NIEUWS CHEMIE EN LUCHTBESCHERMING. AN'DAG 23 NOVEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 Bijeenkomst van de Ned. Chem. Vereeniging. Volmaakte luchtverdediging en luchtbescherming. Na 'n kleine pauze werden Vrijdagmiddag de voordrachten voortgezet met een lezing van Lt.Kol. A. J. Maas, Hoofdinstructeur van het Korps Luchtdoelartillerie te Utrecht Spreker merkte op, dat alleen een vol ledig stelsel van luchtverdediging en lucht bescherming nut afweipt. Dikwijls men op het falen van een der deelen zonder daar bij te bedenken, dat geen der deelen in zichzelf volledig is; allen samenwerking geeft een gunstig resultaat. Een jachtvliegtuig zonder zoeklichten heeft b.v. in den nacht slechts geringe waarde. Zoo is de samenwerking tusschen luchtdoelartillerie en jachtvliegtuigen een vereischte. Overdag heeft het jachtvlieg tuig de hulp van artillerie en mitrailleurs. Ons luchtdoelgeschut is zeer modern. De hoogtemeters zijn langs electrischen weg met vuurleidingstoestel en geschut ver bonden. zoodat de stukken automatisch ge richt worden, zonder dat de bedieningsman- scnappen het doel behoeven te zien. Be- spreiding bij het nieuwe materiaal is veel geringer aan van het vroeger gebruikte. De trefkans op een gesloten afdeeling vlieg tuigen is dan ook zeer groot. De project.el van het luchtdoelgeschut van 40 mm is zeer gevoelig. Dun doek is reeds voldoende om het projectiel te doen explodeeren. Voor lage hoogten gebruikt men de mi trailleur (500 schoten per minuten). De zoeklichten werden steeds samen met iuisterapparaten om de richting vast te leggen, waarin de vliegtuigen zich bevinden. Tot het beschermings- en verdedigings stelsel behoort verder de luchtwachtdienst, welke onontbeerlijk is om op tijd klaar te zijn. Verduistering is een machtig passief verded igin gsmiddel. Spreker wijst er nadrukkelijk op dat een goede afweerorganisatie veel onheil voor komt. Hoewel luchtverdedigingsmanoeuvres van groot nut zijn, missen ze steeds den moreelen factor. Uit de Engelsche en Fransche militaire vakliteratuur leert men dat luchtverdedi ging een zeer groot effect sorteert. In Nederland zijn in de groote steden luchtverdedigingskringen gevormd, waarin alle wapens, en ook de civiele luchtbescher ming zijn opgenomen. Het stelsel moet cen traal worden samengevat, civiele en mi litaire maatregelen vullen elkaar aan. Als laatste spreker van den eersten dag, hield kapt. van Riesen, adj.-inspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen een voordracht over; Waarschuwings- ringsdienst. alarm ee- Doel van deze diensten is drieledig, n.l. het tijdig gereedstellen van de diensten in de diversen plaatsen, waarschuwing van de bevolking zich in veiligheid te stellen en de bevolking te waarschuwen de reeds vroeger voorbereidde maatregelen te ne men. Zaak van overheidszorg is de z.g. lucht wachtdienst. Deze bestaat uit op geschikte wijze langs de grens als mazen van een net opgestelde luchtwachtposten, die kunnen hooren en zien of vliegtuigen de grens overschrijden. Deze melden door naar het centraal luchtwachtbureu, dat hierna zijn eerste bericht, n.l. luchtgevaar aanwezig zoo mogelijk met de radio aan de bureau van de hoofden der plaatselijke diensten door geeft. Hierna maakt het centraalbureau de koers op en zendt nadere gegevens. Na deze waarschuwingsdienst volgt het werk der plaatselijke alarmeeringdienst. Deze heeft te voren uit experimenten be paald hoe groot de straal der eerste cirkel rond zijn stad is. waarna hij niet langer kan wachten met het oproepen van