LICtlT IN DUIITfDNI) ZATERDAG 5 DECEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. lü VD.AGEM OVED OHJ GELOOF Vraag 135. Onlangs ontmoette ik in de trein een geestelijke (ik kon dat zien aan zijn kleeding), die een ring aan zijn vinger droeg. Dat was toch zeker geen Katholiek geestelijke? Tot welke Kerk zou hun kunnen behooren? Antwoord: Het is mogelijk, dat U een Anglikaansche geestelijke hebt ont moet, die gehuwd is. Ook zou hij een geestelijke kunnen zijn van de oud-Katho lieke Kerk. die ook mogen trouwen. Het meest waarschijnlijke is echter, dat het een Katholiek priester is geweest, die de graad van Doctor in de Heilige Godgeleerd heid heeft behaald, en, al onderscheidings- teeken daarvan, een ring (ook met steen) mag dragen. We kunnen hieraan nog toe voegen, 'dat ook een Bisschop een ring draagt als symbool van den innigen band dien er bestaat tusschen Zijn ambt als Bis schop en Zijn bisdom. Vraag 136. Is het waar, dat het beter is te communiceeren onder de H. Mis, dan vóór de H. Mis? Antwoord: Het is meer in overeenstem ming met het wezen en het karakter der Heilige Communie, om deze te ontvangen onder de H. Mis, dat is: na de Communie van den priester, dan buiten (dus ook: vóór) de H. Mis. Om dit goed te begrijpen, moeten wij eerst een juist begrip hebben van de H. Communie. Wat is eigenlijk: communicee ren? Dit Latijnsche woord beteekent: deelnemen, en wordt in de Kerkelijke Li turgie bij uitstek gebruikt voor de deel name aan het H. Offer der Mis, en wel voor de deelname-bij-uitstek, n.l. door het nuttigen van Datgene, wat eerst in de Mis is geofferd, Christus' Lichaam en Bloed. Het eigenlijke „Offer" nu geschiedt in de Consecratie, welke niet enkel is een lou tere verandering van brood en wijn, maar bovendien en juist daardoor een „offeren", een Spijs-offer. En de eigenlijke deelname aan dat Spijs-offer geschiedt in het nut tigen van de Offer-spijs, dat is de H. Communie. Zóo innig en nauw is de Communie verbonden met de Consecratie, dat in geen enkel H. Misoffer de Communie mag weg blijven. Zou bijv. een priester na de Con secratie onwel worden, en niet meer in staat zijn om het H. Misoffer voort te zet ten, dan moet een andere priester, ook al heeft deze reeds de H. Mis gelezen, en zelfs al zou deze niet meer nuchter zijn, dit H. Misoffer voltooien door de H. Com munie. We zouden op de vraag: „Wat is commu niceeren?" nog een ander antwoord kun nen geven, n.l.: „Communiceeren is het ontvangen van Christus", maar we zijn dan minstens onvolledig. Beter is het dan te antwoorden: „Communiceeren is het ontvangen van de H. Hostie". Dit is een beter en vollediger antwoord, als we dan maar goed begrijpen, wat we bedoelen met de „Heilige Hostie". Dit is n.l. afgeleid van het Latijnsche woord „hostia", het geen „slachtoffer" beteekent; en hiermede duiden wij dan aan, dat we in de H. Com munie Christus ontvangen juist als Slacht offer, nl. zooals Hij Zich in de Consecratie voor ons op een geheimzinnige en onbloe dige wijze heeft geslachtofferd. Deze beschouwing, die wel verheven, maar toch ook de juiste is, kunnen we de volgende conclusies trekken. Ten eerste: Waar en wanneer we de H. Communie ook ontvangen, hetzij on der de Mis, hetzij daarvóór of zelfs geheel buiten den tijd van de H. Mis, toch staat ze steeds in verband met de H. Mis, en steeds ontvangen we de H. Communie als de Offerspijs. Ten tweede: Juist om het nauwe ver band tusschen de H. Mis en de Commu nis is het steeds het beste de H. Communie ook feitelijk te ontvangen