ZATERDAG 14 NOVEMBER, 's namiddags 2 uur
II lltM I Mil Ml lil IINDEAEN lis lit IIIFF ONGEKENDE VOORDEEEEN tl HUIF HUSKI
HET LEIDSCHE WOLLEN DEKENHUIS'
VRIJDAG 13 NOVEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
BEGINT
TEW EERSTE;
U ontvangt voor Uwe
kinderen bij al Uwe
aankoopen vanaf 50 ets.
tot en met 5 ÜBC. onze
bekende St. Nicolaasbons,
recht gevend op een bezoek
aan St. Nicolaas en in ont-
vangstnemen van aardige
geschenken en verrassingen
TEW TWEEDE;
ledereen, die vanaf Zaterdag a.s. tot en met Dinsdag I Dec.
voor onverschillig welk bedrag, boven 25 ct. bij OWS zijn inkoopen
doet, neemt gratis deel aan onze behendigheidswedstrijd,
waarvoor wij een étalage vol prachtige waardevolle
prijzen beschikbaar stellen. De prijzen bestaan uit: een groot aantal
Prima Leidsche Wollen en Zijden Dekens, Opklapbed compleet met
ombouw en matras, Tafel-, Divankleeden enz enz. voor iederen dag
meerdere prijzen, terwijl eiken Woensdag de gelukkige winnaars worden
bekend gemaakt, en de gewonnen prijzen in de étalage zichtbaar aangegeven
TEW DERDE:
Elke kooper die IWEEWS
voor tenminste
f 7.50, 115.- of f 25.-
en hooger bij ons be
steedt, ontvangt bovendien
als extra St. Nicolaas-
reclame een overheerlijke
banketletter te leveren door
de Leidsche Banketbakkers
Koopt dus WU bij OWSy U ontvangt prima kwaliteitsartikelen voor onze bekende lage
prijzen en profiteert zonder kosten Uwerzijds van bovenstaande buitengewone voordeelen
Haarlemmerstraat 137 opgericht 1875 hoek Donkersteeg 2-4-6
KOSTEN LEVENSONDERHOUD
NAUWELIJKS GESTEGEN
Ondanks de depreciatie van den gulden
Bij de publicatie van het index-cijfer
der kosten van het levensonderhoud over
September j.l. heeft het bureau van sta
tistiek der gemeente Amsterdam erop ge
wezen, dat dit cijfer nog geenerlei invloed
van de depreciatie van den gulden kon
hebben ondergaan, aangezien het gebaseerd
was op het gemiddelde prijsniveau gedu
rende die maand en de gevolgen van de
waardevermindering van den gulden zich
niet anders dan geleidelijk konden doen
gevoelen. Tevens gaf het zijn voornemen
te kennen om in verband met de tijdsom
standigheden het indexcijfer voortaan
maandelijks in plaats van driemaande-
lijk te berekenen (alleen het indexcijfer
voor arbeidersgezinnen, dat voor meerge-
goeden, als steeds, per dri,* maanden zal
worden berekend), ten einde de werking
der devaluatie op het algemeene prijzen-
pijl aldus beter op den voet te kunnen
volgen.
De berekening van October is thanjs
gereed gekomen.
Het indexcijfer der kosten van het
levensonderhoud voor arbeidersgezin
nen is sedert September gestegen met
1.1 procent (133.5 tegen 132.0 op de
basis van de prijzen voor den oorlog
is 100).
Deze stijging is vooralsnog zeer gering.
Dit komt, doordat bij een aantal rubrie
ken (brood, suiker, melk, huishuur, gas,
electriciteit, contributies, fondsgelden, ont
spanning), welke gezamenlijk een belang
rijk gedeelte van het gezinsbudget uitma
ken, geen toeneming te constateeren valt
en de toeneming bij de rubrieken welke
een stijging vertoonen, hierdoor in be
langrijke mate wordt verzwakt. Tot deze
laatste behooren: grutterswaren (hoogere
prijzen van den nieuwen oogst van boo-
nen en erwten), kruidenierswaren, (onder
den invloed der duurdere prijzen van
thee), kaas, eieren, visch, aardappelen,
grenten, fruit, schoeisel, brandstof (onder
den invloed van de duurdere winterprijzen
van huisbrand en van een prijsverhooging
van petroleum) huisraad en meubilair.
