Het vliegtuigongeluk in de Fransche Alpen. In de aula der Universiteit te Amsterdam vond Maandag de inauguratie plaats van prof dr. B. J. O. pe Aartsbisschop van Canterbury bracht Zondag een bezoek aan Baldwin in Downing Street te Londen. Bij zijn Schrieke, welke plechtigheid door den Javaanschen zeltbestuurder Pangeran Adipati Ario Mangkoe is Negoro, zijn gemalin en burgemeester De Vlugt werd bijgewoond vertrek betoogde een groote menigte ten gunste van den Komng Bij het ongeluk van een Duitsch vliegtuig in de Fransche Alpen nabij Grenoble onden zes personen den dood. Het wrak van het Op de Maaldrift te Leiden is Maandag aan den 1sten luitenant J. van Waning en den 1sten luitenant der militaire administratie J. Palland het onderscheidingsteeken voor langdurigen dienst als officier uitgereikt door den commandant van het 6de regiment veldartillerie luit -kol. C. de longh 'Talrijk zijn de groote gebouwen te Madrid, die tengevolge van het hevig bombardement in puinhoopen veranderd zijn. Een totaal verwoest huis Het paleis Noordeinde te den Haag wordt in feestkleed gestoken voor het aan staand huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana met Z. D. H. Prins Bernhard. Het aanbrengen van de dennenversiering FEUILLETON HELGA'S WEDDENSCHAP Uit het Noorsch door SIGRID BOO. (Nadruk verboden). 21) Vingergaard, 12 Maart. Zevende rapport. Lieve Grete! Dus hebben we nu lente! Spoedig zul len dag en nacht even lang zijn. Op een zonnig plekje heb ik blauwe anemonen ge vonden, donkere, zacht als zijde, met ge bogen hoofdjes, moedig en toch angstig tegelijk. Onderweg kwam ik den heer Bech tegen en toonde hem vol blijdschap m'n anemonen. Zijn ze niet snoezig? zei ik. Ja, als je ze maar- kon zien met het bloote oog, meende hij, maar ik heb geen vergrootglas bij me. Anderen noemden ze onvoldragen. Ze willen allemaal zoo graag geestig zijn. Maar één ding staat intusschen vast: Ik heb bij na uitgekomen anemonen gevonden. Maar wat je doet, spreek nooit met oudere menschen over hel voorjaar en zulke dingen. Het lijkt wel of het ze er om te doen is, iemand1 blijde vertrouwen den kop in te drukken met hun sombere voorspellingen. Daar heb je nu bijv. Bech: Maart kan de ^lleronpleizierigste winter maand zijn, die we hebben En vader neemt er April ook nog bij. Hij schrijft: Maart en April zijn onaangename maanden in ons klimaat. Als je in het bosch gaat wande len, zorg dan altijd een krant bjj je te hebben. Ik zal hem nog verder citeeren: Kranten hebben de prachtige eigenschap koude en vocht te isoleeren; maak het je daarom tot gewoonte, steeds een krant on- de je te leggen, wanneer je vóór St. Jan buiten op den grond gaat zitten. Maar tante Aleksandra slaat het record: Bedenk, dat er voor einde Mei geen spra ke is van voorjaar. Tot zoolang moet je dikke kousen en extra onderkleeren dra gen, als je niet de kans wilt loopen jicht, catharr en andere narigheid te krijgen. Ik heb nooit geloofd, dat het mogelijk was iets anders te verbinden aan het woord „lente", dan wat scnoon en heerlijk is: Bloemen en zonneschijn en zuiden wind en vochtige, geurende aarde, en brui sende beken en Lichte avonden en liefde. Maar voor zoover ik nu begrijp, dekt het bij oudere menschen heel andere voorstel lingen op: scherpe, gure winden, plotse linge temperatuurswisseling, rheumatiek. rk hoop, dat het nog even zal duren, voor ik tot laatstgenoemde categorie ga behoo- ren, hoewel ik al bedenkelijk ->ud begin te worden. Volgende maand twintig! Toen Stein hier was, vertelde hij aan Lotten en Lotten vertelde het aan mij, dat sen actrice tegen hem gezegd ïad: Wij toonelspeelsters moeten ons al vanaf ons twintigste jaar jon ger gaan maken; want als we met liegen wachten tot we dertig zijn, is het te laat, dan gelooft niemand ons meer. Hm. Het lijkt mij niet kwaad, de volgende maand zeventien te worden. Het is voorjaar! En het leven is heerlijk! Trouwens niet altijd. Tjonge nog aan toe, hoe ingewikkeld, ronduit gezegd miserabel kan het dikwijls zijn. Een paar dagen ge leden miste mevrouw Bech een van haar juweelen, zoo'n modernt „veiligheidsspeld" van platina, met drie briljanten. Groote ver warring. Het heele huis werd onderstebo ven gekeerd, zonder resultaat. Dus moest de speld gestolen zijn Maar door wie? Gas ten waren er op het oogenblik niet. Lau- rense is hier al vijftien jaar en doodeerlijk met een piekerig haarknoedeltj- en ouder- wetsche opvattingen. Andreas komt even min