De „inbraak" in het kasteel
Nijenrode»
GOSDS V.SGSN ilüSNGSfi VSLVAAR?
WOENSDAG 4 NOVEMBER 1936
DE LEÏDSCHE COURANT
fWEEDE BLAF) - PAG. 7
BOEREN ZIJN BRAVE MENSCHEN,
MAAR
Rede van oud-Boerenminlster Verschuur.
Gistermiddag werd in de Harmonie te
Groningen de jaarvergadering gehouden
van de Gron. Mij. van Landbouw. Op deze
vergadering heeft mr. Verschuur, oud-mi-
nister van Economische Zaken, gesproken
over „Enkele crisis-ervaringen",
Spr. wees er dan op, dat de boer zich
vaak niet zoo in de gemeenschap, in het
nationaal leven plaatst als'wel gewenscht
is. Als de boer eenigermate zich tegenover
de industrie plaatst, dan is dat niet juist.
Spr. ziet in den boer, in dezen tijd, ook
een industrieel. Ziet de boer zich zoo, dan
zal hij het gemakkelijker vinden zich in
het geheel te plaatsen.
Spr. wees in dit verband op de eerste
contingenteering van vleesch uit Denemar
ken in 1931. Een bandjir van rundvleesch
richtte zich naar ons land en de prijzen kel
derden. De contingenteering van den
vleeschimport heeft Denemarken echter ten
zeerste verbitterd en een deel van onzen
export daarheen onmogelijk gemaakt. De
industrie heeft daarbij geleden ten koste
van den landbouw.
Spr. heeft in zijn ministersloopbaan de
ervaring opgedaan, dat tegen domheden
niet te strijden is. De twee honderd mil-
lioen voor landbouwsteun wordt door ve
len beschouwd als steun van de regeering
aan de boeren. Spr. wil dat echter alleen
zien als regelend optreden om de prijzen
omhoog te heffen. Als dat niet gebeurd
was, zou het niet meer de moeite waard ge
weest zijn om te verbouwen en te produ-
oeeren. Er zijn na eenige maanden geen
landbouwbedrijf meer geweest zijn. Daar
om zijn voorwaarden gesteld en spr. vestigt
daarop de aandacht om de juiste waarde
van die 200 millioen in het licht te stellen.
Overigens hebben de boeren ook niet al
tijd gewaardeerd wat de regeering deed.
Vooral het juk, dat op de boeren gelegd
is, drukt hen zwaar. Dit is echter, bij
samenwerking, niet anders mogelijk. Het
zit dus niet in die aartsgemeene regeering,
aldus spr„ maar in die samenwerking,
waartoe de regeering u heeft meenen te
moeten brengen.
Bij de tarwe-regeling waren de klachten
het minst. Een behoorlijk richtprijsje
(applaus) en dan maar inleveren, en de
regeering nam alles tot zich.
De boeren gingen echter daarna ieder
hoekje met tarwe bebouwen en toen maar
1/3 mocht worden beteeld, ging een licht
gemurmureer op....
Er moest wel teeltbeperking komen. En
er was ook reden, dat deze regeling niet
aan de organisaties kan worden opgedragen.
Menige organisatie zou zijn bezweken. Als
dan ook in het rapport der commissie-Van
Loon wordt gevraagd om de organisatie
meer bevoegdheden te geven, dan dient
wel bedacht, dat dit een krachtproef zou
beteekenen voor de organisaties om eigen
leden aan den band te houden.
De boeren zijn brave menschen, maar
moeten nog leeren ook een ander eens iets
te gunnen. Die geest zou ook door de orga
nisaties nog wel wat kunnen worden ver
beterd
Tot spr.'s teleurstellingen behoorden ook
de teeltregeling voor rundvee en de af
slachting. Dit is niet door de boeren vol
doende behartigd. Men deed alles om de
productie op te voeren en angstwekkend
nam die toe. Spr. noemt voorts de afslach
ting van hoogdrachtig vee. Wiens schuld
is dat? Van de regeering! werd geroepen.
