HET SCHAAKSPEL I I lit 4 4 4 ft 1, X I i i 4 4 4 PSPÏfi 4 11 n Bi B HET DAMSPEL 8! ÜP 0 0 ft a i. 83 f§ a 0 ft m a ft ft ft ft; ft ZATERDAG 31 OCTOBER 1936 DE LE1DSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 14 Alle correspondentie, deze rubriek be treffende, gelieve men te richten aan den redacteur dezer rubriek, W. H. van der Nat, Witte Rozenstraat 40a, Leiden. DE OPENING. In de loop van dit jaar heb ik in deze rubriek de voornaamste openingen behan deld. Behalve de Spaansche en Fransche partij en het Damegambiet, welke wat uitvoeriger werden bekeken, heb ik me bij de andere openingen ertoe bepaald, moe ten bepalen, tot de hoofdzaken. Het is zeker niet noodig hier nogmaals te bewij zen, dat 't geven van een volledig over zicht op deze plaats onmogelijk is. afge zien ervan, dat door de voortdurende on derzoekingen. er van volledigheid moeilijk sprake kan zijn. Wil men toch een zoo groot mogelijke theoretische kennis op doen, dan maar aan de studie met behulp van een uitgebreid theorieboek en dan nog van de nieuwste druk, om verrassin gen door geheel nieuw gevonden varian ten. te voorkomen. Maar de meesten onder u zullen voor zulk een droge studie weinig gevoelen al was 't alleen reeds wegens gebrek aan vol doende tijd, welke zoo'n studie vergt. En daarom is het deze laatsten aan te bevelen een andere weg te volgen om toch theore tisch op de hoogte te zijn. Want het schaakspel is op zulk een hoogte gekomen, dat. wil men in wedstrijden eenig succes behalen, men er voor zorgen moet niet reeds in de opening in 't nadeel te worden gebracht door een speler, die misschien minder aanleg, minder combinatievermo gen heeft, maar de opening beter kent. Het beste doet men nu om zich te be palen tot één opening voor wit en één voor zwart. Men speelt deze openingen tot men ze door en door kent en voegt dan een nieuwe aan dezen toe. Capablanca is van oordeel, dat een speler, die vertrouwd is met een vijftal openingen, over voldoen de kennis beschikt om in 't begin der par ty bevredigende resultaten te bereiken. Men moet de opening beschouwen als dat deel der partij, waarin het er om gaat, de stukken methodisch en met zorg uit te brengen teneinde een solide stelling op te bouwen, waarop later in het midenspel plannen en combinaties worden gebaseerd. Welke openingen men als zijn „lijf opening" moet - kiezen, hangt geheel van ieder persoonlijk af. Voor wit heeft men allereerst de keuze tusschen 1. e2e4 of 1. d2d4. De andere, eveneens goede zet ten 1. c2c4, 1. f2—f4, 1. Pblc3, 1. Pgl— f3 laat ik thans buiten beschouwing om dat deze openingen vaak zeer moeilijk te behandelen zijn, of reeds na eenige zetten tot het type e2e4 of d2d4 vervallen. „Bij het kiezen van zijn eersten zet heeft een speler met twee problemen te maken: n.l. het zoo snel mogelijk in actie brengen van zijn stukken, en tegelijketijd het uit oefenen van zooveel mogelijk invloed in het centrum" (Capablanca). Speelt wit 1. e2e4 dan heeft