RIJKSPENSIOENVERZi KERING DONDERDAG 12 NOVEMBER 193t> DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 HOE WORDT HET WEER DE BILT SEINT Matige tot krachtige tijdelijk nog storm achtige Zuidelijke tot Westelijke wind, zwaar bewolkt met tijdelijke opklaringen, regen of hagelbuien, kouder. Hoogste barometerst.: 764.4 te Boedapest. Laagste barometerst.: 734.5 te Holyhead. De depressie beweegt zich Oost-Noord- Oostwaarts in diepte afnemend, in het Ka naal vertoont zich nog een kleine secun daire. De hoogedrukkïng nam af in het Zuid-Oosten en herstelt zich in het Wes ten, waarachter Ierland een Orkaanachtige Noorder storm waait. In Ierland en Schot land stormt het uit Noord-Oost, in de Golf van Biscaje uit West, in het Kanaal uit Zuid-West. Op de Britsche Eilanden viel plaatselijk meer dan 20 m.m regen en de regen duurt nog voort. In Frankrijk waaien krachtige Zuid-Westelijke tot Zuidelijke winden bij zwaar bewolkte lucht, in Duitsch land krachtige Zuidelijke tot Zuid-Ooste lijke winden met veel regen. Scandinavië heeft grootendeels betrokken lucht bij rustig weer en lichte vorst in het binnen land. De opvullende depressie zal nog stormachtigen wind veroorzaken, na het passeeren van de secundaire zijn regen en hagelbuien te wachten met afkoeling. LUCHTTEMPERATUUR. 8 gr. C. LICHT OP VOOR FTETSERS e. a. Vein Donderdagnamiddag 4.41 uur tot Vrijdagmorgen 6.49 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 13 Nov.: voorm. 1.55 en nam. 2.11 uur. RECHTZAKEN De Nijenrode-zaak VOORTZETTTING DER PLEIDOOIEN. De verdediger van den heer Onnes, mr. Th. Muller Massis zette vanmorgen zijn pleidooi in de Nijenrodezaak voort. Zooals men weet heeft de procureur-ge neraal mr. J. Versteeg in zijn requisitoir een jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest (een jaar) tegen verd. gevor derd. Mr. Muller Massis deelde mede. dat ge tuige Groeneveld Sr., de vader van den reeds gehoorden Haagschen kunsthandelaar thans verschenen is. De president wenscht hem alsnog te hooren. Getuige verklaarde, dat hij met zijn broer bij Koning was ge weest. Deze had toen een verklaring voor gelezen, waarin Onnes verklaarde geld te zullen geven aan K. op schilderijen. Pre cies weet getuige niet meer, wat in die verklaring stond. Getuige had een Nico- laas Maes, hy had het Koning in handen gegeven om te verkoopen voor ƒ7.000. Hij mocht er dan zelf ƒ3.000.van hou den Pres.: En aan wien zou K. het schilderij verkoopen? Getuige: Aan Onnes. Tenminste.... dat was zijn plan. Ook had Koning nog een v. de Velde in handen gehad. De président leest een briefje van Ko ning voor, dat hij aan getuige had ge schreven: „Het schilderij is voor de door u gestelden limiet niet te verkoopen, mijn vriend vindt het prima werk. Voor ƒ7500 kan ik het hem zeker wel kwijt". Geen camouflage. Bij deze orderhandelingen sluiten brie ven aan gewisseld tusschen Koning en Onnes. Hieruit blijkt dus, dat dit geen gecamoufleerde correspondentie was zooals Koning beweert maar dat wel de gelijk over beleening of aankoop van schilderijen werd onderhandeld. Mr. Muller Massis zette hierop zijn plei dooi voort. Koning zoo zegt pl. is in zijn verklaringen in dit proces steeds po sitiever geworden. Steeds dichter nader den zij.: verklaringen dien van Witbraad. Wat. is er met de twee schilderijen van den heer Or r es gebeurd, die nog vermist worden en die de „jongens" niet zouden hebben meegenomen volgens hun verkla ringen. Het is uitgesloten, dat verd. Onnes die schilderijen zelf verdonkeremaand heeft, om dit aan te toonen gaat pl. tot in bij zonderheden na wat verd. Onnes den och- ten na den inbraak heeft gedaan. Raadsheer mr. Leuwe van Nijenstein: Maar wat is er 's nachts gebeurd? Verdediger: Mevrouw Onnes heeft met klem verklaard, dat haar man dien nacht het slaapvertrek niet heeft