De Rotterdamsche Zesdaagsche
geëindigd
VRIJDAG 13 NOVEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 13
VQAGET1 OVED OP1J GELOOF
Vraag- 131. Een Protestant zei mij on
langs: De Roomschen doen niet, wat Chris
tus heeft gewild. Want Deze heeft in het
Laatste Avondmaal na den wijn veranderd
te hebben in Zijn Bloed, gezegd: Drinkt
allen hieruit. En jullie, Roomschen, gaan
alleen maar te communie, maar drinken
nooit uit de Kelk.
Antwoord: Mag ik tevoren even opmer
ken, dat die Protestant zijn opwerping wel
niet zoo precies zal gemaakt hebben, als u
ze nu sahrijft. Verreweg de meeste Protes
tanten hier te lande gelooven niet in de
werkelijke verandering van het brood en
den wijn in Christus' Lichaam en Bloed;
dus zal de persoon in kwestie wellicht niet
gezegd hebben: na den wijn veran
derd te hebben in Zijn Bloed"
Maar de moeilijkheid zit ergens anders,
n.l. hierin, dat de gewone geloovigen, de
leeken, niet drinken uit de kelk. Dat zou
in strijd zijn met het gebod van Christus:
Drinkt allen hieruit.
Maar: Christus richtte zich in het Laat
ste Avondmaal met deze woorden onmid
dellijk tot de Apostelen, tot alle aanwe
zigen, die ook feitelijk allen uit den Kelk
gedronken hebben.
Heeft dan Christus met „allen" niet
bedoeld: alle geloovigen? Hij heeft toch
het H. Sacrament des Altaars niet alleen
ingesteld voor Zijn Apostelen? Hij spreekt
toch tot alle geloovigen tot het einde der
tijden als Hij zegt: Neemt en eet: Dit is
Mijn Lichaam?
Wij antwoorden hierop: Wat Christus
bedoeld heeft met Zijn woorden kunnen
wij, ieder voor ons, niet onfeilbaar uitma
ken. De bedoeling van Christus' woor
den blijkt uit de leer en de praktijk der
Onfeilbare Kerk, van het Kerkelijk Leer
gezag. Welnu: sinds eeuwen wordt in de
Kerk (met uitzondering van de Griekscli-
Katholieke Kerk) de H. Communie uitge
reikt onder één gedaante, alleen van
brood. De onfeilbaarheid der Kerk (die wij
vroeger uitvoerig bewezen) waarborgt ons,
dat het Leergezag ook hierin niet in strijd j
is met het gebod van Christus. Dus: kan
Christus met de woorden: „Drinkt allen
hieruit" niet de bedoeling hebben gehad,
dat het voor iedereen noodzakelijk was on
der beide gedaanten te communiceeren.
De bedoeling van Christus' woorden is
wel geweest, dat de opvolgers van de
Apostelen in het priesterschap, de priesters
tot het einde der wereld de consecratie
woorden zouden uitspreken èn over het
brood èn over den wijn en ook onder die
beide gedaanten zouden nuttigen. Ook is
het de bedoeling van Christus geweest, dat
alle geloovigen zouden deelnemen aan dat
Offer door de communie; dit blijkt o.a. ook
uit de woorden van Christus: „Indien gij
het Vleesch van den Zoon des Menschen
niet zult eten en Zijn Bloed niet zult drin
ken, zult gij het leven in u niet hebben".
(Joan. VI, 54). Maar ge weet, dat wij
Christus' Bloed drinken ook al gaan we
maar onder één gedaante ter communie:
want onder die ééne gedaante van brood
is Christus geheel tegenwoordig, ook
dus Zijn Bloed.
Hiermee is dus de opwerping weerlegd,
de redenen, waarom de H. Communié
slechts onder één gedaante wordt uitge
reikt, zijn eerstens van practischen aard.
De voornaamste redenen zijn: Het gevaar
voor uitstorting van het H. Bloed, vooral
bij een groot aantal communiceerenden; de
moeilijkheid om de Eucharistie onder de
gedaante van wijn te bewaren; de
schaarsheid aan wijn in vele streken; het
bezwaar, dat velen zouden hebben om uit
een gemeenschappelijken kelk te drinken.