Op te merken valt, voor zoover ver
schillende van laatstgenoemde uitgaafpos
ten aangaat, met name grutterwaren, kaas,
eieren, visch, aardappelen, groenten, fruit,
dat de prijsverhooging onafhankelijk is
van de depreciatie van den gulden. Bij
enkele der artikelen, zooals b.v. grutters
waren,, eieren, huisbrand zijn seizoens
invloeden aan het werk, zoodat als zeker
mag worden aangenomen, dat ook zonder
den maatregel van 26 September de prij
zen zijn gestegen.
Wordt deze factor uit de berekenin
gen geëlimineerd, door aan te nemen,
dat de prijzen van de desbetreffende
artikelen sedert September ongewij
zigd zijn gebleven dan wordt boven
genoemde stijging van het indexcijfer
teruggebracht van 1.1 procent tot iets
minder dan een half procent (0.4 pro
cent).
De belangrijkste stijging vertoonen tot
dusver schoeisel, huisraad en meubilair,
hoewel ook zij beneden het depreciatie
percentage van den gulden blijft, zulks als
gevolg van nog aanwezige voorraden.
Met belangstelling ziet het bureau de
verdere ontwikkeling, zooals zij in het No-
vember-indexcijfer tot uitdrukking zal
komen, tegemoet.
De cycloon in Br. Indië
Bisdom van Mgr. W. Bouter geteisterd
Ou den 3den November ontving ik van
mijn Bisschop Z. D. H. Mgr. W. Bouter,
Bisschop van Nellore, het volgende ont
stellende telegram:
„Nellore 2 Nov. Cycloon Gunter Dis
trict, priesters en zusters behouden,
groote schade aan kerken, pastorieën,
en scholen, vele kapellen verwoest, bij
zonderheden volgen. Bisschop Bouter".
Toen ik op Zondagmorgen las over de
cycloon in Britsch-Indië, werd ik bevreesd
voor het missie-bisdom, waar ik tien jaar
werkzaam ben geweest, maar dat het zoo
erg zou zijn, kon ik niet vermoeden. Ze
ven jaar lang ben ik, als secretaris van
Mgr. W. Bouter getuige geweest van den
zielenijver van een missie-bisschop, van
den grooten vooruitgang door hem in die
jaren behaald, maar ook van de zware zor
gen en kruisen, die een Bisschop in heiden-
sche landen ten deel vallen. En toen ik
tien missiejaren voltooid had, maakte ik
gaarne gebruik van de gelegenheid om
voor een tijdje naar het vaderland en mijn
cude moeder terug te keeren, en nimmer
zal ik den dag van mijn aankomst thuis
10 October j.l. ve, geten. Het doet me laar-
om groot leed rat alweer een stormramp
onze arme, veelbelovende missie getroffen
heeft.
Het Bisdom Nellore, toevertrouwd aan
de St. Josef's Congregatie van Mill Hill,
sinds 1929 door Mgr. Bouter, een Amster
dammer, bestuurd, is ongeveer driemaal
zoo groot als Holland, en telt een bevol
king van bij de 7 millioen, van wien er
44.000 Katholiek zijn. Met haar 30 Holland-
sche priesters en 45 Hollandsche zusters
(van J. M. J. 's Bosch) is het een grooten-
deels Hollandsche Missie, door Holland
sche liefdadigheid opgebouwd. Een groote
feestdag was het toen in 1929 het bestuur
van dit bisdom aan mgr. W. Bouter, als
jongste Bisschop van de wereld, werd toe
vertrouwd. Gedurende die jaren steeg het
aantal Katholieken van 29.000 tot 44.000,
duizenden van de armsten der armen tre
den toe tot het H. Geloof zooals mgr. Bou
ter beschreven heeft in zijn boekje: Geloof
onder Tomtoms.
