No. 8564
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
28ste Jaargang
WOENSDAG 4 NOVEMBER 1936
S)e Êcki&eheSoii/fccmt
Of ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toormtbetalmg:
Voor Leiden 19 cent pei week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
V Hulde aan de regeering
Nederland móet zijn vrijheid behouden.
En de regeering moet voor die vrijheid
op de bres staan!
Een elementaire eisch van die vrijheid
is, dat niet een groep in de bevolking zich
een macht kan toeëigenen, waarop alleen
het Gezag recht heeft, de macht, om b.v.
openbare vergaderingen te verstoren.
Wij maken daarom op deze plaats met
waardeering en dankbaarheid melding
van de volgende mededeeling van den re-
geerin gsp ersdi enst
De Regeeringspersdienst meldt:
In verband met het feit, dat de laatste
weken eenige malen geoorloofde openbare
vergaderingen met voorbedachten rade
zijn gestoord, wordt het volgende ter al-
gemeene kennis gebracht.
Het opzettelijk storen van een geoor
loofde openbare vergadering door het ver
wekken van wanorde of het maken van
gedruisch is een misdrijf."
Het wordt ingevolge art. 144 van het
wetboek van strafrecht gestraft met een
gevangenisstraf van ten hoogste 'twee we
ken of een geldboete van ten hoogste
60.In aanverwante gevallen kunnen
bovendien nog aanzienlijk zwaardere
straffen worden opgelegd.
De Regeering acht stori.n*
gen, als hebben plaats gehad,
ontoelaatbaar. Zij heeft de
betrokken organen van justi
tie en politie opdracht ver
leend in eventueel nog vol
gende gevallen met de groot
ste gestrengheid, op te treden
en zich daarbij van alle in
aanmerking komende midde
len te bedienen.
Aldus de mededeeling van den regee
ringspersdienst.
Wij hopen, dat het niet noodig zal zijn
„met de grootste gestrengheid op te tre
den".
Een dergelijk verstoren van vergade
ringen, als hier bedoeld, is geen spontane
opwelling van verontwaardiging. In verre
weg de meeste gevallen is die verontwaar
diging slechts voorwendsel, wat poppen-
kasterij, en is d,e eigenlijke drijfveer: po
litieke winst te behalen op politieke te
genstanders.
Dat er een regeering is, die zich tegen
dién vorm van..,, „democratie", tegen
dien uitwas van partij-politiek krachtig
keert wy herhalen 't: wij zijn er dank
baar voor!
Geen devaluatie
De zeereerw. pater Hendrichs S.J. deelt
in zijn „Canisiusklok" mede, dat hij dit
jaar niet meer zelf de op de Conferenties
volgende Vervolgcursussen zal geven. Het
werk moet hij overdragen aan zijn con
frater pater Strick. Dit besluit is genomen
„met het oog op de langzamerhand onver
antwoordelijke vermoeienissen voor een
man van 75 jaar", aldus schrijft pater Hen
dricks, die nu echter de „praatavonden" en
„recollecties" voor zijn rekening zal nemen.
Pater Hendrichs schrijft boven het ar
tikeltje, waarin hy dit mededeelt: Devalu
atie. Hij zou gedevalueerd zijn.... „Ze
dachten erover mij te devalueeren en ze
hebben het heusch gedaan en ik kan het
niet veranderen.
Wij plaatsen hier boven deze mededee
ling: niet gedevalueerd. Niet gedevalu
eerd is het werk van pater Hendrichs; het
is niet in waarde gedaald. Alleen een te
groote bescheidenheid kan - die gedachte
suggereeren. Het is veranderd in aard, in
beteekenis, in effect, en noem nog meer
op. N i e t in waarde. Zoolang het werk
'vari pater Hendrichs het werk van pater
Hendrichs blijft, devalueert het niet.
De Bisschoppen en de
politiek
In het Apologetisch maandschrift „Het
Schild" komt de hoofdredacteur Prof. J. P.