De gewichtigste reden is wel: een prac-
tiscahe weerlegging te geven van de dwa
ling van sommige ketters, die beweerden,
dat Christus niet onder elk der beide ge
daanten geheel tegenwoordig was.
Alleen nog dit: Op het einde van uw
vraag drukt u zich niet juist uit. U stelt
het voor, alsof „te communie gaan" alleen
maar zou zijn: het ontvangen der heilige
Hostie. „Ter Communie gaan" of „com
municeeren" beteekent: deelnemen aan
het Offer door het ontvangen van Chris
tus' Lichaam en Bloed. Voor den priester
is dat: onder twee gedaanten, voor den
leek: onder één gedaante.
Vraag 132: Ben ik als huisvader ver
plicht, om mijn kinderen naar de Con
gregatie te zenden?
Antwoord: U bedoelt natuurlijk met
Congregatie de godsdienstige vereeniging,
welke in iedere parochie met afzonderlijke
afdeelingen bestaat.
De Bisschop van Haarlem bepaalde in de
Synode, welke in October 1929 werd ge
houden het volgende:
„Bij dezen bepalen Wij, dat de jeugd v e r-
p licht is, tot 17 jaar als regel weke
lijks godsdienstonderricht bij te wonen.
In iedere parochie moet dan ook aan de
leerplichtvrije jeugd dit godsdienstonder
richt gegeven worden. Het kan gegeven
worden in de wekelijksche bijeenkomsten
eener godsdienstige vereeniging, welke
open staat voor de geheele parochieele
jeugd en die in elke parochie moet worden
opgericht, tenzij de Deken de onmogelijk
heid constateert. Deze godsdienstige ver
eeniging, welke bij voorkeur zal zijn de
Maria-Congregatieenz.
Later is dit voorschrift nog door bijzon
dere bepalingen aangevuld, maar voor het
beantwoorden van uw vraag volstaan we
met bovengegeven grondbepaling, die ook
nu nog steeds van kracht is.
Van een plicht in 'geweten, om uw kin
deren naar de Congregatie te zenden, is al
leen sprake, wanneer het betreft de kinde
ren tot 17 jaar, welke lijftijdsgrens natuur
lijk niet op den dag af behoeft te worden
uitgemeten. En dan geldt het voorschrift
alleen de jongens en meisjes, voor wie
de congregatie de eenige plaats is, waar zij
godsdienstonderricht ontvangen, buiten de
onderrichtingen en predikaties in de Zon
dagsmissen. Dus niet voor de kinderen,
die nog op school zijn, waar zij minstens
eens per week godsdienstonderricht ontvan
gen, ook niet, wanneer, reeds van school
af, de z.g. na-leering, volgen, de wekelijk
sche voorbereiding voor den dag der plech
tige Vernieuwing der Doopbeloften.
Op meerdere plaatsen bestaat de ge
woonte, dat de jongens en meisjes reeds
vóór dat zij de school verlaten als lid der
Congregatie worden aangenomen. Meestal
gebeurt dit na de Plechtige Vernieuwing
der Doopbelofte. Het is alleszins toe te jui
chen, om de kinderen dan reeds naar de
Congregatie te zenden, daar de ondervin
ding heeft geleerd, dat het veel moeilij
ker is om ze later tot trouwe Congregatie
leden te maken, wanneer ze eerst een tijd
lang, buiten het katechismus-onderricht in
school, geen godsdienstonderricht hebben
gevolgd.
In bijna alle parochies bestaat ook een
afdeeling voor de oudere jongens en meis
jes. Het lidmaatschap is hier geen verplich
ting. Maar een bloeiende jongemannen- en
jonge vrouwen (meestal: dames-) congre
gatie is een bolwerk van godsdienstig le
ven in de parochie.
Er kunnen natuurlijk omstandigheden
zijn, waardoor het onmogelijk is uw kinde
ren naar de Congregatie te zenden, maar
die redenen moeten dan werkelijk van
ernstigen aard zijn, daar een dege
lijke kennis van den godsdienst vooral in
onzen tijd een zaak is van het allergrootste
belang.
Vraag 133: Is het gebruik van maggi in
de soep geoorloofd op vastendagen.
Antwoord: U bedoelt natuurlijk: op
onthoudingsdagen.