Het aanbreken van de Noord-Oost-moe-
son in Oct., Nov., die koelte brengt na
maandenlange brandende hitte en regen,
is een welkom tijdstip voor den missiona
ris en ook den landbouwer, maar vaak
vormt zich dan in de Golf van Bengalen,
waaraan het bisdom gelegen is een depres
sie, welke met volle kracht groeiend tot
een orkaan hier of daar de kust beukt en
groote verwoesting aanricht tot ver in de
binnenlanden. Toen ik in 1927 met Mgr.,
toen nog Father Bouter, in het Groot-Se
minarie te Nellore werkzaam was, maak
ten we zulk een cycloon mee, die alleen de
plaats Nellore teisterde, en in één angsti
gen nacht aan Seminarie, kerk, klooster en
scholen een schade berokkende van onge
veer 20.000. Telkenjare nog spreken onze
menschen met vreeze van die „galiwana",
en de leeftijd van hun kinderen meten ze
bij deze verschrikkelijke gebeurtenis, ze
weten precies te vertellen hoe lang voor
of na die cycloon deze geboren werden.
Ons Guntur District thans door de cy
cloon getroffen, zoo groot als half Neder
land, is het beste gedeelte van het bisdom,
Van de 28 hoofdstaties telt dit district er
12 met 25.000 Katholieken, de meesten on
zer 21 inlandsche priesters zijn uit het dis
trict afkomstig; het klein-Seminarie is er
gelegen en ook onze mooiste kerkjes; het
bezit vier inlandsche kloosters en één
klooster van de Zusters van J. M. J. onge
veer 60 lagere schooltjes, en het aantal
dorpskapellen op de buitenstaties over
schrijdt de 150.
Nadere bijzonderheden over die cycloon
zijn natuurlijk noch onbekend, maar uit
de bewoordingen van het telegram van
Mgr. Bouter moet men toch wel afleiden,
dat een aanzienlijk stuk van het zoo moei
zaam opgebouwde werk door de cycloon is
verwoest. Nadere bijzonderheden zullen
later worden vei'meld. Een diepgetroffen
Hollandsche Missie-bisschop doet een be
roep op de liefdadigheid van zijn landge-
nooten om hem te helpen in dien benar
den toestand, om- hem in staat te stellen
de verblijven van zijn priesters en de ka
pellen van zijn christenen, arm aan wereld-
sche goederen, te herstellen. Spoedige hulp
is hier van het grootste belang. Giro no.
292664: Father Bl Vlasveld (Secretaris
van mgr. W. Bouter, bishop's House, Nel
lore), Lage Rijndijk 40, Leiden.
11 Nov. 1936. B. VLASVELD, pr. miss.
RECHTZAKEN
De Nijenrode-zaak
Mr. N. C. J. M. Kappeyne van de Cop-
pello, tweede verdediger van den heer On
nes, die gisteren na de pauze aan het woord
kwam, gaf in zijn pleidooi een scherts van
de persoonlijkheid van den heer Onnes en
bediende zich daarbij van brieven en ver
klaringen uit het particuliere leven van
verdachte en m.enscfien, die met hem in
aanraking zijn geweest.
Daarin wordt de heer Onnes geken
schetst als iemand van gaaf karakter, een
bekwaam, dikwijls geniaal zakenman, een
man tevens die zich zeer ruim bewoog op
de gebieden van kunst, heemschut en wel
dadigheid. PI. bracht ook naar voren de
verklaringen, door vooraanstaande figuren
uit de Amsterdamsche zakenwereld voor
de Rechtbank afgelegd, waarin zij den
verdachte prijzen als iemand die veel voor
het algemeen zakenbelang heeft gedaan en
in den oorlogstijd zich jegens zijn land
groote verdiensten heeft verworven.
In zijn beschouwingen over de chantage
bracht pl. naar voren, dat verdachte, toen
hij gearresteerd was, eigenlijk nog niet
eens bekend was met de slechte reputatie,
welke Koning genoot; pl. wilde de reputa
tie niet uitvoerig nagaan, hij verwees
slechts naar drie in het dossier genoemde
gevallen, waarbij ook steeds de persoon
van Witbraad op het tooneel verschijnt.