verlaten. Verdachte windt zich hevig op: „U denkt toch niet, dat mijn vrouw ooit een on juiste verklaring heeft afgelegd". Psychologisch merkwaardig is ook al dus pl. dat Koning boos was toen er op de rechercbeiijst 7 gestolen schilderijen stonden opgegeven inplaats 5. „Die „schob berd" heeft er zeker zelf nog een paar achterover gedrukt" zegt Koning dan te gen Witbraad. Dar is hij rus kwaad op Onnes wan neer de verzekering nog meer benadeeld wordt.en zelt spreekt hij van het „spor tief genoegen" bij het oplichten van een verzekering. Tot in de fü. esses bespreekt mr. Muller Massis dan ae z.g. „camouflage brieven". Op die beleen'ng van schilderijen is ver dachte ingegarn omdat hij nog hoopte een combinatie te vinden. Hij dacht aan de schilderijen van Ko ning niets te kunnen verdienen en tege lijk Koning te helpen. Langdurig discussieert de verdediger met den procure ui-generaal en het Hof over de vraag waarom Koning de verklaring van Onnes, dal hij aan K. 8000 zou beta len voor enkete schilderijen indien de ver zekering uitbe'aald had, verscheurde. Er worden van beide kanten veronder stellingen gemaakt en de procureur-gene raal merkt, naai aanleiding van een op merking van mr. Muller Massis op: „Van 't kwade geweten van Koning zijn we allemaal overtuigd". Verdediger: „Ja, maar hij had geen kwaad geweten on dat hij de verzekering hielp benaaeelen, zooals hij dan ver klaart, Maar een sndere kwestie is de chantage. Misschien voelde hij daardoor zijn geweten knager. enverscheurde hii de verklaring vnr> Onnes. Kort nadat Koning met zijn chantagepo ging is begonnen schrijft Koning een brief aan Onnes. De laatste is boos enant woordt niet. Pas na een nieuwe aanmaning schrijft hij terug. Vriendelijk, dat is zeer verklaarbaar. Men vangt meer vliegen met stroop dan met azijn. Dat van een „camouflage" briefwisseling geen sprake is en dat Koning liegt, blijkt wel uit hèt feit, dat Koning in die periode expertise van eenige schilderijen heeft doen verrichten door prof. Vogelsang uit Utrecht. Er waren reëele onderhandelingen over schilderijen tusschen Onnes en Ko ning gaande. Dan bespreekt pl. de chantagekwestie, waarmee Koning op 20 April aanving. Waarom begon hij daar niet eerder mee? Misschien.... meent pl., zag hij er te gen op. „Waarom heeft Onnes de politie of de justitie niet gewaarschuwd", heeft de P. G. zich afgevraagd. Onnes dacht aldus pl. dit varkentje zelf wel te kunnen wasschen. Hij is geen jurist maar koopman. Bovendien wilde hij de verzekering geen aanleiding geven om de uitbetaling uit te stellen of de som te drukken. Er gingen geruchten en de klacht over de chantage zou die geruchten ver sterken. „ALs men onschuldig is laat men zich niet ohanteeren", zegt de P. G., doch zoo eenvoudig is het hier niet: er stonden oe- langen tegenover, belangen die gevaar lie pen door een losse en ongegronde beschul diging. Koning had groote belangen bij de gestolen goederen. Dan bespreekt pl. de houding van Onnes en Koning voor den rechter-commissariss. Als Onnes hem met klem en zonder beden king beschuldigt van chantage, vraagt Ko ninguitstel van verhoor om met zijn advocaat te overleggen. Van eenige spontaneïteit is bij K. geen sprake. Hij zóu aanvankelijk gezwegen hebben omdat hy een belofte aan Onnes had gegeven. Daarom aarzelde hij bij den rechter-com- missaris, en dat tegenover den man, die hem aan de hyena's overleverde (zooals K. het uitdrukte) en die hem niet betaalde en die hem bovendien zooals K. zegt ten onrechte van chantage beschuldigt. En hij zwijgt, doch vraagt overleg met zijn ver dediger te mogen plegen. Pas daarna lan ceert hij zijn beschuldiging tegen Onnes. Het bewijs van Onnes' schuld valt of staat met het verwerpen of aanvaarding van Ko- nings' verklaring. Doch op dergelijke ver klaringen mag geen veroordeeling