Een vastendag is een dag, waarop de
genen, die hun een-en-twintigste jaar vol
eind hebben en hun zestigste jaar nog
niet zijn ingetreden, moeten vasten,
d.w.z. slechts één volle maaltijd op den
dag mogen gebruiken.
Een onthoudingsdag is een dag,
waarop degenen, die zeven jaar oud ge
worden zijn, zich moeten onthouden van
vleesch-spijzen.
We kunnen op uw vraag dan antwoorden:
Van de ongeveer twintig soorten maggi
zijn er enkele zonder vleesch-extract.
n.l.: Koninginne-, Rumford-, Tomaten- en
Windsor-maggi. Deze mogen dus op ont
houdingsdagen gebruikt worden.
Ook Maggi-aroma is zonder vleesch-
extract.
Vraag 134: Ik heb eens hooren beweren,
dat het bidden van het morgen- en avond
gebed niet onder zonde verplicht was. Het
staat toch in de Katechismus?
Antwoord: In de Katechismus lezen wij
(vr. 461): Wanneer b e h o o r e n wij te bid
den? En het antwoord luidt: Wij behoo-
r en te bidden: 1. bij het opstaan en slapen
gaan;.enz.
Er staat dus niet: Wanneer zijn wij ver
plicht te bidden. Er bestaat dan ook geen
echte verplichting-onder-zonde voor het
bidden van het morgen- en avondgebed.
Een dergelijke plicht-onder-zonde kan ner
gens, noch in de goddelijke wet, noch in
de kerkelijke wet worden aangetoond.
Maar: het is noodzakelijk hier op te mer
ken, dat er nog een andere vraag in de
Katechismus staat, (vr. 457 a): Is het ge
bed noodzakelijk? met als antwoord: Ja;
het gebed is noodzakelijk voor allen, die tot
de jaren van verstand gekomen zijn.
Als redelijke schepselen Gods zijn wij
verplicht om al onze vermogens, dus ook
onze geest, ons hart in dienst te stellen van
den Schepper. (Bidden is: zijn hart ver
heffen tot God).
Als zwakke menschen kunnen wij met
onze eigen krachten op den duur niet de
geboden onderhouden en de deugden be
oefenen; de, genade Gods is daarvoor nood
zakelijk, die door het gebed wordt ver
kregen. De mensch, die onder zware zonde
verplicht is naar zijn eeuwige zaligheid te
streven, is dus ook onder zware zonde ver
plicht dit noodzakelijke middel, het gebed,
te gebruiken.
Daarom heeft God in de H. Schrift door
Christus en de Apostelen herhaalde malen
op de noodzakelijkheid van het gebed ge
wezen.
Gezien nu de noodzakelijkheid van het
gebed kunnen 'we concludeeren: Al is het
op zich zelf geen zonde bepaalde mor
gen- en avondgebeden achterwege te laten,
toch zal hij, die zonder reden deze ge
beden verzuimt, zich schuldig maken aan
Pijnenburg-Wals
winnaars.
Felle strijd tot het einde toe.
De laatste middag in de Nenytohal. We
derom een zeer talrijk publiek. Waar Rot
terdam deze toeschouwers vandaan haalt,
is onbegrijpelijk. In ieder geval: ze zijn
er. En men leeft mee. Ondanks .het feit,
dat er aanvankelijk nog maar weinig te
beleven viel. Naar bekend hadden de
Amerikanen bij de neutralisatie gister
morgen half 6 met een ronde de leiding.
Verwacht mocht worden, dat zij hun posi
tie in den middag niet zouden kunnen hand
thourCrossley 107 en 5. SchönPelle-
naars 103 punten.
De tribunes van de Nenytohal waren
gisteravond wel niet uitverkocht, maar
niettemin was de opkomst op dezen laat-
sten avond van den ïtotterdamschen zes-
daagschen wielerwedstrijd toch zeer groot.
Met spanning werden de komende jach
ten afgewacht, die ditmaal niet zoo lang
op zich lieten wachten. Om kwart voor
negen demarreerde Jan van Kempen plot
seling en daarna Slaats.
Maar Pijnenburg volgde onmiddellijk en
feitelijk te eenvoudig slaagde hij erin een
ronde te nemen en daardoor alleen op den
kop te komen.
