vov
re
NIEUWS
Gramofoon vreemde talen
DE PRINS WORDT
NEDERLANDER
Goedkeuring voor het huwelijk
der Prinses „gevraagd".
SUS* RIJKSPENSIOEN VERZiL KERING
WOENSDAG 4 NOVEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
HOE WORDT HET WEER
NEVELIG.
DE BILT SEINT:
Zwakke tot matige Zuidwestelijke tot
Zuidelijke wind. Nevelig tot zwaar be
wolkt. Aanvankelijk weinig of geen neer
slag. Weinig verandering in temperatuur.
Hoogste barometerst.: 766.3 te München.
Laagste barometerst.: 739.0 te Vadö.
De depressies zijn iets in diepte afgeno
men, maar blijven zich nog van West naar
Oost of Noordoost bewegen. Ook bij Valen-
tia vertoont zich weer een daling. De hooge
drukking trok zich verder uit het Zuidwes
ten terug en neemt toe in Zuidoost en Oost.
j_»e Britsche eilanden hebben opklareno
weer met matige Westelijke wind en wei
nig regen. Aan de Noorsche kust valt nog
regen en sneeuw. De wind is tot krachtig
afgenomen. Zweden heeft opklarend weer
met sneeuwval, zoodat de vorst in enkele
plaatsen tot streng is toegenomen. In
Duitschland valt over een groot gebied
motregen, in het Zuiden kwam lichte vorst
voor. Frankrijk heeft weer grootendeels
windstilte met betrokken lucht en mist in
het Zuidoosten, de temperatuur is er ge
stegen.
Voorloopig is vrij zacht weer te verwach
ten, afgewisseld door lichte regenbuien,
waarschijnlijk zal de wind morgen wat toe
nemen.
LUCHTTEMPERATUUR.
11.3 gr. C.
LICfcJl UP VOOR FIETSERS e. a.
Van Woensdagnamiddag 4.54 uur tot
Donderdagmorgen 6.35 uur.
THE LINGUAPHQNE INSTITUTE
SPUI 23-27 - AMSTERDAM
van haar methode om door middel
van de
werkelijk te leeren spreken en verstaan
op Donderdag 5 November a.s.
8.30 u. Café-Restaurant-„ln den ver
gulden Turk'", Breestraat 84, Leiden
TOEGANG VRIJ.
HET RADIO-TELEFOON VERKEER MET
NED.-INDIë.
Een stijging met 291 procent in October.
Zoowel de wijziging in de positie van
den gulden als de tariefsverlaging van on
geveer 50 procent, welke 1 October jd. in
het radio-telefoonverkeer met Neder-
landsch-Indië toepassing vond, zijn oor
zaak geweest, dat dit een geweldige sprong
naar boven maakte.
In totaal werden in het radio-telefoon-
verkeer met Ned.-Indië in October 782 ge
sprekken gevoerd, waarvan 313 in Neder
land en 469 in Indië werden aangevraagd.
In October 1935 waren deze aantallen
resp. 200, 90 en 110 en in September 1936
resp. 251. 116 en 135.
Van de 313 hier te lande aangevraagde
gesprekken hadden 217 betrekking op zake
lijke en 96 op familie-aangelegenheden.
Voor de in Indië aangevraagde gesprekken
waren deze aantallen 306 resp. 163.
De gemiddelde gespreksduur van de in
Nederland aangevraagde zakengesprekken
was 7.2 minuten en die van de familiege-
sprekken 3.5 minuten. Van de in Indië aan
gevraagde gesprekken resp. 7.5 en 3.8 mi
nuten.
Van de 782 in totaal gevoerde gesprek
ken werden 617 van huis uit gevoerd en
wel 237 in Nederland en 380 in Indië.
Van Ned.-Indië uit werden gevoerd via
Nederland 9 gesprekken met België, 8 met
Duitschland, 5 met Engeland, 1 met Frank
rijk en 2 met Zwitserland. In October 1935
werden slechts 3 gesprekken met het bui
tenland gevoerd, n.l. 1 met België, Enge
land en Zwitserland.
In Nederland werden voorts 5 ver zamel-
gesprekken (gesprekken waaraan meer per
sonen in verschillende plaatsen deelnemen)
gevoerd, 3 gesprekken tenslotte werden op
gramofoonplaten vastgelegd.
TOENEMING DER GOUDVOORRAAD IN
DE VEREENIGDE STATEN.
