VRIJDAG 13 NOVEMBER 1936
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
BINNENLAND
HET HUWELIJK VAN PRINSES
JULIANA.
Het afdeelingsonderzoek van het
het wetsontwerp tot goedkeuring
van het huwelijk.
het afdeelingsonderzoek het
wetsontwerp tot goedkeuring van -t hu
welijk van Prinses Juliana en regeling van
de toelating van getuigen bij de voltrek
king van dit huwelijk, alsmede van eenige
gevolgen van deze echtverbintenis, ver
klaarde men algemeen, volgaarne te zul
len medewerken aan het verleenen van de
toestemming, waarvan in artikel 17 der
Grondwet sprake is. Men gaf daarbij uiting
aan zijn vreugde, dat de verloving van het
Prinselijk paar, welke door het Neder-
landsche volk met zooveel blijdschap werd
begroet, weldra door een echtverbintenis
zal worden gevolgd. Men verbond daaraan
den wensch, dat rijke zegen op dat huwe
lijk moge rusten.
De commissie van rapporteurs is van oor
deel, dat met de mededeeling van het bo
venstaande de openbare behandeling van
het wetsontwerp genoegzaam is voorbe
reid.
Naturalisatie van
Prins Bernhard.
Bij het afdeelingsonderzoek van het wets
ontwerp tot naturalisatie van Prins Bern
hard Leopold Frederik Everhard Julius
Coert Karei Godfried Pieter van Lippe-
Biesterfeld en regeling van eenige gevol
gen dier naturalisatie gaf men algemeen
te kennen, zich met de voorgestelde na
turalisatie gaarne te vereenigen.
De commissie van rapporteurs is van oor
deel, dat met de mededeeling van het bo
venstaande de openbare behandeling van
het wetsontwerp genoegzaam is voorbe
reid.
H. 31. de Koningin en H.K.H. Prinses
Juliana maken rondrit in de omgeving
van Apeldoorn.
H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Ju
liana maakten gistermiddag in een met vier
paarden bespannen open caleche een rond
rit in de omgeving van Apeldoorn.
Tegen vier uur keerden de Koningin en
de Prinses op het paleis 't Loo terug.
PRINS BERNARD NAAR PARIJS.
Naar wij vernemen is Prins Bernard gis
teravond voor enkele dagen naar Parijs
vertrokken, waar hij het laatst woonachtig
was, ter ordening van zijn zaken aldaar.
De Prins zal over Duitschland naar Ne
derland terugkeeren.
BEANTWOORDING VRAGEN VAN
TWEEDE-KAMERLEDEN.
De brandstoffen
Op de vragen van den heer Wijnkoop in
verband met de huisbrandkolenvoorziening,
betreffende het tegengaan van prijsstijging
voor deze brandstoffen en opheffing der
contingenteering van Engelsche en Belgi
sche huisbrandkolen heeft minister Gelis-
sen geantwoord, dat, evenals zulks telken-
jaren het geval pleegt te zijn, ook dit jaar
gedurende de maanden SeptemberOctober
waarin vele verbruikers een wintervoorraad
brandstoffen plegen op te slaan, niet alle
bestellingen voor bepaalde soorten huis
brandkolen door de Limburgsche mijnen
te-stond konden worden uitgevoerd.
Deze vertraging in de aflevering moet
worden beschouwd als een seizoenverschijn
sel, hetwelk verband houdt met de bij het
invallen van den wintel plotseling stijgende
vraag naar de meest gangbare soorten huis
brandkolen. De ervaring heeft evenwel ge
leerd, dat de achterstand in de maanden
November en December als regel ten volle
wordt ingehaald.
In verband met hex bovenstaande acht
de minister thans geen bijzondere maat
regelen noodzakelijk. Zijn bevoegdheid om
de invoermogelijkheid te verruimen is ten
deze voldoende. Ook maatregelen tegen stij
ging der bra ndstoffenprijzen zijn naast de
wet van 30 September 1936, houdende
tijdelijke maatregelen tot het tegengaan
van prijsopdrijving, overbodig.