Maar dit was het sein tot een groot duel
tusschen SchönPellenaars en Pijnenburg
Wals. Eerstgenoemden trokken er zoo
hard aan, dat de laatsten de achtervolging
moesten staken om niet al te veel van hun
DE EERSTE ROTTERDAMSCHE ZESDAAGSCHE IS GEWONNEN DOOR HET
KOPPEL PIJNENBURG—WALS. DE BEIDE RENNERS NA HUN OVERWINNING.
haven. Maar het duurde toch nog tot na
de sprints van half 3 voor het veld begon
te jagen. Pijnenburg «was de uitlokker van
de jacht en spoedig lag het veld, waarin
Guimbretière nu ook ontbrak, geheel uit
een. De laatste sprint werd op tactische
wijze door Jan van Kempen gewonnen,
j terwijl Pijnenburg er eigenlijk op gere-
I kend had als eerste de streep te passee-
ren. De Tilburgenaar werd nl. door Jan
van Kempen en Slaats handig ingesloten,
zoodat hij niet meer voorbij kon komen.
Dit prikkelde 'hem dermate, dat hij direct
demarreerde en in een minimum van tijd
hadden hij en Wals de ronde te pakken.
Op hem volgden SlaatsCharlier, Billiet
*Depauw, SchönPellenaars, zoodat deze
koppels met WalthourCrossley gezamen
lijk de leiding hadden. Ook Van der Ruit
en Braspenninx namen een ronde terug
van hun achterstand. Wel probeerden de
Amerikaantjes weg te komen, doch scherp
werden zij bewaakt. Angstig zochten de
renners hun positie, nauwlettend toekij
kend, dat geen ronde bij verrassing kon
worden genomen.
Sprins 14.30 uur:
Eerste sprint: Piet van Kempen, Pelle
naars, Charlier, Depauw.
Tweede sprint: Jan van Kempen, Schön,
Braspenninx, Ehmer.
Derde sprint: Pellenaars, Charlier, Wals,
Depauw.
Vierde spiint: Slaats, Pijnenburg, Bil
liet, Heslinga.
Vijfde sprint: Piet van Kempen, Char
lier, Rieger, Pellenaars.
Zesde sprint: Jan van Kempen, Pijnen
burg, Slaats, Crossley.
Na de jacht, de punten van bovenstaan
de sprints in aanmerlyng genomen was de
stand aan den kop:
1. PijnenburgWals 396, 2. BillietDe
pauw 209, 3. SlaatsCharlier 184, Wal-
een dagelijksche zonde van traagheid, er
gernis, enz.
Voor zeer veel menschen, voor wie het
bidden practisch en hoofdzakelijk neer
komt op het bidden van morgen- en avond
gebed, zou dan, als zy deze gebeden geheel
achterwege lieten, te vreezen zijn, dat zij
volstrekt niet meer, of nagenoeg niet meer
bidden, en in staat van doodzonde verkee-
ren.
In veel huisgezinnen bestaat, Goddank,
de heerlijke gewoonte om deze gebeden,
vooral het avondgebed, gemeenschappelijk
te verrichten. Dit gebruik is een krachtig
middel om den godsdienstzin te verster
ken. Ook vindt hier het spreekwoord: „Jong
gewend, oud gedaan" een vruchtbare toe
passing. Het is dan echter niet aan te
raden om al te lange gebeden te
bidden, om het ééne weesgegroetje aan het
andere te rijgen. Het morgen- en avond
gebed van de Katechismus is zeer goed en
lang genoeg.
Correspondentie-adres: Mr. A. D iepen-
broek, Hageveld, Heemstede.
krachten te vergen. Die zouden zij zoo
hard noodig hebben.
En nadat het NederlandschDuitsche
koppel zich bij PijnenburgWals had ge
voegd, kwamen de Amerikanen ook nog
aan den kop. Even bleef het rustig, doch
men voelde de spanning. Het waren Rie
gerEhmer, die om kwart over negen de
marreerden en het duurde slechts enkele
minuten of PijnenburgWals gaven op
nieuw blijk van hun groote capaciteiten.
