DINSDAG 20 OCTOBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT tflERDE BLAD - PAG. II RECHTZAKEN KANTONGERECHT TE LEIDEN. Dronken achter het stuur. E. v. d. V., student woonachtig te Lei den, heeft 22 Aug. met zijn auto in het Noordeinde te Leiden gereden, terwijl hij onder den invloed van sterken drank ver keerde. Een agent van politie, als getuige ge hoord, verklaarde, dat de verdachte stond te waggelen op de beenen, allerlei war taal uitsloeg en naar drank riekte. Een tweede getuige zeide o.a., dat hij rijdende op zijn fiets in het Noordeinde een auto tegenkwam, waarin vijf studen ten gezeten waren. De auto reed slingerend over den weg. Nabij de Haagbrug was de auto ingesloten geworden door eenige andere auto's, zoo dat verder rijden onmogelijk was gewor den. Verdachte bekende het feit en gaf toe een geheele flescb sherry leeg te hebben gedronken alvorens in zijn auto te stappen. De ambtenaar zeide in zijn requisitoir, dat er tegenwoordig geen week meer voor bij gaat of er moet een dronken autobe stuurder terecht staan. Tegen deze zware overtredingen moet flink opgetreden wor den. Eisch twee weken principale hechtenis met intrekking van het rijbewijs voor den tijd van een jaar. Uitspraak over 8 dagen. Vervolgens moest terecht staan G. S. te Noordwijk Deze verdachte, die ver stek liet gaan, heeft met zijn auto gere den in de van Limburg Stirumstraat te Noordwijk. Volgens een getuige reed verdachte slin gerend over den weg, en wel zoodanig, dat hij door dit slingeren op het trottoir terecht kwam en vervolgens een bord omver reed. De gehoorde getuige, die daar zelf op de fiets reed, moest ijlings de vlucht ne men en een goed heenkomen zoeken an ders was hij aangereden. De wielrijder leidde uit zulk een manier van rijden af, dat verdachte dronken was geweest. Aangehouden tot 2 November tot het hooren van nog een getuige. Bloemkool geteeld zonder vergunning. Th. v. d. M., tuinder te Rijns burg, heeft te Noordwijkerhout 378 roe bloem kool geteeld zonder te zijn aangesloten bij de Ned. Groenten- en Fruitcentrale, zoo dat hij dus ook geen vergunning had. Een controleur van dezen dienst, als ge tuige gehoord, verklaarde, dat de opbrengst van de bloemkool ruw geschat 1.— per roe was geweest. Daarvan moest afgetrok ken worden 60 pet. voor bedrijfsónkosten. Verdachte had wel een vergunning aange vraagd maar deze was hem geweigerd ge worden» Ook- in hooger beroep was hem een vergunning geweigerd. Eisch 50.— subs.. 20 dagen. Uitspraak over 8 dagen. De man die den weg wees!!! Daarna kwam er een klein mannetje voor het gevreesde hekje en wel zekere A. K. v. L., woonachtig te Leiden. Deze man, die bij voorbaat al begon te verklaren, dat hij reeds drie jaar werk loos was, had op zekeren dag kennis ge maakt met eenige Haagschè visschers. Deze kennismaking was begonnen door dat de visschers hem den weg hadden ge vraagd. Al spoedig was de kennismaking overgegaan in vriendschap en op deze tot stand gekomen vriendschap was men een hartversterking gaan koopen. Was het nu maar bij deze eene hartversterking ge bleven, dan was allee nog goed terecht ge komen. Integendeel, nog talrijke malen had men op deze plotselinge gelegenheid geklonken, totdat 't mannetje zich zelf op zekér oogenblik had teruggevonden in de Dacostastraat te Leiden. Toen was de misère pas goed begonnen. Het mannetje vond de Da Costastraat een prachtige straat, om te wonen. Toen dit idéé fixe in zijn benevelde hersenen vas ten vorm had