Het fruit.
Op de vragen van den heer Vos betreffen
de intrekking van de monopolieheffing op
fruit heeft minister Deckers geantwoord,
dat het hem niet bekend is dat de prijs van
verschillende fruitsoorten dermate geste
gen is, dat het voor een groot deel der bur
gerij uitermate moeilijk is geworden zich
een voldoende hoeveelheid van dit belang
rijke volksvoedsel aan te schaffen. Wel is
den minister bekend, dat de prijzen van
het fruit eenigermate gestegen zijn, zulks
behoeft echter geen verontrusting te wek
ken, gezien de abnormaal lage prijzen,
welke voordien hebben gegolden.
De minister is voorts van oordeel, dat,
ook al mochten de bij den invoer van fruit
verschuldigde, prijsverschillen een eeniger
mate prijsverhoogende werking op de bin-
nenlandsche markt oefenen, zulks geen
reden kan zijn deze prijsverschillen te ver
lagen of te doen vervallen. Bij de beoordee
ling van deze aangelegenheid dient aan
dacht geschonken te worden aan dtf belang
rijke uitbreiding, welke de binnenlandsche
fruitcultuur in de laatste jaren heeft onder
gaan, en de maatregelen, welke door de
organisaties van belanghebbenden zijn ge
troffen om de qualiteit van het fruit te ver
beteren. Dat hetgeen in dit opzicht is be
reikt door een onbelemmerden of te zeer
verruimden invoer van buitenlandsch fruit
verloren zou kunnen gaan, dient te worden
vermeden.
De minister is op grond van boven aan
gegeven overweging van meening, dat de
invoerprijsverschillen voor buitenlandsch
fruit niet moeten vervallen, te minder, daar
zulks noodzakelijkerwijze een overeen
komstige vermindering van het voor de
steun verleening aan den tuinbouw be
schikbare bedrag zou medebrengen, hetgeen
de toestand van den tuinbouw niet ge
doogt.
TE HOOGE UITGAVEN VAN VEE
HOUDERIJCENTRALE IN
VORIGE JAREN.
De Centrale heeft vroeger 10 millioen
te veel betaald.
Naar het „Alg. Hbld." verneemt heeft de
Veehouderij centrale, optredende voor „So
ciale Zaken", aan de firma Van Zwanen
berg alsnog de verwerking tot blikgehakt
gegund van 329 varkens per week extra.
De fabriek te Oss krijgt op de 1750, waar
voor werd ingeschreven, nog 299 per week
extra toegewezen en de fabriek te Uit
hoorn krijgt er op haar 175 nog 30 bij.
Zooals wij reeds in ons avondblad van
Dinsdag meldden, is de firma Van Zwa
nenberg met 16.26 verwerkingsloon per
100 kilo vleesch, de hoogste inschrijver,
aan wie nog werd gegund (de laagste is
S 14.20).
Hierdoor is het aandeel van het Zwa
nenberg-concern gestegen tot 45 pet. van
de totale verwerking.
De vergoeding wordt gegeven voor de
verwerking van 100 kilo vleesch tot ge
hakt, dus met inbegrip van de ingrediën
ten (blik, meel, melk, kruiden, zout, doo-
zen enz.), waarvan de kosten kunnen wor
den gesteld op 13.50 per 100 kilo te ver
werken vleesch, zoodat voor het slachten
der varkens en het bewerken van het
vleesch voor den hoogsten inschrijver
overblijft 2.76 en voor den laagsten 0.70
per 100 kilo te verwerken vleesch.
Bij het inblikken der circa 230.000 run
deren, waarvoor géén inschrijving werd
gehouden, werd destijds door de Centrale
betaald f 26 per rund, dus circa 13 per
100 kilo vleesch gemiddeld, waarbij echter
de ingrediënten gratis door de Centrale
werden verstrekt! Door vergelijking met
de resultaten der openbare inschrijving
van thans, blijkt derhalve, dat de Centrale
destijds ongeveer vier millioen gulden te
veel heeft betaald voor het inblikken, dit
ten koste van het thans noodlijdende
Landbouwcrisisfonds. Het te veel betaalde
voor de bacon-slachtingen (3 millioen var
kens) kan op grond der jongste bacon-
aanbesteding worden berekend op 5 mil
lioen; de extra-winsten op de afvallen op
2 millioen en de extra-winsten pp ont
houders en slappe varkens op 0.5 mil
lioen.
