De opmarsch van generaal Franco Azana zoekt bescherming in Argentijnsche ambassade. Gezonde, ravottende ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 CULTUUR. xr. TWEE BOEKEN VAN JOURNALISTEN. Het klinkt misschien oneerbiedig de lite ratuur met een veranderlijk kameleon te vergelijken, wétar is in elk geval, dat de literatuur van ieder tijdvak belangrijke in vloed van haar omgeving ondergaat en zich aangepast bij de beslissende omstan digheden, die den mensch van dat tijdvak gemaakt hebben. De literatuur van de Middeleeuwen was ridderlijk of mystiek; die van de renaissance-tijd had iets zeer menschelijks en tegelijkertijd iets heldhaf tigs. De onnatuurlijke pruikentijd gaf ook aan de letteren van die dagen iets gewron gens en onechts; de poëzie was gepolijst, maar gezwollen, het ronde, eerlijke woord niet in tel. Het ligt niet in mijn bedoeling hier na te gaan, welke invloeden het karakter van de hedendaagsche letterkunde bepalen. Die invloeden zijn te veelvoudig en te gecom pliceerd, te onoverzichtelijk ook, om daar nu al een oordeel over te kunnen geven. Toch zal niemand bestrijden, dat de litera tuur van vandaag sterken invloed ont- vaiigt van de journalistiek. Men moet hier niet te veel conclusies trekken. Voor de journalisten is het ongetwijfeld een eer; voor de literatuur beteekent het heusch niet zonder meer een verlies. Het feit zal men bezwaarlijk kunnen loochenen. De journalistiek, die zich voor de noodzaak geplaatst ziet, dag-in dag-uit weer verslag uit te brengen over duizend feiten en stroomingen, riep een heel apar te stijl in 't leven, zeer nuchter, zeer za kelijk, volkomen ingesteld op objectieve reportage. Wie kranten leest, zal aan den invloed van die stijl bezwaarlijk ontsnap pen, maar bovendien: een groot aantal on zer hedendaagsche schrijvers zijn begon nen als journalist; velen zegden de jour nalistieke loopbaan nimmer vaarwel. Als een direct bewijs, hoe zeer het koor der journalisten in onze dagen meespreekt in de literatuur, moge het feit gelden, dat de twee eerste boeken, door het Thijm- fonds, na den reeds besproken almanak in 't licht gegeven, van journalisten afkom stig zijn. Ik zeg dat allerminst om deze schrifturen van meet af aan in een beden kelijk daglicht te stellen, integendeel min stens een van die boeken toont helder aan, op welk een vruchtbare wijze de journalis tiek kan inwerken op de literatuur. Bedoeld is het boek, dat J. H. Boas, de Londensche correspondent van de „Maas bode" liet verschijnen onder den titel „De Brit". Een titel, die het boek terstond tee kent. Het wil ons den Engelschman leeren kennen, het wil vooral laten zien, hoe juist dingen, die men vaak „gek" vindt van de Engelschen, toch allerminst aanleiding mo gen zijn om het Engelsche volk te veroor- deelen of als minderwaardig te beschou wen. In den titel „De Brit", zoo kort-af, zoo sportief, zoo zonder eenige omhaal, voe len we al terstond iets van het zakelijke karakter van den Engelschman aan. Dit boek is echt 'n boek van een journa list, maar in den allerbesten zin van dat woord. Hier vindt men werkelijk wat men reportage noemt, maar dan van zeer voor naam gehalte. Boas kent Engeland en de Engelschen sinds jaren: rustig, met veel geest en daarbij met fijne hoffelijkheid heeft hij zijn gastheeren opgenomen. En met groote objectiviteit liet hij ons zien, dat heel veel, wat men in den Engelsch man zoo dikwijls „gek" vindt, in