Maar het was de schuld van de boeren!
Een troost is echter, dat tenslotte de
teeltregeling verbetering zal brengen. De
goede vleeschprijzen zijn er echter een uit
eindelijk gevolg van.
Spr. wees voorts op de crisis-varkenswet,
die wel geen vóór-crisis-prijzen bracht,,
maar toch nog zorgde, dat de pry's boven
het nulpunt bleef.
In de crisis-maatregelen zit ook een op
voedend karakter. Als de regeling vervalt,
dan moet de organisatie perfect zijn voor
100 pet.
Jammer genoeg 'had het veredelings-in
stituut voor de zuivel niet de belangstelling
van betrokkenen. Het daarvoor uitgetrok
ken millioen is by den grooten hoop ge
voegd.
Spr. is van oordeel, dat na dezen crisis
tijd (het gloort aan de kim) de overheid
zal gedwongen zijn een belangrijk deel van
de bepalingen in stand te houden. Er zal
een ongeregelde verhouding met de ver
schillende landen komen, zoodat men in elk
geval instituten voor den export moet be
houden.
Spr. meent nu, achteraf gezien, dat de
Engelsche exportmarkt lange jaren is ver
onachtzaamd. Als de coöperaties beter ge
keken hadden, was dat niet gebeurd. Eenig
regelend en controleerend werk van de
overheid zal hierbij noodig zyn.
Spr. concludeerde met den voorzitter,
in zijn openingswoord, dat de regelingen
nog' zoo kwaad niet waren. Spr. heeft het
volk gediend, niemand naar de oogen ge
zien, maar zich ook veel vijanden gemaakt.
ELECTRIFICATIE SPOORLIJN
DEN HAAG—UTRECHT
Zonder tegenslag het volgend jaar Mei
gereed.
De werkzaamheden aan de electrificatie
van de spoorlijn Den HaagUtrecht vor
deren goed. Van Den Haag af is men begon
nen met het zetten van palen van het
bovengronsche net. Met het gieten van be
tonnen voetstukken, alsmede het plaatsen
der palen, is men thans tot en met Gouda
gevorderd.
Wanneer het werk in de wintermaanden
geen tegenslag ondervindt door b.v. het
optreden van strenge vorst, zal de totale
electrificatie in Mei van het volgende jaar
gereed komen.
HET HUWELIJK VAN DE PRINSES.
Prof. Obbink zal het inzegenen.
Naar de (A.-R.) „Rotterdammer" ver
neemt, zal het huwelijk van K. K. H. Prin
ses Juliana en Z. D. H. Prins Bernhard op
12 Januari kerkelijk worden ingezegend
door den hofprediker prof. dr. H. Th. Ob
bink, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit
te Utrecht.
HUWELIJKSGESCHENK VAN DE
NEDERLANDSCHE SCHOOLJEUGD
AAN PRINSES JULIANA.
Men deelt ons mede:
Van den Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen werd toestemming ont
vangen zijn naam te plaatsen aan het
hoofd der lijst van autoriteiten, enz. die
hun instemming betuigen met de plannen
om de Prinses bij haar huwelijk een ge
schenk van de Nederlandsche schooljeugd
aan te bieden.
Ook de directeur-generaal van het on
derwijs heeft toestemming verleend zijn
naam in deze lijst op te nemen. De volle
dige lijst wordt binnenkort met een cir
culaire aan de meer dan 9000 onderwijs
inrichtingen, die ons land telt, toegezonden.
Door deze opwekking hoopt het comité bij
na 1% millioen leerlingen te bereiken.
Als datum en uur voor de te houden
inzameling zijn thans vastgesteld Dins
dag 15 December, des ochtends 10 uur.
