VRIJDAG 13 NOVEMBER 1936 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 BINNENLAND HET HUWELIJK VAN PRINSES JULIANA. Het afdeelingsonderzoek van het het wetsontwerp tot goedkeuring van het huwelijk. het afdeelingsonderzoek het wetsontwerp tot goedkeuring van -t hu welijk van Prinses Juliana en regeling van de toelating van getuigen bij de voltrek king van dit huwelijk, alsmede van eenige gevolgen van deze echtverbintenis, ver klaarde men algemeen, volgaarne te zul len medewerken aan het verleenen van de toestemming, waarvan in artikel 17 der Grondwet sprake is. Men gaf daarbij uiting aan zijn vreugde, dat de verloving van het Prinselijk paar, welke door het Neder- landsche volk met zooveel blijdschap werd begroet, weldra door een echtverbintenis zal worden gevolgd. Men verbond daaraan den wensch, dat rijke zegen op dat huwe lijk moge rusten. De commissie van rapporteurs is van oor deel, dat met de mededeeling van het bo venstaande de openbare behandeling van het wetsontwerp genoegzaam is voorbe reid. Naturalisatie van Prins Bernhard. Bij het afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp tot naturalisatie van Prins Bern hard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karei Godfried Pieter van Lippe- Biesterfeld en regeling van eenige gevol gen dier naturalisatie gaf men algemeen te kennen, zich met de voorgestelde na turalisatie gaarne te vereenigen. De commissie van rapporteurs is van oor deel, dat met de mededeeling van het bo venstaande de openbare behandeling van het wetsontwerp genoegzaam is voorbe reid. H. 31. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana maken rondrit in de omgeving van Apeldoorn. H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Ju liana maakten gistermiddag in een met vier paarden bespannen open caleche een rond rit in de omgeving van Apeldoorn. Tegen vier uur keerden de Koningin en de Prinses op het paleis 't Loo terug. PRINS BERNARD NAAR PARIJS. Naar wij vernemen is Prins Bernard gis teravond voor enkele dagen naar Parijs vertrokken, waar hij het laatst woonachtig was, ter ordening van zijn zaken aldaar. De Prins zal over Duitschland naar Ne derland terugkeeren. BEANTWOORDING VRAGEN VAN TWEEDE-KAMERLEDEN. De brandstoffen Op de vragen van den heer Wijnkoop in verband met de huisbrandkolenvoorziening, betreffende het tegengaan van prijsstijging voor deze brandstoffen en opheffing der contingenteering van Engelsche en Belgi sche huisbrandkolen heeft minister Gelis- sen geantwoord, dat, evenals zulks telken- jaren het geval pleegt te zijn, ook dit jaar gedurende de maanden SeptemberOctober waarin vele verbruikers een wintervoorraad brandstoffen plegen op te slaan, niet alle bestellingen voor bepaalde soorten huis brandkolen door de Limburgsche mijnen te-stond konden worden uitgevoerd. Deze vertraging in de aflevering moet worden beschouwd als een seizoenverschijn sel, hetwelk verband houdt met de bij het invallen van den wintel plotseling stijgende vraag naar de meest gangbare soorten huis brandkolen. De ervaring heeft evenwel ge leerd, dat de achterstand in de maanden November en December als regel ten volle wordt ingehaald. In verband met hex bovenstaande acht de minister thans geen bijzondere maat regelen noodzakelijk. Zijn bevoegdheid om de invoermogelijkheid te verruimen is ten deze voldoende. Ook maatregelen tegen stij ging der bra ndstoffenprijzen zijn naast de wet van 30 September 1936, houdende tijdelijke maatregelen tot het tegengaan van prijsopdrijving, overbodig. Het fruit. Op de vragen van den heer Vos betreffen de intrekking van de monopolieheffing op fruit heeft minister Deckers geantwoord, dat het hem niet bekend is dat de prijs van verschillende fruitsoorten dermate geste gen is, dat het voor een groot deel der bur gerij uitermate moeilijk is geworden zich een voldoende hoeveelheid van dit belang rijke volksvoedsel aan te