WASHINGTON, 4 November. (A.N.P.)
Ondanks de onlangs gesloten monetaire
overeenkomst met Engeland en Frankrijk,
waarvan verwacht werd, dat hierdoor de
goudvoorraad der Vereenigde Staten zou
verminderen, bljjkt, volgens mededeeling
van den minister van financiën, dat de
goudvoorraad der Vereenigde Staten ge
durende October met 199.648.500.65 dollar
is toegenomen.
Wetsontwerpen
ingediend
Bij de Tweede Kamer zijn twee
wetsontwerpen ingediend genummerd
resp. 227 en 228, waarvan het eerste
inhoudt de goedkeuring van het hu
welijk van H. K. H. Prinses Juliana
en regeling van de toelating van ge
tuigen bij de voltrekking van dit hu
welijk, alsmede van eenige gevolgen
van deze echtverbintenis.
Het tweede wetsontwerp betreft de
naturalisatie van Z. D. H. Prins Bern-
hard, alsmede de regeling van eenige
gevolgen dier naturalisatie.
HET EERSTE ONTWERP.
Het ontwerp van wet luidt als volgt:
Wy Wilhelmina, bij de gratie Gods, Ko
ningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren
lezen, salut! doen te weten:
Alzoo wij in overweging genomen heb
ben, dat met het oog op artikel 17 der
Grondwet het voorgenomen huwelijk van
Onze beminde Dochter met zyne Door
luchtige Hoogheid Prins Bernhard Leopold
Frederik Everhard Julius Coert Karei
Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld wet
telijke toestemming behoeft en dat het
tevens wenschelijk is de toelating van ge
tuigen bij de voltrekking van dit huwe
lijk, alsmede eenige gevolgen van deze
echtverbintenis te regelen;
Zoo is het, dat wij, den Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Sta-
ten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk wij goedvinden en ver
staan bij deze:
Artikel 1. Tot het huwelijk door onze
beminde Dochter Prinses Juliana Louise
Emma Maria Wilhelmina der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, Hertogin van
Mecklenburg, enz. enz. aan te gaan met
Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bern
hard Leopold Frederik Everhard Julius
Coert Karei Godfried Pieter van Lippe-
Biesterfeld, verleenen wij onze toestem
ming.
Artikel 2. Met afwijking in zooverre van
het bepaalde bij de artikelen 20 en 131
van het burgerlijk wetboek zal het huwe
lijk worden voltrokken in tegenwoordig
heid van al dan niet binnen het Koninkrijk
gevestigde meerderjarige getuigen, ten ge
tale van twee of zooveel meer, als de
Hooge Partijen zullen verkiezen.
Artikel 3. Ten aanzien van zijne Door
luchtige Hoogheid en van de kinderen uit
voormeld huwelijk geboren, zullen in ge
val Vein naamsverandering of naamsb ij voe
ging. de artikelen 64 en 65 van het Bur
gerlijk Wetboek niet van toepassing zijn.
Artikel 4. Overal waar in wettelijke
voorschriften de uitdrukking „Lid van
het Koninklijk Huis", „Leden van het Ko
ninklijk Huis", „Prinses van Ons Huis",
„Prinsen van het Koninklijk Geslacht" of
„de Vorsten van Ons Huis" voorkomt, zal
daaronder mede begrepen zijn Zijne Door
luchtige Hoogheid.
Artikel 5. Deze wet treedt in werking
met ingang van den dag van dien harer af
kondiging.
Memorie van Toelichting.
De Memorie van Toelichting tot het
wetsontwerp, welke onderteekend is door
den Minister van Justitie, den heer Van
Schaik, luidt als volgt:
Het ligt in de bedoeling van Hare Ko
ninklijke Hoogheid Prinses Juliana weldra
gevolg te geven aan het voornemen met
zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bern
hard Leopold Frederik Everhard Julius
Coert Karei Godfried Pieter van Lippe-
Biesterfeld in het huwelijk te treden. Al
vorens deze echtverbintenis wordt geslo
ten, behoort, met het oog op artikel 17 der
Grondwet hiertoe bij de wet toestemming
te worden verleend.
Artikel 1 der ingediende wetsvoordracht
strekt om aan het aangehaalde grondwets
artikel te voldoen.
Ingevolge artikel 2 blijven buiten toe
passing de bepalingen van de artikelen 20
en 131 van het Burgerlijk Wetboek, krach
tens welke het aantal huwelijksgetuigen
tot ten hopgste vier is beperkt en buiten
het Koninkrijk gevestigde personen niet
als getuigen worden toegelaten.