Voor de bacon- en runderslachtingen
heeft het Landbouwcrisisfonds in den
loop der jaren dus, gezien de inschrijvings-
cijfers, globaal 11 millioen gulden te
veel betaald, zeg: rond tien millioen.
EENIGE VER3UNDERING VAN HET
AANTAL WERKLOOZEN IN DE
GROOTE STEDEN
DES LANDS.
Het Centaarl Bureau voor de Statistiek
verstrekt in afwachting van het meer
uitvoerig maandoverzicht nopens de werk
loosheid in het geheele land reeds thans
de navolgende cijfers betreffende de aan
tallen geheel werkloozen, die op het einde
van October 1936 bij de gemeentelijke ar
beidsbeurzen in de zeven gemeenten boven
de 100.000 inwoners als werkzoekende wa
ren ingeschreven.
Aantal werkloozen einde
Oct. 1936 Sept. 1936
Amsterdam 56.097 57.964
Rotterdam 54.228 55.449
's-Gravenhage 25.071 25.433
Utercht 11.575 11.722
Haarlem 6.914 6.769
Groningen 5.005 5.182
Eindhoven 4.845 4.986
Totaal 163.745 167.505
Zooals uit bovenstaande cijfers blijkt,
daalde het aantal werkloozen te Amster
dam (met 1.867), Rotterdam (1.221), 's-Gra
venhage (352), Utrecht (147), Groningen
(177) en Eindhoven (141), terwijl het te
Haarlem steeg (met 145), een totale ver
mindering in de 7 gemeenten dus van
3.760. Opgemerkt zij dat deze verminde
ring meer beteeken is krijgt als men daar
tegenover stelt de stijging van het aantal
werkloozen in de overeenkomstige maanden
van 1935 met 4.046 en van 1934 met
598. Deze stijging had plaats in alle 7 ge
meenten, met dien verstande, dat in Gro
ningen het aantal werkloozen van Septem
ber op October 1935 eenigszins daalde.
Een werkloozenlooze gemeente.
De gemeente Limmen, die op een opper
vlakte van 1251 H.A. ongeveer 2300 inwo
ners herbergt, heeft op het oogenblik een
benijdenswaardige positie, daar er geen en
kele werklooze staat ingeschreven.
NOBEL-PRIJS SCHEIKUNDE VOOR
EEN NEDERLANDER.
Prijs voor natuurkunde gedeeld door
Prof. Hess en Anderson.
De Academie van Wetenschappen kende
heden den Nobel-prijs voor scheikunde 1936
toe aan den Nederlander prof. dr. P. J. W.
Debije, hoogleeraar in de scheikunde aan
het Kaiser Wilhelm Instituut, te Berljjn-
Dahlem, als belooning voor zyn onderzoe
kingen in zake de moleculaire structuur.
De Nobel-prijs voor Natuurkunde wordt
verdeeld tusschen prof. Hess, van de uni
versiteit te Innsbruck en prof. David An
derson van het Technologisch Instituut in
Californië.
HALFJAARLIJKSCHE SEIZOEN
OPRUIMING
In Den Haag en omstreken
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor 's Gravenhage heeft besloten, in ver
band met de vaststelling van den datum
van het huwelijk van H.K.H. Prinses Ju
liana met Z.D.H. Prins Bernhard van Lip-
pe-Biesterfeld, krachtens art. 12 derde lid
van de wet op het uitverkoopen voor alle
groepen van winkelneringen als tijdvak
aan te wijzen, waarbinnen de opruimingen
zullen mogen worden gehouden in de ge
meenten, behoorende tot haar gebied Maan
dag 11 Januari tot en met Woensdag 10
Februari 1927.
