3)e£cictoc Om de toegangswegen tot het centrum van Madrid voor den naderenden vijand te vernielen, worden zelli door de Spaansche regeerrngstroepen pneumatische hamers gebruikt Prins Bernhard bracht Woensdag te Barneveld een bezoek aan de oefeningen met luchtafweergeschut door het corps luchtdoel-artillerie uit Utrecht. De Prins bezichtigt een hoogtezoeker voor vliegtuigen. Links luitenant-generaal jhr. W. Röell, commandant van het veldleger Een nieuw apparaat voor het blusschen van vliegtulgbranden werd deze week op Le Bourget gedemonstreerd In de Rijksacaaemie van öee.denoe kunnen te Amsieiaam wordt binnen enkele dagen een tentoonstelling geopend van werken, vervaardigd m den wedstrijd voor de monumentale en versierende beeldhouwkunst 1936 om den Pnx de Rome Een schlager als inspiratie voor den hoofdtooi van een bekoorlijke cathe- rinette te Parijs Op den Dam te Amsterdam ging het Woensdag bij de huldiging van bt Nicolaas en de uitdeeling van versnaperingen door den Sint geestdriftig toe Het landgoed „Mariendal" bij Arnhem met zijn mooie vijvers, be- boschte heuvels en schilderachtige zandpaden is in veiling door de .Stichting Het Geldersche Landschap" aangekocht en blijft dus voor de talrijke toeristen behouden FEUILLETON HELGA'S WEDDENSCHAP Uit het Noorsch door SIGRID BOO. (Nadruk verboden). Vingaard, 2 Oct. Derde rapport. Lieve Gretchen! j M'n eerste diner is achter den rug. Ik was als een droom in zwart en wit, toen ik dien gewichtigen avond van mijn kamer kwam, gekleed in een zwarte japon met witten kraag en witte manchetten, mutsje en witte schort. Maar toen ik de eetkamer binnentrippelde met den eersten stapel warme borden, kon ik de vergelij king doorstaan met een nachtmerrie in zwart, wit en rood. M'n gezicht was pur per van opwinding, en m'n hart danste een shimmy in m'n borst. Vlak voor dat de gasten aan tafel gin gen, had ik een schok gekregen, dien ik nooit van m'n leven zal vergeten. Het menu bestond uit bouillon, filet van tarbot met Hollandsche saus met fleurons en asperges, roastbeef la jardinière en pêche melba. Rood en vlammerig stond Laurence bij het fornuis, omringd door een ontelbaar aantal panne nen potten, links roerend, rechts kloppend, dan dit naar achteren schuivend, dan een ander gerecht naar het midden halend, een generaal in den veldslag. Tot overmaat van ramp kwam mevrouw aanzetten en wilde met haar praten. Laurense die lichtelijk wan hopig was, het strijdperk te moeten ver laten in het heetst van het gevecht, duwde mij een lepel en een garde in de hand. Zorg, dat de saus niet aanbrandt, fluisterde ze en voeg wat caramelstroop bij de jus, die staat in de hoekkast. En weg was ze. Ik naar de hoekkast Ja, daar stond een klein fleschje met een bruine vloeistof. Subiet was ik weer te rug en met het fleschje in de eene hand en den lepel in de andere, begon ik te druppelen en te roeren. Het ging fijn. De kleur werd magnifiek. Ik druppelde en roerde, druppelde en roerde met toene mend zelfvertrouwen. Ineens bleef m'n hart staan, hield op te kloppen. Al druppelend had ik het fleschje om gedraaid, zoodat ik nu het etiket voor me had: Conradis cholera druppels. Wat ik eigenlijk de eerstvolgende minuten deed, weet ik niet goed meer; maar ik geloof, dat ik gilde en wanhopig probeerde, er weer uit te scheppen, wat ik zoo juist in de saus gedaan had. Laurense kwam toe schieten. Voor de eerste en ik hoop voor de laatste maal, zag ik haar verbleeken. Daarop begon een proeven en redenee ren zonder eind. Er moest uitgemaakt wor den. in hoeverre de saus al of niet te ge bruiken was. Laurense, Olga en ik proef den zoo intensief dat, zoo Laurense niet tijdig het gevaar bespeurd had, er waar schijnlijk niets zou zijn overgebleven. Ik, die het ongeluk op m'n geweten had. tracht te door welsprekendheid den toestand te verbeteren. Om te beginnen, zei ik, wisten gastheer en gastvrouw nooit, wat ze bij hun eigen dinertje gegeten hadden, daar ze de han den vol hadden met htm gazten bezig te houden en op te letten, of alles behoor lijk liep; en wat de gasten er van von den, zouden we wel nooit hooren In de tweede plaats zou iedere gast zeker niet meer binnen krijgen dan de veertig cholera druppels, wat volgens het recept het maxi mum was voor volwassenen, zoodat hun gezondheid ér waarschijnlijk niet onder