Tweemaal slaagden zij erin een ronde te
nemen. Maar ook telkenmale kwamen ook
SchönPellenaars weer bij. Twee groote
figuren beheerschten dit veld, nl. Pijnen
burg en Schön. Nogmaals bleek, wat deze
twee renners op momenten, waarin het
spant, presteeren.
Wederom een merkwaardige regiefout:
de toeschouwers werden totaal niet op de
hoogte gehouden, hoe de onderlinge situa
tie der vijf sterkste koppels was. Om
kwart voor tien werd het weer even wat
kalmer en was de positie als volgt:
Aan den kop: PijnenburgWals, Wal
thourCrossley, SchönPellenaars.
Op een ronde: SlaatsCharlier, Billiet
De pauw.
Op vier ronden: BraspenninxVan der
Ruit.
De andere koppels waren toen vele ron
den achter.
Om tien minuten over tien demarreerde
P. van Kempen, Slaats ging er achter aan
en deze renners namen een ronde terug,
zoodat SlaatsCharlier zich bij de drie
leidende koppels voegden. En direct daar
na gingen de Amerikanen weg. Rustig
en tactisch liepen zij uit en kwamen met
een ronde voorsprong alleen op kop te
staan. En opnieuw was de jacht in vollen
gang, een strijd, zoo volkomen open en
snel in deze uren, als wij nog zelden op
een zesdaagsche hebben meegemaakt.
Een strijd zoo hard, dat de minder ster
ke koppels uit het veld waren verdwenen.
Zoo waren Matena en Heslinga nog voor
dezen laatsten avond er uit genomen.
SchönPellenaars slaagden er in het
vervolg van de jachten weer in bij de lei
ders te komen. Zoo liep het langzaam tegen
elven. Het laatste uur, waarin achter
elkaar sprints zouden worden verreden,
aangebroken. Dubbele puntentelling gold
hier.
De stand om elf uur was:
Aan den kop: PijnenburgWals, Wal
thourCrossley, SchönPellenaars.
Op een ronde: SlaatsCharlier, Billiet
Depauw.
Op vier ronden: WambstLeducq, Van
der RuitBraspenninx.
Op vijf ronden: Gebrs. van Kempen.
Op zeven ronden: RiegerEhmer.
Eerste sprint: Depauw, Pijnenburg, Pel
lenaars, Walthour.
Tweede sprint: Slaats, Schön, Crossley
en Wals.
Derde sprint: Pellenaars, Rieger, Piet
van Kempen, Charlier.
Tusschen derde en vierde sprint demar
reerde Slaats en hij en Charlier namen een
ronde terug, Gevolgd door Pijnenburg
WaL die dus alleen aan den koo lagen
Vierde sprint: Slaats, Pijnenburg, De
pauw, Pellenaars.
Vijfde sprint: Wals, Leducq, Crossley en
Charlier.
Zesde sprint: Crossley, Pijnenburg,
Schön e» Slaats.
Zevende sprint: Walthour, Slaats, Schön,
Wals.
Achtste sprint: Slaats, Wals, Schön, en
Walthour.
Tusschen de achtste en negende sprint
trachtte Schön uit te loopen, doch Pijnen
burgWals beletten dit.
Negende sprint: Schön, Wals, Charlier,
Walthour.
Tiende sprint: Jan van Kempen, Wals,
Crossley, Schön.
Elfde sprint: Schön, Slaats, Pijnenburg,
Crossley.
Weer tijdens dezen sprint een poging
van SchönPellenaars om weg te komen,
doch SlaatsCharlier trokken het veld
weer op.
Twaalfde sprint: Crossley, Schön, Char
lier, Piet van Kempen.
Dertiende sprint: Walthour, Charlier,
Pijnenburg, Schön.
Veertiende sprint: Pijnenburg, Walthour,
Slaats, Jan van Kempen.
Op dat moment zijn er nog 20 minuten
te rijden en liggen PijnenbdrgWals nog
steeds met een ronde voorsprong op kop.
Vijftiende sprint: Pellenaars, Walthour,
Pijnenburg, Charlier.
Zestiende sprint: Schön, Slaats, Crossley,
Wals.
Zeventiende sprint: Piet van Kempen,
Van der Ruit, Leducq, Rieger.
Nog twaalf minuten zijn te rijden, de
strijd is beslist.