zijn hulpdiensten. Deze straal is vnl. afhanke lijk van de snelheid dei te verwachten vliegtuigen. Als de vliegtuigen een tweede cirkel met kleine straal overschrijden, zal hij niet langer kunnen wachten met het op groote schaal alarmeeren der bevol king; hiermee zal hij zoo lang mogelijk wachten en zoo mogelijk een stil voor alarm via b.v. radiodistributie geven. Op het uiterste moment, waarop aan gevaar binnen een 8 minuten niet meer getwijfeld kan worden moet alarm gemaakt worden met acoustische middelen. Als de vliegtui gen vertrekken kan b.v. door het luiden van kerkklokken het sein: luchtalarm ge- einaigd worden gegeven. Spr. behandelt vervolgens de ervarin gen met proeven in ons land genomen en de 'speciale moeilijkheden, die ons land op levert voor een goede waarschuwings dienst. In de discussie zegt spr., dat het ge bruik van kortegolfzenders op het oogen- blik geprobeerd wordt. Zoolang we voor de kust schepen kunnen houden, zal ook het plaatsen van luchtwachtposten daar moge lijk zijn. (duikbooten). De bijeenkomst werd Zaterdag voortge zet. ZATERDAGMORGEN. De eerste spreker van dezen morgen was ir. A. J. der Weduwen, technoloog b. h. Staatsbedrijf der Artillerie-Inrichtingen a. cl. Hembrug, die een voordracht hield over Individueele beschermingsmiddelen (gas maskers, gaskleeding, nevelfilters). Adsorptie en actieve kool. Vervolgens hield ir. D. Douwens van het lab. der Norit-Ver. Verkoopcentrale een voordracht over „Adsorptie en actieve kool". Door het aanwezig zijn van vele nicro- poriën, die een diameter van enkele 0.000.0001 m.m. hebben, is het inwendig oppervlak van 1 g actieve kool honderden M.2. Aan dit groote oppervlak kunnen gas sen en dampen door adsorptiekrachten wor den vastgelegd, terwijl onder bepaalde om standigheden tevens condensatie van dam pen in de Micro-poiën op kan treden. Na een beschouwing van beide verschijn selen werd de werking van de adsorptiekool in het gasmasker besproken en met eenige korte voorbeelden toegelicht. Rubber onderdeelen gas- Het woord was daarna aan ir. D. J. v. Wijk, technoloog b. d. Rijksrubberdienst te Delft, die een voordracht hield over „Keu ring en oplegging van rubberonderdeelen van gasmaskers". De thans bij het leger hier te lande in gebruik zijnde gasmaskers bestaan voor het grootste deel uit rubber onderdeelen. Het is van zeer groot belang, dat deze onderdeelen gedurende langen tijd (ten minste 10 a 15 jaren) bewaard kunnen worden zonder onbruikbaar te worden. De duurzaamheid van rubber, bij bewa ren onder normale omstandigheden, wordt hoofdzakelijk bepaald door de mate van oxydatie door de zuurstof van de lucht. Tengevolge van de oxydatie worden de mechanische eigenschappen benadeeld, het geen in den regel uiterlijk merkbaar wordt aan het zachter en vervolgens hard en bros worden van de rubber. Door middel van keuring kan worden ge controleerd of de kwaliteit, bepaald door de samenstelling en de fabricage wijze, zoo danig is, dat een behoorlijke duurzaam heid verwacht kan worden. Geregeld en scherpe keuring :s derhalve een gebieden den eisch. De keuring bij den Rijksrubberdienst ge schiedt aan de hand van de door dezen dienst opgestelde chemische en ^mechani sche eischen. De keuring op vorm, afwer king en gasdichtheid blijft derhalve bui ten beschouwing. De belangrijke onderdeelen van het che misch onderzoek zijn het gehalte aan oxy- datie-producten, aan koperverbindingen en het rubbergehalte. Het onderzoek van de mechanische eigen schappen wordt beperkt tot het bepalen van de trekvastheid, de