Ook pl. heeft zich m den beginne afge
vraagd, waarom Onnes op deze chantage is
ingegaan, doch toen hij de zaak kon over
zien, was hij van meening dat Onnes, door
aan de bedreiging gehoor te geven, den
meest veiligen en opportunistischen weg
heeft bewandeld. De heer Onnes, die uit
hoofde van zijn maatschappelijke positie
„vulnerable" was, ook in zijn familieleven
waarin hem toen juist nieuwe en groote
waarden waren ten deel gevallen, heeft
gevreesd dat .moeilijkheden, die men hem
wilde bezorgen, haar neerslag zouden heb
ben in zijn maatschappelijk- en familie
leven.
De financieele positie van den heer On
nes besprekende, verzette pl. zich tegen de
zienswijze van rden procureur-generaal, als
zoude de inbraak redding hebben gebracht.
In Maart van '32 had Onnes nog zooveel
middelen, dat hij eerst disposities had te
treffen voor een tijdstip, dat twee maan
den verder lag. Van verdachte, zoo zeide
pl., die ongetwijfeld een aarts-optimist is,
is het begrijpelijk, dat hij traineerde met
het treffen van disposities, toen de „in
braak" hem de assurantiepenningen deed
toevloeien.
De heer Onnes, die een groot vermogen
bezat aan bezittingen, kuntschatten, enz.,
was, aldus pl., onder deze omstandigheden
extra „vulnerable" op het oogenblik, dat
Koning zijn chantage inzette.
Onnes, zoo concludeerde pl., kan niet de
man zijn geweest die de inbraak heeft ge-
escèneerd. Het is niet de taak der verde
diging, zich tot het vaststellen van dit feit
te bepalen; in deze zaak heeft zij wel de
gelijk tot taak te onderzoeken, wie dan
wel de bedrijver daarvan is geweest. Ter
beantwoording van deze vraag bezag pl.
in den breede alle feiten en verklaringen
en de rollen, die de verschillende men
schen in deze zaak hebben gespeeld, om
ten slotte het duidelijk te achten, dat Ko
ning heeft geprobeerd door een inbraak
op Nijenrode kostbaar goed in handen te
krijgen, dat hij, ware het niet dat de „ver
huizers" met de verzekeringen in contact
waren gekomen, zeker getracht zou heb
ben in Londen te gelde te maken. z
Bewezen is, concludeerde pl., dat Onnes
onschuldig is, en Koning als de werkelijke
dader moet worden aangemerkt. Ik vraag,
zoo besloot pl. zijn betoog, voor dezen ver
dachte geen vrijspraak waarin gezegd
wordt dat mij zijn schuld niet bewezen
acht ik vraag een vrijspraak, die voor
hem waarde heeft voor zijn verdere leven,
een vrijspraak welke geformuleerd zal
zijn in rehabiliteerende woorden.
De zitting wordt geschorst tot heden
morgen, om dan mr. Muller Massis gele
genheid te geven een juridisch pleidooi te
houden, voor re- en dupliek, en voor het
laatste woord aan verdachte.
HET VERHOOR VAN HEDEN.
Vandaag zette het Gerechtshof onder pre
sidium van mr. Joh. M. Jolles de behande
ling van de Nijenrodezaak voort.
Mr. Muller Massis vervolgt dan zijn plei
dooi met de behandeling van het juridisch
materiaal. Pl. is van meening, dat de dag
vaarding hinkt op twee gedachten, het mid
dellijke daderschap wordt niet uitgewerkt.
Ook op juridische gronden is naar de
meening van mr. Muller Massis geen ver
oordeeling mogelijk.
De president neemt dan met verdachte
de dagvaarding nog eens door.
Hij heeft het stuk zelf niet gelezen: „Ik
ben onschuldig en toen ik de dagvaarding
kreeg, heb ik haar direct aan mijn verde
digers gegeven".
Het Hof gaat naar Nijenrode.
De president deelt dan mede, dat het Hof
er over denkt om een bezoek aan Nijen
rode te brengen om de situatie op te nemen.
