DE TROONSAFSTAND VAN DEN ENGELSCHEN KONING Baldwin geeft rekenschap van zijn beleid» DE ACTE VAN ABDICATIE Het volk acht deze oplossing de beste VRIJDAG 11 DECEMBER 1936 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. S De nieuwe koning en de koningin van Engeland arriveeren met de beide prin sesjes aan het Old Door Park te Richmond tijdens een bezoek aan de groote paarden- tentoonstelling welke aldaar werd gehouden. onderhoud met den koning heb gehad. Baldwin herinnerde er vervolgens aan, hoe hem in Augustus en September een tijdlang rust was voorgeschreven en hoe hem half October, toen hy terugkeerde, twee dingen verontrustten. Er kwamen brieven op zijn bureau van Britsche onderdanen, burgers der Vereenig- de Staten van Noord-Amerika en eenige uit de Dominions, welke alle uitdrukking gaven aan verontrusting ten aanzien van hetgeen in de Amerikaansche bladen gepu bliceerd werd. Ook wist hij, dat de schei dingskwestie in de onmiddellijke toekomst te verwachten was. De resultaten hiervan deden hem er zich rekenschap van geven, dat zich daarna een moeilijke toestand wel licht zou kunnen voordoen. Hij vatte toen de meening op, dat het noodzakelijk was, dat iemand zich tot den koning wendde en hem waarschuwde voor den moeilijken toestand, die zich later zou kunnen voordoen, wanneer men toestond, dat deze soort van gepraat en critiek voort ging. Onder deze omstandigheden was er slechts één man, die deze kwestie met den koning kon bespreken, n.L de eerste mi nister. Ik raadpleegde toen mijn collega's, en stelde er den koning van in kennis, dat ik hem op fort Belvedere volstrekt parti culier wenschte te spreken en wij ontmoet ten elkaar op fort Belvedere den 20 en October. Een raadsman van den kroon kan van geen enkel nut zijn voor zijn meester, ten zij hij hem altijd de waarheid, zooals hij die ziet, zegt, (Applaus) of deze waarheid welkom is, of niet. De houding van den ko ning is voortdurend zoodanig geweest, dat Als hertog van York woonde de nieuwe koning George VI den voetbalwedstrijd EngelandSchotland te Londen bij, en liet voor den aanvang der match de spelers aan zich voorstellen. hij nooit eenig teeken heeft gegeven van beleedigd of gekwetst zijn door wat ook, dat ik hem gezegd heb. Al onze besprekin gen voltrokken zich met zoo mogelijk nog een toenemen van den wederzijdschen eer bied en de égards, die tusschen ons hebben bestaan. Ik zeide den koning, dat ik twee groote redenen voor ongerustheid had: Ten eerste de gevolgen van een voort gang van dit soort dingen in de Amerikaan sche dagbladen en de indruk, die gewekt zou worden in de Dominions, in het bijzon der in Canada, waar deze bladen veel ge lezen worden, en in dit land. Ten tweede bracht ik den koning in herinnering, wat ik vaak tegen hem en zijn broeders gezegd heb in de voorbije jaren, nJ. dat de kroon in dit land in den loop der eeuwen beroofd is van tal van prerogatieven, maar dat, of schoon dit juist was, de kroon toch heden veel meer vertegenwoordigt dan ooit in de geschiedenis (Applaus). Het belang van integriteit van de kroon is boven iederen twijfel verheven, want deze vormt niet alleen den laatsten schakel van het Imperium, welke gebleven is, maar bovendien een waarborg in dit land, zoo lang zjj bestaan zal in deze integriteit, té gen talrijke euvels, die andere landen heb ben getroffen of aangetast. Hieraan voegde spr. toe, dat dit gevoel grootendeels een uitvloeisel is van den eer bied, die gegroeid is onder de drie laatste generaties ten opzichte van de monarchie. Het zou mogelijk zijn, dat dit gevoel niet zoo langen tijd stand zou houden tegenover den critieken toestand, waaraan de monar chie werd blootgesteld, zoodat zij veel vlug ger deze macht zou verliezen, dan zij was opgebouwd. Wanneer de eerbied eenmaal verloren is gegaan, betwijfel ik, of, wat het ook zij, hem weer zou kunnen herstellen. Deze