II i T 1 i 1, 1 WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 12 DECEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 15 4. e2e4 c7c5 Wit heeft onmiddellijk het centrum be zet en zwart betwist dit bezit. 5. Lflxc4 c5xd4 6. Pf3xd4 Pg8—f6 1 7. Pblc3 Lf8c5 8. Lel—e3 De behandeling van deze opening door zwart is niet erg gelukkig. We zien, dat wit «beide loopers en paarden heeft ontwikkeld, tegen zwart slechts van ieder één. Deze voorsprong in ontwikkeling in een open stelling (in een meer gesloten stelling is het niet zoo erg) moet op een of andere wijze voor wit voordeel brengen. 8Pb8d7 Zwart wil e4e5 beletten. Maar hier door krijgt wit gelegenheid een combina tie uit te voeren die wel zeer diep bere kend meest worden. Men ziet hieruit, welk een kansen een voorsprong in ontwikke ling kan geven. 9. Lc4xe6 f7xe6 10. Pd4xe6 Dd8a5 Ook Dd8b6 was mogelijk. Er zou dan kunnen volgen 11. Pc5: Pc5:; 12. 00 en zwart zou groote moeilijkheden hebben om de vele bedreigingen af te weren. 11. 0—0 Lc5xe3 12. f2xe3 Ke8—f7 De koning staat daar wel niet bepaald veilig, maar pion g7 moet ook gedekt wor den. Bovendien, de koning is niet van plan daar te blijven. 13. Ddlb3 Kf7—g6 14. Tfl—f5 Het begint er angstig uit te zien voor de zwarte armee. 14. Da5—b6 15. Pe6—f4f Kg6—h6 Men hoeft niet diepgaande analyses toe te passen om te zien dat de zwarte, stelling •hopeloos is. De volgende voortzettingen toonen de winst aan: 16. Df7. £6; 17. g4, De3:f; 18. Kg2, gf5:; 19. g5t, Kg5:; 20. Dg7t, Kf4:; 21. Tflf, Xe5; 22. De7|, Kd4; 23. Tdlf, Kc4; 24. De6f, Kc5; 25. b4f, Kb4:; 26. Db3t, K wil- lekeurig 27. Db5 mat. Of: 16. Df7, g6; 17. g4, De3:f 18. Kg2, Pg4: (Op Pe4: volgt Pe6); 19. Th5f, gh5:; 20. Dh5.f, Kg7; 21. Dg4:f, Kf8; 22. Pe6t, Ke8; 23. Dh5f, Ke7; 24. Pd5f met dame winst. Capablanca meende de volgorde der zet ten wel te kunnen wijzigen en speelde: 16. g2g4 Maar het antwoord van zwart stuurt alle plannen in de war. 16g7g5! 17. Db3xb6 a7xb6 18. Tal—dl De stelling blijft voor zwart uiterst ge vaarlijk, maar met zijn stuk vóór heeft hij toch goede kansen, zoodra hij zich bevrij den kan. Hier had hij met 18gf4:; 19. g5|—Kg?; 20. gf6:f, Pf6: enz. op ruil anoeLen spelen waarna wit hard om re mise zou hebben moeten vechten. Er volgde- 18Th8g8 19. Pf4d5 Pf6xg4 20. Pd5e7 Tg8—g7 21. Tdld6f Kh6—h5 22. Tf5—f3 Pg4—f6 Ik weet niet hoe het U gegaan is bij het naspelen dezer partij. Maar mijn sympa thie is aan den kant der zwarten. Na den mokerslag 9. Lc4xe6 worstelt zwart wanhopig voor zijn leven. Het einde scheen zeer nabij, tot wit zijn kans voorbij liet gaan (16. g2g4 i.p.v Df7) en de strijd weer open werd. In spanning vragen wij ons af of het zwart gelukken zal uit den öoodelijken greep der witte legers te ont komen. 23. Tf3—h3t Kh5—g4 24. Th3—g3f Kg4h5 25. Pe7—f5 Tg7g6 Thans is de stelling zeer ingewikkeld. De zwarte koning bevindt zich in een mat- inet, maar het is zeer .moeilijk voor wit om de strop toe te trekken. Trouw beschermen de zwarte stukken hun in nood verkeeren den monarch. A BCDEBG H Wit had hier kunnen voortzetten met 26. Th3t, Kg4; 27. Kg2, Pe4:; 28. Td5, Pc3:: 29. Th4t, gh4:; 30. Ph6j, Th6:; 31. h3 mat. Of ook 26. Th3t, Kg4, 27. Kg2, Pc5; 28. Ph6t, Th6:; 29. Th6:, Pce4:; 30. Pe4:, Pe4:; 31. Td5 en zwart moet verliezen wegens het nu volgende h3. Er volgde echter: 26. Pf5e7 g5g4 Om den koning eindelijk wat vrijheid te geven, ten koste van de kwaliteit. 