volgen. Wanneer men de psyche van den hoofdge tuige goed vat, zooals de rechtbank dat heeft gedaan, zal men verd. vrij moeten spreken. De zitting wordt geschorst tot twee uur. Notaris tot drie jaar veroordeeld. De Rechtbank te 's Hertogenbosch heeft heden vonnis gewezen in de zaak tegen den gewezen notaris L. te 's Hertogen bosch, die terecht heeft gestaan wegens verduistering en valschheid in geschrifte, meermalen gepleegd. De Officier had een gevangenisstraf van vier jaren geëischt. De rechtbank veroordeelde L. heden tot drie jaren gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. De uitspraak geschiedde buiten tegenwoordigheid van den verdachte. Verduistering. ,De gewezen hoofdagent van ..de Volks krant" P. M. van B. uit Pijnacker, thans gedetineerd, die terecht heeft gestaan we gens verduistering van gelden ten nadeele van deze N.V., werct heden door de Haag- sche Rechtbank veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. De eisch van het O. M. was 1% jaar. Bedriegelijke bankbreuk. De Haagsche Rechtbank veroordeelde den veehouder J. H. van V. uit Pijnacker, tegen wien het o.m. wegens bedriegelijke bankbreuk 1 y2 jaar is geëischt, tot een jaar gevangenisstraf. WAT IS EEN BELEEDIGING VERSPREIDEN? Omdat een architect een gedichtje met beleedigende inhoud overtypte, werd hij vervolgd wegenr smaad. In Bunnik was den laatsten tijd een be weging gaande, welke zich in hoofdzaak richtte tegen den directeur van de Boaz- bank daar ter plaatse. De gemeente-archi tect schreef een brochure, waarin hij zich kantte tegen den bankdirecteur en toen de architect eens een pamfletje in zijn brie venbus vond, waarop een gedichtje stond afgedrukt,, een gedichtje handelende over een bankdirecteur, die als een boaz rond liep en wien de dichter een minder prettig uiteinde toewenschte, vond hij dit zoo aar dig, dat hij het poëem overtypte en aan anderen ter hand stelde. Hierdoor voelde de directeur van de Boazbank zich beleedigd, daar hij meende de trieste hoofdfiguur uit het gedicht te zijn; althans dat men hem er mede bedoel de. Hij diende een klacht in wegens smaad bij den Officier van Justitie en Dinsdag stond voor de Utrechtsche Rechtbank de ar chitect voor dit feit terecht. Uit de kringen der balie bestond voor deze zaak veel belangstelling, daar het hier een overtreding geldt van een sinds kort in werking getreden wetsartikel betreffende het verspreiden van e°n beleediging. Na de eerste vraag van den president zei verdachte, dat hij eigenhandig het gedicht je overtypte en aan anderen had laten le zen en, zoo zij dit wenschten, ook ter hand had gesteld. Hij had met het overtypen van het smaad- gedichtje niet de bedoeling gehad, den bankdirecteur te treffen. „Neen, dat meen ik ook" merkte nu de Officier van Justitie ironisch op U typte dat ding over omdat U het zoo'n bij zonder literair werk vond!" (Gelach). „Ik bewaarde het ais curiositeit", ant woordde verdachte. „Bovendien ver volgde hij ik liet het gedichtje in tegen woordigheid van een raadslid uit Biltho- ven aan den bankdirecteur lezen en toen zeide deze, zich er niet door beleedigd te gevoelen." President: „Wilt U ons nu werkelijk wijs maken, dat dit geschriftje niet rechts- streeks sloeg op den bankdirecteur v. W.?" „Net zoo goed op v. W. als op een an der!" President: „Zijn alle bankdirecteuren dan piraten die gevierendeeld moeten worden? Noemt U eens namen!" Op deze strikvraag antwoordde verdach te niet. De beleedigde. Als getuige gehoord, verklaarde de be trokken bankdirecteur zich door het ge dichtje beleedigd te gevoelen. Overigens vond get. het pamflet te laag bij de grondsch om er verder op in te gaan. Nóg zes getuigen werden gehoord en al len verklaarden zij van verdachte het ge dichtje te lezen te hebben gekregen. De laatste getuige voegde er nog bij, dat