aangenomen, had hij nog even verder nagedacht en was tot de con clusie gekomen, dat niet hij daar moest wonen maar een schoonzoon. Deze schoon zoon woonde daar echter zelf weer niet, maar woonde op zijn beurt weer in bij een schoonzuster, zoodat de toestand steeds duisterder werd. Waar ergens dfe schoonzoon en de schoonzuster woonden werd ook weer een puzzle apart. Weer kreeg het mannetje een schitteren den inval. Als hij met een inmiddels ge vonden sleutel alle sleutelgaten met een bezoek ging vereeren, dan moest hij van- zelfsprekend toch wel eens de goede te- genkomen. En toen was de ellende pas goed be gonnen, Na veel oponthoud door steeds naast de diverse sleutelgaten andere niet aanwe zige te ontdekken, had hij een aantal hui zen behandeld toen er een agent ten too- neele verscheen. Na veel heen en weer gepraat kwam de agent achter de waarheid. Goede raad Was hier duur. De agent stond voor het feit, meezoeken of niet. Het slot van dit geval was geweest, dat, de agent ook geen uitweg meer ziende het mannetje had meegenomen, zoodat er nog steeds geen oplossing is, of de schoonzoon daar werkelijk bij de schoonzuster woon- 'e. Vijf gulden vond de kantonrechter iusch niet te veel voor dezen nachtelij- 'i zwerftocht, wat opnieuw een protest den nachtelijken „zoeker" uitlokte. Er echter geen cent meer af, Verkeers-overtredlngen. J. de V. te Rotterdam heeft op den Nieu wen Rijksweg onder Oegstgeest een aanrijding veroorzaakt, door met een snel heid van 85 km. nog te trachten voor een andere auto langs te rijden. Verdachte kwam uit een zijweg en had de andere auto aan de rechterhand. Onge veer 20 meter verder was de auto van den verdachte, na eerst nog een paaltje on derstboven te hebben gereden, tot stilstand gekomen. Eisch na getuigenverhoor 25.subs. 10 dagen. Uitspraak over 8 dagen. K. V. L., te L e i m u i d e n heeft met zijn race-auto een botsing veroorzaakt door een tegenligger, die even 'n weinig naar links uithaalde om een rechts gelegen erf op te rijden, aan te rijden en tamelijk ernstig te beschadigen. Noodig was dit niet geweest volgens eenige getuigen, daar er alle gelegenheid was geweest om te passeeren. Eisch 20 subs. 8 dagen. Uitspraak over 8 dagen. J. de R. Z. tè K a t w ij k heeft daar ter plaatse op het kruispunt VoorstraatVan Egmondstraat, geen voorrang verleend aan een andere auto, die voor hem van réchts kwam. Eisch 10 subs. 5 dagen. Uitspraak over 8 da^en. J. G. V. T. te L e i d e n, heeft op het kruispunt Levendaal—Kraaierstraat te Leiden, met een kraanwagen zonder eenige noodzaak den bocht links genomen. Een tegenligger, toebehoorende aan Dr, R., die geheel rechts reed, was aangereden. Eisch 40 subs. 20 dagen. Uitspraak over 8 dagen. Y. S., die verstek liet gaan, heeft met zijn auto de tram die midden op den weg reed, rechts gepasseerd om vervolgens vlak voor de tram langs te rijden met het doel om dan zoo op het linker weggedeelte te kpmen. Een en ander was gebeurd op den Rijksweg te Sassenheim. Zoover is het echter niet gekomen, aan gezien tijdens dit voorlangs rijden de bot sing was geschied. Eisch 20 subs. 10 dagen. Uitspraak conform. P. H. J. M. te Den Haag heeft op den Wassenaarschen Weg te K a t w ij k een wielrijder omver gereden doordat hij te dicht passeerde. Verdachte gaf het feit dadelijk toe en beloofde de schade te zullen betalen. Eisch 15 subs, 8 dagen. Uitspraak 15 subs. 5 dagen. KANTONGERECHT TE ALPHEN AAN DEN RIJN. Was dat meo-varen? H. J. v. V. te Nieuwkoop