27. Pe7xg6 Kh5xg6 Op 27 hg6: volgt 28. e5! 28. Tg3xg4f Kg6f7 29. Tg4—f4 De konmg tracht te ontsnappen, maar de vijand laat niet los. 29Kf7—g7 30. e4e5 Pf6—e8 31. Td6e6 Zwart geeft op. Op Pc7 volgt Te7f en e6 met stukwinst. Een levendige, moeilijke partij En tegelijk een voorbeeld hoe men het aangenomen damegambiet met zwart.... miet moet spelen. Partijstellingen. Stelling A 9 M; i i i 't i il§ m a m Tt .L mi m WM fit fü A n IS a A BCDEFG H Wit: Khl, De4, Tfl, Pf5, nionnen a4, b3, c5, d4, g2, h2. Zwart: Kg8, Da6, Tg5, Pb4, Lf7, pionnen a5 c3, g7, h7. Wit is aan zet en wint. Stelling B 9 Hl ipl lit W/M i <$Vö> ff» H Pi 4b 11 i S m a A8CDEFGH Wit: Kgl, Df5, Tfl, Th3, Lb3, pionnen a2, b2, c2, f 2, g2. Zwart: Kg8, De2, Te8, Td8, Pe4, pion nen a7, b7, c7, f7, g7, h7. Zwart is aan zet en wint. (Behaalt voldoende materieel voordeel om te winnen). Oplossingen uiterlijk 19 December. (Dus in afwijking van vorige keeren, verzoek ik de oplossingen van A9 en B9 niet tegelijk met de nos. 10). SCHAAKBOND VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Een zeer belangrijke wedstrijd was wel die, welke gisteravond in het Nut voor de 2e klasse A gespeeld werd tusschen Ta- veno I en de R. K. Schaakclub De 2 Ko ningen I. Beide tientallen waren nog on geslagen, Taveno met 2 gewonnen wed strijden (14 1/2 uit 20) en de 2 Koningen eveneens met 2 gewonnen wedstrijden 111/2 uit 20 en één gelijk spel. Op papier was Taveno dus sterker. De uitslag is de volgende geworden: J Kanbier (T) W. v. Beuzekom (2 K) 01 A. SjardijnB. Geyer 0—1 H. J. NeuteboomA. Geyer 01 A. BarkemaP. H. Keesom 10 J JansenD. v. Gelder 10 P. BarkemaH. Slaats 01 W. v. SchaikH. B. Stipdonk x—x H C. Kriek—J. Huigsioot x—x J. ScharlooH. Êlemans 10 J. Snel—A. Q. Doeswijk x—x Totaal 3 xxx4xxx De stand der afgebroken partijen is zoo, dat de 2 Koningen minstens een gelijk spel hebben en waarschijnlijk een kleine over winning (51/241/2) zullen behalen. GEMEENTERAAD VAN ALKEMADÊ De Raad dezer gemeente vergaderde Donderdagavond 7 uur. Voorzitter: mr. J. W. Peek, burgemeester. Tegenwoordig alle leden. Mede aanwezig W. A. van Harte- veld, secretaris. Geschiedt voorlezing van een aantal in gekomen stukken. Als voornaamste zij ver meld de circulaire van den Minister van Sociale Zaken, betreffende toekenning van een Kerstgave. B. en W. stellen voor de Kerstgave op den voet van de circulaire toe te staan. De heer Van Ruiten vraagt of B. en W. bereid zijn eveneens een Kerst gave toe te kennen aan de werkloozen, ge plaatst bij de werkverschaffing zoodra de circulaire van den Minister hierover is ontvangen. De voorzitter antwoordt, dat het in de bedoeling van B. en W. ligt de Kerstgave eveneens aan deze groep van arbeiders toe te kennen overeenkomstig de te geven voorschriften. Het voorstel wordt hiena z.h.st. aange nomen. Een pacht-kwestie. In behandeling komt het verzoek van G. Zekveld om de pacht voor het huurjaar 1936 te bepalen op 55 per H.A. B. en W. met de commisie voor de landerijen stel len den Raad voor de pacht te bepalen op 60.per H.A. De voorzitter licht het voorstel nader toe en deelt mede, dat B. en W. en de com missie van meening zijn, dat een pacht van 60.voor dit jaar zeer billijk is te achten. Sedert het vorige jaar is een aan merkelijke verbetering van het land te constateeren, terwijl het rentepercentage, hetwelke bij de bepaling van de pacht door de