3)e £eictocHe (Bcu/tmü De ontzettende verwoesting, welke door de dubbele ontploffingsramp aan boord van het Grieksche s.j. .Petrakis Nomikos* te Schiedam werd aangericht, zooals deze zich thans laat aanzien, nu het schip naar de rivier verhaald is Koning Edward Vlll van Engeiand heeft Dinsdag voor de eerste maal in zijn bewind, het parlement geopend. De Koning bij het verlaten van het parle mentsgebouw na de plechtigheid Lord Nuffield, die de motor- en rijwiel tentoonstelling in Olympia Hall te Londen opende, probeert met sir Harold Bowden een tandem Op verschillende plaatsen In Engeland werden deze week de groote jachten ter opening van het jachtseizoen gehouden. Het gezelschap bijeen Het nieuwste verkeersvliegtuig der Italiaansche industrie, de Savoia Marchetti S. 84, is op Schiphol aangekomen voor het geven van demonstraties Nr. Ms. .Hertog Hendrik" Is Dinsdag uit den Helder vertrokken voor een oefenreis naar Cagliarl, Nice en Tunis, welke tocht op 22 December a.s. geëindigd zal zijn FEUILLETON HET RAADSEL VAN HET ONBEWOONBARE HUIS. Naar het Engelsch bewerkt door THEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). 88) De nacht ging in volmaakte rust voorbij. Om half negen, nog vóór miss Miller «ich vertoond had, vertrok hij naar de •tad. De barricade was reeds opgeruimd éoor Jenny en Ellen, welke laatste natuur- de noodige opmerkingen ten beste gaf. „Net of je met stoelen en tafels een «•est tegen kunt houden", mopperde ze. »De mannen maken maar een bende en wij, •rouwen, mogen het weer redderen!" En vervolgens, aanmerkelijk minzamer, iroeg ze verlof om dien middag met Eliza Itoorshed naar Ledlin ton te gaan. Die had •aar een zuster van d'- man wonen, „heel feed getrouwd" met een bakker. Eliza's Schoonzuster bleek hen op de thee te heb ban gevraagd. „Goed", zei Amabel. „Ga maar, als je tfaar bent met de slaapkamers." Aan het ontbijt bleek, dat miss Miller Cten middag ook boodscnappen in Ledling- s» had. Ze vroeg Amabel mee te gaan, •«•ar berustte tevreden in het weigerend antwoord. „Ik zal zoowat om zeven uur terug zijn", kondigde ze aan. „Ik ga niet zoo vaak uit, dus rnaak ik er maar een dagje van." Julian Forsham had het druk in Lon den. Hij had voor verschillende aangelegen heden te zorgen én het was niet vroeg, toen hij bij Sir Charles le Mesurier bin nenstapte. „Je hebt mijn brief zeker ontvangen?" informeerde hij, na de wederzijdsche har telijke begroeting. „Jaeen nogal raadselachtig epistel. Waarom stel je zooveel belang in het tele foontje van mevrouw Thompson? Je bent toch zeker niet van plan, haar in de fa milie te brengen of zooiets?" „Merci", verklaarde Julian met een uit drukking van walging op het gezicht. „Maar je kunt me toch feliciteeren, ik ga binnen heel korten tijd trouwen." „Neen!" viel Charles ongeloovig uit. „Het is geen mop, hojr", verzekerde zijn neef. „Herinner je je nog, dat ik je twintig jaar geleden verteld heb van een zekere Amabel Ferguson, Charley? Hoe ik in den put zat, omdat ze niet met me trouwen wou?" „Alsjeblieft!" lachte S:.