LICtlT IN DUIITfDNI)
ZATERDAG 5 DECEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. lü
VD.AGEM OVED OHJ GELOOF
Vraag 135. Onlangs ontmoette ik in de
trein een geestelijke (ik kon dat zien aan
zijn kleeding), die een ring aan zijn vinger
droeg. Dat was toch zeker geen Katholiek
geestelijke? Tot welke Kerk zou hun kunnen
behooren?
Antwoord: Het is mogelijk, dat U
een Anglikaansche geestelijke hebt ont
moet, die gehuwd is. Ook zou hij een
geestelijke kunnen zijn van de oud-Katho
lieke Kerk. die ook mogen trouwen. Het
meest waarschijnlijke is echter, dat het
een Katholiek priester is geweest, die de
graad van Doctor in de Heilige Godgeleerd
heid heeft behaald, en, al onderscheidings-
teeken daarvan, een ring (ook met steen)
mag dragen. We kunnen hieraan nog toe
voegen, 'dat ook een Bisschop een ring
draagt als symbool van den innigen band
dien er bestaat tusschen Zijn ambt als Bis
schop en Zijn bisdom.
Vraag 136. Is het waar, dat het beter is
te communiceeren onder de H. Mis, dan
vóór de H. Mis?
Antwoord: Het is meer in overeenstem
ming met het wezen en het karakter der
Heilige Communie, om deze te ontvangen
onder de H. Mis, dat is: na de Communie
van den priester, dan buiten (dus ook:
vóór) de H. Mis.
Om dit goed te begrijpen, moeten wij
eerst een juist begrip hebben van de H.
Communie. Wat is eigenlijk: communicee
ren? Dit Latijnsche woord beteekent:
deelnemen, en wordt in de Kerkelijke Li
turgie bij uitstek gebruikt voor de deel
name aan het H. Offer der Mis, en wel
voor de deelname-bij-uitstek, n.l. door het
nuttigen van Datgene, wat eerst in de Mis
is geofferd, Christus' Lichaam en Bloed.
Het eigenlijke „Offer" nu geschiedt in de
Consecratie, welke niet enkel is een lou
tere verandering van brood en wijn, maar
bovendien en juist daardoor een „offeren",
een Spijs-offer. En de eigenlijke deelname
aan dat Spijs-offer geschiedt in het nut
tigen van de Offer-spijs, dat is de H.
Communie.
Zóo innig en nauw is de Communie
verbonden met de Consecratie, dat in geen
enkel H. Misoffer de Communie mag weg
blijven. Zou bijv. een priester na de Con
secratie onwel worden, en niet meer in
staat zijn om het H. Misoffer voort te zet
ten, dan moet een andere priester, ook
al heeft deze reeds de H. Mis gelezen, en
zelfs al zou deze niet meer nuchter zijn,
dit H. Misoffer voltooien door de H. Com
munie.
We zouden op de vraag: „Wat is commu
niceeren?" nog een ander antwoord kun
nen geven, n.l.: „Communiceeren is het
ontvangen van Christus", maar we zijn
dan minstens onvolledig. Beter is het dan
te antwoorden: „Communiceeren is het
ontvangen van de H. Hostie". Dit is een
beter en vollediger antwoord, als we dan
maar goed begrijpen, wat we bedoelen met
de „Heilige Hostie". Dit is n.l. afgeleid
van het Latijnsche woord „hostia", het
geen „slachtoffer" beteekent; en hiermede
duiden wij dan aan, dat we in de H. Com
munie Christus ontvangen juist als Slacht
offer, nl. zooals Hij Zich in de Consecratie
voor ons op een geheimzinnige en onbloe
dige wijze heeft geslachtofferd.
Deze beschouwing, die wel verheven,
maar toch ook de juiste is, kunnen we de
volgende conclusies trekken.
Ten eerste: Waar en wanneer we de
H. Communie ook ontvangen, hetzij on
der de Mis, hetzij daarvóór of zelfs geheel
buiten den tijd van de H. Mis, toch staat
ze steeds in verband met de H. Mis, en
steeds ontvangen we de H. Communie als
de Offerspijs.
Ten tweede: Juist om het nauwe ver
band tusschen de H. Mis en de Commu
nis is het steeds het beste de H. Communie
ook feitelijk te ontvangen in de H. Mis,
na de Communie var den priester, of min
stens na de Consecratie. De H. Commu
nie wordt voor ons dan meer en meer de
heerlijkste Vrucht van de H. Mis, en we
kunnen niet beter deelnemen aan de H.