was in verzet gekomen tegen een tegen hem bij verstek gewezen vonnis wegens overtre ding van het stoomvaartreglement op de binnenwateren. Verdachte zou nl in een sloot te Nieuwkoop hebben gevaren met een motorboot zonder in bezit te zijn van de verêischte vergunning. Verdachte ont kende in bedoelde sloot zelf te hebben ge varen. De motorboot, waarmede was geva ren was wel zijn eigendom, doch de schip per was zijn knecht L. v. d. B. met wie hij was medegevaren. Dus zeide de kanton rechter: U mocht medevaren met uw eigen motorboot; Juist antwoordde ver dachte. Ik zal u precies zeggen hoe het ge gaan is. Mijn arbeider, met wie ik zou gaan melken, was 's morgens Veel te laat gekomen en het was juist Zondagmorgen waarop mijn knecht zeide: baas laten wij met de motorboot naar het land varen. Ik, aldus verdachte, antwoordde dat dit niet ging daar ik geen vaarvergunning had. Mijn knecht adviseerde toen, dat hij zou varen en ik mee zou varen. Na hem er op te hebben gewezen dat hij dan alle ver antwoordelijkheid moest nemen, is hij gaan vare tenaar en kantonrechter vonden dit echter wel eigenaardig en gaven te kennen, dat hij, verdachte, zijn knecht hiertoe dan toch wel opdracht zou hébben gegeven. Het welk echter door verdachte werd ontkend. De zaak werd daarop aangehouden tot het doen hooren van verbalisant. Werk, waar haast bij was. W. B., mede-directeur der scheepsbouw- werf „De Industrie", te A 1 p h e n a. d. R ij n, was ten laste gelegd het in werking hebben of houden van een tweetal dagen in Augustus en September van dit jaar van een z.g, pneumatische klinkinrich- ting. Als verdediger trad op Mr. G. H. E. Nord Thomson uit Leiden, terwijl verdach te zelf niet was verschenen. Verdediger gaf het ten laste gelegde toe, waarop de ambtenaar in zijn requisitoir overwoog, dat voor een dergelijke overtreding d,e be trokken onderneming ook destijds reeds was veroordeeld, terwijl inmiddels nog meerdere proces-verbal en waren ingeko men en een en ander voor de omwoners nu eenmaal hoogst onaangenaam en hin derlijk :s. Hij vorderde daarom een geld boete van 23.— subs. 10 dagen hechtenis. Verdediger hield hierna een zeer uitvoe rig pleidooi waarbij hij de moeilijkheden uitvoerig toelichtte. In Dec. 1934 is een ander bestuurshoofd dezer onderneming ook voor een dergelijk feit veroordeeld. Het is geenszins minachting voor het von nis van den heer kantonrechter dat men met Ren en ander toch is doorgegaan. Na genoemd vonnis heeft men aan B. en W. der gemeente Alphen aan den Rijn onmid dellijk vergunning gevraagd en deze ver gunning ook verkregen. De raad van Staten heeft echter deze ^ergunning bij haar beschikking vernietigd. Na het be komen van bedoelde vergunning heeft men een werk aangenomen nl. het maken van een kustboot, die volgens het aanneem- contract en bestek pneumatisch geklonken moet worden. Dit werk heeft men in Fe bruari van dit jaar aangenomen en zal nu ongeveed over 6 k 7 weken gereed zijn. De moeilijkheid voor het bedrijf is dat men de inrichting niet over kan brengen naar een andere werf buiten de gemeente daar men op die werf geen z.g. dwarshel- ling heeft, terwijl aan een en ander voor het bedrijf een kosten zou zijn verbonden van 60.000.