Op dien dag en dat uur zal dus de ge-
iheele Nederlandsche schooljeugd by
alle takken van onderwijs van elke
richting in de gelegenheid worden ge
steld haar bijdrage te schenken.
De voorzitter van het comité van de Ne
derlandsche schooljeugd is als lid opgeno
men in het algemeen comité voor het na
tionaal geschenk, zoodat samenwerking en
overleg met het algemeen comité ten volle
verzekerd is.
PRINS BERNHARD'S EERSTE JACHT
IN NEDERLAND.
De buit bestond uit 35 wilde zwijnen!
In aansluiting op ons bericht in het blad
van gasteren inzake de drijfjacht op de Ve-
luwe kunnen we nog het volgende mede-
deelen:
Behalve de reeds genoemden maakten
deel uit van het jachtgezelschap K. J. G.
baron van Hardenbroek, mr. H. L. s'Jacob
en jhr. C. E. J. M. Verheyen, eerste stal
meester van H.M. de Koningin. De jacht,
welke in de morgenuren gehouden is in de
Gortelsche bosschen, stond onder leiding
van den heer W. Brandtsma, Koninklijk
jage-rmeester. In hoofdzaak bepaalde men
zich tot jacht op wilde zwijnen. Het tal
rijke andere door de drijvers opgejaagde
wild liet men ongemoeid. In het Koninklijk
jachtslot te Gortel gebruikte het jachtge
zelschap de lunch.
Inmiddels waren daar tot veler verras
sing per auto gearriveerd H.M de Konin
gin en H.K.H. Prinses Juliana, die zich op
de hoogte kwamen stellen van de resultaten
der jacht. By aankomst der vorstinnen blie
zen vier trompetters welkomstfanfares. De
Koningin en Prinses gebruikten de lunch
met het gezelschap, doch toen na beëindi
ging daarvan de jagers zich naar Uddel
begaven om daar de jacht voort te zetten,
reden de Koningin en de Prinses terug naar
het Koninklijk paleis Het Loo.
In den loop van den middag veranderde
het aanvankelijk zoo gunstige weder. Een
dichte fijne regen viel, welke het verblijf
in de bosschen en heidevelden, minder aan
genaam maakte, doch Prins Bernhard en
zijn gezelschap lieten zich hierdoor niet
afschrikken en zetten de jacht onvermoeid
voort. Te Uddel had de heer J. C. E. C. N.
Mulder, Koninklijk houtvester, de leiding
van de jacht, die zich evenals des morgens
bepaalde tot het jagen op wilde zwijnen,
die de meute had opgespoord.
De vallende duisternis maakte ten slotte
een einde aan het jachtvermaak. Een rijke
jachtbuit was het resultaat van Prins Bern
hardt eerste jacht in Nederland op grof
wild. Er werden n.l. onder meer 35 wilde
zwijnen neergelegd.'
Goedkeuring van een verdrag met België.
Ingediend is een wetsontwerp tot goed
keuring van het op 15 Mei 1936 te 's-Gra-
venhage tusschen Nederland en België ge
sloten verdrag betrefferde den onderstand
en de terugleiding van behoeftigen. Het
onderhavige verdrag is in zijn groote lijnen
de bevestiging van de reeds sedert jaren
in beide landen ten aanzien van de weder-
zijdsche onderdanen gevolgde practijk.
Het aan het verdrag ten grondslag lig
gende humanitaire beginsel om hem, die
hulp behoeft, deze aanstonds, zonder on
derscheid van nationaliteit, te verleenen,
verzet er zich geenszins tegen, om den arm
lastigen vreemdeling, wiens gezondheids
toestand daarvoor geen beletsel oplevert,
zoo spoedig mogelijk naar zijn eigen land
terug te zenden.
Tenzij gezondheids- of andere redenen
van humanitairen aard zich daartegen ver
zet, kan dientengevolge elk der partijen te
allen tijde zonder meer overgaan tot de
uitleiding van den armlastigen onderdaan
of oud-onderdanen van de andere party.