schaffen. Wel is den minister bekend, dat de prijzen van het fruit eenigermate gestegen zijn, zulks behoeft echter geen verontrusting te wek ken, gezien de abnormaal lage prijzen, welke voordien hebben gegolden. De minister is voorts van oordeel, dat, ook al mochten de bij den invoer van fruit verschuldigde, prijsverschillen een eeniger mate prijsverhoogende werking op de bin- nenlandsche markt oefenen, zulks geen reden kan zijn deze prijsverschillen te ver lagen of te doen vervallen. Bij de beoordee ling van deze aangelegenheid dient aan dacht geschonken te worden aan dtf belang rijke uitbreiding, welke de binnenlandsche fruitcultuur in de laatste jaren heeft onder gaan, en de maatregelen, welke door de organisaties van belanghebbenden zijn ge troffen om de qualiteit van het fruit te ver beteren. Dat hetgeen in dit opzicht is be reikt door een onbelemmerden of te zeer verruimden invoer van buitenlandsch fruit verloren zou kunnen gaan, dient te worden vermeden. De minister is op grond van boven aan gegeven overweging van meening, dat de invoerprijsverschillen voor buitenlandsch fruit niet moeten vervallen, te minder, daar zulks noodzakelijkerwijze een overeen komstige vermindering van het voor de steun verleening aan den tuinbouw be schikbare bedrag zou medebrengen, hetgeen de toestand van den tuinbouw niet ge doogt. TE HOOGE UITGAVEN VAN VEE HOUDERIJCENTRALE IN VORIGE JAREN. De Centrale heeft vroeger 10 millioen te veel betaald. Naar het „Alg. Hbld." verneemt heeft de Veehouderij centrale, optredende voor „So ciale Zaken", aan de firma Van Zwanen berg alsnog de verwerking tot blikgehakt gegund van 329 varkens per week extra. De fabriek te Oss krijgt op de 1750, waar voor werd ingeschreven, nog 299 per week extra toegewezen en de fabriek te Uit hoorn krijgt er op haar 175 nog 30 bij. Zooals wij reeds in ons avondblad van Dinsdag meldden, is de firma Van Zwa nenberg met 16.26 verwerkingsloon per 100 kilo vleesch, de hoogste inschrijver, aan wie nog werd gegund (de laagste is S 14.20). Hierdoor is het aandeel van het Zwa nenberg-concern gestegen tot 45 pet. van de totale verwerking. De vergoeding wordt gegeven voor de verwerking van 100 kilo vleesch tot ge hakt, dus met inbegrip van de ingrediën ten (blik, meel, melk, kruiden, zout, doo- zen enz.), waarvan de kosten kunnen wor den gesteld op 13.50 per 100 kilo te ver werken vleesch, zoodat voor het slachten der varkens en het bewerken van het vleesch voor den hoogsten inschrijver overblijft 2.76 en voor den laagsten 0.70 per 100 kilo te verwerken vleesch. Bij het inblikken der circa 230.000 run deren, waarvoor géén inschrijving werd gehouden, werd destijds door de Centrale betaald f 26 per rund, dus circa 13 per 100 kilo vleesch gemiddeld, waarbij echter de ingrediënten gratis door de Centrale werden verstrekt! Door vergelijking met de resultaten der openbare inschrijving van thans, blijkt derhalve, dat de Centrale destijds ongeveer vier millioen gulden te veel heeft betaald voor het inblikken, dit ten koste van het thans noodlijdende Landbouwcrisisfonds. Het te veel betaalde voor de bacon-slachtingen (3 millioen var kens) kan op grond der jongste bacon- aanbesteding worden berekend op 5 mil lioen; de extra-winsten op de afvallen op 2 millioen en de extra-winsten pp ont houders en slappe varkens op 0.5 mil lioen. Voor de bacon- en runderslachtingen heeft het Landbouwcrisisfonds in den loop der jaren dus, gezien de inschrijvings- cijfers, globaal 11 millioen gulden te veel betaald, zeg: rond tien millioen. EENIGE VER3UNDERING VAN HET AANTAL WERKLOOZEN IN DE GROOTE STEDEN DES LANDS. Het Centaarl Bureau voor de Statistiek verstrekt in afwachting van het meer uitvoerig maandoverzicht nopens de werk loosheid in het geheele land reeds thans de navolgende cijfers betreffende de aan tallen geheel werkloozen, die op het einde van October 1936 bij de gemeentelijke