rek bij breuk en de hechting van de rubber aan het weef sel. De duurzaamheid van rubber onderdee len wordt beoordeeld met behulp van ver snelde duurzaamheidsproeven, waarbij de rubber aan een versnelde oxydatie wordt blootgesteld. Rubber onderdeelen moeten in donkere en koele ruimten worden opgelegd, waar in de temperatuur niet boven 25 gr. mag stijgen. ZATERDAGMIDDAG. De laatste middag van het symposium werd geopend met een voordrach tvan kapt. A. Burgdorffer, van het Departement van Defensie, die sprak over Bescherming der burger bevolking. Spr. begon rnet er op te wijzen, dat bij luchtaanvallen op de burgerbevolking in de eerste plaats gerekend moet worden op het gebruik van brisantbommen, doch dat wel licht getracht zal worden de herstellings werkzaamheden te bemeoilijken door het gebruik van strijdgassen. Bij woonhuizen is tegen voltreffers van brisantbommen prac tisch geen voldoende bescherming te krij gen, zoodat men zich daar moet beperken tot het inrichten van zgn. scherf vrije ruim ten, d.w.z. dat ze bestand zijn tegen weg vliegende scherven van in de nabijheid springende bommen en ook berekend om eventueele instortingslasten te dragen en ook gasdicht zijn. De kelder is hiertoe het meest geschikt. Bijzonder wenschelijk is het dan ook een eenvoudige gassluis in te richten. Spr. wijst dan op de wenschelijkheid om bij het stichten van nieuwe woonhuizen ieeds dadelijk met deze dingen rekening te houden, daar de bouwkosten daarbij slechts een zeer geringe verhooging zullen onder gaan, n.l. voor de zwaardere kelderafdek king, voor de noodige stalen luiken en voor gasdicht sluitende deuren. Door de brand vrijheid van de gebouwen te bevorderen, wordt tevens tegemoet gekomen aan het gevaar van brandbommen. Instortingsge vaar kan bij groote gebouwen worden be perkt door skeletbouw toe te passen. Ter bestrijding van het gevaar van brandbommen, is het noodig de bovenste verdieping zooveel mogelijk te ontruimen en de bovenste vloer bij voorkeur met brandvrije platen, of eventueel met een laagje zand van 3 c.M. af te dekken. Spr. verdeelt de openbare schuilplaatsen in ruimten voor ten hoogste 50 personen en in ruimten voor meer personen, echter niet meer dan 150 om te schuilplaats niet te groot en te trefbaar te maken. Deze schuil plaatsen moeten volgens de wet betreffen de bescherming tegen luchtaanvallen door de Overheid worden ingericht. Ook de luchtverversching werd daarbij behandeld; altijd moet over 3 M3. ruimte per persoon worden beschikt. Aan te zuigen buitenlucht moet ten allen tijde worden gezuiverd met een zgn. schuil- plaatsfiltertoestel. Spr. wees op de voor- deelen van een dergelijk apparaat, o.a. om dat in de schuilplaats een zekere overdruk ontstaat, die belet, dat door ontstane ge breken gas in de ruimte zal dringen, ter wijl bij langdurig verbljjf toch geen zuur stofgebrek kan ontstaan. Over Beschermingsmaatregelen in de industrie. spreken vervolgens ir. L. H. M. Sauter, be- drijfsscheikundige bij de Staatsmijn Emma (Treebeek) en dr. J. H. de Boer, scheikun dige bij de N.V. Philips' (Eindhoven). Vol gens ir. Sauter moet de bedrijfsleiding van elke onderneming nagaan, welke maatre- len ter bescherming van haar personeel en bedrijven dienen te worden genomen. Ver der, of men zich eenvoudig kan aanpassen aan het gemeentelijke luchtbeschermings plan, dan wel dat het wenschelijk is een eigen luchtbeschermingsdienst in het leven te roepen. De steenkoolmijnen en neven- bedrijven in Zuid-Limburg verkeer en in dit laatste geval. De Staatsmijnen