RIJK AAN VITAMINEN
PHOSPHATEN, IJZER EN KALK
IS TEN HOEVE'S ROGGEBROOD
EN DAAROM UITERST VOEDZAAM
EN BOVENDIEN LICHT VERTEERBAAR
vraact uw bakker.'
GEBR. TEN HOEVE
DEN HAAG ROTTERDAM
TEL.333298 TEL.S3949
BENOEMINGEN TOT BURGEMEESTER.
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over de begrooting Binnenlandsche
Zaken voor 1937 ontleenen wij het vol
gende:
Het had de aandacht van eenige leden
getrokken, dat meermalen personen tot
burgemeester benoemd worden, die reeds
op gevorderden leeftyd zijn, terwijl an
derzijds de regeering voor sommige ande
re categorieën van ambtenaren het pension-
neeren op 60-jarigen leeftijd bevordert.
Men achtte dit niet consequent.
Vooral de benoeming van gepensionneer-
de overheidspersonen of ambtenaren stuit
te op bezwaren. In dit verband werd gewe
zen op de gemeenten Roermond, Wormer-
veer en Breda.
Andere leden konden zich daarmede
geenszins vereenigen. De drie meer spe
ciaal bedoelde ambtsdragers zijn personen
nog in de kracht van hun leven. Juist door
dat zij in het burgemeestersambt, hetwelk
relatief zeer laag gesalarieerd wordt, be
kleed en. Voor anderen is deze lage sala-
rieering niet zelden een belemmering.
Voorts betreurde men de herbenoeming
van de burgemeesters, die voor hun ambt
weinig of niet geschikt zijn gebleken. Het
belang van de gemeente dient te praeva-
leeren boven dat van den betrokken bur
gemeester.
Door eenige leden werd de vraag gesteld,
welk standpunt de minister inneemt ten
aanzien van burgemeesters, die zich aan
een grove verkeersovertreding schuldig
maken. Vindt de minister hierin geen aan
leiding bedoelde burgemeesters van hun
functie te ontheffen?
Sommige leden vestigden de aandacht op
de rede welke de Burgemeester van Bre
da gehouden heeft bij de aanvaarding van
zijn ambt, in welke rede hij zich waar
schuwend richtte tegen een bepaalde poli
tieke partij. Men was van oordeel, dat ge
noemde burgemeester ten deze ontactisch
is opgetreden.
Andere leden echter verklaarden, dat
naar hun meening den burgemeester te de
zer zake geen blaam treft.
INSCHRIJVING VAN ZWARE MOTOR
RIJTUIGEN.
De A.N.W.B. verzoekt de volgende rec
tificatie van zijn bericht, zooals dat in ons
blad van 30 October j.L werd opgenomen,
te willen vermelden.
By nadere informatie aan het bureau
1 voor inschrijving van zware motorrijtuigen
is gebleken, dat ingevolge de met ingang
van 1 November van kracht geworden nieu
we bepalingen, de vroeger voorgeschreen
oranje-wit-blauwe platen aan voor- en ach
terzijde van ingeschreven motorrijtuigen
en aahangwagens niet meer inge
voerd behoeven te worden.
Het is dus gewenscht deze oud-model
platen, welke ten aanzien van het ryden
belangrijke restricties voorgeschreven, van
de voertuigen te doen verwijderen.
De inschrijvingsbewijzen van het oude
model, waarvan de geldigheidsduur nog
niet is verstreken, blijven tot nader
order van kracht. Men behoeft
dus voor nog geldig zijnde oud-model in
schrijvingsbewijzen niet direct een
nieuw-model aan te vragen.
De in de oud-model bewijzen vermelde
wieldrukken en maximum snelheden zijn
echter niet meer van kracht, aangezien
deze maxima nu in het reglement worden
opgesomd en voor ieder gelijk zijn gewor
den.