ar beidsbeurzen in de zeven gemeenten boven de 100.000 inwoners als werkzoekende wa ren ingeschreven. Aantal werkloozen einde Oct. 1936 Sept. 1936 Amsterdam 56.097 57.964 Rotterdam 54.228 55.449 's-Gravenhage 25.071 25.433 Utercht 11.575 11.722 Haarlem 6.914 6.769 Groningen 5.005 5.182 Eindhoven 4.845 4.986 Totaal 163.745 167.505 Zooals uit bovenstaande cijfers blijkt, daalde het aantal werkloozen te Amster dam (met 1.867), Rotterdam (1.221), 's-Gra venhage (352), Utrecht (147), Groningen (177) en Eindhoven (141), terwijl het te Haarlem steeg (met 145), een totale ver mindering in de 7 gemeenten dus van 3.760. Opgemerkt zij dat deze verminde ring meer beteeken is krijgt als men daar tegenover stelt de stijging van het aantal werkloozen in de overeenkomstige maanden van 1935 met 4.046 en van 1934 met 598. Deze stijging had plaats in alle 7 ge meenten, met dien verstande, dat in Gro ningen het aantal werkloozen van Septem ber op October 1935 eenigszins daalde. Een werkloozenlooze gemeente. De gemeente Limmen, die op een opper vlakte van 1251 H.A. ongeveer 2300 inwo ners herbergt, heeft op het oogenblik een benijdenswaardige positie, daar er geen en kele werklooze staat ingeschreven. NOBEL-PRIJS SCHEIKUNDE VOOR EEN NEDERLANDER. Prijs voor natuurkunde gedeeld door Prof. Hess en Anderson. De Academie van Wetenschappen kende heden den Nobel-prijs voor scheikunde 1936 toe aan den Nederlander prof. dr. P. J. W. Debije, hoogleeraar in de scheikunde aan het Kaiser Wilhelm Instituut, te Berljjn- Dahlem, als belooning voor zyn onderzoe kingen in zake de moleculaire structuur. De Nobel-prijs voor Natuurkunde wordt verdeeld tusschen prof. Hess, van de uni versiteit te Innsbruck en prof. David An derson van het Technologisch Instituut in Californië. HALFJAARLIJKSCHE SEIZOEN OPRUIMING In Den Haag en omstreken De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor 's Gravenhage heeft besloten, in ver band met de vaststelling van den datum van het huwelijk van H.K.H. Prinses Ju liana met Z.D.H. Prins Bernhard van Lip- pe-Biesterfeld, krachtens art. 12 derde lid van de wet op het uitverkoopen voor alle groepen van winkelneringen als tijdvak aan te wijzen, waarbinnen de opruimingen zullen mogen worden gehouden in de ge meenten, behoorende tot haar gebied Maan dag 11 Januari tot en met Woensdag 10 Februari 1927. Het zal derhalve in de gemeenten 's Gra venhage, Nootdorp, Rijswijk, Stomp- wijk, Veur, Voorburg en Wasse naar ingevolge art. 15 der wet op het uitverkoopen strafbaar zijn aankondiging te doen van verkoopen als „jaarlijksche opruiming", „halfjaarlijksche opruiming" „seizoen opruiming", „balansopruiming" of „inventarisopruiming" in het tijdvak van I Januari tot en met 10 Januari 1937. R.-K. VROUWENBOND IN HET BISDOM HAARLEM. Najaarsvergadering te Amsterdam. De. najaarsvergadering van den R.-K. Diocesanen Vrouwenbond in het Bisdom Haarlem werd dezer dagen gehouden te Amsterdam in Huize Lydia op het Roelof Hartplein. De begrooting voor het jaar 1937, slui tende met een bedrag van 3562 aan in komsten en uitgaven voor den loopenden dienst, werd goedgekeurd. Hierna hield mej. M. Romme een inlei ding over de crisis-cursussen tot huishou delijke voorlichting en opleiding tot huise lijke diensten. Spr. gaf een' helder over zicht zoowel van de geschiedenis van dit werk, als van den huiuigen stand van za ken, en wel wat dit laatste, betreft bijzon der van Den Haag. Hieruit bleek wat door activiteit der katholieke vrouwen in het raam der neutrale commissie kon worden bereikt. Spr. behandelde de drie soorten van co- mité's en hun afzonderlijke werk: Die voor huisvrouwen van werkloozen en andere huisvrouwen met lage inkomens. Aan die categorieën werd inzicht gegeven, dat met de beperkte middelen voor velen meer was te bereiken, dan ze momenteel er mee bereiken. De spoedopleiding voor huishoudelijk werk, de cursussen voor meisjes