lijden zou. En ten derde moest de saus opgediend, want we hadden geen andere jus en konden die ook niet zoo gauw ma ken. En op tafel kwam ze, met cholera-drup- pels en al Laat mij je vertellen wat een van de heeren, naar het uiterlijk te oordeelen een echte smulpaap, over de tafel heen me vrouw Bech toeriep, midden onder het con- sumeeren van de roastbief. Die keukenmeid van u is een won der, mevrouw. Nergens krijg ik zulk eten als hier in huis. Deze saus bijv. is zoo fijn. zoo pikant, in de beste Parijsche restau rants krijg je ze niet beter. En hij bedien de zich twee keer en deed mijn saus alle eer aan. Natuurlijk vertelde ik dat dadelijk aan Laurense, die er kiplekker mee was. Nooit is de stemming zoo best als na een gelukkig doorstaan gevaar; en zoo ze het binnen vroolijk hadden, in de meer naar buiten gelegen regionen ging het niet minder opgewekt toe. Toen Ola von het ongeluk hoorde, blies hij enkel en zei: Pff, de moeite waard. Jullie hadden wonderolie over de aardappels moeten doen, dan zou je eens wat gezien hebben. Zelfs Frigaard moest glimlachen en Olga kreeg natuurlijk het eten weer in het ver keerde keelgat, zoodat Andreas haar op den rug moest kloppen. Ik geloof trouwens, dat hij dat lang geen onaardig baantje vindt. Als het er op aankomt, was Ola degene, die de schuld was van alles. Het waren haar cholera-druppels en het heeft geen zin, zooiets in een keukenkast te zetten tusschen caramelstroop, perenrood, rum- essence enz. Maar praat er me niet van hoe ver moeiend het is, de dienende geest te moe ten zijn bij een partijtje. Midden in den nacht had ik geen gevoel meer in m'n bee- nen. Ik was de eenige van de meisjes, die tot het laatst toe op was daar het mijn taak was, de dames in haar mantels te helpen. Frigaard moest ook opblijven; hij zou enkele van de gasten terugbrengen naar de stad. Een tijd lang zat hij op z'n plaats aan tafel te lezen in een groot dik boek; vergeefs deed ik m'n bes* te zien, wat het was. De kwestie is, dat hij het me niet wilde laten zien. Hij is mystiek. Doch ik wil er graag m'n jaarloon on der verwedden, dat hij de mooiste oogen heeft, die er bestaan blauw als de zee Wat zou hij eigenlijk van mij denken? Toen een keer in den loop van den nacht de deur open ging en de muziek tot ons doordrong, maakte ik onwillekeurig enkele danspassen. Hij praat slechts bij hooge uit zondering, maar toen keek hij plotseling op van z'n boek cn zei: Is eigenlijk een betrekking als ka mermeisje wel iets voor u! Wat bedoelt u daarmee? zei ik scherp. Het komt me voor, dat u overal op uw plaats bent behalve in de keuken, ant woordde hij brutaaL Ik keerde m'n hoofd af en verwaar digde hem met geen woord. Maar ik ben eigenlijk veel te goed. Na dat ik binnen koffie had gepresenteerd en daarmee klaar was, fuifde ik hem op wat er was overgebleven. Hij ontdooide een beetje. Ja, en terwijl we daar zoo samen zaten en het haast gezellig hadden, wie denk je, dat ineens de keuken komt bin nen stuiven? Lotten Bech, de oudste van de twee dochters, in lichtblouw chiffon met flonkerend strasz. Neem me niet kwalijk, dat ik de idylle verstoor; zei ze, met een zweempje ironie in haar beschaafde, kristalheldere stem. Was er eigenlijk eenige reden voor ironie? En was het gezicht van ons beiden, zooals we daar doodgewoon en rustig onze koffie zaten te drinken, zoo buitensporig grappig als zij het scheen te vinden? Dat kon ik niet aannemen en ik liet me niet van m'n stuk brengen. Maar waar het haar om te doen was, was niet zoozeer, mij te overrompelen met haar spot, als wel -met haar knappe ge zichtje. Eerlijk, Grete, geloof jij, dat jonge meisjes altijd geweest zijn als in onze dagen, nu ze weten, welke in vloed ze hebben en deze uitbui ten met een geraffineerdheid, welke alleen wij vrouwen doorzien, omdat wij net zoo zijn, jij en ik en Lotten Bech en allemaal? Zijn jonge meisjes ooit zoo on- noozel en onschuldig geweest als ze ge schilderd worden in romans van vroeger, of zijn ze zoo geteekend omdat het in den regel mannen waren, die de boeken schre ven; en wat weten mannen van de onge looflijke slimheid, die zelfs de beste jon- gemeisjes eigen is? Niets als 't er op aan komt. In 1at opzicht zoo nie+ m andere hebben ze zich altijd laten l eetnemen. (Wordt :rvolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5