Artikel 3 verleent ten aanzien van
naamsverandering of naamsbijvoeging,
welke de Koningin ten behoeve van den
Prins of van de kinderen die uit het hu
welijk geboren mochten worden, zou wil
len toestaan, vrijstelling van de bij arti
kel 64 van burgerlijk wetboek voorge
schreven openbaarmaking.
Artikel 4 verzekert, dat de gemaal van
de vermoedelijke erfgenaam van de kroon
onder de in dat artikel genoemde uitdruk
kingen zal worden begrepen.
Naturalisatie.
Het tweede ontwerp van wet luidt als
volgt:
Wij Wilhelmina, enz.
Alzoo Wij in overweging genomen heb
ben, dat redenen van staatsbelang het
noodig maken aan Prins Bernhard Leopold
Frederik Everhard Julius Coert Karei
Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld den
aanstaanden gemaal onzer beminde doch
ter, het Nederlanderschap te verleenen,
tot hetwelk zijne Doorluchtige Hoogheid
ook aanzoek bij ons heeft gedaan, en dat
het dienstig is mede eenige gevolgen dezer
naturalisatie te regelen;
zoo is het, dat wij, den Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Sta-
ten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk wij goedvinden en ver
staan bij deze:
Artikel 1. De hoedanigheid van Neder
lander wordt bij deze verleend aan Zijne
Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard
Leopold Frederik Everhard Julius Coert
Karei Godfried Pieter van Lippe-Biester
feld, geboren te Jena 29 Juni 1911, wo
nende te 's-Gravenhage.
Artikel 2. Zijne Doorluchtige Hoogheid
is, van het oogenblik waarop Hoogstde-
zelve de hoedanigheid van Nederlander
verkrijgt, ingezetene van het rijk.
Artikel 3. Op het aan deze wet ontleen
de Nederlanderschap is, staande het hu
welijk tusschen Onze beminde Dochter en
Zijne Doorluchtige Hoogheid, artikel 7 der
wet van 12 December 1892 (Staatsblad no.
268) op het Nederlanderschap en het in-
gezetenenschap, laatstelijk gewijzigd bij
de wet van 29 November 1936 (Staatsblad
no. 685), niet van toepassing.
Dit Nederlanderschap wordt na ontbin
ding van het huwelijk verloren, zoowel
ingevolge het bepaalde bij artikel 7 voor
meld, als indien Zijne Doorluchtige Hoog
heid den wil om den staat van Nederlan
der niet langer te behouden schriftelijk te
kennen geeft aan onzen Minister van Jus
titie, die daarvan onmiddellijk aankondi
ging doet in de Nederlandsche Staatscou
rant.
Verlies van het Nederlanderschap door
Zijne Doorluchtige Hoogheid is op den
staat van de uit dit huwelijk geboren kin
deren niet van invloed.
Artikel 4. Deze wet treedt in werking
met ingang van den dag na dien harer af
kondiging.
Ontwerp toegelicht.
De memorie van toelichting tot het ont
werp van wet tot naturalisatie van Prins
Bernhard luidt als volgt:
Zal de voorgenomen echtverbintenis van
Prinses Juliana voor Hare Koninklijke
Hoogheid niet verlies van het Nederlan
derschap ten gevolge hebben, dan dient
Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bern
hard vóór de voltrekking van het huwe
lijk als Nederlander te worden genaturali
seerd.
Alzoo hebben redenen van staatsbelang
geleid tot de indiening van het hierbij aan
geboden ontwerp van wet. dat tevens ge
volg geeft aan den door den Prins uitge-
drukten wensch, ook rechtens tot de Ne
derlandsche gemeenschap te behooren.
Door de voorgestelde naturalisatie zal
ingevolge 25 van de Duitsche Nationali-
teitswet voor Zijne Doorluchtige Hoogheid
het huidig staatsburgerschap verloren
gaan.
Artikel 2 wordt voorgesteld op grond
van de overweging, dat de gemaal der
Prinses niet, zij het dan ook tijdelijk, van
het in gezetenheid van het Rijk verstoken
mag zijn.