pachtcommissie steeds volledig voor aftrek in aanmerking is gebraevht, over het algemeen is verlaagd geworden. De heer Penning de Vries spreekt zijn verwondering uit, dat thans verhooging van de pacht wordt voorgesteld. Spreker vreest, dat wanneer de spreker een beroep doet op de pachtscommissie hy wederom in het gelijk zal worden gesteld. Dat het land aanmerkelijk is verbeterd, geeft spre ker gaarne toe doch de verbetering heeft Zekveld voor het grootste deel zelf bekos tigd. De voorzitter rekent de leden voor, dat Zekveld door allerlei -omstandigheden dit jaar zeer zeker een voordeel heeft van on geveer 1000.Een verhooging der pacht van 5.wordt dan ook geenszins onbil lijk geacht. Voorts zijn B. en W. met de commissie van oordeel, dat het thans meer dan tijd wordt, dat een bres wordt ge schoten in de sedert jaren door de pacht commissie vastgestelde pacht van 55. De heer Penning de Vries merkt op, dat Zekveld het land zoodanig heeft verbe terd, dat van een waardelooze rommel nu een schitterende boerderij is gemaakt, het welk enorm meer waarde heeft. Spreker vraagt zich af of wel voldoende rekening wordt gehouden met het door hem inge stoken kapitaal. Het gaat z.i. niet aan als de pachter eenige honderden guldens meer zal ontvangen hebben dan by vorige ja ren, dit voordeel geheel ten goede te doen komen aan de gemeente. De voorzitter merkt naar aanleiding van het gesprokene nog op, dat juist bij het aangaan van het contract met Zekveld een oploopende pacht is bedongen om den huur der in de gelegenheid te stellen het land geleidelijk te verbeteren. De huurprijs was voor de eerste 5 jaar bepaald op 100, na dien op 110 en zoo vervolgens tot 130 per H.A. Ten tijde, dat de pacht 100.— bedroeg, werd deze door de pachtcommis- hie verlaagd tot 55.zoodat consequent doorredeneerend het niet mee dan billijk is dat den pachter de helft van de verhoo ging van 10.— per H.A. in rekening wordt gebracht. De overige factoren, wel ke voor een nog verdere verhooging zou den pleiten, zijn hier buiten beschouwing gelaten. De heer Penning de Vries handhaaft zijn voorstel om de pacht te houden op 55. 1 per H.A. De heer Heemskerk acht een huur van 55.— per H.A. onder de gegeven omstan digheden alleszins billijk. De heer Verweij wil niets van de capa citeiten van den heer Zekveld als pachter afdoen, doch wil er alleen op wijzen, dat zoowel in ale buiten den Raad herhaalde malen de meening heeft post gevat, dat, wanneer Zekveld de landerijen niet had gehuurd, de boerderij geheel waardeloos zou zijn. Spreker wil hierop echter niet na der ingaan, omdat deze zaak niet aan de orde is. Hij wil echter uitdrukkelijk ver klaren, dat deze bewering onjuist is. De heer Koning geeft een kort resumé van de besprekingen, welke destijds aan de verhuring zijn voorafgegaan. Bij de hu ring van de boerderij wist de huurder, dat de landerijen in verwaarloosden toestand verkeerden, vandaar, dat bij de bepaling van den huurprijs hiermede wel degelijk rekening is gehouden. De landverbetering zal geleidelijk plaats vinden en na elke 5 jaren nuur zouden de landprijzen met 10 per H.A. sty gen, zoodat bij het zes tiende huurjaar de maximum-huurprijs van 130.per H.A. zou zijn bereikt. Voorts dient niet uit het oog te worden verloren, dat de gemeente den huurder bij de land- verbetering in belangrijke mate is tege moetgekomen, zoodat over enkele jaren de Huigsloterpolder op zyn