mm- I
&:A
3)e £eicbcHe 6ou/fcomt
Nabij Dinteloord is een sportvliegtuig neergestort en vernield. De twee inzittenden
werden gewond De ruïne van het toestel
Het corps mariniers defileerde Woensdag langs het Departement van
Defensie te den Haag voor den chef van den Marinestaf, Schout bij
Nacht J. T. Fürstner ter gelegenheid van de jaarlijksche oefeningen
M f
Schön en Pellenaers na hun overwin
ning in den Zesdaagsche te Parijs
Jt: .1
Nederland bouwt bruggen. Overzicht
der werkzaamheden aan den bouw
van de nieuwe brug over de Merwede
bij Dordrecht, waarvan thans twee der
drie pijlers gereed gekomen zijn
De heer G. Verheul, gemeente-secre
taris van Nederhorst den Berg, is met
ingang van 15 October benoemd tot
burgemeester der gemeente Marken
Een overzicht van de paardenmarkt, die Woensdag te Nijmegen werd gehouden en waarop verschillende
bijzondere exemplaren werden aangevoerd
De burger, orlog in Spanje. De ruïne van het klooster op den berg
Aragon, welk bouwwerk tijdens de hevige gevechten volkomen ver
woest werd
FEUILLETON
HET RAADSEL VAN HET
ONBEWOONBARE HUIS.
Naar het Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
17)
Toen ae den salon bin-netraden, vond
Amabel de verandering grooter dan ze bij
mogelijkheid had kunnen denken. Het was
vroeger een ouderwetsch, stijf vertrek ge
weest, met glimmende mahoniehouten ta
fels, stoelen met gedraaide pooten, ver
gulde spiegels en een afschuwelijk rood ta
pijt. Thans was het geheel van een strakke,
geraffineerde moderniteit het interieur
had onmiskenbaar iets bijzonders, met
zwart en wit als domineerende kleuren. De
vloer zwart, met hier en daar een donker
Perzisch kleedje, de muren wit, geen spie
gels; donkerpaarse gordijnen, de meubels
van zwart houtwerk met bekleeding van
hetzelfde donkere paars, één ets aan iede-
ren wand.
Amabel vroeg zich af van wie deze keuze
afkomstig zou zijn. Zeker niet van Angela
Bronson, dacht ze, toen ze de hand van het
jonge meisje drukte; Angela met haar rui-
gen tweed-rok en hei-groene jumper pas
te al heel weinig m deze mausoleum-ach-
tige ruimte, waarvan, bij alle artisticiteit,
iets beklemmends uitging.
Mademoiselle Lemoine evenwel, harmo
nieerde volkomen met haar omgeving. Zij
was geheel in het zwart en er was iets fas-
cmeerends in het contrast tusschen haar
haast doorschijnend blanke huid en haar
toilet en sa tij nig-zwarte haar, dat als een
soort tulband om haar hoofd en ooren lag.
Vreemd toch aantrekelijk, vond Ama
bel, maar ze moest zichzelf bekennen, dat
ze de voorkeur gaf aan Angela.
Het gaf haar eon prettige gewaarwor
ding toen de Berkeley's binnenkwamen.
De Millers volgden hy knap en onzeker,
zij forsch en slordig, met een vriendelij
ken glimlach om de krachtige lippen. Lady
Susan maakte zich onmiddellijk meester
van haar en er "olgde een gesprek over
de geheimen van de rozenteelt. Nita King
kwam laat en klampte zich aan Edward
Berkeley vast; haar japon was overladen
met linten, zijzelf met juweelen, en haar
haar was rood als vuur.
Amabel raakte in gesprek met den gast
heer. Hij vroeg hoe het haar in haar nieu
we woning beviel, en toen ze hem vertelde,
dat ze het er heel prettig vond, keek hy
even verbaasd als hij bij zyn visitie ge
daan had.
„Vindt u het er niet vochtig?"
„Beneden is het niet erg droog, maar de
kamers dg ar gebruik ik niet."
„Ieder huis moest behoorlyke kelders
hebben", meende de heer Bronson. „En u
voelt u er werkelijk op uw gemak? Andere
huurders hebben het er niet zoo lang uit
gehouden als u...."
„O, neen....?"
Zy verbrak de stilte, die volgde, door een
bewonderenden uitroep, welken de ets aan
den tegenovergestelden muur haar ont
lokte.
De gastheer werd plotseling één-en-al
levendigheid.
„Houdt u van etsen?" vToeg hy. „Ik voor mij
stel in niets zooveel belang aïs in goede
etskunst. Ik heb hier een portefeuille
als het u interesseert...
Ze knikte en toen ze samen den inhoud
van de map zaten te bekijken, voegden
Julian en Miller zich bij hen. Miller wees
naar de ets, die Amabel op haar knie had.
Het stelde een bosch voor een einde
loos perspectief van rechte stammen.