Verhaar, naar aanleiding van een gestelde
vraag, nog eens terug op de kwestie van
de bisschoppelijke leiding en de houding,
welke een katholiek ten opzichte van die
leiding behoort aan te nemen. Prof. Ver
haar schrijft het volgende:
De bisschoppen hebben ons inderdaad lei
ding te geven niet alleen in zuiver-reügieuse
vragen en praktijken, maar ook in z.g. ge
mengde vraagstukken, dus ook in sociale,
economische, paedagogische en politieke
vragen, enz., in zooverre ook deze vragen
gedragen worden door religieus e en ethi
sche richtlijnen.
En gelukkig wij kunnen God er niet
dankbaar genoeg voor wezen dat en de
Paus en onze bisschoppen dat voortdurend
doen. Wanneer ik echter schreef, dat de
bisschoppen zich niet met politieke vraag
stukken bemoeien, dan bedoelde ik daar
mede: zuiver-poütieke vragen, zooals de
valuatie, woningwet, crisiswetten, enz., die
derhalve geen zedelijke of reügieuse be
langen raken. Maar wel kunnen de bis
schoppen waarschuwen en veroordeelen
aüerlei politieke partijen, die een gevaar
zijn voor het geestelijk belang der geloo-
vigen of der kerk (zooals communisten,
socialisten, liberalen, nationaal-socialisten)
en ook de kathöüéke eenheid bevorderen,
gelijk ze dan ook herhaaldelijk gedaan heb
ben. Dat is niet: een zich bemoeien met
politiek, maar een bewaken en bevorderen
van het geestelijk welzijn der kerk. Met u
ben ik het volkomen eens en het kan
niet genoeg in het openbaar gezegd en ge
schreven worden dat de katholieken den
zwaren pHcht hebben, om hun bisschop
pen onvoorwaardelijk te volgen in de lei
ding die zij geven, ook in gemengde vraag
stukken, omwille van liet belang der Kerk.
Reeds vanaf de apostolische tijden heeft het
grondprinciep gegolden: wie luisteren naar
hun bisschoppen, zijn waarlijk katholiek;
wie dat niet doen, zijn opstandig en stellen
zich buiten de Kerk; en de ervaring leert,
dat het hun meestal zeer slecht vergaat:
gewoonüjk eindigt een dergelijke opstan
digheid met afgeheele afval. Ik hoop, dat
u door deze duidelijke taal voldoende begre
pen zult hebben, dat ik uw standpunt vol
komen deel.
De wereld
in vogelvlucht
Wanneer wij vandaag een blik werpen
op de wereld, die onverstoorbaar blijft
voortdraaien, dan zien wij verscheidene
belangrijke gebeurtenissen.
In Spanje zien wij een wriemelende mie
renhoop in de omgeving van Madrid. Uit
het Noorden rukt een gedeelte van het
leger der „witte" mieren naar het Zuiden
op. hetgeen men beschouwt, als het sein tot
den algemeen en aanval. Tot nu toe heeft
dit Noordelijke leger een vrij afwachtende
houding aangenomen.
De „roode" mieren zitten echter ook niet
stil en hebben ten Zuiden van Madrid een
nieuw tegenoffensief ontketend en voor
zoover wij zien kunnen, is het een verwoe
de strijd om het bezit van de hoofdstad.
Het zou ons niets verwonderen binnenkort
de witte mieren te zien tippelen in de stra
ten van Madrid.
Er valt evenwel nog weinig te voorspel
len.
In Weenen bespeuren wij bondskanselier
Schuschnigg, te midden van zijn nieuwe
regeering. Gisteravond heeft hij zijn kabi
net met voortvarendheid gereorganiseerd
en de Heimwehr-elementen, die na de ver
wijdering van prins Starhemberg nog in
het kabinet waren achter gebleven opge
ruimd. Men meent, dat thans de weg vrij
is, voor een verbetering der betrekkingen
met Duitschland. In hoeverre dat juist is,
zullen wy moeten afwachten.
Wenden wij het oog naar Amerika, dan
zien wij te Washington president Roosevelt
zitten. Hij kan wegens de verlamming in
zyn beenen weliswaar geen luchtsprongen
maken, maar hij lacht toch met zijn ge-
heele gezicht, omdat zyn herkiezing tot pre
sident der Ver. Staten verzekerd is. Voor 4
jaar kan hy weer in het Witte Huis blijven
zitten. Zijn voornaamste tegenstander Lan-
don heeft hem reeds gefeliciteerd, wat zeer
sportief is. Maar 't is wel sneu voor al de
mooie redevoeringen, die hij heeft afgesto
ken.