in de H. Mis, na de Communie var den priester, of min stens na de Consecratie. De H. Commu nie wordt voor ons dan meer en meer de heerlijkste Vrucht van de H. Mis, en we kunnen niet beter deelnemen aan de H. Mis, dan door na het Offer ook aan te zitten aan de Offermaaltijd der H. Com munie. In de Akten van de H. Kerkvergadering- van Trente, die gehouden werd van 1545 tot 1563, lezen wij: „Het is de vurige wensch van het Concilie, dat de geloovigen aan de H. Mis zullen deelnemen, niet en kel door er met vrome gevoelens bij te genwoordig te zijn, maar ook vooral door het deelnemen aan den Eucharistischen maaltijd om zoo meer vrucht te hebben van dit allerheiligst Offer. We besluiten met eenige toepasselijke verzen uit de „Altaaergeheimenissen" van Vondel: Het levend Lam laat zich van door) zielen proeven na 't offeren en heil'gen, aan Gods disch. Wie 't offeren van 't eten scheidt, schiet mis en buiten 't wit doel) der Waarheid en haar Bladen. Vraag 137. Gisteren (vragensteller be doelt den Eersten Adventszondag) werd in de predikatie onder de vroegmis gezegd, dat ten teeken van boete gedurende den Adventstijd het orgel zwijgt. Maar onder de Hoogmis speelde het orgel! Hoe zit dat? Antwoord: Dat zit waarschijnlijk zóó: De liturgische wetgeving schrijft inder daad voor, dat het orgel niet bespeeld wordt tijdens de liturgische oefeningen van het Tijdeigen gedurende den Advent, uit gezonderd op den Derden Zondag „Gau- dete". Maar de liturgische wetten zijn geen wetten van Meden en Perzen d.i. zij zijn geen wetten, die nooit 'n uitzondering toe' laten. Wanneer de zangers in het geheel niet of slechts moeilijk kunnen zingen zonder begeleiding van het orgel, is het gebruik daarvan ook gedurende den Ad vent om practische redenen toegestaan. Er kunnen ook nog wel andere redenen voor zijn, maar dit is de meest voor de hand liggende. Vraag 138. Mag men, om genezing voor een of andere ziekte te verkrijgen, naar een z.g. „slapende jüffrouw" gaan? Antwoord: U bedoelt met een slapende juffrouw waarschijnlijk een of andere dame, die aan haar huis een'menigte pa tiënten ontvangt, die meenen bij huismid deltjes en doktersbehandeling geen baat meer te kunnen vinden, die harten en nieren schijnt te kunnen doorgronden, voor iedere kwaal een „onfeilbaar" geneesmid del weet, en daarna natuurlijk een nota schrijft, die even ordentelijk is als het huis, waar zij resideert. Of men bij deze dames raad mag gaan inwinnen en heil mag gaan zoeken hangt van de omstandigheden af. Wanneer men weet of kan vermoeden, dat zij bij het uitoefenen van hun prak tijken zich bedienen van duivelskunst (wanneer zij U b.v. dingen vertellen, die zij onmogelijk op natuurlijke wijze kun nen weten) is het natuurlijk steeds op zware zonde verboden er heen te gaan. Dit is echter bijna nooit het geval. In een enkel geval maken zij wel ge bruik van het z.g. wetenschappelijk hyp notisme, d. w. z. zij verwekken bij de pa tiënt 'n soort zenuwslaap, bijv. door 't la ten staren op een blinkend voorwerp, het bestrijken der oogleden, een enkel bevel, met het gevolg, dat de patiënt geheel on der de macht komt van de hypnotiseuse (of magnetiseuse) en dan dingen ziet, die voor hem (den patiënt) in wakenden toestand verborgen waren (helderziendheid). Of wel: de hypnotiseuse brengt zichzelf (of een derde persoon) in die toestand van slaap en helderziendheid. Om dit hypnotisme (magnetisme, helder ziendheid) te mogen aanwenden, worden de volgende voorwaarden vereischt: 1. De persoon, die het aanwendt, moet