„Ik heb dien etser een paar dagen gele
den in Parijs ontmoet", zei hij.
„Bent u dan pas in Parijs geweest?"
vroeg Amabel, om iets te zeggen.
„Ik ben gisteren teruggekomen", was het
wederwoord.
„En hoe was het er?"
Ee vraag kwam van Julian, op denzelf-
deh toon van beleefde onverschilligheid,
als waarop Amabel gesproken had.
„Ze zijn er 'n beetje in de war", vertelde
Miller. Hij bukte weer en wees opnieuw.
„Kijkt u die schaduw eens, op een foto
krijg je die diepte nooit.... Ja, ze zitten
nogal met die bankbiljettengeschiedenis.
Er komt steeds meer valsch papieren geld
in omloop en ze kunnen er niets tegen doen.
Over etsen gesproken de man, die die
valsche biljetten maakt, moet een handige
knaap zijn."
Bronson knikte.
„Ik begrijp alleen niet, hoe ze het water
merk er in krijgen", merkte hij op.
Opeens weerklonk het geluid van bre
kend porcelein, een kreet uit een vrouwen
mond, toen excuses en beklag.
„Wat vreeselyk dom van me! Hoe kon
ik toch zoo onhandig zijn. Uw prachtige
servies
En Angela: „Och kom, het is niet erg,
heusch niet."
Drie dames stondert er by de theetafel
en het was de middelste, miss Miller, die
haar kopje had laten vallen. Aan haar
éénen kant bukte Nita King om de scher
ven op te rapen, aan de andere zijde stond
mademoiselle Lemoine en herhaalde Ange
la's woorden, dat het heusch niet erg was.
HOOFDSTUK XIV.
Er volgde een verwisseling van plaatsen
na het ongelukje, en Julian kwam terecht
tusschen mevrouw King en miss Lemoine.
„Weet u hoe ze eigenlyk bankpapier na
maken, mijnheer Forsham?" begon Nita
King.
„Ik heb er geen flauw idee van", ant
woordde Julian. „Vraagt u 't eens aan een
handigen valschen munter, als u er een
ontmoet."
Ze keek hem met half toegeknepen
oogen aan.
„Nu houdt u me voor den gek", pruilde
ze. „Dat doen de menschen altijd en ik
weet heusch niet waarom. Ik begrijp eigen
lijk niet, waarom ze geen valsch geld mo
gen maken. Iedereen heeft er last van, dat
er geld te kort is. Als er méér gemaakt
wordt, worden alle menschen er toch be
ter van! Nu lacht u me wéér uit, maar ik
snap echt niet, waarom ze dien geheimzin-
nigen falsaris van u straffen moeten,"
,,'t Is mijn falsaris niet", verbeterde Ju
lian.
Mevrouw Kling schoof haar stoel wat
dichter naar hem toe en begon te fluiste
ren:
„Mijnheer Forsham, ik ben zoo nieuws
gierig hoe uw oude huis u bevalt met al
die veranderingen. Vindt u deze kamer bij
voorbeeld aardig?"
„Wel smaakvol", meende Julian. „In
ieder geval heel bijzonder."
Nita King huiverde en kwam nog iets
dichterbij.
„Het is net een graf! Maar ik ben mis
schien een beetje overgevoelig, ik reageer
direct op zulke dingen."
„U moest toch eingelijk op zoo'n kamer
niets tegen hebben", hernam Julian. „Ze
is geknipt voor iemand met rood haar, zou
ik zeggen."
Hij had er een boosaardige pret in om te
zien of Susan Berkeley de dame juist be
oordeeld had en hij werd voor zy'h 'op
merking beloond met een coquet lonkje.
„Dat akelige haar van mij! De meeste
menschen hebben er een hekel aan
„Ik niet", verklaarde hij complimen
teus", ik ben dol op rood haar".
Mevrouw King keek op en sloeg toen de
oogen weer neer en iets in haar blik, iets
in de houding van haar hoofd, deed hem
aan een andere vrouw met rood haar den
ken. Het was maar een indruk van een
oogenblik, maar een zeer levendige indruk.
Jenny Brown en Nita King neen, niet
Jenny Annie! Er was een zekere over
eenkomst met de foto, die hij in den bijbel
van de oude vrouw gezien had. Het is het
type, hield hij zichzelf voor; alle vrouwen
met rood haar hebben een soort gelijke
nis. Maar de lust om mevrouw King te pla
gen was weg. Hy stond op, gaf zijn plaats
aan Agaath Moreland en ging aan den an
deren kant van miss Lemoine zitten. Zij
had zijn eerste boek gelezen, zoodat het
gesprek met haar al spoedig vlotte.
Nita King had rijke stof tot conversatie
met mevrouw Moreland.
„Ik bewonder uw zuster zoo", zei ze
liefjes; „haar moed, bedoel ik. Het is een
voudig wonderbaarlijk."
(Wordt vervolöD.