Het Hof gaat in raadkamer; na heropening
deelde de president mede, dat het Hof een
schouw beveelt en wel op Woensdag 2
December te half elf. Ook de politie te Breu-
kelen, die na de inbraak het eerste onder
zoek instelde, zal ter plaatse zijn.
De zitting wordt geschorst tot half twee,
het Hof zal dan de behandeling van de zaak
tegen Koning voortzetten.
HOOGE RAAD.
Mob ilisatieslach tof f ers.
De Hooge Raad wees heden arrest in de
bekende procedure van P. de Boer, voor
zitter van den Bond van Mobilisatie-inva-
lieden, tegen den Staat. De eischer stelde,
dat hij op 15 Februari 1915 gezond als mi
licien in dienst is getreden en den dienst
op 16 December als invalide heeft verla
ten en dat de ziekte en invaliditeit zijn ver
kregen in en door den militairen dienst,
met name door herhaaldelijk slechte lig
ging, door het moeten verrichten van dien
sten, waartoe hij lichamelijk ongeschikt
was, door onjuist optreden van den genees
kundigen dienst en doordat hij wederrech
telijk in dienst is gehouden, nadat hij reeds
ongeschikt was bevonden.
Mitsdien werd gevorderd, dat de Staat
zal worden veroordeeld tót vergoeding van
alle door den betrokkene geleden schade
De Haagsche Rechtbank heeft in eerste
instantie de B. niet ontvankelijk verklaard,
op grond van verjaring. Het Hof te 's-Gra-
venhage sprak ook de niet-ontvankelijk-
verklaring uit, doch op andere gronden,
namelijk, dat de beoordeeling van het al
of niet te kort schieten van den Staat in
een functie, die aan het maatschappelijk
verkeer vreemd is, aan het oordeel van
den rechter is onttrokken.
Naar men zich herinnert, heeft de pro
cureur-generaal bij den Hoogen Raad, mr.
Besier, eveneens tot niet- ontvankelijkver-
klaring van de vordering moeten conclu-
deeren, naar hij zeide tot zijn leedwezen,
daar hij moest toegeven, dat deze slotsom
niet bevredigend is.
De Hooge Raad heeft thans overwogen,
dat de Staat tegenover de Boer zóó slechts
heeft kunnen handelen krachtens de
macht, die de Staat over hem uitoefende
op grond van het militaire dienstverband,
waarin de Boer zich tegenover den Staat
bevond, dat de Staat deze macht heeft uit
te oefenen in het belang van de landsver
dediging en den aard van de taak der over
heid op dit gebied noodzakelijk een ruime
mate van vrijheid vereischt, om te har er
bevoordeeling te handelen als de omstan
digheden gebieden, welke omstandigheden
destijds van dien aard waren, dat uit hoof
de van oorlogsgevaar het leger gemobi
liseerd was.
Voor zoover die vrijheid reikt zegt de
Hooge Raad komt den burgerlijken
rechter geen oordeel toe, over de vraag of
de militaire overheid op de juiste wijze
rekening heeft gehouden met het licha
melijk welzijn der manschappen en aan dat
belang bij de afweging tegenover andere
door haar te behartigen belangen voldoen
de gewicht heeft toegekend. In dezen is
slechts dan onrechtmatig in den zin van
art. 1401 B. W. gehandeld, indien de in
validiteit van de Boer 'is veroorzakt door
een gedragslijn te zijnen aanzien, die re
delijkerwijze niet meer is te beschouwen
als uitvoeisel van afweging door de mili
taire organen van de hun toevertrouwde
belangen, doch die kennelijk slechts wijst
op door de omstandigheden niet te veront
schuldigen misbruik van bevoegdheid. Dan
zouden die organen een onrechtmatigen
inbreuk hebben gemaakt op het recht van
de Boer om niet door toedoen van een an
der lichamelijk letsel te ondergaan en zou
den zij tevens hebben gehandeld in strijd
met den rechtsplicht, die den grondslag
vormt van het voorschrift, neegrelegd in
art. 308 van het Wetboek van Strafrecht.
De Hooge Raad overweegt ten slotte i
zijn arrest, dat de concrete feiten die o'