Het eerste lid van artikel 3 is dienstig,
omdat het staatsbelang, waarmede deze
naturalisatie is verknocht, tevens vraagt,
dat staande het huwelijk het Nederlander
schap door den gemaal der vermoedelijke
erfgenaam van de Kroon niet kan worden
verloren. Na ontbinding van het huwelijk
zal, ingevolge het tweede lid van artikel 3
het Nederlanderschap ook verloren kunnen
worden door een schriftelijke kennisgeving
aan het hoofd van het departement, dat
meer in het bijzonder is belast met de uit
voering der wet op het Nederlanderschap
en het ingezetenschap.
In het staatsbelang wordt ook bepaald,
dat eventueel verlies van den Staat van
Nederlander door Zijne Doorluchtige
Hoogheid, na ontbinding des huwelijks
niet beinvloedt het Nederlanderschap van
hen, die tot den troon kunnen worden ge
roepen.
VAN ONZE ADVERTEERDERS.
VERLIEST GIJ WEL FENS 'N VULPEN
HOUDER?
De firma G. Wolfslag, Langebrug 54,
maakt door middel van 'n annonce in ons
nummer van heden bekend, dat zij een der
meest moderne graveermachines in gebruik
heeft genomen.
Veel menschen raken hun vulpenhouder
kwijt door verlies of diefstal.
Wanneer de naam echter in den houder
gegraveerd had gestaan, zou dit tot ge
volg hebben, dat menigeen zijn vulpen
weer terug kreeg.
Ook voor verjaardagen, jubileums en
andere gedenkdagen, waarbij een vulpen
houder met inscriptie wordt aangeboden,
krijgt het geschenk een persoonlijk cachet.
ACADEM1EM1EUWS
LEIDEN. Geslaagd:
Candidaatsexamen Wis- en Natuurkunde,
letter L, de heer E. J. Spier, Leiden;
Doctoraal examen Wis- en Natuurkunde,
hoofdv. Wiskunde de heer W. Eisberg,
Nootdorp.
Geslaagd voor het examen van apothe
kers-assistent te Leiden mej. G. A. H, Vis,
Noordwyk.
mei TERUGBETALING VAN PREMIÉN
bij vroeger overlijden is een algemeen begeerde
VERSCHEURD NEDERLAND.
Rede van W. van Gent voor de R.-K.
Studentenvereenigin „S. Augustinus".
Op uitnoodiging van de R.-K. Studenten-
vereeniging „Sanctus Augustinus" alhier
hield de heer W. van Gent (schrijvend on
der den naam van Margites in verschil
lende bladen), een rede over bovenge
noemd onderwerp.
Men kan, aldus spr., het verdeelde secta-
rische Nederland op de eerste plaats be
schouwen vanuit het standpunt van het
katholieke volksdeel op zich, met zijn
eigenaardige, historisch gegroeide positie
en theologisch verantwoorde belangen.
Een zekere mate van afscheiding zal dan
steeds noodzakelijk blijken om de ortho
doxe zuiverheid van leer en zeden te be
waren. Maar èn uit paedagogisch oogpunt
èn om redenen van apostolaat zal in dit
stadium onzer emancipatie meer de door
braak van het isolement op den voorgrond
moeten staan, dan door een voortgezette
voltooiing van het gebouw onzer eigen
organisaties de katholieken tot ingemetsel-
den van het ghetto te maken. Het gaat er
om ons roomsche volk op te voeden tot
meer zelfstandig denken en handelen, ook
buiten de knusse wanden van kerk en ver-
eenigings-lokaal, daarnaast het levend con
tact met andersdenkenden te bevorderen
om aldus een ongeorganiseerde apologie,
die van het directe voorbeeld en de onbe
wuste ideeënverspreiding tot stand te bren
gen.
Vanaf het standpunt van het nationaal
geheel zijn er velen, die de verdeeldheid
toejuichen, als teeken van leefkracht en
groei. Verscheidenheid van initiatieven en
onderlinge wedijver prikkelen de arbeids
prestaties en verhoogen de cultuur. Maar
gelijk in het economisch leven een onge
breidelde concurrentie zichzelf ad absur-
dum voert, zoo leiden in het nationale le
ven de divergeerende landenzèn ten slotte
niet slechts tot een verspilling van eco
nomische en geestelijke volkskrachten,
maar ook tot een verarming en verenging
der cultuur. Men verrijkt zichzelf niet
meer indien men anderen ignoreert of
miskent. Men kan eigenlijk niet verdraag
zaam heeten, indien men alleen zichzelf
verdraagte wijl men de anderen zelden
ontmoet. De ware verdraazaamheid is
die, welke zich de principieele tegenstel
lingen welbewust, niet in hooghartige ge
borneerdheid het goede bij anderen ver
werpt, doch naarstig zoekt naar wat allen
gemeenschappelijk is. Staatkundige en cul-
tureele ontwikkeling beweegt zich langs de
groote lijnen van integratie en differentia
tie. In dezen tijd zal do eerste dezer beide
krachten op den voorgrond staan.