Mis, dan door na het Offer ook aan te
zitten aan de Offermaaltijd der H. Com
munie.
In de Akten van de H. Kerkvergadering-
van Trente, die gehouden werd van 1545
tot 1563, lezen wij: „Het is de vurige
wensch van het Concilie, dat de geloovigen
aan de H. Mis zullen deelnemen, niet en
kel door er met vrome gevoelens bij te
genwoordig te zijn, maar ook vooral door
het deelnemen aan den Eucharistischen
maaltijd om zoo meer vrucht te hebben
van dit allerheiligst Offer.
We besluiten met eenige toepasselijke
verzen uit de „Altaaergeheimenissen" van
Vondel:
Het levend Lam laat zich van door)
zielen proeven
na 't offeren en heil'gen, aan Gods
disch.
Wie 't offeren van 't eten scheidt,
schiet mis
en buiten 't wit doel) der Waarheid
en haar Bladen.
Vraag 137. Gisteren (vragensteller be
doelt den Eersten Adventszondag) werd in
de predikatie onder de vroegmis gezegd,
dat ten teeken van boete gedurende den
Adventstijd het orgel zwijgt. Maar onder
de Hoogmis speelde het orgel! Hoe zit
dat?
Antwoord: Dat zit waarschijnlijk zóó:
De liturgische wetgeving schrijft inder
daad voor, dat het orgel niet bespeeld
wordt tijdens de liturgische oefeningen van
het Tijdeigen gedurende den Advent, uit
gezonderd op den Derden Zondag „Gau-
dete". Maar de liturgische wetten zijn geen
wetten van Meden en Perzen d.i. zij zijn
geen wetten, die nooit 'n uitzondering toe'
laten. Wanneer de zangers in het geheel
niet of slechts moeilijk kunnen zingen
zonder begeleiding van het orgel, is het
gebruik daarvan ook gedurende den Ad
vent om practische redenen toegestaan. Er
kunnen ook nog wel andere redenen voor
zijn, maar dit is de meest voor de hand
liggende.
Vraag 138. Mag men, om genezing voor
een of andere ziekte te verkrijgen, naar
een z.g. „slapende jüffrouw" gaan?
Antwoord: U bedoelt met een slapende
juffrouw waarschijnlijk een of andere
dame, die aan haar huis een'menigte pa
tiënten ontvangt, die meenen bij huismid
deltjes en doktersbehandeling geen baat
meer te kunnen vinden, die harten en
nieren schijnt te kunnen doorgronden, voor
iedere kwaal een „onfeilbaar" geneesmid
del weet, en daarna natuurlijk een nota
schrijft, die even ordentelijk is als het
huis, waar zij resideert.
Of men bij deze dames raad mag gaan
inwinnen en heil mag gaan zoeken hangt
van de omstandigheden af.
Wanneer men weet of kan vermoeden,
dat zij bij het uitoefenen van hun prak
tijken zich bedienen van duivelskunst
(wanneer zij U b.v. dingen vertellen, die
zij onmogelijk op natuurlijke wijze kun
nen weten) is het natuurlijk steeds op
zware zonde verboden er heen te gaan.
Dit is echter bijna nooit het geval.
In een enkel geval maken zij wel ge
bruik van het z.g. wetenschappelijk hyp
notisme, d. w. z. zij verwekken bij de pa
tiënt 'n soort zenuwslaap, bijv. door 't la
ten staren op een blinkend voorwerp, het
bestrijken der oogleden, een enkel bevel,
met het gevolg, dat de patiënt geheel on
der de macht komt van de hypnotiseuse (of
magnetiseuse) en dan dingen ziet, die voor
hem (den patiënt) in wakenden toestand
verborgen waren (helderziendheid). Of
wel: de hypnotiseuse brengt zichzelf (of
een derde persoon) in die toestand van
slaap en helderziendheid.
Om dit hypnotisme (magnetisme, helder
ziendheid) te mogen aanwenden, worden
de volgende voorwaarden vereischt:
1. De persoon, die het aanwendt, moet
voldoende van hypnose en van de ge
neeskunde op de hoogte zijn;
2. De patiënt moet geheel vrijwillig toe
stemmen;
3. Elk gevaar voor onzedelijkheid moet
worden voorkomen, b.v. door de tegen
woordigheid van betrouwbare personen;
4. Er moet een goed uit voortvloeien, dat
niet door andere gewone middelen kan
verkregen worden, b.v. genezing van som
mige ziekten, die anders niet of zeer moei
lijk te genezen zijn.