hebben een eigen dienst onder éénhoofdige leiding. Aan het hoofd van den luchtbeschermingsdienst is toege- j voegd een staf van deskundigen en een or- j ganisatiebureau. Over ieder der bedrijven complexen en woninggroepen is een kring- chef geplaatst. De waarschuwingsdienst ziet zich in Zuid-Limburg voor zeer speciale moeilijkheden geplaatst. De meest kwetsbare punten van een mijn zijn de schachten. Vernietiging van een der sehachtblokken brengt groote gevaren voor het ondergronds werkzame personeel. Met het ook op gifgassen zullen bij alarm de ventilatoren buiten werking moeten wor den gesteld. Oude tanks of stoomketels zijn voor het inrichten van kleine schuilplaatsen zeer ge schikt. Reservoirs voor brandbare vloei stoffen kunnen met zandzakken en aarden wallen worden omgeven. Gashouders moe ten liefst buiten gebruik worden gesteld, speciaal droge wegens explosiegevaar bij treffers. Woningen vlak bij de bedrijven ge legen moeten worden ontruimd. Volgens dr. de Boer moet het tot de on mogelijkheden worden gerekend, dat groote fabriekscomplexen met hooge betonnen ge bouwen overdag tijdig aan waarneming uit de lucht zijn te onttrekken; bij volledige verduistering van fabrieken en omgeving is dit 's nachts mogelijk. Indien fabrieken geheel worden geblindeerd, is in tijd van oorlog het werken 's nachts aan te beve len. In de hooge betonnen gebouwen, in de kelders voor zoover aanwezig, of op lagere verdiepingen, zijn schuilplaatsen aan te brengen, zoodat men de gebouwen niet be hoeft te verlaten. De buiten nog noodza kelijke verlichting kan het beste met ultra violet licht en fluoresceerende voorwerpen geschieden. Bij een personeelsterkte van 5000 a 6000 man zijn er nog 800 tot 900 man noodig als hulppersoneel bij de luchtbeschermings dienst. Na de thee sprak dr. C. W. van Hoog- straaten, scheikundige a. h. staatsbedrijf der artillerieinrichtingen aan de Hembrug over Definfectie en ontsmetting. Spr. wijst er allereerst op, dat voor deze belangrijke tak van de bestrijdingsdienst van het luchtgevaar, een goede kennis der eigenschappen der oorlogsgassen onontbeer lijk is. Het voornaamste gevaar, dat ons bedreigt is het gebruik van mosterdgas. Ook van de vernietiging van enkele andere gas sen moet de ontsmettingsdienst echter op de hoogte zijn. Spr. gaat nu enkele vernietigingsmetho den na. Chloor en phosgeen kunnen door goed luchten voldoende verwijderd worden. Van de verstikkende gassen wordt diphos- geen door water ontleed in zoutzuur en koolzuur. Water of sodaoplossingen zijn hiervoor voldoende. Chloropikrine wordt door natriumsulfiet of een alkalische op lossing van zwavellever omgezet. De meest voorkomende tranen- of niezenverwekkers kunnen met alkalische zwavellever of met chloorkalk kan worden volstaan; soda kan maakt worden. Bij de belangrijke verwijdering van mos terdgas wijst spr. er op, dat vooral bij niet zware besmetting water gebruikt kan wor- den, ook al omdat de beschikbare hoeveel heid van andere ontsmettingsmiddelen ge limiteerd is. Naast water is chloorkalk of een hypochlorietoplossing te gebruiken; an deer middelen zijn vrjjwel alleen door den medicus te gebruiken, en komen bij ge bouwen en voorwerpen niet in aanmerking. Spr. pleit dan voor een zoo groot moge lijke uniformiteit in de aan ontsmettings- ploegen te verstrekken chemicaliën. Met water, alkalische zwavelleveroplossing en chloorkalk kan worden volstaa; soda kan wegens zijn goedkoopte ook vaak gebruikt worden Vervolgens behandelt spr. enkele practi- sehe moeilijkheden, die zich in diverse