Hier gaf spr. een karakteriseerende
schets der groote Nederlandsche volks
groepen: de Katholieken, de Christelijken,
uiteenvallend in de „Rekkelijken" en de
„Preciesen", de Vrijzinigen de Marxis
tische groepeeringen, waarbij de opmer
king werd gemaakt dat meer dan een sta
tische hier een dynamische beschouwing
op zijn plaats is, die rekening houdt met
nieuwe ontwikkeling en tendenzen en niet
slechts de zuiging, uitgeoefend door het
eigen beginsel bespreekt, maar ook de
zuiging uitgaande van beginselen der an
deren. De extremistische bewegingen, als
anti-papisme en communisme, werden hier
verwaarloosd, omdat zij op het oogenblik
veeleer een caricatuur vormen van stroo
mingen, die echter ondergronds sterk aan
wezig zijn en wel eens tot gevaarlijke door
braak zouden kunnen komen» Voorts werd
opgemerkt, dat samenwerking en toenade
ring veeleer aan den top dan aan de basis
zou moeten geschieden en een Nederland
sche oplossing eerder zou komen langs fe-
deralistischen weg dan via de methodes
der absolute gelijkschakeling.
De cultureele verscheurdheid der natie
besprekend, beschouwde spr. deze vooral
op het terrein van het onderwijs en de
jeugdopvoeding. Om hier een evenwicht
tusschen de krachten van integratie en dif
ferentiatie te bevorderen en de pacificatie
gedachte te voltooien werd hier bepleit:
de opheffing van de heillooze tegenstelling
tusschen openbaar en bijzonder onderwijs.
Er zou voortaan slechts gesproken kunnen
worden van een nationaal onderwijs, maar
vrij geledend en zich ontwikkelend over
eenkomstig de nu eenmaal bestaande gods
dienstige en ideologische verschillen in
ons volk. Op den duur zou langs den weg
van functioneele decentralisatie een ruime
autonomie dier afzonderlijke groepeeringen
van onderwijs kunnen tot stand komen, die
als publiekrechtelijke lichamen erkend
en ieder onder het oppertoezicht een er
eigen, zichzelf besturende universiteti voor
het hun bestemde deel de schoolopvoeding
zou verzorgen, met slechts een financieele
en technische controle van staatswege.
Daarnaast zou moeten komen als top-or-
gaan, een raad van concentratie en samen
werking, die door toezicht op leermidde
len, onderwijsmethodes en geest van on
derwijzend personeel ware verdraagzaam
heid zou bevorderen door een zekere ge
lijkmaking niet in nivelleerenden doch in
emineerenden zin de overname van nieuwe
onderwijsmethodes in de hand werken en
voor wat het Hooger Onderwijs betreft
tot onderlinge kennisname zou verplich
ten door uitwisseling van leerkrachten en
een meer ambulant studentendom.
Voor de jeugdbeweging zou een derge
lijke hervorming kunnen worden doorge-
voerd, waarbij één Nationale Jeugdbewe
ging de federale samenvatting zou vor
men van alle organisaties op confessionee-
len of ideologischen grondslag. Twee ty
pische vormen van staatsopvoeding zou
den dan op later en rijper leeftyd de jeugd
opvangen: de verplichte arbeidsdienst en
de algemeene dienstplicht in het leger.
Bij de politieke verscheurdheid, zeide
spr., dat deze kon worden beëindigd het
zij door een concentratie van goeden wil
van de bestaande partijen uitkomend tot
de vorming van een nationale regeering,
die de noodzakelijke hervormingen tot
stand brengt door een revolutie of evolu
tie van boven af, hetzij door een volksbe
weging, die door een revolutie van bene
den een volksdictatuur tot stand brengt.