—. Gelet op de vergunning, die men aanvankelijk had verkregen was verdediger van oordeel dat alhoewel deze later is vernietigd dit werk toch afgemaakt zal kunnen worden krachtens eerstgenoem de vergunning. Zou men niet door kunnen klinken dan zou dit een enorme schade voor het bedrijf teweeg brengen daar men dan zijn overeenkomst tot levering der bedoelde-kustboot niet zou kunnen nako men, Verdediger meende zich dan ook mede op force majeur (overmacht) te kunnen be roepen. Verdediger verzocht derhalve den heer kantonrechter met een en ander wel de gelijk retcening te houden in bijzonder wat de strafmaat betreft en vérdachte bijv. strafbaar te verklaren zonder oplegging van straf. Tevens verzocht hij den ambte naar dé* andere procesverbalen nog in portefeuille te houden en niet aan te bren- en even af te wachten, omdat men kan trachten in een en ander een voorziening te treffen. De ambtenaar zeide dit toe. De ter zitting aanwezige inspecteur van poli tie de heer van Beek werd nog gehoord, hoever het geluid van het klinken hinder lijk was of waar te nemen, die verklaarde dat men het zeker eenige honderden me ters kon hooren. De ambtenaar wees er in zijn repliek op dat hij nog niet was over tuigd dat men voorzieningen zal kunnen treffen en vond het eigenaardig dat men na het vonnis van Dec. 1934 dan niet di rect naar middelen had gezocht om een en ander tegen te gaan. Bovendien ^.moet men hier overwegen wat zwaarder weegt het belang van dit bedrijf of tal van om woners. Hij achtte dan ook geen termen aanwezig iets van zijn eisch af te doen. Na dupliek van verdediger, die nog eens uitvoerig wees op het Alphensch be lang dat bij een en ander is betrokken, terwijl men bovendien overleg za] plegen met het departement van Arbeid om z.g. wetswijziging te bekomen of anderzins, bepaalde de kantonrechter zijn schriftelijk vonnis over Woensdag een week. De rollen omgekeerd te Hazerswoude. Verz. uit Rotterdam zou volgens de dag vaarding op den Gemeeneweg te Hazers woude een aanrijding hebben veroor zaakt door bij de z.g. Katbrug den autobe stuurder de B. met de dOur hem gehuurde auto te hebben aangereden. Verdachte ont kende en beweerde door de B. te zijn aan gereden. De rollen werden dus precies om gekeerd. De autobestuurder de B. als mede inzittende eigenaar der auto, verklaarde evenwel pertinent dat verdachte, die met groote snelheid reed, eerst de brugleuning had aangereden, toen blijkbaar de macht over zijn stuur was kwijt geraakt en toen links op hen was ingereden. Als verdedi ger trad op Mr, Koeleman uit Den Haag, die niet minder dan een 7-tal getuigen a décharge liet hooren en aan de hand van een teekening en serie foto's de onschuld van Zijn cliënt trachtte aan te toonen. Ge tuigen h charge hadden bovendien ver klaard, dat verdachte naar hun meening voorrang had moeten verleenen. Partijen bleken het ook hier echter niet over eens en dit kwam vast te staan, daar een en ander door geen bord voor of nabij de brug was aangegeven. De verklaringen van getuigen liepen echter nog uiteen. Sommigen verklaarden zelfs dat de brug Ook voor de aanrijding al beschadigd was en deze meerdere malen werd aangereden en beschadigd was. De ambtenaar meende echter dat ondanks de getuigen décharge het ten laste gelegde bewezen was en vorderde een geldboete van f 10.subs. 5 dagen, Verdediger hield een uitvoerig verweer en bleef de onschuld van zijn cliënt volhouden, terwijl hij het zwakke punt in deze zaait vond, dat de bestuur der de B. had gemeend dat verdachte hem voorrang had moeten verleenen. Hij ver zocht derhalve om vrijspraak voor zijn cliënt. In zijn repliek verzocht de ambte naar den kantonrechter schriftelijk von nis te wijzen, die hierop vonnis bepaalde over 14 dagen. Inmiddels duurde de be handeling dezer zaak pl.m. ruim ander half uur.. Verstoppertje spelen. Oehoe zoek me dan, Fritsje!" De Raad dezer gemeente kwam in open bare vergadering bijeen op Maandag, des avonds om half acht uur, Voorzitter, de burgemeester. Tegenwoordig waren alle leden. Een va cature. De voorzitter opent de vergadering met gebed en verzoekt den leden op te staan. 