De zee geeft haar slacht
offers weer.
De Sch. 179 inderdaad voor
IJmuiden vergaan.
De veertien opvarenden
verdronken.
Een der lijken aangespoeld.
Het wrak van de Sch. 179 is gevonden.
Het laatste sprankje hoop, dat de Scheve-
ningsche logger misschien toch nog heel
laat zou terugkeeren, is gedoofd en de pij
nigende onzekerheid heeft nu voor de droe
ve werkelijkheid plaats gemaakt.
In den loop van den morgen gaven Dins
dag de golven een zeemanslijk terug. Het
was een der mannen der Sch. 179. Het was
de opvarende Taal.
Gistermiddag voer de loodsboot uit. 'Vier
Scheveningsche visschers gingen mee, om
te zien, of nu klaarheid gebracht kon wor
den in het mysterie, dat de wateren tot nu
toe verborgen: het wrak voor LJmuiden.
Nabij het wrak stapten zij van de loods
boot over in een jol. In gezelschap van den
commissaris van het loodswezen te IJmui
den, den heer R. Dobbenga, en een broer
van den schipper van de Sch. 179 roeiden
zy naar het wrak. Hier vond men een stuk
van een krib, dat was geteekend met het
cijfer 187.
Dit was het oude merk van de Sch. 179,
dat nog op verschillende onderdeelen van
het vaartuig voorkwam.
Het wrak vóór IJmuiden is hiermede vol
doende geïdentificeerd.
Tóch nog twijfel?.
Men meldde gisteravond uit IJmuiden
nader aan de „Msb.":
Ofschoon daarvan weinig gewag is ge
maakt, heeft ook het loodswezen zijn volle
medewerking verleend bij de pogingen tot
ht identificeeren van het bij de brulboei
van IJmuiden gesignaleerde wrak van een
klein vaartuig, waarvan de masten gedeel
telijk boven water uitsteken.
Dezer dagen was reeds met een jol van
de kruisende stoomloodsboot een voorloo-
pig onderzoek ingesteld, dat evenwel geen
opheldering kon verschaffen. Met de
stoomloodsboot no. 5, welke gistermorgen
van IJmuiden uit ter vervanging van den
weekdienst naar zee stoomde, begaven zich
een paar broers van den schipper en een
broer van den stuurman van den vermisten
logger Sch. 179, mede naar buiten, om te
probeeren, of zij aan de masten of andere
te vinden voorwerpen nog zouden kunnen
vaststellen of het wrak identiek is met het
vermiste vaartuig.
Naar wij vernemen heeft geen der vis
schers positief durven verklaren, dat de
masten, van welke de fokkemast afgebro
ken is, doch de bezaanmast nog vaststond
op het wrak aan den logger „Sch. 179" toe-
behooren. Een mededeeling, dat dit wel het
geval is, moet dan ook als zeer voorbarig
worden beschouwd.
Uit het onderzoek moet nog gebleken
zyn, dat het wrak met den kop om den
West ügt. Deskundigen meenen hieruit de
gevolgtrekking te mogen maken, dat het
schip door den storm overvallen, nog ge
tracht heeft van de kust vrij te komen,
doch bij de boei door een grondzee voor
over is geworpen, waardoor de mast af
brak.
Het is natuurüjk ook niet uitgesloten,
dat de mast door een passeerend schip in
de duisternis is afgevaren. De eenige en
meest afdoende wijze om werkelijk te con-
stateeren met welk schip men te doen heeft,
zou volgens deskundigen zijn met een ster
ke sleepboot den mast te laten aftrekken,
waardoor ook het zeil met het opgeschil
derde visohnummer zou boven komen. Een
andere oplossing is nog bij kalm weer een
duiker te laten afdalen, die iets van het dek
of uit de logies kan boven brengen tot her
kenning, Doch daarmee dient niet te lang
te worden gewacht, omdat elke dag opont
houd meer kans op verzanding van het
wrak geeft.
HET WRAK VAN DE SCH. 68.
Zoo spoedig mogelijk zal men trachten den
logger te lichten.