Drie politieke problemen staan thans op
den voorgrond: technische reorganisatie
van regeeringsapparaat en volksvertegen
woordiging en beiderlei verhouding tot el
kaar; het vraagstuk der gezagshandhaving
in hoeverre n.l bepaalde politioneeele en
autoritaire methodes zullen moeten worden
overgenomen om extremistische bewegin
gen te bestrijden; het scheppen van een
nieuwen nationalen volksgeest en leeken-
moraal van staatswege. Drie practische
eischen van het oogenblik: actieve neu
traliteitspolitiek door samenwerking met
België en een krachtige versterking dei-
defensie; doorvoering van het beginsel der
Rijkseenheid, economisch en politiek; ar
beid voor ons geheele volk niet slechts door
een stimuleerende conjunctuur-politiek,
maar ook, om psychologische redenen door
invoering van den verplichten arbeids
dienst.
Om deze hervormingen, waarvoor zeer
impopulaire maatregelen noodig zijn, door
te voeren, wordt de democratie haar laat
ste kans geboden: de vorming eener extra
parlementaire regeering, waaraan verte
genwoordigers van alle groote partijen
zouden meewerken onder krachtige, doel
bewuste leiding en met een eigen politiek
en sociaal program, dat het goede aan de
programma's van alle partijen ontleent.
Een nieuwe christelijke coalitie-regeering,
zooals Baron van Wijnbergen wil, heeft het
groote nadeel de socialisten weer in de
oppositie te werpen, die zich juist den.
laatsten tijd in een zeer gunstigen nationa
len zin ontwikkelen. De oppositie zou juist
moeten komen van de extremistische groe-
peeringen> als heilzame druk die tot aan
eensluiting der groote democratische par
tijen voert. Zoolang de democraten nog
vertrouwen hebben in het gezond verstand
van den Nederlandschen burger behoeven
zij niet bevreesd te zijn voor een gewel
digen aangroei der extremisten. Is dat
vertrouwen niet meer aanwezig, dan is ook
de democratie in ons land een overwonnen
standpunt.
Dus: eenheid door democratie, maar van.
een zich hervormende democratie. Samen
werking met de socialisten, maar niet on
der roode, doch onder nationale signatuur.
Nationale eenheid, boven staatkundige ver
deeldheid, doch niet als bleek en bloede
loos fantoom, opgeroepen om de netelige
vraagstukken uit den weg te gaan, en den
weg van den geringsten weerstand te kie
zen, doch met een eigen staatkundigen in
houd.
Tot hen, die meenen, dat de sociaal de
mocraten niet bereid zouden zijn als „ge
hangenen" in een dergelijke nationale re
geering te treden, zeide spr., dat hier de
historische wet bewaarheid kan worden,
dat slechts het grootste gevaar de demo
cratieën tot aaneensluiting dringt. Dit ge
vaar is hier: bedreiging vanuit het Oosten
van een Aziatisch of Pruisisch despotisme,
de dreiging uit het Zuiden van anarchie
en ontbinding; als meer direct gevaar, dat
ons zelfstandig volksbestaan bedreigt, de
militaire dreiging, hetzij vanuit het Oosten
of Zuiden.
Spr. besloot met de verwachting, dat om
het tempo der ontwikkeling te verhaas
ten, de jeugd de leiding in handen zal
nemen. Naast frissche daadlust zal echter
de militaire bereidheid tot het offer op den
voorgrond moeten staan. Misschien in den
mystieken zin van de idealistische strevin
gen der huidige jeugd, dat zij geroepen is
tot het martelaarschap Hetzij dat de Ker
kelijke Overheid de Katholieke jeugd op
een gegeven moment voor de keuze stelt
tusschen vaderlandsliefde en haar liefde
voor de Kerk, waardoor haar slechts over
blijft de vlucht in de Katholieke Actie: het
zij dat de Staat de nationale jeugd niet het
offer van haar werken vraagt, doch het
offer van hun leven op het slagveld. Maar
hetzij wij verwezenlijken of verwachten,
hetzij wij streven of sneven, moge steeds
het ideaal der menschheid van grooter een
heid voor oogen staan en mogen wij leven
of sterven met de bede van Christus op de
lippen: dat zij allen één zijn, „ut unum
sint".
Op deze rede volgde een korte gedach-
temvisseling, waarna den heer van Gent
door den praeses dank werd gebracht voor
zijn uiteenzetting.
Gisteren heeft de 39-jarige A. L„ die op
de Hooglandsche Kerkgracht behulpzaam
was balen op te hijschen, een der balen met
een gewicht van 80 K.G. op het lichaam
gekregen, doordat een staaldraad brak. Met
een lichte hersenschudding werd de man
naar het Acad. Ziekenhuis vervoerd.