ge vallen voordoen. Bij zeei sterke besmetting van voorwerpen zal soms aan vernietiging de voorkeur moeten worden gegeven. Ontsmettingswerkzaamheden zullen meestal moeten worden verricht door de gemeentelijke reinigingsdiensten. Deugde lijke voorbereiding en oefening is een eer ste eisch. Aan de ontsmettingsdienst en de ontsmettingsploegen kan de chemicus voor lichting geven. De Zaterdagmorgen werd begonnen met de voordracht van Ir. A. J. der Weduwen, technoloog bij het staatsbedrijf der Artil lerieinrichting van de Hembrug, over Individueele bescliermings- middelen. Spr. begint met de onderscheiding te ma ken tusschen de gasmaskers, die voor de oorlogsbescherming dienen en tusschen maskers voor beveiliging in de industrie. In de industrie worden andere eischen aan de maskers gesteld, omdat daar met veel hoogere concentraties der gassen rekening moet worden gehouden. Vervolgens gaat spr. de ontwikkeling der gasmaskers na. Spr. behandelde dan kort het te verwach ten gasmaskersbesluit, waarbij de normen, waaraan ter verkoop aangeboden maskers zullen moeten voldoen, worden vastgesteld, en wees er met nadruk op, dat men zich moet houden tegen verschillende nu nog gauw voor de in werking treding van dit besluit, op de markt gebrachte, onvolwaar dige maskers. In het tweede deel van zijn voordracht behandelde spr. de a s k 1e d i n g. Vol gens spr. is op het oogenbiik nog geen gas kleeding bekend, die voldoet aan de eischen, die men graag aan gaskleeding zou willen stellen. Wel bestaat kleeding of zou in korten tijd kleeding te maken zijn, die gedurende niet al te longen tijd een goe de bescherming zou geven. Spr. bespreekt en laat zien, enkele soorten gaskleeding, die in het laboratorium g. maakt zijn. Aller eerst de kleeding, waarbij glycerine ge bruikt is. Groote moeilijkheden levert hier de vraag hoe deze stof houdbaar op klee ding aan te brengen. Alle gummibescher- mingsstukken zijn onbruikbaar, omdat ze wel eenige uren bescherming gven, maar desinfectie onmogelijk is, daar het mosterd gas er in oplost. Ook ;en andere gasklee ding werd getoond, die echter eveneens moeilijkheden met de desinfectie oplevert. Ook een kleeding met twee lagen stof en een dunne metaallaag er tusschen werd be sproken. De bekende goede kleeding is onbruik baar op groote schaal wegens de er nog aan verbonden te hooge kosten. Als op dit moment plotseling gaskleeding gemaakt zou moeten worden, zou dit ook goedkoop wel mogelijk zijn, hoewel men liever nog betere kleeding zou hebben. Eenvoudig zou b.v. bescherming met gewoon oliegoed zijn uit te voeren. Spr. verwacht echter naar aanleiding van de reeds gevonden dingen,' binnen zeer korten tijd een goee en goed- koope gaskleeding te zien komen. Adsorptie en actieve kool. Ir. Douwes, die hierna een voordracht hield over Adsorptie en actieve kool, merk te op, dat de eerste eisch waaraan gasmas kerkool moet voldoen is dat de opneming van het gas snel geschiedt; de tijd dat de lucht in het gasmasiter is, is slechts zeer kort. Industriekool, b.v. in gebruik bij de te rugwinning van benzol uit lichtgas mag vesl langzamer werken. Met het doel houdt men bij de fabricatie rekening, door gasactivatie krijgt men kool met een groot aantal kleine poriën, terwijl chemische activatie met zinkchloride of fosforzuur een kool geeft met grove po riën. De gassen, welke bij de keuring van gasmaskerkool worden gebruikt, zijn phos geen en chloornikrine. Hierna verkreeg ir. A. J. der Weduwen technoloog bjj het staatsbedrijf der Artil lerieinrichtingen aan de