Het zal derhalve in de gemeenten 's Gra
venhage, Nootdorp, Rijswijk, Stomp-
wijk, Veur, Voorburg en Wasse
naar ingevolge art. 15 der wet op het
uitverkoopen strafbaar zijn aankondiging
te doen van verkoopen als „jaarlijksche
opruiming", „halfjaarlijksche opruiming"
„seizoen opruiming", „balansopruiming" of
„inventarisopruiming" in het tijdvak van
I Januari tot en met 10 Januari 1937.
R.-K. VROUWENBOND IN HET BISDOM
HAARLEM.
Najaarsvergadering te Amsterdam.
De. najaarsvergadering van den R.-K.
Diocesanen Vrouwenbond in het Bisdom
Haarlem werd dezer dagen gehouden te
Amsterdam in Huize Lydia op het Roelof
Hartplein.
De begrooting voor het jaar 1937, slui
tende met een bedrag van 3562 aan in
komsten en uitgaven voor den loopenden
dienst, werd goedgekeurd.
Hierna hield mej. M. Romme een inlei
ding over de crisis-cursussen tot huishou
delijke voorlichting en opleiding tot huise
lijke diensten. Spr. gaf een' helder over
zicht zoowel van de geschiedenis van dit
werk, als van den huiuigen stand van za
ken, en wel wat dit laatste, betreft bijzon
der van Den Haag. Hieruit bleek wat door
activiteit der katholieke vrouwen in het
raam der neutrale commissie kon worden
bereikt.
Spr. behandelde de drie soorten van co-
mité's en hun afzonderlijke werk:
Die voor huisvrouwen van werkloozen
en andere huisvrouwen met lage inkomens.
Aan die categorieën werd inzicht gegeven,
dat met de beperkte middelen voor velen
meer was te bereiken, dan ze momenteel
er mee bereiken.
De spoedopleiding voor huishoudelijk
werk, de cursussen voor meisjes vanaf 16
jaar die werkloos zijn, of als bijna werk
loos zijn te beschouwen.
De dienstboden-opleiding in de interna
ten, de drie-maandelijksche cursussen waar
toe eertijds door „Bouvigne" een voorbeeld
is gegeven, als de werkkampen voor
meisjes uitgroeiden tot de spoedcursussen
in het internaat.
Tevens werd toegelicht welk soort sub
sidies en onder welke bepaalde voorwaar
den tot dit werk uit de overheidskassen
is te verkrijgen.
Mej. dr. J. Hillen vertelde daarna iets
over zuivelcursussen, die haar inziens ook
zeer geschikt waren voor de kleinere plaat
sen. Inlichtingen hieromtrent te bekomen
bij mevr. Ooms, Reguliersgracht 25, Am
sterdam.
Na de lunch werd een proeve genomen
tot nauwer onderling contact met de af-
deelingen, welke proeve zeker geslaagd
mag heeten. „Tijd".
BLOEMBOLLENCULTUUR IN HET
WESTLAND.
Men schrijft aan de „N.R.Crt.":
De Westlandsche Bloembollenkweekers-
vereeniging Floralia heeft thans in totaal
4 1/2 millioen bloemboLen opgeslagen, zulks
in afwachting van de overneming door het
surplusfonds. Er-is dus dit seizoen een be
langrijke vermindering in het niet-ver-
kochte deel te constateeren. Het vorige sei
zoen bedroeg dit aantal namelijk pl.m. 17
millioen. Door verlaging van de minimum
prijzen werd eensdeels meer verhandeld,
terwijl anderzijds het beschot minder is ge
weest.
TAXE-GEDEELTE CONSU3IPTIE3IELK.
Nederlandsche Zuivel-Centrale, 15 t.m. 21
November 1936 consumptiemelk regeerings
contract, taxegedeelte 6.25 cent, eventueel
verhoogd met premie of verminderd met
afdracht voor de kwaliteit, overmelk re-
geeringminimumprijs 5.10 cent.