zwart de keuze tusschen vijf zetten, die als 't best erkend worden n.l. e7e5, e7e6, c7c6, c7c5 en Pg8f6. Na wits eersten zet: 1. d2d4 kan zwart vervolgens met: d7d5, Pg8f6, e7e6, f7—f5, c7c6, c7—c5 of d7—d6. Men kieze dus en werke zich zoo goed mogelijk in de gekozen opening in. Treft men partijen met de gekozen ope ning aan in kranten of tijdschriften, knipt deze uit of noteert ze en bewaar ze om ze verscheidene keeren aandachtig te kunnen naspelen. Vergelijk er de zelf gespeelde partijen mee. Als men zoo doet, kan 't niet anders of men raakt terdege vertrouwd met de opening en.... succes zal niet uit blijven. De belangrijkste openingen, n.l. de Spaansche partij en het Dame gambiet zal ik de volgende weken uitvoerig bespreken. Ter afwisseling volgt nu weer eens een partij van een sterke Leidsche hoofdklasse- speler. Gespeeld op 13 October '36 in het Leidsch Sch a akgenootschap Wit: W. Demmendal. Zwart: N. N. 1. d2d4 d7d5 2. e2e3 Wit kiest een ander, veilig systeem om de stelling op te bouwen, dan het dame gambiet (2. c2c4). 2c7c5 Thans speelt zwart gambiet. 3. c2c3 Pg8—f6 4. Lfld3 Pb 8c6 5. f2—f4 Tegen de bevrijdende zet, e7e5 gericht. De door wit gekozen opstelling (c3, d4, e3, f4) van de pionnen, noemt men wel de Stone-wall (Steenen wal). 5Lc8g4 6. Pgl—f3 e7e6 Zwart heeft een vrijer spel, dan in het gewone dame gambiet. Doordat het cen trum vrijwel onbeweeglijk wordt, zal de partij door een aanval op een der vleugels moeten worden beslist. 7. 00 c5—c4 8. Ld3e2 Pf6—e4 9. Pf3e5 Lg4xe2 10. Ddlxe2 Dd8c7 11. Pbl—d2 Pe4xd2 Er dreigde Pr2xe4 en Le2xc4. Na de af ruil komt veld e4 echter in wits macht. 12. Lclxd2 Lf8d6 13. e3e4! Met dezen zet krijgt wit overwegend spel. Zwart had dezen zet moeten voorko men bijv. door f7f5. 130—0 14. e4xd5 e6xd5 Pion d5 is nu een ernstige zwakte in het zwarte spel, welke, in een eindspel stellig verlies moet brengen. Tot een eindspel komt het echter niet, doordat Wit thans overgaat tot een aanval op de vrijwel onbe schermde zwarte koningsvleugel. Het ligt in de stijl van Demmendal om in stellin gen, als de nu ontstane: 1/ A BCDEEG H het zwakste punt in de stelling van den tegenstander te ontdekxen en daar direct op af te gaan. 15. Tfl—f3 Tf8e8 Zwart beseft nog niet geheel welke ge varen er dreigen, anders was een poging met f5, g6 en Dg7 misschien aan te beve len geweest. 16. Tf3h3 g7—g6 Om Dh5 en daarop gedwongen verzwak king h6 te voorkomen. 17. De2—f3 De dame verlaat de e-lijn om Te8 en bereidt f4f5 voor. 17Ta8d8 Veel beter was nog geweest Pc6xe5, Ld6 —f8 waarna het sterke paard onschade lijk was gemaakt en de verdedigign mo gelijk. Maar ook dan had wit het beste spel behouden. 18. Pe5g4 Kg8g7 Er dreigde Pg4f6f 19. f4—f5! Hiermede komt ook Ld2 in actie. 19Te8e4 20. f5xg6 f7xg6 Er is geen verdediging mogelijk. 21. Df3—f6 t Kg7—g8 22. Pg4h6f en mat. Partijstellingen. 