In de bijna alle gevallen echter is er bij
dergelijke „slapende juffrouwen" geen
sprake van eenig wetenschappelijk hypno
tisme. Boerenbedrog! En een zekere han
digheid om de patiënten verbaasd te doen
staan over haar kennis en om de boete te
ontloopen wegens het onbevoegd uitoefe
nen der geneeskunde.
Het is b.v. voor zulk een „slapende da
me" gedurende den tijd, dat ze nog heel
goed wakker is, gemakkelijk om vanuit
haar „slaapkamer" eens goed af te luis
teren, wat een diep-ongelukige patiënt in
de aangrenzende wachtkamer in geuren
en kleuren vertelt aan haar even diep
ongelukkige buurvrouw over haar kwaal
met al haar verschijnselen!
Het raadplegen van deze laatste soort
juffrouwen is in zooverre ongeoorloofd
als er gevaar bestaat, dat men door haar
geneesmiddelen het lichaam eerder schade
aandoet dan geneest.
Nota bene. In de laatste weken komen
de vragen voor deze vragenbus schaars
binnen. Nog enkele vragen bleven liggen,
die de volgende keer zullen beantwoord
worden.
We willen nog eens opmerken: U be
hoeft niet te aarzelen vragen in te zenden.
Ze worden alle op hun tijd beantwoord, en
vragen, die zich niet leenen voor beant
woording in de Vragenbus, zullen persoon
lijk beantwoord worden, als ze voorzien
zijn van het adres van den inzender.
Correspondentie-adres: Mr. A. D iepen-
broek, Hageveld, Heemstede.
INTERPAROCHIEELE
MAG DAT NIET?
Druppelsgewijs, dus wel met een zekere
regelmaat, komen er vragen tot ons, die nu
niet bepaald van een zekere ontwikkeling
getuigen. Vragen n.l. over de verhouding
van sociale organisaties tot politieke orga
nisaties. En je hoort van die waarschuwin
gen als: doe toch niet aan politiek; „ver
pruts" je mooie Gez.-Ver. niet met er poli
tiek in te halen; laat je menschen maar ge
rust pierewaaien op dat terrein enz. enz.-
Allemaal aardige adviezen, maar ontzet
tend kortzichtig om van dom niet te spre
ken. Want jongeren moet je op geen enkel
terrein laten „pierewaaien", ook niet op het
politieke.
Wat is het doel van sociale organisaties?
De algeheele sociale vorming en geen haar
minder. Welnu, een onderdeel der sociale
vorming is de politieke vorming; en het is
niet alleen een recht, maar ook een plicht
om den jongerenvoorlichting te geven in
alle sociale, dus maatschappelijke vraag
stukken. Dat raakt de economie, de sociolo
gie, de politiek etc.
Bovendien komt daar nog iets bij. We-
zijn heelemaal niet gerechtigd, niet één van
ons, om ons te onttrekken aan de Bisschop
pen. Zij hebben gesproken, wij hebben te
gehoorzamen. Wie dat vertikt en hetzij in
h^t geheim, hetzij openbaar verzet pleegt,
heeft per se ongelijk. De redenatie dat zulks
alleen den godsdienst raakt, is nog scheever
dan de toren van Pisa! Want de Bisschop
pen spreken en schrijven in verstaanbaar
Hollandsch.
Senior.
EEN ONWARE MEENING.
Is de St. Jos.-Gez.-Ver.' een standsorgani
satie? Ja, zij is een door de Bisschoppen
erkende standsorganisatie.
Als sommige personen hier en daar de
meening lanceeren, dat dit niet zoo is, we
ten de Gezellen, dat zulke personen er een
onware meening op na houden. De Gez.-
Ver. is wel degelijk standsofganisatie.
Wat volgt hieruit? Dat katholieke jonge
mannen lid kunnen worden van hun vak
organisatie. Want door hun lidmaatschap
der Gez.-Ver. voldoen zij aan den eisch van
het lid-zijn eener standsorganisatie. Daar
bij is lidmaatschap van nog een andere or
ganisatie niet noodig!
Dit geldt natuurlijk de personen van 17
tot 25 jaar en (voor wat Leiden betreft)
de leden der afd. Gehuwden.