Afdracht bij levering in consumptie van
andere dan taxemelk 2.50 cent.
Gemeenterekening van Delft.
De gemeenterekening van Delft over 1935
sluit voor zoover het den gewonen dienst
betreft zonder saldo. Over de algemeene
reserve is beschikt tot een bedrag van
72.672, terkenl geraamd was 156.000.
Dit beteekent dus een meevaller van ruim
83.000
EERSTE KAMER
De Voorzitter der Eerste Kamer is voor*
remens de Kamer bijeen te roepen tegen
a.s. Woensdag, 18 November 1936, des
avonds te half negen ure.
SCHOOLKWESTIE TE
WADDINXVEEN.
Rumoerige raadszitting.
De raad der gemeente Waddinxveen is
gistermorgen onder voorzitterschap van
burgemeester P. A. Troost in openbare
vergadering bijeengekomen ter behande
ling van de gemeentebegrooting 1937. Tij
dens de algemeene beschouwingen heeft
de heer T. A. v. d. Hee (groep hervorm
den) getracht, het woord te voeren over
de bekende schoolkwestie, die in Waddinx
veen zooveel gemoederen in beroering
heeft gebracht.
In de zitting van gistermorgen is het tot
hevige woordenwisseling gekomen tusschen
den heer v. d. Hee als voorstander van
een nieuwe hervormde school, waarvoor
de plaatselijke predikant ds. L. Vroegin-
dewey een felle propagandist is en den
burgemeester. De heer v. d. Hee ving zijn
betoog aan met het beleid van B. en W.
te critiseeren waarop de burgemeester on
middellijk interrumpeerde dat hij daarover
het woord niet wenschte te verleenen. De
beslissing van den raad is hierover geval
len en het schoolbestuur bij Ged. Staten
in hooger beroep gegaan. Het is zaak al
dus de hwgemeester, de uitspraak van dit
college af te wachten. De heer v. d. Hee
poogde hierna alsnog zijn rede voort te
zetten, zich beroepend op een artikel in
het reglement van orde, dat bepaald, dat
bij de behandeling der begrooting den
sprekers alle vrijheid van woord moet
worden verleend. Tot groote verontwaar
diging van den spreker hamerde de voor
zitter zoo luid en aanhoudend dat het
raadslid niet verstaanbaar was. Dit inci
dent verwekte groote opschudding in de
zaal. De voorzitter bracht hierop zijn be
leid in deze zaak in stemming en bekwam
de goedkeuring van den raad met de stem
men van de heer v. d. Hee en zijn partij
genoot G. Uitbeyerse tegen.
Nadat andere leden inmiddels het woord
hadden gevoerd, gaf de heer v. d. Hee te
kennen, zijn algemeene beschouwingen te
willen voortzetten. Hij trok op felle wijze
te velde tegen een ambtenaar ter secre
tarie, die zoo zeide spr. „een zeer
beleedigend artikel geschreven heeft in
een roomsche courant tegen ds. Vroeg-
indewey...." Voorzitter: „Ik beschuldig u
van laster. Ik wil de vergadering schorsen
om u deze woorden te laten herhalen. U
kunt het dan nog eens zeggen en u komt
dan meteen in aanraking met den straf
rechter". De heer v. d. Hee probeerde wat
te zeggen, waarop de voorzitter voortging:
„u insinueert. Namen noemen! Wie is dat?"
V. d. Hee: „Dat wil ik wel onder vier
oogen zeggen". Voorzitter: „Neen, nu na
men noemen. In deze vergadering". V. d.
Hee (aarzelend): „Ik heb gehoord dat ba
ron SloetVoorzitter hamert en zegt:
„Dat is niet aan de orde. Ik. wil geen
woord hierover zeggen, noch over den
schoolstrijd, noch over een artikel in een
roomsche krant"."De heer v. d. Hee zag
hierop van het woord af, waarna dit inci
dent gesloten was. De raad ging vervol
gens voort met de algemeene beschouwin
gen.
DE INDEELING VAN HET PALEIS
SOESTDIJK.