8 4 tl 6 i 1 5 4 4 4 2ft a 'té® 2 PU 1 S i'S A BCDE FG H Wit: Kgl, Ddl, Tal en el, Lb3 en cl, Pd4 en bl, pi. a2, b2, c3, e5, f2, g2, h2. Zwart: Kg8, Dd7, Ta8 en f8, Le7 en e6, Pc6 en e4, pi. a6, b5, c7, d5, f7, g7, h7. Wit begint en wint een stuk. B. 6. iiSfê M M m. Damredacteur: W. J. v. d. Voort, Rustoordstraat 3, Nieuw-Vennep. Alle correspondentie, deze rubriek be treffende, gelieve men te zenden aan boven genoemd adres. WEDSTRIJD-PROBLEEM No. 302 Auteur: G. Geerlings, Leiden. Ie publicatie. (Damzef) A BCDEFG H Wit: Kgl, Dh6, Tdl en e5, Lb2 en d3, Pf5 pi. a3, b5, c2, f2, g2, h2. Zwart: Kg8, Dc5, Tc8 en f3, Ld5, Pa5 en e8, pi. a7, b6, e6, f7, g6, h7. Wit geeft mat in vier zetten. Oplossingen uiterlijk 7 November. Een nieuwe schaakuitgave. Wij ontvingen van de N.V. Boekhandel en Handelsdrukkerij G. Moorman te Nij megen de eerste van een serie opgaven, getiteld „De Practische Partij" welke op gaven zijn samengesteld door dr. M. Euwe. Iedere week verschijnt een nieuwe opga ve, welke in iedere boekhandel verkrijg baar is a 10 cent. Door op een bijgevoegde kaart de oplossing in te vullen en te ver zenden heeft men kans een prijs te win nen van 25. In totaal wordt 60 per week aan prij zen uitgekeerd. De eerste opgave is heel in teressant en luidt: Wit: Kei, Df4, pion g7; Zwart: Kh5, Dd5. Wit speelt en wint. Het oplossen van de stellingen zal ze ker een goede oefening zijn en de schaak kennis bevorderen. W. H. VAN DER NAT. N-l-E-T-N-A-A-S-T-E-bK-A-A-R Uiterst hinderlijk en vol ge varen Is het, wanneer meer dan twee fietsers naast elkaar rijden. (Op smalle wegen en paden Is zelfs twee nog te veel 1) IÜ r s W////S 9 9 9 K:j 9 9 9 m 'm, 9 i M jé, II m SÜ m m tf m m Stand in cijfers: Zwart: 1, 7, 8, 10, 13, 14, 17—19, 22—25 en 30. Wit: 26, 28, 31—34, 37—39, 41—43, 45 en 49. Wit speelt en doet een winnenden dam- zet. WEDSTRIJD-PROBLEEM No, 303 Auteur: B. Joosten. 9 9 9 m. 9 9 m 7 4 fié 9 m a| 9 a til 9 y 2 m ijfi Stand in cijfers: Zwart: 4, 6, 9, 10, 12, 14, 17, 18, 23, 27, 28, 31, 33, 36. Wit: 16, 19, 24-.—26, 34, 35, 37, 39, 40, 42, 44, 45 en 47. Wit speelt en wint. Oplossingen dezer beide vraagstukken worden gaarne ingewacht tot uiterlijk Dins dag 10 November a.s. by den redacteur dezer rubriek. OPLOSSINGEN WEDSTRIJD-PR. 296/7. No. 296 W. Besseling, Haarlem. Zwart: 8, 9, 18, 19, 40, 45 en dam op 37. Wit: 20, 25, 30, 32, 39, 41, 47 en 50. Wit wint door: 3934, 2015, 1510, 47—41, 30—24, 25x14. No. 297 Th. J. Lexmond, Zoetermeer. Zwart: 1, 6, 9, 11—15, 21, 27 29. Wit: 20, 25, 28, 35, 37, 42—44, 48—50. Wit wint door: 37—32 28—22 22—17 43— 38 35—30 44—40 50x10. ONZE LADDER-WEDSTRIJD. De stand van onzen ladder-wedstrijd (bij gewerkt tot en met pr. 297) luidt: No. deelnemers pnt. 1. J. H. Hilders, Lisse 14 2. J. C. Nebbeling, Nieuw-Vennep 14 3. G. Rijsdam, Leiden 14 4. Th. Zonneveld, Dekkerswald 14 5. D. G. v. d. Voort, Hazerswoude 14 6. W. Besselink, Haarlem 14 7. J. L. C. v. Leeuwen, Leiden 14 8. G. Huurman, Nw-Vennep 14 9. G. Huurman, Nw-Vennep 14 10. D. Rijsdam, Alphen aan den Ryn 14 11. G. Geerlings, Leiden 