volle waarde zal zijn. Hiermede rekening houdend, komt spreker een huur- van 60.per H.A. geenszins te hoog voor. De heer Pennings vraagt naar de afschrij ving der gebouwen, waarop Voorzitter ant woordt, dat deze afschrijving bij de bepa ling van de pacht volledig door de pacht commissie in aanmerking wordt genomen. De heer Penning de Vries ziet na de uit eenzetting van den heer de Koning van stemming af. Alleen vraagt hij nog of de voorgestelde pacht slechts voor dit jaar zal gelden, waarop de voorzitter bevestigend antwoordt. De pacht wordt hierna z.h.st. op ƒ60. per H.A. vastgesteld. Zonder eenige discussie gaat onder de hamer door de intrekking en opnieuw vast stelling eener verordening op de heffing en invordering van een vergoeding voor het verstrekken van inlichtingen uit het bevolkingsregister. Nieuwe schoolgeldverordening. Bij het voorstel tot vaststeling eener schoolgeldverordening, spreekt de heer Rietbroek zijn genoegen er over uit, dat B. en W. zijn overgegaan tot terugneming uit de verordening van den norm „perso- neele belasting". Indien het later nog noo- dig mocht blijken de verordening te wij zigen, dan zou spreker er de voorkeur aan geven, de verordening uit te breiden in dien zin, dat eveneens voor schooldgeld- plichtigen, die in gezinsverband samenwo nen met personen, die een eigen inkomen hebben, het gezinsinkomesn als maatstaf zal gelden voor schoolgeldheffing. De verordening wordt hierna z.h.st. vast gesteld. Voorts besluit de raad tot opnieuw vast stelling eener verordening tot heffing van 75 opcenten op de hoofdsom der gemeente fondsbelasting. Tegen de verlenging van den ontrui mingstermijn van de woning, staande te Nieuwe-Wetering en gemerkt C 16, be staat geen bezwaar. Eveneens hecht de raad zijn goedkeuring aan de wijziging van de begrooting 1936, waarbij o.a. een post is uitgetrokken van 375 voor feestelijkheden op de scholen en het aanbrengen van een eenvoudige ge velversiering aan het raadhuis bij gele genheid van het huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana. Vervolgens besluit de raad, na toelich ting van den voorzitter, tot aanschaffing van een babymotorspuit voor de totale som van 1050. De reclames straat- en hondenbelasting worden afgehandeld overeenkomstig voor stel van B. en W. Hierna gaat de Raad in geheime zitting voor bespreking van een onder wijsaangele genheid. Na heropening wordt met algemeene stemmen besloten, onder intrekking van het raadsbesluit van 12 November 1936, de vergoeding per leerling over 1934, uit te keeren aan de bijzondere schoolbestu ren, opnieuw vast te stellen op 9.per leerling, inclusief administratiekosten. Bij de rondvraag bespreekt de heer Pennings de subsidie aan de armbesturen. Spreker vraagt hoe het komt, dat het arm bestuur van Rijpwetering nog steeds niet heeft kunnen voldoen aan de uitbetaling van het batige saldo aan de kerkelijke armbesturen. De voorzitter antwoordt, dat de ge vraagde verhooging door Gedeputeerde Staten nog niet is goedgekeurd. De heer Van 't Hart wijst er op, dat vele arbeiders, die in de werkverschaffing te Rijpwetering zijn geplaatst, onvoldoende schoeisel hebben. Spreker vraagt of het niet mogelijk is, dat wederom tegen mini mumprijzen schoenen ter beschikking wor den gesteld. De voorzitter verwijst naar het crisis comité B, waarop de heer de Jong, als voorzitter van dit comité, mededeelt, dat alle gelden