De duiker Sperling, ded gedoken heeft
naar het wrak van de Sch. 68 heeft gecon
stateerd, dat de logger met het achterschip
in den bodem van de haven is weggezakt.
Het schip staat met den voorsteven om
hoog, zoódat het mogelijk wordt geacht,
zonder wegzuiging van grond, een tros on
der het schip aan te brengen.
Zoo spoedig mogelyk vermoedelijk,
indien het weer dit toelaat, reeds heden
De moord in een
Leidsche bioscoop
Wederom 12 jaar geëischt.
In hooger beroep stond terecht de 25-ja-
rige meesterknecht M. C. B., uit Leiden,
gedetineerd, die door de Haagsche Recht
bank is veroordeeld tot vijf jaar gevan
genisstraf, wegens doodslag, gepleegd in
den avond van 14 April in de hal van een
bioscooptheater aan den Stationsweg te
Leiden, waar hij de 22-jarige fabrieks
arbeidster Johanna Siera uit Zoete r-
woude, uit wraak met een broodmes
eenige steken in den rug heeft toegebracht,
tengevolge waarvan het slachtoffer na kor
ten tijd is overleden.
De officier van justitie, die tegen B., we
gens moord twaalf .jaar gevangenisstraf
had geëischt, heeft tegen dit vonnis geap
pelleerd.
De verdachte, door den president, mr.
Lodder, ondervraagd, zeide, dat hij zijn
daad in wanhoop verrichtte, daar hij door
toedoen van het meisje, met wie hij een ver
houding had, was ontslagen. Hij had daar
bij echter niet de bedoeling om haar te
dooden.
De president hield B. voor, dat diens ver
klaringen voor de politie afgelegd, er op
wezen, dat hij wel degelijk de bedoeüng
heeft gehad om het meisje te dooden en
dat hij, geen kans ziende om zijn plan om
naar Zuid-Afrika te vertrekken ten uitvoer
te brengen, aan dat voornemen gevolg
heeft gegeven. Er heeft dien avond geen
enkele woordenwisseling tusschen verdach
te en het meisje plaats gehad, maar deze' is
door hem in koelen bloede doodgestoken.
Er waren thans geen getuigen gedag
vaard.
Requisitoir.
De advocaat-generaal mr. - L. B. J. Ver
meulen, betoogde, dat de lezing die B. thans
geeft geenszins overeenstemt met zijn
vroegere uitlatingen, waaruit blijkt, dat
wel degelijk bij verdachte de bedoeling
voorzat om het meisje te dooden. Het plan
is na kalm beraad met ijzige onverschillig
heid uitgevoerd. Volgens zijn eigen verkla
ringen was hij van plan het meisje van
kant te maken. Ook na zijn vreeselijke daad
bewaarde hij een ijzige kalmte en dit alles
wijst op opzettelijke levensberooving met
voorbedachte rade.
De reahtbank heeft in haar vonnis zeer
zwaar later wegen den gemoedstoestand
waarin verdachte verkeerde.
Spreker is het echter met den officier van
justitie eens, dat hier sprake is van moord
en dat de opgelegde straf geenszins in ver
houding staat tot den ernst van het mis
drijf. Mitsdien vroeg spr. vernietiging van
het vonnis en veroordeeling wegens moord
tot twaalf jaar gevangenis
straf.
Pleidooi.
Mr. W. H. Krijgsman, raadsman van E.,
zeide, dat de rechtbank na een diepgaand
onderzoek van alle factoren tot haar con
clusie is gekomen.
Pleiter besprak uitvoerig de antecedenten
van zijn cliënt, die na al de ellende, die
hij heeft doorgemaakt naar Zuid-Afrika
wilde vertrekken, doch ook daarin werd te
leurgesteld. B. is daardoor in een geestes
toestand gekomen, die hem in de richting
dreef van wraakneming op haar, die hij
als oorzaak van zijn ongeluk beschouwde
en die hij wel letsel wilde toebrengen, maar
niet dooden. Volgens pleiter is hier sprake
van mishandeling met doodelijken afloop
en hij verzocht de uiterste clementie voor
zijn cliënt.
Het Hof zal 18November uitspraak doen.
zal met behulp van twee drijvende bokken
de logger worden gelicht, waarna het schip,
als het niet lek is, leeggepompt zal worden.