overwegingen vormden de basis van mijn gesprek over dezen kant van de aangelegenheid en ik gaf uiting aan mijn ongerustheid en vervolgens aan mijn ver langen, dat dergelijke critiek geen enkele oorzaak mocht hebben. Ik zeide tegen den koning, dat ik zelf zijn Koningin Mary met de hertogin van York thans koningin Elizabeth, tijdens een wandeling in een der parken te Londen met de beide prinsesjes Elizabeth en Margarth Rose. (Dit document was onderteekend door Eduard, rex, imperator, en mede ondertee kend door de hertogen van York, Glouces ter en Kent). Vervolgens gaat de koninklijke boodschap woordelijk verder: „Ik stel grooten prijs op de verschil lende beroepen, die op mij gedaan zijn een andere beslissing te nemen, maar mijn besluit is genomen. Bovendien zou een verder uitstel slechts schade kunnen veroorzaken voor de volkeren, die ik getracht heb te dienen als prins van Wales en als koning. Ik verlaat mijn volkeren in de vaste hoop, dat de weg, dien ik gekozen heb, de beste zal zijn voor de stabiliteit van den troon en het geluk van mijn volkeren". De boodschap besluit met de woor den: „Ik wensch zeer levendig, dat er gee nerlei vertraging zal zijn in het ten uit voer leggen van het document, dat ik geteekend heb en dat alle noodige maatregelen onmiddellijk genomen zul len worden om mijn wettigen opvolger, mijn broeder, den hertog van York, de troonsbestijging te verzekeren". UITEENZETTING VAN BALDWIN. Onmiddellijk nadat de speaker de ko ninklijke boodschap had teneinde gelezen, stond Baldwin op en stelde voor terstond de boodschap van den koning in behande ling te nemen. Baldwin zeide: „Geen ern stiger boodschap is ooit door het parlement ontvangen en geen zwaarder taak is ooit op de schouders van den eersten minister gelegd. Ik moet u zeggen, wat ik naar waarheid oprecht en volledig zonder eenige poging tot opsmukken of versieren heb me de te deelen. Ik zal weinig of niets te zeg gen hebben als commentaar, critiek, lof spraak of blaam. Mijn beste handelwijze thans is de kamer zoo uitvoerig mogelijk te vertellen wat geschied is tusschen de koning en mijzelve en wat geleid heeft tot den tegenwoordigen toestand. Ik zou willen aanvangen met te zeggen dat de koning, toen hij nog prins van Wales was, mij tal rijke jaren vereerd heeft met een vriend schap, die ik op prijs stel. Het was niet al leen een vriendschap tusschen twee man nen, maar een vriendschap van diepe aan hankelijkheid. Ik zou de Kamer ook wil len mededeelen, dat, toen wij Dinsdagavond op fort Belvedere afscheid van elkander namen, wij beiden wisten en voelden, dat wij tegen elkander gezegd hebben, dat onze vriendschap, verre van te zijn aangetast door de besprekingen van deze afgeloopen weken, ons nauwer bindt en ons leven lang zal duren (applaus). De Kamer zal willen weten op welke wijze ik mijn eerste regeering onder oogen had gezien als een groote periode in een nieuwen tijd. Hij beschikte over zoovele der noodzake lijke eigenschappen, Ik zeide hem, dat ik met hem over dit onderwerp wilde spre ken als vriend, ja zelfs, wanneer ik kon, hem in deze kwestie wilde helpen. In de vele, vele uren, die wij tezamen hebben doorgebracht en vooral tegen het einde heeft de «koning mij niet eenmaal, maar vele malen gezegd: „Wij moeten samen deze kwestie regelen, ik zal niet dulden, dat wie ook zich hierin mengt. Ik wees den koning op de gevaren van echtscheiding en op het feit, dat de periode van afwachten vernietigend zou kunnen zijn". Toen spr. den koning 16 November ont moette, toen de echtscheiding uitgespro ken was, geloofde spr., dat het zijn plicht was met den koning te spreken over de mogelijke huwelijkskwestie. Hij zeide tot den koning, dat hij geloofde, dat dit bij zondere huwelijk niet de godekeuring van het land zou wegdragen. Tevens stelde hij in het licht, dat de positie van echtgenoo- te van den koning