verd. hem uitdrukkelijk gezegd had het pam fletje terug te geven, want hij moest er nog copieën van maken. Dit ontlokfe den Officier van Justitie. „O, hoort U nu wel, U moest het terug hebben want U wilde het gaan vermenigvuldigen en verder ver spreiden." Een maand gevangenisstraf. Requisitor nemende, achtte de Officier van Justitie het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Op de eerste plaats aan de hand der verklaringen van den verdachte zelf, waar hij erkent het gedicht te hebben overgetypt en aan ande ren ter hand te hebben gesteld en voorts aan de hand der verklaringen van de zes getuigen. Dit geschiedt nota bene nog wel door een gemeente-architect - aldus de Officier tegen een bankdirecteur, met wien hij bij na iederen dag moet omgaan uit hoofde van zyn ambt. Aan het slot van zijr requisitoir eischte de Officier tegen verdachte een gevange nisstraf van één maand. Wanneer is verspreiden strafbaar? Mr. Robold uit Arnhem trad in deze zaak als verdediger op Hij begon zyn pleidooi met de vraag te stellen: „wat is feitelijk het verspreiden van een beleediging en wanneer maakt men zich daaraan schuldig. Is de Officier van Justitie verspreider in dezen zin, omdat hij een dagvaarding op stelde of deed opstellen, waarin ook het gewraakte gedicht voorkomt? Is pleiter zelf strafbaar, wanneer hij aan de verslagge vers een na-getypt exemplaar van die dag vaarding met het gedicht er in ter hand stelt?" „Het wetsartikel waar het nu om gaat aldus pleiter is nog te jong om hier al toegepast te worden. In den zin van deze wet, moet verspreiden iets anders zijn." Als volgend voorbeeld haalde pl. aan het stuk dat onlangs over Rockefeller werd ge schreven en dat lang niet vleiend voor dien man was. De minister-president van Enge land deed het stuk nadrukken en de Ne- derlandsche kranten gaven er een uittrek sel van. Is die minister-president versprei der van een beleediging en zijn de Ne- derlandsche kranten volgens de nieuwe wet nu niet strafbaar? Verd. heeft het gedicht in zijn brieven bus gevonden en het overgetypt. Men kan het met die handelwijze niet eens zijn, plei ter achtte het niet te zijn een strafbaar feit en vroeg ontslag van rechtsvervolging. Uitspraak over veertien dagen. „Tijd". RAAD VAN ARBEID met TERUGBETALING VAN PREMIËN bij vroeger overlijden is een algemeen begeerde DE GENEESKUNST ONBEVOEGD UITGEOEFEND. Tot 500.boete subs. 20 dagen hechtenis veroordeeld. Heden is voor den Amsterdamschen kan tonrechter mr. I. van Crefeld de aangehou den zaak behandeld tegen de „geneeskun dige" mevr. S. te Amsterdam, die zich te verantwoorden heeft wegens eenige geval len van onbevoegd uitoefenen van de ge neeskunst. Wegens ziekte van de verdachte kon de zaak veertien dagen geleden geen doorgang vinden. Er is toen slechts één ge tuige gehoord. Als deskundige was gedagvaard de di recteur van den geneeskundigen dienst te Amsterdam, dr. L. Heyermans. De verdediger mr. D. C. Endt, deelde me de, dat verd. wegens uitstedigheid ook he den niet kon verschijnen. Als tweede getuige werd thans gehoord de moeder van een jongetje, dat door mevr. S was behandeld. Het kind had een opera tie ondergaan en had daarna een hoest- kwaal gekregen. Mevr. S. had borst en rug van het kind bestreken, en gezegd, dat het patiëntje een benauwde borst had. Zij schreef zitbaden en kruiden voor. De moeder was verscheidene keeren met haar zoontje bij mevr. S. geweest, die steeds dezelfde behandeling voorschreef, doch het baatte niet. Op een vraag van den ambtenaar van het openbaar ministerie, mr. de Menthon Backe, of de vrouw niets over doktoren had gezegd, verklaarde get., dat zij het be ter had gevonden, indien het kind niet zou Zijn geopereerd. Dr. Heyermans vroeg naar den aard van de ziekte. Het bleek etter-pleuritis te zijn. De griffier las hierop