- Charles. „Je zat zóó zuur te boomen, dat ik nog niet be grijp, waarom ik je de trap niet heb af gegooid." Julian lachte. „Nu, ouwe jongen, ik heb Amabel te ruggevonden, als huurster van George's villa en ik ben aan het probeeren, of ik haar de volgende week al mee in het bootje kan krijgen. Over het principe zijn wij het eens Sir Charles legde zijn pen, waarmee hij als naar gewoonte poesen had zitten schet sen, neer en stak z'n groote hand uit. „Julian, ik ben zoo blij als een kind! En Isobel zal je er daarschijnlijk voor om den hals vallen. De eenige ondeugd, die ik ooit bij haar heb kunnen constateer en is, een haast ziekelijk verlangen, alle men- schen even gelukkig te zien, als wij zijn. In vollen ernst, Julian, het doet me kolossaal veel pleizier. Geloof mij, kerel, het is een prettige gewaarwording, een lief en vrien delijk gezicht te zien als je van je werk komt." „Zeg Charley", hernam Julian na enkele oogenblikken, „ik heb je het nieuws gedeel telijk verteld, omdat ik er niet over zwij gen kan en jij in de eerste plaats in aan merking komt om het te weten maar toch ook, omdat ik je raad nooidg heb." Stort je hart maar uit, waarde heer!" „Goed maar eerst een vraag: je hebt zeker nog geen tijd gehad om iets over die mevrouw Thompson uit te visschen?" „Jawel, toch wel", was het antwoord, „ik heb van die telefoonkwestie direct werk gemaakt, toen ik je brief kreeg, en nèt vooroat je binnenkwam, heb ik rapport gekregen. Even kijken o, hier!" Hij nam een vel papier in de linkerhand, terwijl de rechter voortging aan de katten. „Mevrouw Thompson, telefoonnummer M-M-M, Dinsdag M-M-M,ha, daar hebben we 't. Ougebeld door Ledlington 202 om half één. Ledlington is ergens in de buurt van Forsham, hè?" „Zeven mijl van Forsham", lichtte Julian in. „Wat is Ledlington 202? Staat dat er bij?" „Eens kijken, ia, daar staat het, 't is een hotel QueeA's Hotel, Ledlington." Julian floot zacht. Het Queen's Hotel in Ledlington,' Dinsdag Ellen's verhaal over Ferdinand Miller Miller op de stoep van het Queen's Hotel in Ledlington, toen hij Bronson zag, slipte hij hals over kop naar binnen. „De vloek van een schuldig gewe ten!" had Amabel lachend gezegd. Ferdi nand Miller in Queen's Hotel omstreeks den tijd, dat het medium vandaar uit werd opgebeld, en toen Bronson toevallig langs kwam, wilde hij niet gezien worden! De schrandere oogen van Sir Charles merkten den frons op het voorhoofd, de peinzende gelaatsuitdrukking bij zijn be zoeker op Hij legde zijn pen neer en vroeg: „Wat is er, kerel? Vind je niet, dat je me nauwkeuriger op de hoogte moest bren gen?" Julian knikte. „Een halve minuut', verzocht hij. Nita King was ook in Ledlington geweest overdacht hij. Ja, hij moest Charley op de hoogte brengen. Hij zat er alleen mee, of hij niet verschillende details verzwijgen moasi voor hei geval Annie Bronwn in de zaak gemoeid was, en Anita King mocht blijken Annie Brown te zijn. Annie in moei lijkheden brengen dat kon hij die ar me Brownie niet aandoen „Charley", verbrak hij de stilte, „kun je me vijf minuten tijd geven? Het is eigen lijk een beetje verwarde boel in mijn her sens en ik wou graag de dingen eerst een beetje sorteeren. Kun je me nog even la ten denken? Je hebt het zeker weer zoo als gewoonlijk weer afgrijselijk druk?" „Druk", gromde Cir Charles. „We houden ons op het moment onleidig met de aan gename tijdpasseering,- een naald in een hooiberg te zoeken. Ben jij bij geval op een van je vele omzwervingen op deze planeet een lieftallig vrouwspersoon tegen gekomen, die om de beurt mademoiselle Anaïs en „Rooie Annie" heet? Voorzien van rood haar en waarschijnlijk grondig bij die valsche bankbiljettenkwestie be trokken? Aangezien zij op het oogenblik onze eenige houvast is, ben ik nogal op een ontmoeting met die dame gesteld. Maar hoe dat vóór je, alsjeblieft! Néém je vijf minuten maar, als je ze noodig hebt. Je weet, ik moet helaas eeuwig een paar brie ven schrijven". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5