thans tot aansteling van een
vierde ambtenaar kan worden overgegaan.
De voorzitter antwoordt, dat deze zaak
de volle aandacht heeft van B. en W.
De heer van den Broek bespreekt de
mogelijkheid tot verstrekking van schoei
sel aan werkloozen via het Burgerlijk Arm
bestuur, terwijl hij voorts nog de aandacht
vestigt op het voetpad te Nieuwe Wetering,
welk pad z.i. verbetering behoeft.
De voorz. antwoordt, dat de Ministeriee-
le voorschriften zich uitdrukkelijk verzet
ten tegen het geven van toeslag aan werk-
looze arbeiders via het burgerlijk armbe
stuur. Wat de verbetering van het voet
pad betreft, zegt spreker anderzoek toe.
De heer Los wijst nog op den weg door
de Huigsioot, eigendom van de gemeente
Haarlemmermeer en in welks onderhoud
de gemeente Alkemade jaarlijks een bij
drage verleent. Deze weg verkeert in on
voldoenden staat van onderhoud, zoodat
spreker verzoekt de aandacht van het ge
meentebestuur van Haarlemmermeer hier
op te vestigen. Verder wijst de heer Los
nog op de slechte verlichting te Oude-We
tering.
De voorzitter zegt toe zich met Haar
lemmermeer en de Lichtfabrieken te Leiden
in verbinding te zulen stellen.
Hierna sluiting.
WELSPREKENDHEID.
Het komt nogal eens voor, dat ik als des
kundige wordt geraadpleegd bij het fabri-
ceeren van gelukwenschen, al of niet in
dichtvorm, bij trouwpartijen, huwelijks
feesten en andere jubilea.
Het gaat dan om de eenigszins pu
blieke festiviteiten, zulke n.L welke
zich niet geheel in intiemen kring kunnen
afspelen en waarbij de belangstelling uit
andere kringen der maatschappij uit hoof
de van de positie van den jubilaris niet kan
ontbreken.
Vanwege de talrijke reeds gevraagde ad
viezen meende ik goed te doen voor de
redenaars, die zich in sidderen en beven
naar zulk een festiviteit begeven, een klei
ne handleiding samen te stellen, getiteld
als volgt:
Handleiding voor het beoefenen
der welsprekendheid by bruiloften,
jubilea en andere openbare
ver makelij kheden
1. De redenaar (liefst in jacquet) sta op
en neme plaats achter zijn stoel. Hij depo-
neere beide handen cp de leuning van
zijn stoel en kuche.
2. De redenaar verheffe zich van zijn
zetel, kyke met een gezicht, waarop ver
bazing om eigen vermetelheid te lezen
staat, de kring rond en wachte op vol
maakte stilte.
3. De redenaar late zich na van te vo
ren met een goeden kennis gemaakte af
spraak door dezen kennis uitnoodigen tot
een toespraak. Eerst late hij zich even
bidden om daarna op te staan met de uit
drukking op het gezicht van geen weer
stand te kunnen bieden aan deze verzoe
ken en dus maar even a l'improviste wat
te zeggen.
Na een van deze methodes te hebben
uitgekozen vangt de redenaar tot spreken
aan, waartoe
1. hij zijn handschoenen uit de achter
zak van zijn jaquet vischt. Daaromheen
klemme hij beide handen om vervolgens
inspiratie te zoeken uit de punten zijner
schoenen afgewisseld met een schuchteren
blik op het luisterend auditorium.
2. Een zeer geliefkoosde houding is ook
de armen voor het lichaam gestrekt te
houden (ev. pose met handschoenen als
onder 1) en de blik hemelwaarts te rich
ten om a.h.w. de verheven gedachten, wel
ke de redenaar kwistig rondstrooit, te sym-
boliseeren.
3. Zij, die van meer vertrouwelijke re
devoeringen houden of den indruk willen
wekken, dat hier gesproken wordt van
hart tot hart, zorgen aan een tafel te zit
ten, waarop zij, het lichaam iets voorover
gebogen, steunen met de handen, (men dra-
ge zorg voor een edele houding).
4. Om een voornamen indruk te maken
is het aanbevelenswaardig statig en recht
voor een tafel te staan, met de vingers
het tafelkleed even rakend. Men stare hier
bij ver over de hoofden van het audito
rium heen, met onbestemden blik uit het
venster.
5. Wie gevaar loopt te gaan stotteren
of te blijven steken, blijve hardnekkig zit
ten en bepale zich tot applaudisseeren.
Hieruit kiezend zal succes gewaarborgd
zijn.
DANIEL.
(Leermeester in de welsprekendheid)
ADVIES.
Wie op kalme en rustige manier de bruids
stoet wil zien passeeren, gelieve voor dit
advies 1.per postwissel aan onderstaand
adres te verzenden, enz.
(Advertentie).
Dat is wel wat. Voor vindingrijke menschen
Wenkt er ook nu nog wel een goed bestaan,
Men kenne slechts de meest begeerde wenschen
Om daar op tijd een slaatje uit te slaan.
't Is waar, de menschheid lijdt aan vele kwalen
En als je die nu allemaal maar weet.
Dan laat je ze voor wat je weet betalen,
Het ijzer smeedt men enkel gloeiend heet.
Zoo leed de mensch voorheen aan koude voeten,
Omdat er geen centraal verwarming was,
Hij moest dat toen met winterteenen boeten,
't Was toen de tijd van olie en van gas.
Uit deze teenen 't laat zich heel goed hooren
Ontstond een anti-winterteen bedrijf,
De stovenzetster werd daaruit geboren
En warmde voeten voor een cent of vijf.
De menschheid is nu eenmaal zeer vernuftig,
En speurt de wereld en haar wenschen af.
Vooral de mensch, die arm is en nooddruftig
Is vindingrijk. Je staat gewoonweg paf.
Een nieuw bedrijf is eensklaps op gaan bloeien,
Nu de Prinses heel spoedig trouwen gaat,
Want niemand wil zich al te lang vermoeien
En toch de stoet zien rijden langs de straat.
Maar daarvoor vijftig gulden te betalen,
Dat kan ik niet, zoo luidt de groote klacht,
Ook al geschiedt het niet zoo heel veel malen,
Dat een Prinses trouwt met zoo'n praal en pracht.
Dus heeft een man ook daarop wat gevonden,
Zend my een gulden, zegt hij en 'k vermeld
U mijn geheim en vinding onomwonden,
Hoe u de stoet kunt zien voor minder geld.
Wat zou dat voor een knappe vondst wel wezen,
Die deze man zoo knap heeft uitgedacht,
Ik schreef een brief, toen ik het had gelezen
En 't was de post, die my het antwoord bracht.
„Mijnheer", schreef hy, „ik heb uw brief ontvangen.
De gulden ook en 'k raad u nu dan aan:
Ga op den trouwdag aan de dakgoot hangen,
Of op een paar heel hooge stelten staan.
TROUBADOUR.