afwijkt van die van elk ander burger en dat bij de keuze van een koningin de stem des volks gehoord moest worden. De koning antwoordde toen, dat hij iets wilde zeggen, dat hij reeds lang tot uiting had willen brengen, n.l. dat hij met mrs. Simpson in het huwelijk ging treden, en dat hij bereid was heen te gaan. Dit was, aldus Baldwin, een zeer smartelijk bericht en het was spr. onmogelijk daar dien dag nog commentaar op te leveren. De koning stelde dien avond nog de koningin in ken nis en later ook zijn broers. Vervolgens ontbood de koning spr. op 25 November en vroeg hem, of hem een voorstel tot het sluiten van een morganatisch huwelijk was gedaan en wat hij daarvan dacht. Baldwin was toen niet in staat een overwogen ant woord te geven, maar zijn eerste reactie was, dat het parlement nooit een dergelijke wetgevende maatregel zou aanvaarden. (Applaus). Toen spr. daarop vroeg, of de koning wenschte, dat hij deze kwestie zou bestu- deeren, antwoordde de koning bevestigend. De koning ging er tevens mee accoord, dat deze kwestie voorgelegd werd aan het kabi net en de eerste ministers der Dominions. De ingewonnen inlichtingen gaven ech ter aan, dat noch in Engeland, noch in de Dominions eenig vooruitzicht bestond op aanvaarding van zoodanige wetgevende maatregelen. Op 2 December deelde spr. den koning mede, dat hij vreesde, dat het voorstel onuitvoerbaar was, hetgeen den koning niet verraste. Daarna heeft de ko ning nooit meer eenige toespeling op deze kwestie gemaakt. De koning overwoog voortdurend vier punten, n.l. wanneer hij heen zou gaan, zou dit waardig en met zoo min mogelijk last voor zijn ministers en zijn volkeren ge schieden. Tevens wenschte hij heen te gaan onder omstandigheden, die de troonsbestij ging zoo gemakkelijk mogelijk zou maken voor zijn broer, terwijl iedere gedachte aan een z.g. „koningspartij" hem tegen stond. (Langdurig en krachtig applaus). De koning wilde op fort Belvedere blij ven, aangezien hij geen bezoek wilde bren gen aan Londen, zoolang geen oplossing was bereikt. „Ik eer en eerbiedig hem wegens dit be sluit", aldus Baldwin. (Wederom krachtig applaus). De positie van den koning verder bespre kende, zeide Baldwin: „Zijne Majesteit heeft ons gezegd, niet langer den bijna on dragelijke last van het koningsschap te kun nen blijven dragen zonder een vrouw aan zijn zijde, en wij weten, dat deze crisis vroeger is los gebarsten juist tengevolge van de openhartigheid van karakter van den koning. Het zou hem volkomen moge lijk zyn geweest, ons niet te hebben inge licht, maar hij was zich bewust van het i gevaar en wenschte te vermijden, wat hij, VOORLEZING DER KONINKLIJKE BOODSCHAP. VOOR OVERVOL LAGERHUIS. Ontzaglijke belangstelling. niet alleen voor Groot-Brittapnië maar voor het geheele Imperium gevaarlijk wist. Mijn pogingen hadden ten doel den koning te helpen een beslissing, die hij niet nam, te nemen. Wij slaagden hierin niet en de koning heeft het besluit genomen, dat wij bekend hébben gemaakt. Het was mij een groote steun, toen ik hem Dinsdagavond verliet, de zekerheid te hebben gekregen, dat ik niets had nagelaten, om hem het ingeno men standpunt te doen wijzigen. In tusschen is er niemand onder ons, die het besluit van den koning niet oprecht zal betreuren. Evenmin is hier iemand, die een oordeel zou willen uitspreken. Wij zijn geen rech ters. De koning heeft zijn besluit te kennen gegeven. Wij moeten thans ons aaneen slui ten en hedenavond zal ik het noodige wets ontwerp indienen. De Kamer zal morgen bijeenkomen en het is van groot belang, dat het ontwerp morgen wet wordt. Voortgaande deelde Baldwin mede, dat het kabinet tijdens zijn zitting van Woens dagmorgen het officieele en definitieve ant woord van den koning heeft ontvangen. Unaniem heeft het kabinet toen den ko ning verzocht een daad, die diepe droefheid zou veroorzaken voor zijn onderdanen en