8taar.de spreekt de voorzitter hierna een korte rede uit, waarin hij in gevoelvolle woorden de nagedachtenis van den heer J. Pijnacker memoreert en voorstelt een adres van rouwbeklag te doen toekomen aan mevr, Pijnacker en familie, waarmede alle leden instemming betuigden, De notulen werden hierop zonder op- of aanmerkingen ongewijzigd vastgesteld en tot voorstemmer werd aangewezen de heer van Kesteren. De heeren Onderwater, Schrama en Boot werden benoemd tot commissie van onder zoek voor de geloofsbrieven van den heer J. W A. Lefeber, benoemd lid van den Raad der gemeente. Nadat de commissie deze geloofsbrieven had onderzocht de vergadering werd eenige oogenblikken geschorst bracht de heer Oncerwater verslag van de bevindin gen der commissie uit en adviseerde tot toe latino als lid van den Raad van den heer J. W, A Lefeber, waartoe met algémeene stemmen werd besloten. Zon.ier hoofdelijke stemming werd hier na besloten om met de N.V. J. J. Grulle- mans en Zonen en de N.V. Bloembollenbe- drijf tot voortzetting der firma M. Veld- huijzen van Zanten, beiden gevestigd te Lisse, wegens door hen gevorderde loon- bijslag over 1935, een rechtsgeding in eer sten aanleg te voeren. Eveneens werd zonder hoofdelijke stem ming de gewijzigde verordening op de hef fing en invordering van een vergoeding voor het verstrekken van inlichtingen of opgaven uit het bevolkingsregister der ge meente Lisse vastgesteld. De salarissen van het gemeente-personeel. Thans kwamen aan de orde de loonen en wedden van het gemeentepersoneel. Na een korte toelichting door den voor zitter zegt de heer Knetsch dat er toezeg ging is gedaan om bij de eerstvolgende be- grootmg de kindertoeslag te bespreken van het geme ente-personeel. Spreker is geen 'voorstander van kin dertoeslag en zou deze, wanneer het aan hem lag eerst willen doen ingaan bij het zesde kind. Waarom is men niet gekomen met een gelijkschakeling van kindertoe slag voor al het personeel. Wanneer het waar is, dat de toestand zoo onwis is en voor het gemeente-personeel een ver slechtering is ontstaan door de devaluatie van de munt, zooals uit het prae-advies is te constateeren, waarom dan niet radicaal hat stelsel van kindertoeslag opgeheven en de loonen en wedden in hun grondsalaris- sen herzien, waarin de kindertoeslag is opgenomen. Wethouder Warmerdam, voorzitter van de Sociale Commisie, zegt, dat steeds de gevoelens van de bonden worden gehoord. De bonden hebben herhaaldelijk tot ver betering van de kindertoeslagen aange drongen, doch de commissie steeds van ooideel geweest, dat eerst dan kindertoe slag behoort te worden gegeven wanneer de loonen en wedden niet voldoende toe reikend zijn om in zijn onderhoud te voor zien. Dit is naar de overtuiging van de Commissie nog niet het geval. De bonden dringen echter niet aan op verslechtering zooals de heer Knetsch zich uitsprak, doch op verbetering. Aan e:n verzoek van de bonden is de commissie tegemoetgekomen en heeft de gemiddelde arbeidsdag van de gemeente-werklieden gekort met een half en zij heeft de gemiddelde werkweek v. d. 48 uur wordt verkregen. De