dezer dager zijn verdeeld ge worden. Vervolgens vraagt de heer van 't Hart naar de reden, waarom de secretarie na 1 uur is gesloten. De voorzitter antwoordt, dat B. en W. dit besluit hebben moeten nemen in ver band met de druke werkzaamheden ter se cretarie. De heer Rietbroek wijst op het lage steunbedrag, dat groote gezinnen in werk verschaffing ontvangen. Er zijn hem geval len bekend, dat personen 80 cent minder hebben ontvangen dan wanneer zij in de steunregeling waren opgenomen. Spreker verzoekt het daarheen te willen leiden, dat voor deze categorie het rouleersysteem niet wordt toegepast. De voorzitter antwoordt, dat de voor schriften zich hiertegen verzetten. Spreker is echter bereid nader te informeeren of hier mogelijk een uitzondering kan worden gemaakt. Vervolgens heeft de heer Rietbroek gele zen, dat een der volontairs naar elders is overgeplaatst. Hij vraagt B. en W. nader te overwegen of thans tot aansteling van een vierde ambtenaar kan worden overgegaan. De voorzitter antwoordt, dat deze zaak de volle aandacht heeft van B. en W. De heer van den Broek bespreekt de mogelijkheid tot verstrekking van schoei sel aan werkloozen via het Burgerlijk Arm bestuur, terwijl hij voorts nog de aandacht vestigt op het voetpad te Nieuwe Wetering, welk pad z.i. verbetering behoeft. De voorz. antwoordt, dat de Ministeriee- le voorschriften zich uitdrukkelijk verzet ten tegen het geven van toeslag aan werk- looze arbeiders via het burgerlijk armbe stuur. Wat de verbetering van het voet pad betreft, zegt spreker anderzoek toe. De heer Los wijst nog op den weg door de Huigsioot, eigendom van de gemeente Haarlemmermeer en in welks onderhoud de gemeente Alkemade jaarlijks een bij drage verleent. Deze weg verkeert in on voldoenden staat van onderhoud, zoodat spreker verzoekt de aandacht van het ge meentebestuur van Haarlemmermeer hier op te vestigen. Verder wijst de heer Los nog op de slechte verlichting te Oude-We tering. De voorzitter zegt toe zich met Haar lemmermeer en de Lichtfabrieken te Leiden in verbinding te zulen stellen. Hierna sluiting. WELSPREKENDHEID. Het komt nogal eens voor, dat ik als des kundige wordt geraadpleegd bij het fabri- ceeren van gelukwenschen, al of niet in dichtvorm, bij trouwpartijen, huwelijks feesten en andere jubilea. Het gaat dan om de eenigszins pu blieke festiviteiten, zulke n.L welke zich niet geheel in intiemen kring kunnen afspelen en waarbij de belangstelling uit andere kringen der maatschappij uit hoof de van de positie van den jubilaris niet kan ontbreken. Vanwege de talrijke reeds gevraagde ad viezen meende ik goed te doen voor de redenaars, die zich in sidderen en beven naar zulk een festiviteit begeven, een klei ne handleiding samen te stellen, getiteld als volgt: Handleiding voor het beoefenen der welsprekendheid by bruiloften, jubilea en andere openbare ver makelij kheden 1. De redenaar (liefst in jacquet) sta op en neme plaats achter zijn stoel. Hij depo- neere beide handen cp de leuning van zijn stoel en kuche. 2. De redenaar verheffe zich van zijn zetel, kyke met een gezicht, waarop ver bazing om eigen vermetelheid te lezen staat, de kring rond en wachte op vol maakte stilte. 