Hembrug ten twee den male dezen dag het woord voor het houden van een voordracht over Industrieel-technische verde- digingsvoorbereiding. Als men bedenkt, dat het verbruik aan materiaal in den oorlog in Duitschland per maand anderhalf maal zoo groot was dan de voorraden, die bij de mobilisatie aanwe zig waren, dan is het duidelijk, dat het reeds in vredestijd noodig zal zijn maatre gelen te treffen om de productie gelijken tred met-het verbruik te laten houden. Treft men wel menschen, die in ons land weinig heil van ,?en dergelijke voorberei ding verwachten en de voorkeur aan een vergrooting van de uitrusting geven, dan spelen deze overwegingen bij den aanmaak van gassen geen rol. Men zal toch nim mer reeds in vredestijd overgaan tot het aanmaken er van. Ons land heeft een vrij behoorlijke chemische industrie en staat er wat betreft de kleine landen allerminst slecht voor. Toch moet men de mogelijkhe den van deze industrie niet overschatten. Het feit, dat alle gassen chloor bevatten en daarnaast het ontsmettingsmiddel van mosterdgas uit chloorkalk bestaat in voor ons land een moeilijk te overwinnen te genslag. De door de legerleiding geschatte hoeveelheden chloorkalk, die noodig zullen zijn, komen practisch overeen met de maximum chloorkalkproductie. Mocht het dus blijken, dat deze hoeveelheden werke lijk noodig zijn, dan moeten wij het uit ons hoofd zetten, dat ooit een druppel gas gemaakt zal kunnen worden. Het feit ver der, dat eenige van onze groote industrieën aan de peripheric liggen, is van grooten in vloed op de mogelijkheden onzer industrie. De conclusies van het Symposium. Na de lezing van ir. der Weduwen, nam dr. C. A. Lobry van Troostenburg de Bruyn, voorzitter van de Ned. Chemische Vereeniging het woord en sloot het sympo sium met de volgende woorden. De volgende conclusies worden opgesteld, in hoofdzaak gebaseerd op overwegingen van chemischen en chemisch-technisohen aard. Organisatorische vraagstukken zijn daarbij op den achtergrond gehouden. Uit de verschillende besprekingen over de diverse aanvalsvormen met, en de tacti sche toepassing van chemische en andere strijdmiddelen, waarvan in geval van lucht- en andere aanvallen de burgerbe volking zal kunnen worden blootgesteld is te besluiten: a. de beveiliging tegen aanvallen met strijdgassen is met grooter kans op succes door te voeren, dan de beveiliging tegen aanvallen met brand- en brisantbommen; de beveiliging tegen deze laatste is zelfs practisch onmogelijk te achten. b. In tegenstelling tot de uitwerking van brisantbommen leidt de toepassing van brandbommen overwegend tot vernietiging van materieele zaken. Gasaanvallen, welke daarentegen slechts het individu zullen treffen zijn in hun gevolgen meer te vree zen, indien de bevolking niet of onvol doende beschermd is. c. De meening, dat bij aanvallen op de burgerbevolking gas aanvallen minder be langrijk zijn dan brisant- en brandbom- aanvallen, geldt alleen dan, wanneer geen goede beschermingsmaatregelen zijn ge troffen. Ook bij gecombineerde aanvallen, waarvan de gevolgen moeilijk zijn te over zien, zal een goede gasbeveiliging het aan tal slachtoffers kunnen beperken. 2. Terwijl de individueele bescherming tegen inademingsgiften voor hen, die een gasmasker bezitten afdoende mogelijk schijnt te zijn, is het probleem van de gas- besch-ermende kleeding tagen blaartrek kende gassen nog niet definitief opgelost: hier ligt voor den chemicus nog een be langrijke taak. 3. Iedere luchtbeschermingsdienst dient over een chemicus te beschikken, die in staat is met eenvoudige middelen de meest gebruikelijke strijdgassen te onderkehnen in grond- of luchtmonsters. Onderzoekingen, welke uitgaan boven het eenvoudig aantoonen van niet door afzon derlijke instanties te worden verricht, doch centraal te geschieden. 