Commissie is evenwel van oordeel, dat het wenschelijk is de bestaande loonen en wedden van het gemeente-personeel voor het jaar 1937 te handhaven volgens de bestaande regelin gen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stem ming ovei eenkomstig de voorstellen van B. en W. gehoord de Sociale Commissie be sloten Aan de orde werd vervolgens gesteld de vaststelling van de onderwijsvergoeding over 1933. De kosten van het onderwijs. De heer Knetsch vindt de normen voor de vaststelling van de onderwijsvergoe ding nie* geheel juist uitgedrukt in de wet. Immers óe uitgaven voor het openbaar on derwijs in deze gemeente met een betrek kelijk gering aantal leerlingen zijn veel grooter dan elders waar een school is ge vestigd met oen groot aantal leerlingen. De bijzondere schoolbesturen in deze ge meente, die feitelijk ultkeering kunnen ver langen naar het bedrag per leerling van de openbare school zijn hiermede zeer ge baat. Weliswaar verbruiken zij niet zoo veel en heeft men met het compromis veel bereikt, doch een goede waarborg vindt spreker zulks toch niet. Z.i. kunnen de bij zondere schoolbesturen de baas spelen over de geldbuidel van de gemeente en dit is toch nie4 juist. Volgens sprekers mee ning kan ér nog meer bezuinigd worden. In dit verband wijst spreker op de wet van 4 Augustus 1933, tot bezuiniging bij de onderwijsuitgaven. De voorzitter zegt bekend te zijn met de aangehaalde wet en de mogelijkheden daar in vervat. Als het evenwel eenigszins mo gelijk is om met onderling overleg het ge- wenschte resultaat te bereiken, zou hij lietst geen toevlucht willen nemen tot deze wet. Sh-chts alleen wanneer men gedwon gen zou worden door b.v. onmatige opdrij ving var do kosten per leerling door de bijzondere schoolbesturen, wenscht spre ker hiervan eerst gebruik te maken. Vol- GEMEENTERAAD VAN LISSE gens den voorzitter gaat het in Lisse in de goede richting. De heer Ri mijn zegt dat het onderwijs aan de bijzondere schoolbesturen niet duur is. Spreker zou niet gaarne de goede sa menwerking tusschen de gemeente en de bijzondere schoolbesturen willen prijs ge ven. Door cverlce is reeds veel bezuinigd en het gewensch'e resultaat vrijwel bena derd, ofschoon de bedragen van de verschil lende schcolbeslurer wel uiteen zullen ioo- pen, hetgeen spreker spijt. De heer Tibboel 1% steeds dankbaar ge weest voor het over.eg tusschen gemeente en bijz. schoolbesturen. Door de groote bezetting der scholen is het onderhoud evenwel iets duurder ge worden in he* aigemeen. Als de bedragen te hoog zijn, geeft spreker een nieuwe over leg in overweging. De heer Schrama uit zich in denzelfden geest als de heeren Romijn en Tibboel. De voorzitter zegt. dat over het alge meen een zeer groote bezuiniging is be reikt en dot binnenkort de afrekening over de jaren 1931—J 933 zal kunnen plaats heb ben. Voor zootei spreker het heeft kunnen constateeren zal een bedrag van ongeveer l'-.OuO bezuinigd zijn, doch niet alle schoolbesturen zullen hetzelfde resultaat hebben. Het ligt niet In den geest van den Raad en van de bev< lking om in de rich ting ie gaan. welke de heer Knetsch heeft geopperd. Bovendien is spreker er nog niet geheel en al van overtuigd, dat wanneer de Minister de kosten per leerling zou vast stellen voor deze gemeente, de ge meente L.sse er financieel zou door verbe teren. De heer Knetsch zegt er geen voorstel van te hebben gedaan, doch enkel de ge dachte te hebben geopperd om de mee ningen hierove- eer:s te