14 12. B. Langelaan, Sassenheim 14 13. A. J. Langelaan, Sassenheim 14 14. M. J. v. d. Kwartel, Leiden 14 15. J. v. Wezel, Leiden 14 16. Th. J. Lexmond, Zoetermeer 12 17 N. Hogervorst, Leiderdorp 12 18. W. Saptein, Nw-Vennep 11 19. G. Lemmers, Voorhout 9 20. C. J. Otte, Nw-Vennep 9 40. C. J. Knijnenburg, Wassenaar P. v. Schie, Wassenaar J. Maliepaard, Nw-Vennep Th. J. Koek, Roelofarendsveen C. L. v. d. Salm, Roelofarendsveen H. Droog, Rijp wetering Ph. Philipse, Abbenes G. Akerboom, Rijpwetering T. de Roo, Leiden P. Vlasveld, Zoeterwoude H. v. d. Kamp, Lisse M. P. Krumpelmans, Alphen a/d Rijn A. P. Mooijekind, Lisse J. A. J. Wortman, Hazerswoude P. v. Vianen, Leiden G. G. Bemmelen, Voorschoten A. Hoogervorst, Ter Aar A. v. d. Stel, Leiden P. Zwetsloot, Noordwijk P. Loos, Oudewetering CORRESPONDENTIE. Th. J. L. te Z. Het tweede probleem is voor publicatie ongeschikt wegens bij-op lossing door: 2823 enz. G. R. te L. Wie weet wat U nog te wach ten staat! Wat uw overige schrijven betreft „toch niet". PARTIJ No. 304. Gespeeld, eenige jaren geleden, in de Hoofdklasse competitie Afd. Noord aan bord 1. Wit z z z z z Zwart. Wit Zwart 1. 33—28 18—23 2. 39—33 12—18 3. 44—39 7—12 4. 31—27 17—21 5. 34—30 20—24 6. 50—44 1—7 7. 28—22 8. Een gewaagde zet, welke bij goed tegenspel nadeel moet geven. 2025 Is het beste antwoord. Indien zwart 1217 speelt volgt: 33—29, 30—25, 39x28, 38x27 en 25x1. Zwart kan den dam als volgt afnemen: (13—19) 1—34 (9—13) 36—31 (26x37) 41x32 (21—26) 34—25 (8—12) 25—34 (12 17) en dé witte dam wordt altijd gevangen. Zwart's stand verbetert er echter niet op. De andere varianten zal men gemakkelijk vinden. 824—29 9. 33 x 24 20 x 29 10. 39—34 10—14 11. 44—39 21—26 12. 41—37 11—17 Zwart kan hiermede nog één zet wach ten, doch is er dan ook toe gedwongen. 13. 22x11 6x17 14. 27—21 16 x 27 15. 31x11 7x16 behaald, doch hiermede is de partij nog lang niet gewonnen. 16. 32—27 2—7 Niet mogelijk was 1217 wegens 2721 en 37—31. 17. 37—32 18—22 18. 27x18 13x22 19. 32—27 22 x 31 20. 36x27 8—13 21. 46—41 12—18 Na zwart 2933, 13x31 wint wit een stuk door: 41—36 (31—37) 42x31 (26x37) 47—42 (16—21) 42x31 (21—26) 31—27 (26—31) 27 21 (3137) Dit zwarte stuk op 37 is voor wit niet nadeelig, wordt zelfs voor zwart gevaarlijk. 22. 41—36 5—10 Op 2631 zou volgen 2721 en 3833. 23. 42—37! 3—8? Nu gaat geforceerd een schijf verloren. 24. 39—33 14—20 25. 33 x 24 20 x 29 26. 38—32 29—33 (dreigt 32—28). Stand na den 26sten zet van zwart Si 1 9 2 IS 9 m i, >2..' 2 HP V 9 m Wï m Ui a SI 1 m ÉM V. m ;r; Üf 1 w M, Na nog eenige zetten verhaastte zwart het einde door een blunder. De opening van deze partij zou men kun nen vergelijken met de gambiet-martijen ia het schaakspel, 't Verschil is, dat bij onze partijen een te behalen voordeel in de ope ning nimmer het offer van een stuk waard is. Immers met een pion zal een schaak speler lang niet 1/20 van zijn beschikbaar materiaal offeren. Toch is deze benaming niet