4. Speciaal de ontsmetting vereischt chemische kennis en voorbereiding. Men traahte met zoo weinig mogelijk ohemica- liën, welke gemakkelijk zijn te verkrijgen te volstaan. Chemische adviezen zullen bij den ontsmettingsdienst onontbeerlijk zijn, terwijl verzorging met de daarbij noodige chemicaliën 'erzekerd dient te zijn. Zoowel voor reeds gefabriceerde als voor nog niet in ons land gefabriceerde producten ligt hier een taak voor den chemicus. 5. Ook met den medicus is samenwer king noodzakelijk. Onder meer betreft dit ook de beveiliging van den behandelenden geneesheer zelve. 6. Ten einde de chemici in staat te stel len aan de onder 25 genoemde werk zaamheden met vrucht deel te nemen is het wenschelijk, dat deskundige voorlichting, b.v. d.m.v. cursussen kan worden verkre gen. Het ware gewenscht, dat aan de Univer siteiten derg. cursussen voor jongere che mici werden gegeven. Voor het organ iseeren en coördineeren van de medewerking door chemici b(j de vraagstukken inzake chemie en luchtbe scherming is het gewenscht, dat door de Ned. Chemische Vereeniging een perma nente-commissie wordt ingesteld, die onder meer tot taak heeft het contact met andere algemeene instanties op dit gebied te onder houden. ST. JOS. GEZ. VEREENIGING. De sociale avond. Hedenavond is de tweede sociale avond, waarbij zoowel gehuwden als gezellen welkom zijn. Nu is de spreker pater E. v. d. Snoek O.F.M., voor onze gezellen een goede bekende. Het onderwerp zal zijn: „Het levensbeginsel der maatschappij". Komt dus met velen naar dezen hoogst leerzamen avond. Kegelclub. In verband met de jongeren-bijeenkomst in de Gehoorzaal, gaat de bijeenkomst der gezellen kegelclub niet door morgenavond. INGEZONDEN STUKKEN MORGENKINDERVOEDING „JERUëL", MIDDELSTEGRACHT 3. „Jeruël" heeft vele jaren lang een mooi werk gedaan aan onze kleine stadgenoo- ten, kinderen, die bij de zwaarstgetroffe- nen onder de crisisdepressie behooren. Ve len, die lichamelijk verzwakt waren, zijn door beter comfort, dan hun schamel mi lieu uitmaakte, in eenige maanden aange sterkt en zoodoende bewaard gebleven voor de ontzettende gevolgen van ondervoeding. Aan andere kinderen werd in groote geta- len des morgens een ontbijt met warme melg verstrekt. Hoezeer dit noodig was, ge tuigde hun komst ondanks het vroege mor genuur; ondanks felle koude vaak waren ze er reeds vóór 8 uur en genoten gretig van het geen onze Leidsche burgerij voor hen bijeen gebracht had. Het werk heeft nu weer enkele maanden stil gestaan. We heb ben geen geld! 'I Is trouwens toch een raad sel, dat het werk er nog is, ondanks heel velen moesten ophouden met hun maande- lijksche bijdragen of deze kennelijk moesten omlaag brengen. Gelukkig mag Jeruël het vertrouwen ge nieten, doch intense belangstelling is véél meer! Dat bevestigt een goeden naam en het heerlijk werk voor de kleinen, 't Is on baatzuchtig begonnen en ondanks vele moeilijkheden voor honderden kleinen in den loop der jaren een hulp geweest. Ook kleeding, schoeisel, enz. ontvangen we gaar ne of willen het bij u halen en we geven dit na onderzoek gratis aan behoeftige ge zinnen door. Ons gironummer is 150753. Te lefoon 1743. J. VERKERK. Middelstegracht 3 Leiden, 23 November '36.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10