Doordat zich veel netwerk, afkomstig
van de vleet, rondom het wrak bevindt, was
het werk van Sperüng niet alleen moeilijk,
maar ook gevaarlijk, daar het niet uitge
sloten was, dat de duiker in het net ver
ward raakte.
DE SPORTVLIEGERS HEYMANS EN
SLUYTERS TE RANGOON.
De Nederlandsche sportvliegers Heymans
en Sluyters zijn vandaag tot Rangoon ge
vorderd.
Zij vertrokken om 6.45 uur (pl.t.) uit
Calcutta en maakten een tusschenlanding te
Akyab. Om 11.25 (pl.t.) zetten zij de tocht
voort en landden om 14.40 (pl, t.) te Ran
goon.
Het weer was goed. Morgen zal de tocht
worden voortgezet.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De strijd om Madrid hervat. (2de blad).
Het Oostenrijksche kabinet gereorgani
seerd. (2de blad).
De herkiezing van president Roosevelt
verzekerd. (2de blad).
BINNENLAND.
De Koninklijke familie is hedenmorgen
van IJmuiden vertrokken voor een tocht
ever zee naar den Helder. (1ste blad).
De moord op een fabrieksmeisje in de
hal van een bioscoop te Leiden voor het
Haagsch Gerechtshof. (1ste blad).
Wetsontwerpen zijn ingediend tot goed
keuring van het voorgenomen huwelijk van
de Prinses en tot naturalisatie van Prins
Bernhard. (1ste blad).
De „Sch. 179" inderdaad voor IJmuiden
gezonken. (1ste blad).
Nieuw diphteriegevallen te Blijerheïdé.
(Gem. Ber. 3de blad).
Zee-reis van de
Koninklijke Familie
Van IJmuiden naar den Helder
Onder enorme belangstelling heeft de
Koninklijke Familie zich hedenmorgen in
de Noordersluis ingescheept aan boord
van Hr. Ms. kruiser „De Ruyter", om
daarmede naar den Helder te varen.
Reeds vroeg in den morgen was een
enorme stroom belangstellenden naar de
Noordersluis vertrokken en toen de Ko
ninklijke Familie te ruim elf uur aldaar
arriveerde, waren er zeker tienduizend
menschen aanwezig. Een luid gejuich steeg
uit de menigte op, toen de vorstelijke per
sonen hun auto verlieten. Prinses Juliana
en Prins Bernhard begaven zich eerst
naar de Roode Kruis brigade, welke bij de
statietrap stond opgesteld. H. K. H. dank
te den leider voor deze attentie.
De hooge bezoekers werden vervolgens
begroet door de commissie van ontvangst,
bestaande uit vice-admiraal Bauduin en
den commandant van den kruiser, kapt,
ter zee Van de Sande Lacoste. Statig re
zen de koninklijke en de prinselijke stan
daards omhoog toen de Koninklijke Fami
lie het dek van den kruiser betrad.
Allereerst werd het detachement mari
niers, dat onder commando van luit. Nass
was opgesteld geïnspecteerd. Steeds weer
steeg gejuich uit de menigte op. Men zong
het Wilhelmus, waarbij de duizenden
schoolkinderen, die in de voorste rijen
stonden, den toon aangaven. Slechts met
moeite slaagde de marechaussee te paard
er in de menigte op een afstand te hou
den.
Omstreeks half twaalf werden de
trossen losgegooid en spoedig kwam
er beweging in den oorlogsbodem.
Langs de kaden en de oevers van het
buitentoeleidingskanaal, bij de Se
maphore en zelfs op de pier stond het
zwart van de menschen. Van de sluis
tot het uiterste puntje van de pier
gleed de kruiser als het ware door een
haag van menschen, die spontaan
uiting gaven aan hun üefde voor het
Koninklijk gezin.
Er zij nog vermeld, dat even voordat de
stoet arriveerde Vice-Admiraal Kruys zich
aan boord van den kruiser had begeven.
Het gemeentebestuur van Velsen was
vertegenwoordigd door burgemeestér M.
M. Kwint en de wethouders.
Niet alleen op de sluis en langs de ha
ven naar ook langs de wegen, welke de
stoet volgden, stonden veel belangstellen
den.