Achttiende sprint: Crossley, Pellenaars,
Slaats, Wals.
Negentiende sprint: Pellenaars, Wal
thour, Slaats, Billiet.
De puntenstrijd ging nog tusschen
SchönPellenaars en WalthourCrossley,
wier aantal steeds weinig verschilde.
Twintigste sprint: Walthour, Pellenaars,
Slaats, Wals.
Nog drie minuten, een en twingste en
laatste sprint, Piet van Kempen demar
reerde, hij zal de laatste winnen. Verder
Slaats, Wals en Pellenaars. Nog enkele
seconden, de strijd is beslist. Pijnenburg
en Wals hebben den eersten Rotterdam-
schen zesdaagsche gewonnen.
Het schot knalt Wals vliegt over den
streep. Het Wilhelmus wordt ingezet. Dan
nog de huldiging, bloemen en de verdere
ceremonie die aan het slot van een zes
daagsche wordt gepleegd.
De eindstad luidt: 1. PijnenburgWals
478 punten.
Op 1 ronde: 2. SlaatsCharlier 418, 3.
SchönPellenaars 211 en 4. Walthour
Crossley 210 punten.
Op twee ronden: 5. BillietDepauw 225
punten.
Op vier ronden: 6. Van der RuitBras
penninx 120 en 7. WambstLeducq 72
punten.
Op vijf ronden: 8. Gebr. van Kempen
347 punten.
Op acht ronden: 9. RiegerEhmer 109
punten,
MOTORSPORT
DE INTERN. MOTORZESDAAGSCHE.
VAN 12—17 Juli 1937 in Engeland?
Gisteren werd in Parijs een aanvang
gemaakt met het twee-daagsche congres
van de F. I. C. M. (Internationale Motor
rijders Bond). Op dezen eersten dag wer
den slechts voor-besprekingen gehouden,
zonder dat een definitieve datum van de
internationale motorsport-agenda, die op
dit congres zal worden samengesteld, vast
gelegd werd. Engeland, dat zooals men
weet, de internationale motorzesdaagsche,
welke dit jaar te Duitschland werd gehou
den, won, heeft het recht, dit motorsport-
evenement thans te organiseeren en het
wil hiervan geen afstand doen.
Reeds werd door de Engelschen aange
kondigd, dat de motorzesdaagsche in 1937
van 1217 Juli in Engeland zal worden
verreden.
MAYEHATTA TREKT ZICH UIT
WEDSTRIJDZWEMMEN TERUG.
Drievoudig schoolslag-wereldrecord
houdster.
De beroemde Japansche zwemster Maye-
hatta, die tijdens de Olympische spelen
beslag wist te leggen op een gouden me
daille bij het 200 meter schoolslagzwem-
men, heeft zich thans uit het wedstrijd-
zwemmen teruggetrokken. Ook de zwem
ster Kojima, die op de Olympische zwem
wedstrijden op het nummer 100 meter
borstcrawl als zesde in de finale aantikte,
heeft hetzelfde besluit genomen.
Reeds een aantal jaren bezit Japan in
Mayethatta een schoolslagzwemster, die
haar weerga tot nu toe niet heeft gevon
den. Reeds sedert 1933 is de Japansche in
het bezit van de wereldrecords op de 200,
400 en 500 meter schoolslag en tot nu toe
is het geen enkele zwemster gelukt deze
records te verbeteren. De tijden, welke zy
op deze verschillende afstanden maakte,
resp. 3 min. 0.4 sec., 6 min 24.8 sec en 8
min. 3.8 sec. staan dan ook wel zeer scherp.
Ter gelegenheid van haar besluit werd
in Tokio een afscheidszwemfeest gegeven,
waarbij de drievoudige wereldrecordhoud
ster voor de laatste maal aan den start
verscheen. Op de 100 meter schoolslag
werd zij natuurlijk eerste in den tijd van
1 min. 29.1 sec., terwijl zij op de 200 me
ter evenmin werd bedreigd en als eerste
aantikte in den tijd van 3 min. 17 sec.
Ook mej. Kojima kwam voor het laatst
uit en zij nam afscheid met het vestigen
van een nieuw Japansch record op de 10"
meter borst crawl, welken afstand zij
legde in d°n tiid "an 1 min. T> c-.-