een tegenover de politie afgelegde verklaring voor van een andere getuige, een patiënt, die door mevr. S. was behandeld. Zij was lijdende aan zenuwzwakte. Mevr. S. had gezegd, dat getuige zich maar niets van doktoren moest aantrekken. Zij had de oogen gesloten en had met de handen langs haar lichaam gestreken, zonder haar aan te raken. Daarop schreef zij een uitge breid en kostbaar recept voor, dat o.a. een zeer minderwaardig advies bevatie, dat ge tuige siechts eenmaal heeft opgevolgd, om dat zy het onzinnig vond. Getuige heeft haar bezoek aan mevr. S. niet herhaald, omdat dit te kostbaar zou worden. Bij het recept had zij in geen enkel opzicht baat gevonden. De verklaring, wel ke verd. had afgelegd tegenover den hoofd inspecteur der politie Kapinga, werd door dezen ongeloofwaardig geacht. Dr. Heyermans verklaarde, dat het min derwaardige advies door verd. gegeven, de patiënte psychisch geheel uit haar even wicht zou hebben gebracht, indien zij het had opgevolgd. De verklaring van verdachte inzake de operatie geeft blijk van een dermate on kundigheid en onverantwoordelijkheid, dat hiervoor geen woorden te vinden zijn. Requisitoir. De ambtenaar van het O.M. daarna het woord verkrijgende, zegt, dat het vast staat, dat het optreden van verdachte in hooge mate nadeelig moet worden geacht voor de gezondheid. Ook bedreigt verd. de openbare en de rechtsorde, daar zij ver klaart, dat zij zal doorgaan en door God geroepen te zijn. Bovendien gaan haar ta rieven boven de draagkracht van eenvou dige personen, die aldus op kosten worden gejaagd. Aangezien de verschillende geldboeten, waartoe verdachte reeds vroeger is ver oordeeld. hun uitwerking blijkbaar hebben gemist, requireerde spi. thans een straf van een maand hechtenis Pleidooi. De verdediger, mr. Endt. voert aan de verklaringen van verscheidene doktoren, die zeggen, dat genezing volgens de in het geding zijnde methoden, zeer wel moge lijk is. In geen geval betreft het gevaarlijke din gen. Het komt inderdaad voor, dat er men- schen zijn, die het vermogen, ja, een god delijke roeping hebben, om dingen te zien, waarvoor anderen een studie moeten door maken. Bovendien was verd. volkomen te goeder trouw. Zij achtte het zeer onwaar schijnlijk het minderwaardig genoemde ad vies te hebben gegeven. Het is uitgesloten, dat zij iemand een raad zou geven welke gevaar oplevert voor het psychi.-che even wicht, omdat het haar juist te doen is om dit evenwicht te bewaren. Het onderhavige geval is geheel in tegen stelling met de vorige zaak dienaangaande, toen men op bedriegelijke wij25 tegen de vrouw was opgetreden. Spr. verk.aarde, zelf bij de genezingsmethoden van verd. baat te hebben gevonden. Spr. wees op een soortgelijke zaak, welke te den Haag diende en waarbij verd. van rechtsvervolging is ontslagen, omdat im mers de noodzaak kan bestaan, dat naar andere dan doktershulp wordt omgezien. Deze opvatting achtte spr. \olkomen juist. Ook uit hoofde van vroegere beslis singen moet een mildei vonnis voort vloeien. Spr. zeide, dat van afzetterij geen sprake is Vele minvermogenden worden door verd. kosteloos behandeld. De verklaring van deskundigen achtte pl. overbodig. AGENDA Donderdag- Geloof en Wetenschap, Dr. A. Slubbe over: „Rubens en de kunst dei- 17e eeuw", „In den Vergulden Turk", 8.15 uur. Vrijdag, R. K. Bond van Spoor- en Tram wegpersoneel „St. Raphaël", leden vergadering Bondsgebouw, 8 uur. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag 9 tot en met Zondag 15 Nov a.s. waargeno men door de apotheken: G. H. Blanken, Hoogewoerd 171, telef. 502, D. J. v. Driel sum, Mare 110, telef. 