In aanmerking; hij gaat iederen vryen Zondag naar de kerk en heeft oogen als een pasgeboren kind, blauw en onschul dig. Olga? Neen, Olga behoort tot een der meest geziene families van 't dorp, dikwijls kan ze echt mal en oppervlakkig zijn, maar oneerlijkheid in deze familie uit gesloten. Ola is hier al even lang als Lau- rense, zijn trouw is de jaren door be proefd. Dus bleef alleen over Helga Bre der Haraldsen. Zij, die hier kwam met het meest schitterende getuigschrift zonder te weten hoe je een servet moest vouwen of hoe je de koffie moest klaren. Zij, die on dergoed droeg van zijden tricot en Fran sche liedjes zong. Zij, die op haar handen kon loopen en als 't er op aankwam best een weggeloopen circuskind zou kunnen zijn. Je begrijpt, de verdenking viel op mij. Dat had ik er van, dat ik geheimzinni ger deed, dan streng genomen noodzakelijk was. Boontje komt om zijn loontje. Het was een ellendige tijd. Zij beschuldigden me niet ronduit, maar uit alles bleek hun wantrouwen; als een ijzige wind sloeg hel me tegen, wanneer ik de kamers binnen trad. M'n collega's konden wel is waar niet aannemen, dat ik zoo slecht was. dat moet ik ze tot hun eer nageven. Doch ook rond om de keukentafel was de stemming zeer gedrukt. Dit duurde zoo drie dagen, en het is onmogelijk er schriftelijk een juiste voorstelling van te geven, hoe eindeloos lang deze drie dagen waren. Gedurende de zen korten tijd leed en dacht ik meer dan in mijn heele vorige leven tezamen, en het is een wonder, dat myi. haar niet grijs ge worden is. Wel zijn er midden op mijn hoofd eenige haren, die een bedenkelijke kleur hebben, maar Laurense beweert, dat ze enkel wat blonder zijn. Deze nachtmerrie had drie etmalen ge duurd, toen de oplossing kwam, die een ware verademing bracht. Mevrouw Bech kreeg per aangeteekenden brief haar speld terug van een stoomerij uit de stad met de mededeeling, dat deze op haar grijze crêpe de chine japon was blijven zitten. Ja, heb ik aldoor niet gezegd, dat ze wel terecht zou komen! zei mevrouw Bech en keek me aan met een blik, waaruit dui delijk een slecht geweten sprak. Maar wat ze gezegd had, was iets heel anders: Ik weet zekei dat ik mijn broche in het bakje op mijn toilettafel gelegd heb, voor ik naar beneden ging om te ontbij ten: dat had ze eiken en telkens weer herhaald, met de niet uitgesproken con clusie, dat de speld op haar toilettafel ge legen moest hebben, toen ik boven kwam om de kamer te doen. Nu is het voorbij, en dus weer verge ten, hoewel ik helaas hierdoor een bittere ervaring rijker geworden ben, wat zich niet laat wegredeneeren. Het is wel door harde ervaring, dat menschen wijzer worden en banger. Jong en moedig is misschien ten deele hetzelfde als jong en dom, wat dunkt jou, hooggeachte vriendin? Wat hij dacht? Geen idee van. Maar den dag, dat het raadsel opgelost werd, floot hij driemaal achter elkaar de Mar seillaise. Geloof jij, dat ik dit niet moet opvatten als een uiting van sympathie? Intusschen profiteer ik geweldig van me vrouw Bech's berouw: sinaasappels na ta fel zyn een herhaaldelijk extratje, en dik wijls verscheen Lotten met de graphofoon in de keuken. Zeg Helga, u hebt zoo veel smaak, zegt mevrouw Bech, en in haar stem klinkt groot vertrouwen kunt u me niet helpen een nieuw model te be denken voor een japon? Of: Helga u bent zoo ontwikkeld, hebt u misschien ook lust, binnen te komen om te luisteren naar een lezing in de radio? Maar het top punt van beminnelijkheid was, dat Lau rense en mij een plaats in de auto werd aangeboden, toen meneer Bech op een dag naar de stad moest. Na vijf maanden onthouding van alles wat winkelen en inkoopen doen heet, brandde ik van kooplust. Dus gingen we rechtstreeks naar de winkelstraten. Lau rense, die een aangeboren wantrouwen heeft tegen de stad en derzelver bewoners, omknelde krampachtig haar handtaschje, alsof ze vreesde ieder oogenblik te zullen worden overvallen en geplunderd Lauren se heeft zooveel verhalen uit de tijdschrif ten gelezen over onschuldige meisjes, die in het verderf gelokt zijn, dat ze weet wat iemand te wachten staat; en iederen keer, dat een arme stakker van een man bij on geluk naar haar keek, kreeg hij een woe denden blik terug. Daarna knikte ze mij met een trotsch gezicht toe, dat zooveel wil zeggen als: nee, het geeft dien bruta len stadschen kerel niets, mooi weer te spelen tegen Laurense Mobakke. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8