In afwijking verder van hetgeen in ons
vorig bericht vermeld werd zij medege
deeld, dat slechts voor die bewijzen van
inschrenving, waarvan de geldigheidsduur
op 1 November 1936 afliep, herinschryving
volgens de nieuwe voorschriften moet wor
den aangevraagd en verkregen.
Alle voertuigen welke breeder zijn dan
2.10 M. moeten zijn voorzien van de in de
gewijzigde motor- en rij wielbeschikking
aaangegeven ronde witte platen met rooden
rand, in het midden voorzien van een zwar
te B. Dit teeken geeft dus aan dat het be
treffende voertuig niet mag rijden op B-
wegen.
Na de pauze.
Na de pauze staat verdachte M. Onnes
terecht. Hij verklaart thans in Duitschland
te wonen. De advocaat-genraal heeft 19
getuigen doen dagvaarden, de verdediging
negen.
Verdachte blijft by zijn verklaring, zoo
als hij die heeft afgelegd voor de recht
bank.
„Ik ben volkomen onschuldig".
„Ik heb aUes naar waarheid verteld, ik
ben volkomen onschuldig", zegt verdachte.
Het Hof begint weer met het verhoor
van inspecteur Posthuma. Bij zijn arrestatie
had Onnes aanvankelijk verklaard absoluut
van niets te weten. Pas later heeft hij ver
teld, dat de inbraak door Koning was ge-
ensceneerd en deze hem had willen chan-
teeren.
President: „Dus verdachte, u blijft er bij,
dat ook de twee schilderijen van u zijn ge
stolen behalve de vijf schilderstukken, die
eigenlijk aan Goudstikker toebehoorden.
Inspecteur Posthuma verklaart dan, dat
verd. hem gezegd had, dat hij ongeveer zes
ton aan kunstvoorwerpen bezat. Hy had
echter behoefte aan liquide middelen.
Nog vele vragen stelt de president de
zen getuige: over de bij den detective Jo-
hanknegt gevonden twee miniaturen, de
huiszoeking by Koning, de dreigbriefjs bij
W gevonden, het optreden van „Lange
Willem", enz.
Was het een neger of een
mulat?
Veel nieuws levert dit verhoor niet op,
het is een herhaling van de verklaringen
die voor de rechtbank zijn afgelegd.
De president laat zich dan door verd.
uitleggen waar de schilderyen in het kas
teel hingen en hoe groot ze waren. De ge
stolen stukken waren kleine schilderijen.
President: Kunt u begrijpen, waarom de
verhuizers steeds spraken over „De Ne
gerjongen".
Verdachte heeft er een verklaring voor:
„Ik heb Koning indertijd mijn verzameling
laten zien. Koning zal onthouden hebben,
dp het een klein stuk van Frans Hals was:
zeer kostbaar.
President: „Maar de Mulat is van Hals,
en niet de Negerjongen.
Verdachte: Juist; met „negerjongen" be
doelden ze waarschijnlijk „de mulat".
Uitvoerig bespreekt de president dan met
de assuradeuren de kwestie van de verze
kering. Het rapport, het onderzoek van de
verzekeringsmaatschappij, de uitbetaling,
een dading van ƒ72.000.de terugbezor
ging enz.
Getuige was er van overtuigd geweest,
dat inderdaad een inbraak had plaats ge
had, temeer daar hy later het goed in het
bezit van derden aantrof.
Een zieke getuige.
Even wordt de gang van de vrhooren on
derbroken. Getuige M. (een der verhui
zers) is verschenen. Vanmorgen was hij
ziek. Hij mag op een stoel voor het Hof
gaan zitten. Eerst wordt hij gehoord als
getuige tegen Onnes, daarna tegen Koning.
Ook deze getuige heeft geen nieuws.