406 en J. Doedens, Wilhelminapark 8, Oegstgeest, tel. 274. STADSNIEUWS R. K. ONDEIiWIJZERSVEREENIGING „ST. AUGUSTINUS". Viering 7de lustrum. Naar aanleiding van het 35-jarig bestaan der Leidsche afdeeling van bovengenoem de vereeniging werd een feestviering ge organiseerd, om dit feit dankbaar te ge denken. De Burchtzaal was gisterenavond ge vuld met leden en huisgenooten, die door den voorzitter, den heer H. G. de Boer. hartelijk werden welkom geheeten. In het bijzonder verwelkomde spr. de heeren Breuring en van der Krogt, die gedurende 35 jaren lid van de afdeeling geweest zijn. De inspecteur van het lager onderwijs, de heer Baak en mevr. Baak, werden mede hartelijk verwelkomd. Den vertegenwoordi gers van „Katholiek Leiden", den heeren Kriek en van der Fluit, werd dank ge bracht voor hun aanwezigheid. Hierna werd het tooneelgezelschap der R. K. Haagsche Onderwijzersvereeniging door den voorzitter ingeleid. Het verheug de spr., dat de Haagsche. collega's dezen avond voor de afdeeling wilden optreden. Deze tooneelclub, die in den Haag een goe den naam heeft, voerde op het blijspel ..Mijnheer de Senator" van F. von Schön- than en G. Kadelburg. Een bespreking van het stuk laten we achterwege. De keuze was uitstekend en uitermate geschikt, om op een feestavond als deze te worden ge speeld. De 3 bedrijven werden op vlotte wijze gespeeld. Met greote aandacht werd het spel gevolgd, herhaaldelijk klonken de lachsalvo's door de zaal en het telkens spontane applaus, dat de dialogen onder brak, bewees duidelijk, hoezeer de aan wezigen de rake en fijne zetten konden waardeeren. Alle sprekers verdienen lof voor hun natuurlijk spel. Het bestuur der afdeeling heeft door het uitnoodigen der Haagsche collega's deze feestviering tot een prettige, beschaafde herdenking gemaakt. De voorzitter dankte aan het slot het ge zelschap. dat door een langdurig applaus aan het einde den dank der aanwezigen reeds spontaan ontvangen had. De avond werd opgeluisterd door een strijkje onder leiding van den heer van Well. Men bleef nog een uurtje gezellig bijeen: na afloop kon de voorzitter verklaren, dat deze bescheiden feestviering in alle opzich ten geslaagd mocht worden genoemd. Rest nog te vermelden, dat de collecte, gehouden op verzoek van het Comité voor jeugdige werkloozen ruim 17 gulden op bracht. VOOR DE JONGEREN. Belangrijke bijeenkomst. Door de afd. Leiden van de R. K. Staats partij is een vergadering georganiseerd voor de jongeren. Deze zal plaats heb ben op 24 November a. s. De bedoeling is, om tot oprichting te komen van een jongeren-afdeeling. Sprekers op dezen avond zijn de heeren rector Bots en mr. Donders. Nadere bijzonderheden worden nog bekend gemaakt. DE HAARLEMMERSTRAAT WINKELWEEK. De politie heeft hedenmorgen wegens ver moedelijke overtreding van de loterij wet de bussen, die bij de winkeliers op de Haai'- lemmerstraat werden geplaatst voor den raadselwedstrijd, in beslag genomen. De Winkelweekcommissie tracht thans alsnog 'n gewenschte oplossing te vinden om den wedstrijd, mogelijk in eenigszins ge wijzigden vorm, doorgang te doen vin den. Mededeelingen hieromtrent zullen heden avond op de borden op de Haarlemmer straat worden bekend gemaakt, terwijl het reusltaat ervan morgen in de pers gepu bliceerd zal worden. Handelsregister K. v. K. W ij z i g i n g e n: 132. G. Th. Koekenbier, Leiden, Hoogewoerd 155, rund-, kalfs- en varkensslagerij; fijne vleeschwaren. Uittr. E.: G. Th. Koekenbier, d.d. 1 Sept. 1936. Wijz. handelsn. in: Firma G. Th. Koeken bier. N. E.: W. A. Koekenbier, Leiden. Vol macht verleend aan: G. Th. Koekenbier, Leiden. (B.P.). 1221. Drukkerij „De Kempenaer", A. J. Duyverman, Oegstgeest, Terweeweg 3c, handelsdrukkerij. Bijv. uitgeoef. bedr.: kan toor-, boek- en papierhandel, annex winkel. 5749. Café Galjaard, Leiden, Heerensingel 12. N. E.: W. Galjaard, Leiden. Opheffing. 6778. Kantoor-, Boek- en Papierhandel „de Kempenaer", Oegstgeest, de Kempenaerstr. 21.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 2