Moge het „spookpraatje" nu eens voor
goed verdwijnen!
District s-S enior.
VOOR ONS DISTRICT.
Donderdag 26 Nov. is vergaderd over de
competities biljarten en tafeltennis. Er
bleek een zeer goede belangstelling voor.
Aan de biljart-competitie nemen deel:
Leiden, Voorschoten, R.a.veen. Lisse I, Lis-
se H, Noordwijk, Sassenheim eri Zoeter-
woude I.
Als voorzitter-penningmeester fungeert
de Districts-senior, als secretaris de heer J.
Slegtenhorst, corr.-adres Rapenburg 52.
Voor tafeltennis gaven zich op: Leiden,
Voorhout, Warmond, Lisse I en Wassenaar.
Voorz.-pmx. werd ook hierin de districts
senior, tot secretaris werd aangewezen K.
Zijlstra, corr.-adres Rapenburg 52.
De competitie-leiders zullen spoedig wor
den benoemd, zoodat verwacht mag wor
den, dat beide oompetities half December
„draaien".
MEDEDEELINGEN.
Het secretaraat der commissarissen (afd.
Gezellen) is niet meer Javastraat 2, maar
Janvossensteeg 77b, hoek Haarlemmer
straat.
Op tijd werken is altoos nuttig. Daarom
is noodig het vasthouden aan dezen regel:
10.15 uur wordt de zaal gesloten. Dit geldt
óók repetitie-avonden.
Werklooze Gezellen moeten zich melden
bij rector L. Beune, als zij gebruik willen
maken van de ontspanning in de* zaal a. d.
Maria Gijzensteeg.
Kampzegels voor de jeugdige werkloo-
zenzorg zijn a 2^ cent bij de commissaris
sen verkrijgbaar. Men helpt daardoor een
goed werk.
Jaarboekjes a 25 cent zijn verkrijgbaar
bij den huismeester. Het is een onmisbaar
agenda-boekje en behoort bij een goed lid
maatschap.
SINTERKLAAS-VIERING.
Dinsdagavond zijn alle Gezellen en Ge
huwden welkom bij de „Sinterklaas-vie
ring" in onze Gez.-Ver. Te half negen zal
de joyeuse entree plaats hebben, waarbij
de vice-Praeses een begroetingswoord
spreekt.
En dan.volgt een programma met al-
MARIA ONBEVLEKT ONTVANGENIS.
Als niet anders wordt aangegeven dage
lijks Gloria en Credo. Prefatie van Ma
ria (invullen: En U om de Onbevlekte Ont
vangenis). Kleur: Wit.
ZONDAG 6 December. Tweede Zondag
v. d. Advent. Mis: Populus Sion. Geen Glo
ria. 2e gebed v. d. H. Nicolaas, Bisschop en
Belijder; 3e „tegen vervolgers en kwaad
doeners'1. Prefatie v. d.. Allerh. Drieëenheid.
Kleur: Paars.
Laten wij ons verblijden over hetgeen
vandaag tot ons gezegd wordt. (Alleluja
vers). „Toon ons Heer, Uw Heil" was ons
verzuchtend gebed op den vorigen Zondag.
En als antwoord onvangen wij de verzeke
ring: „Volk van Sion, (Gods uitverkoren
volk) zie de Heer zal komen" (Introitus;
Graduale; Communio). En, gelijk geschre
ven staat, zal Hij komen besturen de vol
keren, die op Hem hopen en hen vervullen
met vreugde en vrede en met kracht van
Zijn Geest (Epistel). Komt, laten wij, de
heiligen, Zijn volk, dat met Hem een ver
bond mocht sluiten, door het H. Kruisoffer
bezegeld, ons voor Hem verzamelen. (Gra
duale). Neen, wij verwachten geen andere
dan Christus, want in Hem zien wij de
voorspellingen van de Profeten over den
Verlosser vervuld. (Evangelie). Met nog
grooter vurigheid en verlangen bidden wij
dan ook weer vandaag: „Toon ons, Heer,
Uw Heil. (Offertorium). Kom ons te hulp.
Leer ons het aardsche verachten en het
Hemelséhe beminnen. Wek onze harten op,
om ze voor te bereiden op den komst van
Christus". (Gebed; Stilgebed; Postcom-
munio).
MAANDAG 7 Dee. Vigiliedag voor het
feest van Maria's Onbevlekte Ontvangenis.