misplaatst, daar de idee dezelfde blijft, ni. wit brengt hier een offer, niet materieel maar in de positie. Kiest zwart na 2822? het goede antwoord (2025) dan zal na deel niet uitblijven, zoodat het spelen van dezen variant in wedstrijden niet aanbe volen wordt. SLAGZET No. 305. Een niet nieuwe, doch misschien aan velen onzer lezers nog onbekende slagzet uit een party van H. v. d. Horst. Stand: Zwart: 1, 5—10, 12—20, 23, 25, 26. Wit: 27—30, 32—38, 40—43, 45, 46, 48, 46. Wit aan zet, haalt a.v. dam door: 2722, 29x18 (13x22 gedw.) 32x21, 33—29, 37—31 en 42x4. SLAGZET No. 306. Een zêtje, gedaan door den heer A. J. Bar- tels. Stand: Zwart: 2, 3, 6—8, 12—10, 18, 20, 24. Wit: 21, 23, 26—29, 31, 32, 35—37, 44, 45, 48, 49. Wit aan zet forceerde als voiigt door braak naar dam, door: 2822, 2217, 17— 11, 32—28, 27x9, 31x11, 9—4. PARTIJ-FRAGMENT No. 307. In onderstaanden stand merkte de wlt- speler op, dat hij 20—14 niet kon spelen. Zwart: 4, 9, 12, 13, 16, 18, 21, 22, 28. Wit: 20, 25, 31, 33, 34, 30, 37, 39, 44. Indien wit hier met 2014 en 25x14 had voortgezet, zou zwart fraai gewonnen heb ben door: 9x20, 4—9, 22—27, 16—21 en 22x49. K. D. O. Door de Damvereeniging K. D. C. (Kat wijk aan den Rijn) werd deze week de 3e ronde van den bordenwedstrijd gespeeld. De uitslag was: le groep: L. de HaanG. J. de Vink uitgest.; J. FrekeT. v. Beelen afgebr.} J. C. v. Rijn-^-C. v. Delft uitgest.; J. La venC. v. Rossum 02. Uitgestelde en afgebroken partijen: T. V. BeelenC. V. Rossum 11; L. de Haan J. Laven 20; J. C. V. RijnG. J. de Vink 2—0. 2e groep: C. KorpelshoekA. Schouten 20; C. v. VeenJ. Schoneveld afgebr.; R. HaasnootA. Wassenaar 02; J. v. Elk—W. Böttcher uitgest. Uitgest. en afgebr. partyen: J. v. Elk— C. Korpelshoek 0—2; A. Schouten—W. Böttcher 20. 3e groep: A. Vooijs—J. v. d. Meij 20; J. Stabij—P. v. d. Gugten 0—2; A. Barn- hoorn—C. J. de Jong 2—0; C. Durieux— D. Hartkamp 20. 4e groep: M. v. d. GugtenG. Koele- wijn 02; C. P. SchoneveldH. Koele- Wijn o2; G. v. DelftG. Versteeg 2—0; Z. RetelJ. Houwer 2—0; J. Houwer—F. Spierenburg 02; G. VersteegZ. Retel 02; H. KoelewijnG. v. Delft 02; M. v. d. Gugten—C. P. Schoneveld 0—2. 27. 49—44! 26—31 Op 33—38 zou volgen 34—29 23x25 37— 31 en 43x1 of 5. 28. 37 x 26 33—38 29. 43—39 38—43 30. 30—24 19 x 30 31. 34x25 43x34 32. 40 x 29 23 x 34 33. 35—30. De schipbreukelingen. „Ik zal het noodsein maar weer binnen halen, anders worden we gered, voordat het vat leeg is." TOONTJE VAN TEUTEN, DE MILLIONAIR. UJ 297. En ja hoor, toen de sneeuw gesmolten was, kwam men tot de ontdekking dat het Toontje van Teuten was die in de sneeuwman verborgen had gezeten en die op zoo'n eigenaardige manier weer in zijn geboortestad was terug gekeerd. Teneinde Toontje's terugkeer feestelijk te vieren, werd er door de jongens en meisjes een feestlied ingestu deerd, want het was gebleken dat Toontje heelemaal was veranderd en iedereen mocht hem even graag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 14