voldoende van hypnose en van de ge neeskunde op de hoogte zijn; 2. De patiënt moet geheel vrijwillig toe stemmen; 3. Elk gevaar voor onzedelijkheid moet worden voorkomen, b.v. door de tegen woordigheid van betrouwbare personen; 4. Er moet een goed uit voortvloeien, dat niet door andere gewone middelen kan verkregen worden, b.v. genezing van som mige ziekten, die anders niet of zeer moei lijk te genezen zijn. In de bijna alle gevallen echter is er bij dergelijke „slapende juffrouwen" geen sprake van eenig wetenschappelijk hypno tisme. Boerenbedrog! En een zekere han digheid om de patiënten verbaasd te doen staan over haar kennis en om de boete te ontloopen wegens het onbevoegd uitoefe nen der geneeskunde. Het is b.v. voor zulk een „slapende da me" gedurende den tijd, dat ze nog heel goed wakker is, gemakkelijk om vanuit haar „slaapkamer" eens goed af te luis teren, wat een diep-ongelukige patiënt in de aangrenzende wachtkamer in geuren en kleuren vertelt aan haar even diep ongelukkige buurvrouw over haar kwaal met al haar verschijnselen! Het raadplegen van deze laatste soort juffrouwen is in zooverre ongeoorloofd als er gevaar bestaat, dat men door haar geneesmiddelen het lichaam eerder schade aandoet dan geneest. Nota bene. In de laatste weken komen de vragen voor deze vragenbus schaars binnen. Nog enkele vragen bleven liggen, die de volgende keer zullen beantwoord worden. We willen nog eens opmerken: U be hoeft niet te aarzelen vragen in te zenden. Ze worden alle op hun tijd beantwoord, en vragen, die zich niet leenen voor beant woording in de Vragenbus, zullen persoon lijk beantwoord worden, als ze voorzien zijn van het adres van den inzender. Correspondentie-adres: Mr. A. D iepen- broek, Hageveld, Heemstede. INTERPAROCHIEELE MAG DAT NIET? Druppelsgewijs, dus wel met een zekere regelmaat, komen er vragen tot ons, die nu niet bepaald van een zekere ontwikkeling getuigen. Vragen n.l. over de verhouding van sociale organisaties tot politieke orga nisaties. En je hoort van die waarschuwin gen als: doe toch niet aan politiek; „ver pruts" je mooie Gez.-Ver. niet met er poli tiek in te halen; laat je menschen maar ge rust pierewaaien op dat terrein enz. enz.- Allemaal aardige adviezen, maar ontzet tend kortzichtig om van dom niet te spre ken. Want jongeren moet je op geen enkel terrein laten „pierewaaien", ook niet op het politieke. Wat is het doel van sociale organisaties? De algeheele sociale vorming en geen haar minder. Welnu, een onderdeel der sociale vorming is de politieke vorming; en het is niet alleen een recht, maar ook een plicht om den jongerenvoorlichting te geven in alle sociale, dus maatschappelijke vraag stukken. Dat raakt de economie, de sociolo gie, de politiek etc. Bovendien komt daar nog iets bij. We- zijn heelemaal niet gerechtigd, niet één van ons, om ons te onttrekken aan de Bisschop pen. Zij hebben gesproken, wij hebben te gehoorzamen. Wie dat vertikt en hetzij in h^t geheim, hetzij openbaar verzet pleegt, heeft per se ongelijk. De redenatie dat zulks alleen den godsdienst raakt, is nog scheever dan de toren van Pisa! Want de Bisschop pen spreken en schrijven in verstaanbaar Hollandsch. Senior. EEN ONWARE MEENING. Is de St. Jos.-Gez.-Ver.' een standsorgani satie? Ja, zij is een door de Bisschoppen erkende standsorganisatie. Als sommige personen hier en daar de meening lanceeren, dat dit niet zoo is, we ten de Gezellen, dat zulke personen er een onware meening op na houden. De Gez.