Mis v. d. H. Ambrosius, Bisschop, Belijder
en Kerkleeraar: In medio. 2e gebed v. d. vo
rigen Zondag; 3e v. d. Vigilie; 4e „tegen
vervolgers en kwaaddoeners". Gewone Pre
fatie. Kleur: Paars.
Ambrosius, geboren te Trier, studeerde
te Rome. Later werd hij als prefect van
Ligurië aangesteld. Groot was de oneenig-
heid tusschen de Katholieken en de Aria-
nen (een kettersche sekte) bij den dood van
den bisschop van Milaan. Als prefect tracht
te Ambrosius de partijen tot verzoening te
bx-engen. Bij gelegenheid van een bijeen
komst in een kerk, waar ook Ambrosius
was, riep een kind: „Ambrosiius moet bis
schop worden". Het volk van Milaan be
schouwde die uitroep als een teeken van
boven en koos Ambrosius tot zijn bisschop.
Ambrosius bood weerstand, maar deze werd
ten slotte overwonnen. Hij werd gedoopt,
ontving de heilige wijdingen en ten laatste
de bisschopswijding. Als bisschop verde
digde de heilige met kracht de kerkelijke
tucht en vele ketters bekeerde hij tot het
ware geloof, onder wie ook de latere H.
Augustinus.
DINSDAG 8 Dec. Feestdag van Maria's
Onbevlekte Ontvangenis. Mis: Gaiidens
gaudebo. 2e gebed v. d. vorigen Zondag.
Vandaag herdenkt de H. Kerk het ge
heel éénig en bijzonder voorrecht van Ma
ria, dat zij, met het oog op de verdiensten
van Jesus Christus, bevrijd is gebleven van
de erfzonde. Deze leer, altijd geloofd, is 8
December 1894 door Paus Pius IX, z.g. tot
geloofswaarheid verheven.
„Geheel schoon zijt gij, o Maria, en de
smet der erfzonde is niet in u. Trek ons on
bevlekte Maagd, opdat wij U volgen in de
geur van Uw deugden".
WOENSDAG 9 Dec. Mis v. d. 2e dag on
der het octaaf van Maria's Onbevlekte Ont
vangenis: Gaudens gaudebo (als gisteren).
2e gebed v. d. vorigen Zondag; 3e tot den
H. Geest; 4e „tegen vervolgers en kwaad
doeners".
„Gezegend zijt gij, o Maagd Maria, door
den Heer den allenhoogsten God boven alle
vrouwen op aarde".
DONDERDAG 10 Dec. Mis v. d. 3e dag
onder het octaaf: Gaudens gaudebo. 2e ge
bed v. d. vorigen Zondag; 3e v. d. H. Mel-
chiades, Paus en Martelaar; 4e „tegen ver
volgers en kwaaddoeners".
„Uwe onbevlekte Ontvangenis, Maagd
en Moeder van God, heeft vreugde verkon
digd aan geheel de wereld".
VRIJDAG 11 Dec. Mis v. d. H. Damasus
I, Paus en Belijder: Sacerdotes. 2e gebed
v. h. octaaf; 3e v. d. vorigen Zondag; 4e
„tegen vervolgers en kwaaddoeners".
Paus Damasus is een groot bestrijder
geweest van de ketterijen, die de Godheid
van Christus loochenden en van den H.
Geest. Hij bepaalde ook, dat de priesters
in hun-breviergebed ter eere van de Aller
heiligste Drieëenheid aan de psalmen zou
den toevoegen: „Eere zij den Vader, den
Zoon en den H. Geest" enz.
ZATERDAG 12 Dec. Mis v. d. 5e dag on
der het octaaf: Gaudens gaudebo. 2e gebed
v. d. vorigen Zondag; 3e tot den H. Geest;
4e „tegen vervolgers en kwaaddoeners"; 5e
voor den Paus.
„In Maria is geen enkele smet. Zij is de
glans van het eeuwige licht en een spiegel
zonder vlek. Zij is heerlijker dan de zon
en als men haar vergelijkt met het licht,
is zij zuiverder".
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN:
WOENSDAG. Mis v. d. Z.Z. Elisabeth de
Goede en Delphina, Maagden: Virgines. 2e
gebed v. h. octaaf; 3e v. d. vorigen Zondag;
4e „tegen vervolgers en kwaaddoeners".
DONDERDAG. Mis v. d. Z. Petras van
Siëna, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. h.
octaaf; 3e v. d. vorigen Zondag; 4e v. d.