vanaf 16 jaar die werkloos zijn, of als bijna werk loos zijn te beschouwen. De dienstboden-opleiding in de interna ten, de drie-maandelijksche cursussen waar toe eertijds door „Bouvigne" een voorbeeld is gegeven, als de werkkampen voor meisjes uitgroeiden tot de spoedcursussen in het internaat. Tevens werd toegelicht welk soort sub sidies en onder welke bepaalde voorwaar den tot dit werk uit de overheidskassen is te verkrijgen. Mej. dr. J. Hillen vertelde daarna iets over zuivelcursussen, die haar inziens ook zeer geschikt waren voor de kleinere plaat sen. Inlichtingen hieromtrent te bekomen bij mevr. Ooms, Reguliersgracht 25, Am sterdam. Na de lunch werd een proeve genomen tot nauwer onderling contact met de af- deelingen, welke proeve zeker geslaagd mag heeten. „Tijd". BLOEMBOLLENCULTUUR IN HET WESTLAND. Men schrijft aan de „N.R.Crt.": De Westlandsche Bloembollenkweekers- vereeniging Floralia heeft thans in totaal 4 1/2 millioen bloemboLen opgeslagen, zulks in afwachting van de overneming door het surplusfonds. Er-is dus dit seizoen een be langrijke vermindering in het niet-ver- kochte deel te constateeren. Het vorige sei zoen bedroeg dit aantal namelijk pl.m. 17 millioen. Door verlaging van de minimum prijzen werd eensdeels meer verhandeld, terwijl anderzijds het beschot minder is ge weest. TAXE-GEDEELTE CONSU3IPTIE3IELK. Nederlandsche Zuivel-Centrale, 15 t.m. 21 November 1936 consumptiemelk regeerings contract, taxegedeelte 6.25 cent, eventueel verhoogd met premie of verminderd met afdracht voor de kwaliteit, overmelk re- geeringminimumprijs 5.10 cent. Afdracht bij levering in consumptie van andere dan taxemelk 2.50 cent. Gemeenterekening van Delft. De gemeenterekening van Delft over 1935 sluit voor zoover het den gewonen dienst betreft zonder saldo. Over de algemeene reserve is beschikt tot een bedrag van 72.672, terkenl geraamd was 156.000. Dit beteekent dus een meevaller van ruim 83.000 EERSTE KAMER De Voorzitter der Eerste Kamer is voor* remens de Kamer bijeen te roepen tegen a.s. Woensdag, 18 November 1936, des avonds te half negen ure. SCHOOLKWESTIE TE WADDINXVEEN. Rumoerige raadszitting. De raad der gemeente Waddinxveen is gistermorgen onder voorzitterschap van burgemeester P. A. Troost in openbare vergadering bijeengekomen ter behande ling van de gemeentebegrooting 1937. Tij dens de algemeene beschouwingen heeft de heer T. A. v. d. Hee (groep hervorm den) getracht, het woord te voeren over de bekende schoolkwestie, die in Waddinx veen zooveel gemoederen in beroering heeft gebracht. In de zitting van gistermorgen is het tot hevige woordenwisseling gekomen tusschen den heer v. d. Hee als voorstander van een nieuwe hervormde school, waarvoor de plaatselijke predikant ds. L. Vroegin- dewey een felle propagandist is en den burgemeester. De heer v. d. Hee ving zijn betoog aan met het beleid van B. en W. te critiseeren waarop de burgemeester on middellijk interrumpeerde dat hij daarover het woord niet wenschte te verleenen. De beslissing van den raad is hierover geval len en het schoolbestuur bij Ged. Staten in hooger beroep gegaan. Het is zaak al dus de hwgemeester, de uitspraak van dit college af te wachten. De heer v. d. Hee poogde hierna alsnog zijn rede voort te zetten, zich beroepend op een artikel in het reglement van orde, dat bepaald, dat bij de behandeling der begrooting den sprekers alle vrijheid van woord moet worden verleend. Tot groote verontwaar diging van den spreker hamerde de voor zitter zoo luid en aanhoudend dat het raadslid niet verstaanbaar was. Dit inci dent verwekte groote opschudding in de zaal. De voorzitter bracht hierop zijn be leid in deze zaak in stemming en bekwam de goedkeuring van den raad met de stem men van de heer v. d. Hee en zijn partij genoot G. Uitbeyerse tegen. Nadat andere leden inmiddels het woord hadden gevoerd, gaf de heer v. d. Hee te kennen, zijn