hooren. Spreker constateerde evenwel, dat de Katholieke scholer beter hun taak hebben begrepen dan de Protest arose he scholen. ZA. is de wet er om t icgepast te worden en zonder onderscheid. Spreker deelt de vrees van den voorzitter niet, dat Lisse er financieel óp verminderen zal, wanneer toepassing van de door hem genoemde wet zou wor den gegeven. De voorzitter meent, dat, waar men toch nog geen officieel e cijfers tot zijne beschik king heeft, het beter is om de discussies hierover te staken en men zijn meening be ter kan kenbaa.r maken in een der vol gende vergaderingen. Wethouder Warmerdam spreekt waar- deerer.c over de gedachte van den heer Knetsch en is blij, dat er op gewezen is. In het belang van de gemeente en dat van het onderwijs vindt hij evenwel nog steeds onderling overleg, waarmede veel te berei ken valt, het beste. Vervolgens wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Conversie van geldleeningen. Zonder hoofdelijke stemming werd be sloten, behoudens goedkeuring van Ged. Staten der provincie Zuid-Holland op 1 November 1936 ten laste der gemeente met de N.V. Amsterdamsch Levensverzekering Genootschap te Amsterdam een geld leening aan te gaan tot een bedrag van 48.200, ter conversie van de met de Onderlinge Le vensverzekering Maatschappij 's-Graven- hage te 's-Gravenhage gesloten leeningen ingevolge raadsbesluiten van den 24 No vember 1925 en den 8sten November—22 December 1927. goedgekeurd den 12den Januari 1926, No. 68 en den 2en Januari 1928, No. 36. reap, groot 43.200 en 18.000 per 31 Deecmber 1936 pro resto groot 38.300 en 9900, zulks tegen den koers pari, rentende 4 1/8 pet. ten honderd per jaar, vervallende op 1 Mei en 1 November van ieder jaar. voor het eerst op 1 Mei 1937 en jaarlijksche aflossingen, welke loo- pen van 1400 tot 1050. Hierop werden de berooting der ge meente en die van hare bedrijven aange boden over het jaar 1937. Zonder hoofdelijke stemming werd de begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1936, voor zoo veel den gewonen dienst betreft, in inkom sten en uitgaven gewijzigd tot gelijke be dragen van 1673.24. De ingekomen stukken waren eenige goedgekeurde besluiten van den Raad door Gedeputeerde Staten, alsmede het gemeen te-verslag over 1935 Rondvraag. Bij de rondvraag vroeg de heer Knetsch of het sportveld voor zooveel betreft het junioronspeelveld niet vergroot kan wor den, omdat dit hier ter plaatse niet aan de gestelde eischen voldoet. De heer Warmerdam zegt, dat alles ge daan zal worden wat gedaan kan worden, doch er moet nog rekening gehouden wor den met de plannen tot stichting van een zweminrichting, die er volgens spreker ko men kan en zelfs moet. De heer Schrama vraagt naar een be tere verlichting in de Nassau- en in de Emmastraat, hetgeen de voorzitter zal on derzoeken. De heer Boot vraagt naar de gehouden aanbesteding voor het regulateurstüiiou voor gastoevoer naar de gemeente Swer.- heim, De heer Warmerdam antwoordt du! er maar drie inschrijvers waren die heel veel over de begrooting waren, zoodat er niet gegund is geworden, doch aan iemand is opgedragen buiten deze aanbesteding om voor een belangrijk minder bedrag. Ten slotte vroeg de heer K.ijma nog verbetering voor loozing van rii-i Lvatet iu een sloot ann den Broekweg. Hierop sloot de voorzitter: de openbar» vergadering en werd er overgegaan tot een geheime vergadering voor n? behan deling van belastingrecL-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 11