Pres.: Ik vind het vreemd, dat jullie al
les konden onthouden. Die instructies, die
van Koning afkomstig waren, waren via
Witbraad en Mees Gerritsen bij jullie ge
komen. Hoe wisten jullie b.v. wat er pre
cies moest worden meegenomen.
Voor de kou!!
Een duidelijk antwoord kan hij op deze
vraag niet geven; getuige praat er wat om
heen en beroept zich op het sterke geheu
gen en het groote bevattingsvermogen van
het trio.
Pres.: En waarom hadden jullie by je
„werk" handschoenen aan? Verhuizers hoe
ven toch geen handschoenen te dragen.
Getuige: Voor de kou.
Pres.: Kom nu; was 't niet om geen vin
gerafdrukken achter te laten?
Getuige (mét zelfkennis): Misschien
macht der gewoonte, edelachtbare.
De president vraagt of het waar is, dat
hij na de behandeling van de zaak door de
rechtbank aan Koning verteld heeft, dat
een hunner (de verhuizer Gr.), toen zij het
kasteel binnengekomen waren, een ver
keerde trap opgegaan was, die naar het
slaapvertrek van Onnes leidde en dat deze
toen door kloppen op de muur gewaar
schuwd had, dat ze daar niet zijn moesten.
Getuige: Ik herinner me wel zoo iets....
Gr. was verkeerd geloopen en toen hoorde
ik een soort geklop.
De president geeft er zyn bevreemding
over te kennen, dat de getuige noch tegen
den rechter-ocmmissaris, nooh bij zyn ver
hoor voor de rechtbank over dit geluid
heeft gesproken.
Pres.: Hebt u Onnes misschien dien nacht
nog gezien ook?
Getuige: Nou, edelachtbare, nou moet u
me niet in de maling nemen.
Pres.: Ik vraag het, omdat die verkla
ring van je zoo heelemaal nieuw is.
Verd. Onnes kan dat gebons niet verkla
ren, misschien hebben ze zelf gestommeld.
De zaak-Onnes wordt voor een oogenblik
geschorst om dezen verhuizer ook te lioo-
ren tegen Onnes.
Hij herhaalt zijn verklaringen en de be
handeling van de zaak-Koning wordt dan
voor onbepaalden tijd geschorst.
In de zaak tegen Onnes hoort het Hof
vervolgens den vertegenwoordiger van as
suradeuren, den heer Top.
De uitbetaling was, volgens hem, vooral
geschied op grond van het rapport van den
deskundige van der Dussen. Assuradeuren
hadden ƒ72.000 als dading betaald, nadat
een deel van het goed door den detective
Johanknegt was teruggebracht.
Pres. (tot verd.): Toen Koning bij u
kwam en zooals u zegt u vertelde,
dat hij den inbraak had laten plegen, hebt
u tegenover de verzekering gezwegen.
Verd. geeft dit toe. Hij was bang geweest
voor chicanes van de verzekering.
Nadat nog eenige vertegenwoordigers
van de verzekering zijn gehoord, wordt de
zitting geschorst tot hedenochtend 10 uur.
HET VERHOOR VAN HEDEN.
Vanmorgen zette het Gerechtshof, ge
presideerd door mr. Joh. M. Jolles, de be
handeling voort van de strafzaak tegen
M. Onnes van Nyenrode. Gisteren heeft het
Hof een aantal getuige a charge gehoord,
doch het verhoor van den kroongetuige
Koning, die Onnes beschuldigt den gefin
geerd en inbraak op touw te hebben gezet,
werd vastgesteld op hedenochtend. De be
langstelling is nog grooter dan gisteren.
Eerst stelde de president enkele vragen.
„Kunt u verklaren, verdachte Onnes, waar
om u steeds samenkomsten had met Ko
ning op zulke vreemde plaatsen.
Verdachte: U zult hebben opgemerkt,
dat die bijeenkomsten plaate hadden n a
de chantage.
Maar u bleef toch steeds goede vrien
den met den man, die u wilde chanteeren.