het kader van het Engelsche karakter volkomen thuis hoort. Ik zal dit boek als mislukt beschouwen, zegt hij, wanneer er ook maar een lezer is, die na de lectuur volbracht te hebben," zegt: „Gekke menschen toch, die Engel schen." Maar ik zal het ook als mislukt beschou wen, wanneer er een lezer is, die zegt: „Prachtvolk toch, die Engelschen; wat kun nen wij van hen veel overnemen".Want, zoo besluit hü, zoo ik poog te verklaren, waarom (de Engelschman) op sommige punten anders is dan wij, en in die verkla ring meestal een rechtvaardiging zie, zij rechtvaardigt tegelijkertijd het feit, dat wij anders zijn dan hij. Maar er is een ding, dat wij van het Engelsche volk mogen leeren: even Nederlandsch te zijn als de Engelschen Engelsch. Het is heelemaal niet als een veroor deeling bedoeld, wanneer ik van dit boek zeg, dat de Britsche invloed op het boek zelve duidelijk merkbaar is. Dat komt bij voorbeeld zeer sterk uit in de vaardige wijze, waarop Boas de paradox hanteert, een literair procédé, dat meerdere groote Engelsche auteurs van den laatsten tijd met voorliefde aanwenden. Het overdreven gebruik er van weet Boas te vermijden; daardoor vermoeit het nergens, maar het geeft aan zijn boek iets flitsends, iets als pareeren met het floret, waardoor het be duidend aan spanning wint. Het is verder niet doenbaar, hier de 17 hoofdstukken van het boek te ontleden, dat is trouwens ook niet aardig; men moet het boek zelf lezen. Ik wil alleen maar verklap pen, dat men er over tal van Engelsche begrippen en zegswijzen wordt ingelicht, die voor den buitenlander zoo vaak een raadsel vormen. Ik denk nu maar een oogenblik aan „fairness", „gentleman", „I am afraid", „issue". Zeer belangwekkend zijn de beschouwingen van Boas over het standpunt van den Engelschman ten op zichte van den godsdienst, over de Engel sche humor, ijver en intellectualiteit. Dit zijn maar enkele punten, terloops aange raakt; wie het boek heelemaal doorleest, zal prettig geboeid worden, maar neemt te vens (hoe bescheiden Boas het ook voor stelt) een heele vracht practische wijsheid voor het leven mee. Het tweede boek, waarvoor uw aandacht gevraagd wordt is mede van een journalis- i afkomstig; men kan echter niet DE OPMARSCH VAN FRANCO'S TROEPEN NAAR TOLEDO. Per radio is officieel medegedeeld, dat de troepen van Franco him opmarsch naar Toledo vortzetten en nog slechts vijf kilo meter van de stad verwijderd zouden zijn. Aan het front van Guipuzcoa werden ver schillende gevechten geleverd, voornamelijk in de omgeving van Eibar en Mondragon, dat gisteren in den vooravond in handen der opstandelingen is gevallen. UIT DEN STRIJD OM HET ALCAZAR. Per radio heeft men te Teneriffe het be richt ontvangen, dat een groot aantal be legerden uit het Alcazar te Toledo van een hevig noodweer heeft gebruik gemaakt om het Alcazar te verlaten, zich in de stad van groote voorraden levensmiddelen meester te maken en daarna het Alcazar weer te bereiken, zonder door den vijand gemoeid te zijn. Radio-Tetoean heeft gisteravond mede gedeeld, dat de verdedigers van het Al cazar een krachtigen uitval hebben ge daan, waarbij de belegeraars werden te ruggedreven en een hoeveelheid materiaal werd buitgemaakt. De colonne onder bevel van Yague is 8 K.M. in de richting van To ledo opgerukt, nadat den regeeringstroe- pen uit Madrid een nederlaag was toege bracht. In zijn uitzending van gistermiddag half- twee deelde de