- Ver. is wel degelijk standsofganisatie. Wat volgt hieruit? Dat katholieke jonge mannen lid kunnen worden van hun vak organisatie. Want door hun lidmaatschap der Gez.-Ver. voldoen zij aan den eisch van het lid-zijn eener standsorganisatie. Daar bij is lidmaatschap van nog een andere or ganisatie niet noodig! Dit geldt natuurlijk de personen van 17 tot 25 jaar en (voor wat Leiden betreft) de leden der afd. Gehuwden. Moge het „spookpraatje" nu eens voor goed verdwijnen! District s-S enior. VOOR ONS DISTRICT. Donderdag 26 Nov. is vergaderd over de competities biljarten en tafeltennis. Er bleek een zeer goede belangstelling voor. Aan de biljart-competitie nemen deel: Leiden, Voorschoten, R.a.veen. Lisse I, Lis- se H, Noordwijk, Sassenheim eri Zoeter- woude I. Als voorzitter-penningmeester fungeert de Districts-senior, als secretaris de heer J. Slegtenhorst, corr.-adres Rapenburg 52. Voor tafeltennis gaven zich op: Leiden, Voorhout, Warmond, Lisse I en Wassenaar. Voorz.-pmx. werd ook hierin de districts senior, tot secretaris werd aangewezen K. Zijlstra, corr.-adres Rapenburg 52. De competitie-leiders zullen spoedig wor den benoemd, zoodat verwacht mag wor den, dat beide oompetities half December „draaien". MEDEDEELINGEN. Het secretaraat der commissarissen (afd. Gezellen) is niet meer Javastraat 2, maar Janvossensteeg 77b, hoek Haarlemmer straat. Op tijd werken is altoos nuttig. Daarom is noodig het vasthouden aan dezen regel: 10.15 uur wordt de zaal gesloten. Dit geldt óók repetitie-avonden. Werklooze Gezellen moeten zich melden bij rector L. Beune, als zij gebruik willen maken van de ontspanning in de* zaal a. d. Maria Gijzensteeg. Kampzegels voor de jeugdige werkloo- zenzorg zijn a 2^ cent bij de commissaris sen verkrijgbaar. Men helpt daardoor een goed werk. Jaarboekjes a 25 cent zijn verkrijgbaar bij den huismeester. Het is een onmisbaar agenda-boekje en behoort bij een goed lid maatschap. SINTERKLAAS-VIERING. Dinsdagavond zijn alle Gezellen en Ge huwden welkom bij de „Sinterklaas-vie ring" in onze Gez.-Ver. Te half negen zal de joyeuse entree plaats hebben, waarbij de vice-Praeses een begroetingswoord spreekt. En dan.volgt een programma met al- MARIA ONBEVLEKT ONTVANGENIS. Als niet anders wordt aangegeven dage lijks Gloria en Credo. Prefatie van Ma ria (invullen: En U om de Onbevlekte Ont vangenis). Kleur: Wit. ZONDAG 6 December. Tweede Zondag v. d. Advent. Mis: Populus Sion. Geen Glo ria. 2e gebed v. d. H. Nicolaas, Bisschop en Belijder; 3e „tegen vervolgers en kwaad doeners'1. Prefatie v. d.. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Paars. Laten wij ons verblijden over hetgeen vandaag tot ons gezegd wordt. (Alleluja vers). „Toon ons Heer, Uw Heil" was ons verzuchtend gebed op den vorigen Zondag. En als antwoord onvangen wij de verzeke ring: „Volk van Sion, (Gods uitverkoren volk) zie de Heer zal komen" (Introitus; Graduale; Communio). En, gelijk geschre ven staat, zal Hij komen besturen de vol keren, die op Hem hopen en hen vervullen met vreugde en vrede en met kracht van Zijn Geest (Epistel). Komt, laten wij, de heiligen, Zijn volk, dat met Hem een ver bond mocht sluiten, door het H. Kruisoffer bezegeld, ons voor Hem verzamelen. (Gra duale). Neen, wij verwachten geen andere dan Christus, want in Hem zien wij de voorspellingen van de Profeten over den Verlosser vervuld. (Evangelie). Met nog grooter vurigheid en verlangen bidden wij dan ook weer vandaag: „Toon ons, Heer, Uw Heil. (Offertorium). Kom ons te hulp. Leer ons het aardsche verachten en het Hemelséhe beminnen. Wek onze harten op, om ze voor te bereiden op den komst van Christus". (Gebed; Stilgebed; Postcom- munio). MAANDAG 7 Dee. Vigiliedag voor het feest van Maria's Onbevlekte Ontvangenis. Mis v. d. H. Ambrosius, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar: In medio. 