Omtrent de bewoning van het paleis
Soestdijk deelt men ons van welingelichte
zijde mede, dat het middenste gedeelte
het hofodgebouw van het paleis Soest
dijk, zal worden ingericht voor het ver
blijf van H. M. de Koningin, terwijl de
linkervleugel aan de zijde van Baarn
bestemd is voor het prinselijk paar. De
rechtervleugel zal worden bewoond door
de hofdames en andere leden van de hof
houding.
Men is thans bezig, het geheele paleis
van electrisch licht te voorzien, terwijl de
bestaande centrale verwarmingsinstallatie
wordt vernieuwd en uitgebreid.
EEN.... SANATORIUM.
Er wordt weer eens in vele brievenbus
sen een circulaire gedeponeerd van een
Sanatorium, dat een herstellingsoord voor
dames wordt genoemd en dat niets anders
is dan een Neo-Malthusiaansche inrichting,
waar de dames voor 4 tot 6 per dag
„herstel" kunnen vinden.
Van verschillende zijden wordt ons ge
vraagd hiertegen te waarschuwen.
Wij meenen, dat het niet overmoedig is
te veronderstellen, dat voor de R.-K.
Vrouwen deze waarschuwing overbodig is.
Wel niemand van haar zal er aan den
ken zich voor 4 of 6 te laten „behande
len" op een wijze, in strijd met de wet
van de door God geschapen natuur en de
positief Goddelijke wet.
Uitbreiding P. de Gruyter's fabrieken
te 's-Hertogenbosch.
't Is een verheugend verschijnsel dat bin
nenkort weder een nieuw fabrieksgebouw
zal verrijzen voor de N.V. P. de Gruyter
Zoon, die reeds 250 filialen telt over ge
heel Nederland verspreid.
Volgens de overeenkomst moet binnen 15
jaren het aangekochte terrein aan de In
dustriehaven te Den Bosch in drie gedeel
ten geheel zijn bebouwd. Thans kan ech
ter binnen vijf jaren aan de tweede nieuw
bouw worden begonnen, zoodat dan spoe
dig de derde groote de Gruyter's fabriek
in Den Bosch tot stand komt; wel een be
wijs, dat de Gruyter door zijn 10 pet. en
betere waar zijn klantental nog steeds weet
uit te breiden.
Officieele Crisispublicaties
UITPOTEN FABRIEKSAARDAPPELEN
OOGST 1937.
Verbetering.
In de publicatie d.d. 10 November om
trent de regelingen betreffende het uitpo-
ten van fabrieksaardappelen oogst 1937
moet in de tweede alinea voor den datum
waarop uiterlijk een vragenlijst zal wor
den toegezonden aan de houders van een
uitpootvergunning voor fabrieksaardappe
len 1936, in plaats van 2 November gele
zen worden 2 3 November 1936.
's-Gravenhage, 12 November 1936.
7222
NEDERLANDERS IN SPANJE
Naar v/ij van bevoegde zijde vernemen
verkeeren tot dusver alle zich te Madrid
bevindende Nederlanders in goeden wel
stand.
MOET MEN STOPPEN VOOR EEN
BURGER?
De K.N.A.C. wijst op de bezwaren bij hel
controleeren op den weg.
Herhaalde malen wordt de K.N.A.C. den
laatsten tijd weder de vraag voorgelegd,
of een automobilist verplicht is voor een
burger te stoppen, indien later blijkt, dal
hij met een ambtenaar had te doen.
In zijn algemeenheid is deze vraag niel
zoo gemakkelijk te beantwoorden. De wet
telijke bepalingen, waaraan de verschillen
de beambten him bevoegdheid ontleenen
geven hieromtrent weinig licht. Slechts d<3
jurisprudentie geeft in deze belangrijke
kwestie eenig houvast.