3. De redenaar late zich na van te vo ren met een goeden kennis gemaakte af spraak door dezen kennis uitnoodigen tot een toespraak. Eerst late hij zich even bidden om daarna op te staan met de uit drukking op het gezicht van geen weer stand te kunnen bieden aan deze verzoe ken en dus maar even a l'improviste wat te zeggen. Na een van deze methodes te hebben uitgekozen vangt de redenaar tot spreken aan, waartoe 1. hij zijn handschoenen uit de achter zak van zijn jaquet vischt. Daaromheen klemme hij beide handen om vervolgens inspiratie te zoeken uit de punten zijner schoenen afgewisseld met een schuchteren blik op het luisterend auditorium. 2. Een zeer geliefkoosde houding is ook de armen voor het lichaam gestrekt te houden (ev. pose met handschoenen als onder 1) en de blik hemelwaarts te rich ten om a.h.w. de verheven gedachten, wel ke de redenaar kwistig rondstrooit, te sym- boliseeren. 3. Zij, die van meer vertrouwelijke re devoeringen houden of den indruk willen wekken, dat hier gesproken wordt van hart tot hart, zorgen aan een tafel te zit ten, waarop zij, het lichaam iets voorover gebogen, steunen met de handen, (men dra- ge zorg voor een edele houding). 4. Om een voornamen indruk te maken is het aanbevelenswaardig statig en recht voor een tafel te staan, met de vingers het tafelkleed even rakend. Men stare hier bij ver over de hoofden van het audito rium heen, met onbestemden blik uit het venster. 5. Wie gevaar loopt te gaan stotteren of te blijven steken, blijve hardnekkig zit ten en bepale zich tot applaudisseeren. Hieruit kiezend zal succes gewaarborgd zijn. DANIEL. (Leermeester in de welsprekendheid) ADVIES. Wie op kalme en rustige manier de bruids stoet wil zien passeeren, gelieve voor dit advies 1.per postwissel aan onderstaand adres te verzenden, enz. (Advertentie). Dat is wel wat. Voor vindingrijke menschen Wenkt er ook nu nog wel een goed bestaan, Men kenne slechts de meest begeerde wenschen Om daar op tijd een slaatje uit te slaan. 't Is waar, de menschheid lijdt aan vele kwalen En als je die nu allemaal maar weet. Dan laat je ze voor wat je weet betalen, Het ijzer smeedt men enkel gloeiend heet. Zoo leed de mensch voorheen aan koude voeten, Omdat er geen centraal verwarming was, Hij moest dat toen met winterteenen boeten, 't Was toen de tijd van olie en van gas. Uit deze teenen 't laat zich heel goed hooren Ontstond een anti-winterteen bedrijf, De stovenzetster werd daaruit geboren En warmde voeten voor een cent of vijf. De menschheid is nu eenmaal zeer vernuftig, En speurt de wereld en haar wenschen af. Vooral de mensch, die arm is en nooddruftig Is vindingrijk. Je staat gewoonweg paf. Een nieuw bedrijf is eensklaps op gaan bloeien, Nu de Prinses heel spoedig trouwen gaat, Want niemand wil zich al te lang vermoeien En toch de stoet zien rijden langs de straat. Maar daarvoor vijftig gulden te betalen, Dat kan ik niet, zoo luidt de groote klacht, Ook al geschiedt het niet zoo heel veel malen, Dat een Prinses trouwt met zoo'n praal en pracht. Dus heeft een man ook daarop wat gevonden, Zend my een gulden, zegt hij en 'k vermeld U mijn geheim en vinding onomwonden, Hoe u de stoet kunt zien voor minder geld. Wat zou dat voor een knappe vondst wel wezen, Die deze man zoo knap heeft uitgedacht, Ik schreef een brief, toen ik het had gelezen En 't was de post, die my het antwoord bracht. „Mijnheer", schreef hy, „ik heb uw brief ontvangen. De gulden ook en 'k raad u nu dan aan: Ga op den trouwdag aan de dakgoot hangen, Of op een paar heel hooge stelten staan. TROUBADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 15