2e gebed v. d. vo rigen Zondag; 3e v. d. Vigilie; 4e „tegen vervolgers en kwaaddoeners". Gewone Pre fatie. Kleur: Paars. Ambrosius, geboren te Trier, studeerde te Rome. Later werd hij als prefect van Ligurië aangesteld. Groot was de oneenig- heid tusschen de Katholieken en de Aria- nen (een kettersche sekte) bij den dood van den bisschop van Milaan. Als prefect tracht te Ambrosius de partijen tot verzoening te bx-engen. Bij gelegenheid van een bijeen komst in een kerk, waar ook Ambrosius was, riep een kind: „Ambrosiius moet bis schop worden". Het volk van Milaan be schouwde die uitroep als een teeken van boven en koos Ambrosius tot zijn bisschop. Ambrosius bood weerstand, maar deze werd ten slotte overwonnen. Hij werd gedoopt, ontving de heilige wijdingen en ten laatste de bisschopswijding. Als bisschop verde digde de heilige met kracht de kerkelijke tucht en vele ketters bekeerde hij tot het ware geloof, onder wie ook de latere H. Augustinus. DINSDAG 8 Dec. Feestdag van Maria's Onbevlekte Ontvangenis. Mis: Gaiidens gaudebo. 2e gebed v. d. vorigen Zondag. Vandaag herdenkt de H. Kerk het ge heel éénig en bijzonder voorrecht van Ma ria, dat zij, met het oog op de verdiensten van Jesus Christus, bevrijd is gebleven van de erfzonde. Deze leer, altijd geloofd, is 8 December 1894 door Paus Pius IX, z.g. tot geloofswaarheid verheven. „Geheel schoon zijt gij, o Maria, en de smet der erfzonde is niet in u. Trek ons on bevlekte Maagd, opdat wij U volgen in de geur van Uw deugden". WOENSDAG 9 Dec. Mis v. d. 2e dag on der het octaaf van Maria's Onbevlekte Ont vangenis: Gaudens gaudebo (als gisteren). 2e gebed v. d. vorigen Zondag; 3e tot den H. Geest; 4e „tegen vervolgers en kwaad doeners". „Gezegend zijt gij, o Maagd Maria, door den Heer den allenhoogsten God boven alle vrouwen op aarde". DONDERDAG 10 Dec. Mis v. d. 3e dag onder het octaaf: Gaudens gaudebo. 2e ge bed v. d. vorigen Zondag; 3e v. d. H. Mel- chiades, Paus en Martelaar; 4e „tegen ver volgers en kwaaddoeners". „Uwe onbevlekte Ontvangenis, Maagd en Moeder van God, heeft vreugde verkon digd aan geheel de wereld". VRIJDAG 11 Dec. Mis v. d. H. Damasus I, Paus en Belijder: Sacerdotes. 2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. vorigen Zondag; 4e „tegen vervolgers en kwaaddoeners". Paus Damasus is een groot bestrijder geweest van de ketterijen, die de Godheid van Christus loochenden en van den H. Geest. Hij bepaalde ook, dat de priesters in hun-breviergebed ter eere van de Aller heiligste Drieëenheid aan de psalmen zou den toevoegen: „Eere zij den Vader, den Zoon en den H. Geest" enz. ZATERDAG 12 Dec. Mis v. d. 5e dag on der het octaaf: Gaudens gaudebo. 2e gebed v. d. vorigen Zondag; 3e tot den H. Geest; 4e „tegen vervolgers en kwaaddoeners"; 5e voor den Paus. „In Maria is geen enkele smet. Zij is de glans van het eeuwige licht en een spiegel zonder vlek. Zij is heerlijker dan de zon en als men haar vergelijkt met het licht, is zij zuiverder". IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: WOENSDAG. Mis v. d. Z.Z. Elisabeth de Goede en Delphina, Maagden: Virgines. 