Verd.: Ja, op beleefde wijze wilde ik hem
aan zijn verstand brengen, dat ik niet op
zyn chantage in wilde gaan. Thuis wilde
ik hem echter niet meer ontvangen. Van
„geheime plaatsen" is echter geen sprake.
Een tweede vaag stelt de president dan:
„U hebt Koning een juweel gegeven om
te beleenen, nietwaar?"
Verdachte geeft dit toe: „Het sieraad was
eigendom van verd.'s vrouw doch werd
nooit door haar gedragen.
Dan wordt getuige Koning voorgeroe
pen. De kroongetuige, die verd. zoo zwaar
beschuldigt.
Aarzeling bij het afleggen
van de eed.
Getuige heeft er bezwaar tegen den eed
af te leggen.
„Waarom?" vraagt de president.
Verdachte heeft een wonderlijke reden:
„Ik heb altijd de waarheid gezegd, mis
schien is 't beter nu te gaan liegen. Ik ben
door de verdedigers op de grofste wijze be-
leedigd.
Na eenig heen en weer praten legt hij
de eed af.
Pres.: Is het waar wat u steeds hebt
gezegd, dat Onnes u heeft verzocht bij hem
in te breken.
Getuige: Ja, zóó is het en niet anders.
Verdachte beschrijft dan wat er bij zijn
eerste bezoek op het kasteel is gebeurd.
Er werd over inbraak gesproken en toen
had Onnes gezegd: „Ik wou, dat ze maar
inbraken; als je wat mee wilt nemen, stop
je zakken maar vol. In den loop van het
gesprek had Onnes zijn voorstel duidelij
ker omlynd. „Hij smeekte me ten slotte
hem op die wyze te helpen aan 50 k 60.000
gulden".
Onnes had een uitvoerig plan voor ge
tuige ontworpen: ,,'t Is alles heel eenvou
dig", had hy gezegd. „Ik zet alles klaar, en
je wandelt er heel kalm mee weg in de
richting Utrecht". Hij wees me den weg
langs het kanaal.
Maar zegt Koning dat heb ik nooit
gewild. Zelf dacht ik er inet over.
Prijs geven aan de hyena's.
Pres.: Was er toen al sprake van een be
looning?
Getuige: Onnes wilde uit me halen wat
er te halen was om me dan prijs te ge
ven aan de hyena's.
Koning zet zijn verhaal voort: „Toen ik
iemand gevonden had, die 't wel wilde op
knappen, bood Onnes 50000 aan, maar dat
was Witbraad te weinig. „U begrijpt", had
Onnes tegen getuige gezegd, „er moeten
ook een paar stukke.n van Goudstikker bij
zijn. Dat zijn nogal kostbare doeken, maar
anders loopt 't in 't oog."
Verdachte geeft toe, dat bij het bezoek
van Koning gesproken is over de verzeke
ring. „Je mag wel oppassen voor dieven",
had Koning opgemerkt. „Ik zei toen"
aldus verd. „dat ik daar niet zoo erg
bang voor was, omdat het kasteel steeds
goed gesloten was ën bovendien was ik
voor verkoopprijzen verzekerd.
Pres.: Een inbraak zou dus voordeel op
kunnen leveren.
Terugkomende op de verklaringen van
Koning, merkt verd. op, dat hij nooit ge
zegd kan hebben: „Steek maar in je zak
wat je wilt". De verzekering zou dan im
mers niet uitbetalen.
Koning heeft ook verklaard, dat Onnes
tegen hem zei: „Je moet dan de minia
turen uit de lijstjes nemen. Ook dat is on
mogelijk, zegt verdachte, want.... de mi
niaturen hadden geen losse lijsten.
Pres.: Van die schetsteekening, is daar
niets van waar?
Verd.: Geen woord. Koning heeft alle
gelegenheid gehad om de situatie goed op
te nemen.