nationalistische zender te Sevilla o.a. het volgende mede: „Zich bewust van den ernst van het oogenblik hebben de cadetten, die het Al cazar te Toledo bezet houden, besloten, de vrouwen en kinderen weg te zenden. De regeeringsaanhangers hebben uit dezen maatregel begrepen, dat de cadetten vast besloten zijn zich tot den dood te verde digen en hun toevlucht te nemen tot uiter ste middelen." VERBINDING TUSSCHEN MADRID EN TOLEDO VERBROKEN. In de uitzending van gistermiddag heeft radio-Sevilla verder medegedeeld, dat de rechtsche troepen de verbindingswegen hebben afgesneden, waardoor de aanvoer van troepen uit Madrid om mede te hel pen aan de verdediging van Toledo onmo gelijk is gemaakt. Verder heeft het radio station o.a. nog medegedeeld, dat de troe pen die het Alcazar belegeren, vermin derd zijn, zoodat de vrijgekomen troepen aan de verdediging der stad kunnen deel nemen. zeggen, dat hier de journalistiek een on verdeeld gunstige invloed heeft uitge oefend. Frans van Oldenburg Ermke heeft in „De laatste herberg" een reeks herinne ringen aan Modeste Petrowitsch Mous- sorgsky verzameld, meest korte, vluchtige schetsen, gemonteerd als fragmenten van een film. Hij heeft zijn boek „Etudes sym- phoniques" genoemd en zoekt een abrupt, geladen rythme, iets van het paardenge trappel der Russische steppe. Wat hij be reikte lijkt mij vooral een rythme van de gedachte; om de gang van het boek te ont dekken moet men zich juist denkend con- centreeren. Maar dit boek, dat trachten wil een musicus en zijn muziek te doen leven, is niet genoegzaam muzikaal. Men kan niet zeggen, dat het onverzorgd is, het bevat zelfs wel enkele overtuigende momenten, maar het mist toch te veel de „plastiek" van het woord, het vindt maar zelden de fijne, evocatieve verwoording, die plotse ling en onweerstaanbaar laat „zien". Ik geloof, dat hier de schrijver door den jour nalist bedorven is: wat Van Oldenburg Ermke beoogde eischt rijper bezinning en angstvalliger luisteren, dan de journalist uit den aard der zaak kan bieden. Daar door werd dit boek wat te mager, te arme lijk, men krijgt den indruk, dat de schrij ver zich te goedkoop er van heeft afge maakt. Wanneer we deze beschouwing over den stijl een oogenblik aan den kant zetten, dan is er van dit boek toch ook wel goeds te zeggen: het heeft niet alle waarde in geboet. De schrijver heeft het niet als een vie romancée bedoeld, ook niet als een „leven van Moussorgsky"; wat hij lezend en. luisterend aan herinneringen verza melde, vlocht hij te samen tot een boeiend geheel. Hij leert ons Moussorgsky kennen, het groote kind, met in zijn ziel de zware weemoed van het Russische land en waar toch'telkens de feestelijke tooi doorheen- breekt van de oude Russische steden, klok gelui en schereming van gouden gewa den. Men vindt hier werkelijk iets van Moussorgsky, die in zichzelven de Russi sche ziel hervonden heeft en die ze heeft uitgezongen in zijn onsterfelijke muzek. Daarom kan dit boek ons werkelijk iets lee ren. Het doet iets vermoeden van wat „muziek" in een menschenleven zijn kan, maar het wijst tevens terug naar een le venswaarde, die we nimmer vergeten mo gen en die een der grondslagen van het Christendom is: dat we allen als kinderen moeten worden en dat slechts voor de klei nen het hemelrijk openstaat. Dr. HENRI VAN ROOIJEN, Kruisheer. Zoeterwoude, 23 Sept. 1936. 