hen vitaal zou treffen nog eens in overwe ging te nemen. De koning antwoordde, dat hjj de kwestie nogmaals overwogen had, maar betreurde zijn besluit niet te'kunnen wijzigen. Ik ben er van overtuigd, aldus Baldwin, dat niemand zou hebben kunnen slagen, waar ik gefaald heb, en zij, die den koning het beste kennen, zullen weten, wat dat beteekent. Deze vergadering, aldus voegde Bald win hier nog aan toe, is thans een tooneel, waarop de geheele wereld de oogen gericht houdt. Laten wij ons bijgevolg gedragen met de waardigheid, die de koning zelf toont in het uur van zijn beproeving en welke ook het gevoel van spijt moge zijn, dat de inhoud van zijn boodschap bij ons opwekt, laat ons zijn wenschen ten uit voer leggen, doen wat hij vraagt en het snel doen. Herinnert u de geliefde en ge- eerbiedigde Koningin Mary (toejuichin gen). Laten wij aan haar denken tijdens het debat, dat wij zullen moeten voeren als bewaker van de democratie en laten wij onzen plicht doen, die erin bestaat de integriteit van de monarchie te handhaven welke de eenige band van ons rijk en de waarborg van onze vrijheid vormt. Baldwin besloot zijn rede aldus: laten wij ons aaneensluiten achter den nieuwen koning en hem helpen. (Langdurig en krachtig applaus) Laten wij er naar stre ven de schade te herstellen, die voor het land zou kunnen zijn ontstaan en den taak De hertog van York, thans koning George VI, bij het spel te Sonthwold aan de kust van Suffolk. Nog nimmer heeft het Engelsche Lager huis een zoo ontzaglijke toeloop van belang stellenden gezien als gistermiddag. Reeds twintig minuten voor de opening van de zitting waren alle banken en tribunes tot op de laatste plaats volkomen bezet. Slechts twee zetels waren toen nog leeg: die van Baldwin en van den leider der oppositie Attlee. De tribunes der pers evenals de voor de diplomaten en de vertegenwoordigers der Dominions gereserveerde plaatsen wa ren overvol. In de wandelgangen heerschte een groote opwinding en in de zittingszaal zelf waren de gesprekken zoo levendig, dat het onmogelijk was iets te verstaan. Toen Baldwin eindelijk binnenkwam, liep hij op den speaker toe, boog en over handigde hem, met de woorden ..Een bood schap van Zijne Majesteit den Koning", een groot document, dat de speaker vervolgens voorlas. Het luidde: „Na langdurige en zorgvuldige overwe ging heb ik besloten afstand te doen van de troon, die ik na den dood van mijn va der heb bestegen en ik deel thans dit, mijn definitief en onherroepelijk besluit mede. In het bewustzijn van den ernst van de zen stap kan ik slechts hopen, dat ik be grepen word door mijn volkeren bij de be slissing, die ik genomen heb en om de re denen, die mij genoopt hebben, deze beslis sing te nemen. Ik wil thans niet spreken over mijn men- schelijke gevoelens, maar ik zou willen, dat men er aan denken zou, dat de last, die voortdurend drukt op de schouders van den vorst zoo zwaar is, dat deze slechts ge dragen kan worden onder omstandigheden, die anders zijn dan die, waarin ik mij be vind. Ik geloof niet de plicht te vergeten, die op mij rust om de belangen van den 6taat in de eerste plaats te doen gelden, wanneer ik verklaar, dat ik mij ervan be wust ben deze zware taak niet langer meer doelmatig of met persoonlijke voldoening te kunnen vervullen. Ik heb derhalve dezen morgen de abdicatie in de volgende be woordingen onderteekend: Ik, Eduard VIII van Groot Brittanië, Ierland en de Britsche Dominions, koning, keizer van Indië, verklaar hiermede mijn onherroepelijk besluit voor mij en mijn na komelingen afstand te doen van de troon en mijn wensch, dat deze acte van abdicatie onmiddellijk van kracht zal worden. Ten teeken daarvan heb ik eigenhandig op dezen lOden December 1936 in tegen woordigheid van de mede-onderteekende getuigen mijn handteekening geplaatst".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5