algemeene beschouwingen te willen voortzetten. Hij trok op felle wijze te velde tegen een ambtenaar ter secre tarie, die zoo zeide spr. „een zeer beleedigend artikel geschreven heeft in een roomsche courant tegen ds. Vroeg- indewey...." Voorzitter: „Ik beschuldig u van laster. Ik wil de vergadering schorsen om u deze woorden te laten herhalen. U kunt het dan nog eens zeggen en u komt dan meteen in aanraking met den straf rechter". De heer v. d. Hee probeerde wat te zeggen, waarop de voorzitter voortging: „u insinueert. Namen noemen! Wie is dat?" V. d. Hee: „Dat wil ik wel onder vier oogen zeggen". Voorzitter: „Neen, nu na men noemen. In deze vergadering". V. d. Hee (aarzelend): „Ik heb gehoord dat ba ron SloetVoorzitter hamert en zegt: „Dat is niet aan de orde. Ik. wil geen woord hierover zeggen, noch over den schoolstrijd, noch over een artikel in een roomsche krant"."De heer v. d. Hee zag hierop van het woord af, waarna dit inci dent gesloten was. De raad ging vervol gens voort met de algemeene beschouwin gen. DE INDEELING VAN HET PALEIS SOESTDIJK. Omtrent de bewoning van het paleis Soestdijk deelt men ons van welingelichte zijde mede, dat het middenste gedeelte het hofodgebouw van het paleis Soest dijk, zal worden ingericht voor het ver blijf van H. M. de Koningin, terwijl de linkervleugel aan de zijde van Baarn bestemd is voor het prinselijk paar. De rechtervleugel zal worden bewoond door de hofdames en andere leden van de hof houding. Men is thans bezig, het geheele paleis van electrisch licht te voorzien, terwijl de bestaande centrale verwarmingsinstallatie wordt vernieuwd en uitgebreid. EEN.... SANATORIUM. Er wordt weer eens in vele brievenbus sen een circulaire gedeponeerd van een Sanatorium, dat een herstellingsoord voor dames wordt genoemd en dat niets anders is dan een Neo-Malthusiaansche inrichting, waar de dames voor 4 tot 6 per dag „herstel" kunnen vinden. Van verschillende zijden wordt ons ge vraagd hiertegen te waarschuwen. Wij meenen, dat het niet overmoedig is te veronderstellen, dat voor de R.-K. Vrouwen deze waarschuwing overbodig is. Wel niemand van haar zal er aan den ken zich voor 4 of 6 te laten „behande len" op een wijze, in strijd met de wet van de door God geschapen natuur en de positief Goddelijke wet. Uitbreiding P. de Gruyter's fabrieken te 's-Hertogenbosch. 't Is een verheugend verschijnsel dat bin nenkort weder een nieuw fabrieksgebouw zal verrijzen voor de N.V. P. de Gruyter Zoon, die reeds 250 filialen telt over ge heel Nederland verspreid. Volgens de overeenkomst moet binnen 15 jaren het aangekochte terrein aan de In dustriehaven te Den Bosch in drie gedeel ten geheel zijn bebouwd. Thans kan ech ter binnen vijf jaren aan de tweede nieuw bouw worden begonnen, zoodat dan spoe dig de derde groote de Gruyter's fabriek in Den Bosch tot stand komt; wel een be wijs, dat de Gruyter door zijn 10 pet. en betere waar zijn klantental nog steeds weet uit te breiden. Officieele Crisispublicaties UITPOTEN FABRIEKSAARDAPPELEN OOGST 1937. Verbetering. In de publicatie d.d. 10 November om trent de regelingen betreffende het uitpo- ten van fabrieksaardappelen oogst 1937 moet in de tweede alinea voor den datum waarop uiterlijk een vragenlijst zal wor den toegezonden aan de houders van een uitpootvergunning voor fabrieksaardappe len 1936, in plaats van 2 November gele zen worden 2 3 November 1936. 's-Gravenhage, 12 November 1936. 