H. Melchiades; 5e „tegen vervolgers en
kwaaddoeners".
VRUDAG. Mis v. d. Z. Hugolinus, Klui
zenaar: Os Justi. 2e gebed v. d. H. Dama
sus; 3e v. h. octaaf; 4e v. d. vorigen Zondag;
5e „tegen vervolgers en kwaaddoeners".
ZATERDAG. Vinding van het lichaam
van den H. Vader Franciscus. Mis: Miserere.
2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. vorigen Zon
dag; 4e „tegen vervolgers en kwaaddoe
ners"; 5e voor den Paus. Prefatie v. d. H.
Vader Franciscus.
Amsterdam.
ALB. M. KOK, Pr.
lerlei verrassingen! 't Is dien avond nu
eenmaal zoo gesteld: weest op uw hoede!
Tot slot zal een vroolijke film vertoond
worden.
Hoewel (volgens Troubadour) alle zwarte
Pieten in het leger der Mooren vechten,
heeft er één kans gezien een glippertje te
maken. Die komt natuurlijk Dinsdagavond
met zijn baas mee!
TAFEL-TENNIS.
Daar er in ons district een tafel-tennis-
competitie georganiseerd wordt, lijkt het
ons nuttig om de spelregels, welke voor
deze competitie zullen gelden, in onze ru
briek nader toe te lichten, opdat we allen
duidelijk weten waar we ons aan te hou
den hebben.
Art. 1: De tafel.
Het tafeloppervlak is rechthoekig, 2.75
M. lang en 1.53 M. breed. Het is matgroen,
bevindt zich 77 c.M. boven den vloer, ligt
horizontaal en wordt begrensd door een
matwitte lijn van 10 m.M. breed. De lijnen
aan de breedtezijden worden eindstrepen,
en die aan de lengtezijden zijlijnen ge
noemd.
Het tafelblad moet vervaardigd zyn uit
een zoodanige houtsoort, dat een bal, die
van een hoogte van 30 c.M. op het tafel
vlak valt, niet minder dan 20 c.M. en niet
meer dan 23 c.M. opspringt.
Dit art. spreekt voor zich zelf. Wij raden
aan, voor degenen, die nog geen tafel heb
ben en er wel een zullen aanschaffen, om
een berken-multiplex blad te nemen van
15 m.M. dikte. Dit is een blad dat voldoet
aan de eischen van art. 1.
Art. 2: Het net en zijn bevestiging.
Het net loopt evenwijdig aan de eindstre
pen en is hiervan aan beide zijden 137.5
c.M. verwijderd, zoodat het speelveld in
twee gelijke helften wordt verdeeld. Het
net is 183 c.M. lang en 17 c.M. hoog. Het
moet zoodanig worden bevestigd, dat de
bovenkant zich 17 c.M. boven het tafelop
pervlak bevindt. Het net wordt aan beide
zijden aan een 17 c.M. hoog en paal be
vestigd, welke zich 15 c.M. buiten de tafel
bevindt.
Dit artikel behoeft geen nadere toelich
ting.
Artikel 3: De bal.
De bal is rond, uit licht gekleurd cellu
loid vervaardigd en mag niet minder dan
11.43 c.M. en niet meer dan 13.07 c.M.
in omtrek zijn. Het gewicht mag niet min
der dan 2.1 gram en niet meer'dan 2.3 gram
bedragen.
Het is natuurlijk onnoodig om alle ballen
voor den wedstrijd te laten onderzoeken
of zij wel aan art. 3 voldoen. Een behoorlijk
goede speelbal heeft men reeds voor onge
veer 15 ct.
Art. 4: Het racket.
Het racket mag verwaardigd zijn van
ieder gewenscht materiaal, terwijl maat,
vorm noch gewicht aan eenige bepaling
onderhevig zijn.
Toelichting is ook hier niet noodig. Aan
bevelenswaardig, voor een speler, die zich
zelf goed wil trainen, is wel het spelen met
een eigen racket. Men wendt aan zijn eigen
racket en speelt daardoor veel prettiger en
vlotter.
Hiermede zijn de artikelen betreffende
het spelmateriaal besproken. Volgende week
zullen we enkele regels voor het spel zelf
bespreken. K. Z.
„Hoe verdien jij je geld?"
„Ach. eigenlijk in een handomdraaien!"
„Ja, ik ben draaiorgelman."