2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. vorigen Zondag; 4e „tegen vervolgers en kwaaddoeners". DONDERDAG. Mis v. d. Z. Petras van Siëna, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. vorigen Zondag; 4e v. d. H. Melchiades; 5e „tegen vervolgers en kwaaddoeners". VRUDAG. Mis v. d. Z. Hugolinus, Klui zenaar: Os Justi. 2e gebed v. d. H. Dama sus; 3e v. h. octaaf; 4e v. d. vorigen Zondag; 5e „tegen vervolgers en kwaaddoeners". ZATERDAG. Vinding van het lichaam van den H. Vader Franciscus. Mis: Miserere. 2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. vorigen Zon dag; 4e „tegen vervolgers en kwaaddoe ners"; 5e voor den Paus. Prefatie v. d. H. Vader Franciscus. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. lerlei verrassingen! 't Is dien avond nu eenmaal zoo gesteld: weest op uw hoede! Tot slot zal een vroolijke film vertoond worden. Hoewel (volgens Troubadour) alle zwarte Pieten in het leger der Mooren vechten, heeft er één kans gezien een glippertje te maken. Die komt natuurlijk Dinsdagavond met zijn baas mee! TAFEL-TENNIS. Daar er in ons district een tafel-tennis- competitie georganiseerd wordt, lijkt het ons nuttig om de spelregels, welke voor deze competitie zullen gelden, in onze ru briek nader toe te lichten, opdat we allen duidelijk weten waar we ons aan te hou den hebben. Art. 1: De tafel. Het tafeloppervlak is rechthoekig, 2.75 M. lang en 1.53 M. breed. Het is matgroen, bevindt zich 77 c.M. boven den vloer, ligt horizontaal en wordt begrensd door een matwitte lijn van 10 m.M. breed. De lijnen aan de breedtezijden worden eindstrepen, en die aan de lengtezijden zijlijnen ge noemd. Het tafelblad moet vervaardigd zyn uit een zoodanige houtsoort, dat een bal, die van een hoogte van 30 c.M. op het tafel vlak valt, niet minder dan 20 c.M. en niet meer dan 23 c.M. opspringt. Dit art. spreekt voor zich zelf. Wij raden aan, voor degenen, die nog geen tafel heb ben en er wel een zullen aanschaffen, om een berken-multiplex blad te nemen van 15 m.M. dikte. Dit is een blad dat voldoet aan de eischen van art. 1. Art. 2: Het net en zijn bevestiging. Het net loopt evenwijdig aan de eindstre pen en is hiervan aan beide zijden 137.5 c.M. verwijderd, zoodat het speelveld in twee gelijke helften wordt verdeeld. Het net is 183 c.M. lang en 17 c.M. hoog. Het moet zoodanig worden bevestigd, dat de bovenkant zich 17 c.M. boven het tafelop pervlak bevindt. Het net wordt aan beide zijden aan een 17 c.M. hoog en paal be vestigd, welke zich 15 c.M. buiten de tafel bevindt. Dit artikel behoeft geen nadere toelich ting. Artikel 3: De bal. De bal is rond, uit licht gekleurd cellu loid vervaardigd en mag niet minder dan 11.43 c.M. en niet meer dan 13.07 c.M. in omtrek zijn. Het gewicht mag niet min der dan 2.1 gram en niet meer'dan 2.3 gram bedragen. Het is natuurlijk onnoodig om alle ballen voor den wedstrijd te laten onderzoeken of zij wel aan art. 3 voldoen. Een behoorlijk goede speelbal heeft men reeds voor onge veer 15 ct. Art. 4: Het racket. Het racket mag verwaardigd zijn van ieder gewenscht materiaal, terwijl maat, vorm noch gewicht aan eenige bepaling onderhevig zijn. Toelichting is ook hier niet noodig. Aan bevelenswaardig, voor een speler, die zich zelf goed wil trainen, is wel het spelen met een eigen racket. Men wendt aan zijn eigen racket en speelt daardoor veel prettiger en vlotter. Hiermede zijn de artikelen betreffende het spelmateriaal besproken. Volgende week zullen we enkele regels voor het spel zelf bespreken. K. Z. „Hoe verdien jij je geld?" „Ach. eigenlijk in een handomdraaien!" „Ja, ik ben draaiorgelman."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10