7222 NEDERLANDERS IN SPANJE Naar v/ij van bevoegde zijde vernemen verkeeren tot dusver alle zich te Madrid bevindende Nederlanders in goeden wel stand. MOET MEN STOPPEN VOOR EEN BURGER? De K.N.A.C. wijst op de bezwaren bij hel controleeren op den weg. Herhaalde malen wordt de K.N.A.C. den laatsten tijd weder de vraag voorgelegd, of een automobilist verplicht is voor een burger te stoppen, indien later blijkt, dal hij met een ambtenaar had te doen. In zijn algemeenheid is deze vraag niel zoo gemakkelijk te beantwoorden. De wet telijke bepalingen, waaraan de verschillen de beambten him bevoegdheid ontleenen geven hieromtrent weinig licht. Slechts d<3 jurisprudentie geeft in deze belangrijke kwestie eenig houvast. In twee arresten van den Hoogen Raad, respectievelijk gewezen in 1929 en 1931, is uitgemaakt, dat een bestuurder van een motorrijtuig, die op vordering niet stil houdt, slechts strafbaar is, indien hij weet, althans redelijkerwijze kan weten, dat hij te doen heeft met een persoon, die bevoegd is tot het doen der vordering. In het an dere bovenvermelde arrest wordt vervol gens vastgesteld, dat het aanhouden met een zgn. „claque" zooals de wegenbelasting ambtenaren plegen te doen, een vordering is, in den zin der wet. „Het risico, dat de be stuurder inderdaad met een bevoegden ambtenaar te doen had, moet hier geheel voor zijn rekening komen", leert de Hooge Raad verder. De appreciatie of het slacht offer redelijkerwijs kon vermoeden, dat hij met een bevoegden ambtenaar had te doen, laat nogal eenige speelruimte van opvat ting. Hieruit volgt, dat een goede regeling van dit vraagstuk voor den automobilist van groot belang is. De K.N.A.C. heeft in een en ander aan leiding gevonden in een adres aan den Mi nister van Financiën, mede ter kennis ge bracht van de Ministers van Defensie, Ju stitie, Binnenlandsche Zaken en Waterstaat, nogmaals dringend de aandacht te vragen voor de problemen, die zich bij aanhou ding van motorrijtuigen voordoen in het bijzonder wanneer deze door niet geünifor meerde ambtenaren geschiedt. Hierbij komt nog, dat het niet alleen de wegenbelastingcontrole is, waarmede de automobilist voortdurend kennis maakt, doch dat ook een zeer groot aantal andere ambtenaren uit hoofde van diverse wetten en reglementen het recht tot aanhouding bezit, o.a. ambtenaren van crisis-controle- dienst. Weliswaar gebruiken de eersten veelal een signaal-instrument, de z.g. „claque" (meer populair bekend onder de naam „spiegelei") en maken de laatsten van diverse ongelijksoortige seinen gebruik, doch deze seinen blijken in de practijk niet altijd voldoende opvallend te zijn, vooral niet bij ongunstige weersomstandigheden en duisternis, in welk laatste geval de ambtenaren ook dikwerf eenvoudige zak lantaarns benutten. Komt het eenerzijds veel voor, dat deze ambtenaren door automobilisten voor onge- wenschte „meerijders" worden gehouden, anderzijds is ook gebleken dat door de amb tenaren niet voldoende wordt rekening ge houden met de benoodigde remtijden en remwegen.^ Ook blijkt, dat niet alle ambte naren zich' een juist oordeel gevormd heb ben over de soms zeer beperkte graad van waarneembaarheid, waarin zij zich bevin den. Legio is het aantal gevallen, dat ter ken nis van de K.NA..C. kwam, waarbij bijna aanrijdingen plaats hadden met als gevolg aanklachten wegens „poging tot doodslag" (excusez du peu), terwijl beschieting van te goeder trouw zijnde automobilisten in de grensstreken niet tot de uitzonderingen be hoort; gevallen van aanhouding met min der goede bedoelingen door pseudo-ambte- naren nog buiten beschouwing gelaten. De K.N.A.C. heeft daartoe ten behoeve van een vlot en veilig wegverkeer bij de minis ters aangedrongen op instructies, opdat de niet-geuniformeerde ambtenaren zoo eenigszins mogelijk van geüniformeerde politie zullen worden vergezeld en opdat het voornemen tot aanhouding vooral tij dig en duidelijk zal worden gegeven, waartoe op de invoering van een uniform, duidelijk opvallend en bij duisternis van een van eigen verlichting voorzien teeken. is aangedrongen. De ontwikkeling van het wegverkeer maakt een definitieve en uiteindelijke op lossing van het geheele probleem der aan houdingen dringend noodzakelijk. LEEST DE ADVERTENTIES IN UW D4WÏ,ai> rnet/C diLzeïvz stuM&n x. en óvn vort geScAen&en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10