In twee arresten van den Hoogen Raad,
respectievelijk gewezen in 1929 en 1931, is
uitgemaakt, dat een bestuurder van een
motorrijtuig, die op vordering niet stil
houdt, slechts strafbaar is, indien hij weet,
althans redelijkerwijze kan weten, dat hij
te doen heeft met een persoon, die bevoegd
is tot het doen der vordering. In het an
dere bovenvermelde arrest wordt vervol
gens vastgesteld, dat het aanhouden met
een zgn. „claque" zooals de wegenbelasting
ambtenaren plegen te doen, een vordering
is, in den zin der wet. „Het risico, dat de be
stuurder inderdaad met een bevoegden
ambtenaar te doen had, moet hier geheel
voor zijn rekening komen", leert de Hooge
Raad verder. De appreciatie of het slacht
offer redelijkerwijs kon vermoeden, dat hij
met een bevoegden ambtenaar had te doen,
laat nogal eenige speelruimte van opvat
ting. Hieruit volgt, dat een goede regeling
van dit vraagstuk voor den automobilist
van groot belang is.
De K.N.A.C. heeft in een en ander aan
leiding gevonden in een adres aan den Mi
nister van Financiën, mede ter kennis ge
bracht van de Ministers van Defensie, Ju
stitie, Binnenlandsche Zaken en Waterstaat,
nogmaals dringend de aandacht te vragen
voor de problemen, die zich bij aanhou
ding van motorrijtuigen voordoen in het
bijzonder wanneer deze door niet geünifor
meerde ambtenaren geschiedt.
Hierbij komt nog, dat het niet alleen de
wegenbelastingcontrole is, waarmede de
automobilist voortdurend kennis maakt,
doch dat ook een zeer groot aantal andere
ambtenaren uit hoofde van diverse wetten
en reglementen het recht tot aanhouding
bezit, o.a. ambtenaren van crisis-controle-
dienst. Weliswaar gebruiken de eersten
veelal een signaal-instrument, de z.g.
„claque" (meer populair bekend onder de
naam „spiegelei") en maken de laatsten
van diverse ongelijksoortige seinen gebruik,
doch deze seinen blijken in de practijk niet
altijd voldoende opvallend te zijn, vooral
niet bij ongunstige weersomstandigheden
en duisternis, in welk laatste geval de
ambtenaren ook dikwerf eenvoudige zak
lantaarns benutten.
Komt het eenerzijds veel voor, dat deze
ambtenaren door automobilisten voor onge-
wenschte „meerijders" worden gehouden,
anderzijds is ook gebleken dat door de amb
tenaren niet voldoende wordt rekening ge
houden met de benoodigde remtijden en
remwegen.^ Ook blijkt, dat niet alle ambte
naren zich' een juist oordeel gevormd heb
ben over de soms zeer beperkte graad van
waarneembaarheid, waarin zij zich bevin
den.
Legio is het aantal gevallen, dat ter ken
nis van de K.NA..C. kwam, waarbij bijna
aanrijdingen plaats hadden met als gevolg
aanklachten wegens „poging tot doodslag"
(excusez du peu), terwijl beschieting van
te goeder trouw zijnde automobilisten in de
grensstreken niet tot de uitzonderingen be
hoort; gevallen van aanhouding met min
der goede bedoelingen door pseudo-ambte-
naren nog buiten beschouwing gelaten.
De K.N.A.C. heeft daartoe ten behoeve van
een vlot en veilig wegverkeer bij de minis
ters aangedrongen op instructies, opdat de
niet-geuniformeerde ambtenaren zoo
eenigszins mogelijk van geüniformeerde
politie zullen worden vergezeld en opdat
het voornemen tot aanhouding vooral tij
dig en duidelijk zal worden gegeven,
waartoe op de invoering van een uniform,
duidelijk opvallend en bij duisternis van
een van eigen verlichting voorzien teeken.
is aangedrongen.
De ontwikkeling van het wegverkeer
maakt een definitieve en uiteindelijke op
lossing van het geheele probleem der aan
houdingen dringend noodzakelijk.
LEEST DE ADVERTENTIES
IN UW D4WÏ,ai>
rnet/C
diLzeïvz stuM&n
x. en óvn vort geScAen&en