1) J. H. Boas. De Brit. Frans van Ol denburg Ermke. De laatste herberg. Her inneringen aan Modeste Petrowitsch Moussorgsky. Uitgaven van het Thijmfonds, Rotterdam. OM DE STAD OVIEDO. Het Spaansche ministerie van oorlog deelt mede, dat de regeringsgetrouwe troe pen, die Oviedo belegeren, bevinden zich op een afstand van twee kilometer voor de stad. Op het front in Aragon is het ge vecht in de buurt van Sietabo gisteravond geëindigd met een overwinning der regee- ringstroepen. De opstandelingen verloren 20 dooden en veel oorlogsmateriaal. BOMBARDEMENT VAN BILBAO. De speciale correspondent van Havas meldt: Het Noorder-station te Bilbao staat in brand tengevolge van een hevig bom bardement door regeeringsvliegtuigen. Men weet nog niet hoeveel gebouwen verwoest werden, doch het is zeker, dat noch Irun, noch San Sebastian ooit zoo hevig gebom bardeerd werden. Het Bombardement heeft sterken indruk gemaakt en een deel der bevolking eischt openlijk den dood van zekere gijzelaars. Men vraagt zich af, in hoeverre de Baskischi nationalistische autoriteiten in staat zullen zijn de orde te handhaven en of de extremistische elemen ten niet tot represaillemaatregelen zullen overgaan. Er werden reddingsploegen ge vormd, die de puinhoopen van verschillen de huizen doorzoeken, waaronder personen Bedolven zouden kunnen zijn. Alle brand spuiten zijn in actie oir. het vuur te be dwingen. ZUSTER VAN GENERAAL QUEIPA DE LLANO GEARRESTEERD. Leden der Volksfront-militie hebben in een huis te Madrid de zuster van gene raal Queipo de Llano, den opstandelingen leider, gearresteerd. Bij haar arrestatie verzocht zij de leden der militie, haar te dooden, zonder haar te doen lijden. De ar restante werd naar de vrouwen-gevange nis overgebracht. BRITSCH SCHIP MOET WAARSCHUWINGSSCHOTEN LOSSEN. Een van de schepen van het Britsche flottille mijnenvegers, dat in de haven van Gibraltar ligt, moest een waarschuwings schot lossen op den torpedopager van de Spaansohe regeeringsvloot „Almirante Ferrendie", aangezien het schip zich on der het vuur van opstandige oorlogsbo dems binnen de drie-mijl-zone terugtrok. ITALIANEN AAN HET SPAANSCHE REGEERIN GS FRONT Met de Catalaansche strijdkrachten, die te Madrid zijn aangekomeii, om het front bij de hoofdstad te versterken, bevindt zich ook een „Centurio" anti-fascistische Italia nen. De afdeeling draagt den naam „Gas- tone Sozzi". Deze afdeeling heeft ook reeds aan andere fronten gestreden en leed reeds aanzienlijke verliezen. ARGENTIJNSCHE AMBASSADE. Azana en andere hooge Spaansche auto riteiten hebben, zooals te Buenos-Aires medegedeeld wordt, bescherming en on derdak gevraagd in de Argentijnsche am bassade te Madrid. Dit bericht wordt officieel door het Ar gentijnsche ministerie van buitenlandsche zaken te Buenos-Aires bevestigd. KONING ALFONSO NAAR GIBRALTAR? Naar vernomen wordt, zou ex-koning Alfonso gisteravond met het mailschip „Rex" uit Italië te Gibraltar aankomen. BUITENLAND VOLKENBOND. REDE VAN DEN SPAANSCELEN GEDELEGEERDE. „Non-interventie is interventie ten nadeelc der regeering". In de Volkenbondsvergadering heeft de Spaansche minister van buitenlandsche za ken, del Vayo, gister een rede gehouden, .waarin hij onder meer zeide: „De zaak, die verdedigd wordt door de Spaansche regeering en het Spaansche volk, is de zaak van den vrede. De bur geroorlog is ons opgedrongen. De ervaring van thans leert, dat de toekomstige oorlog, hoewel die een strijd tusschen twee staten kan zijn, inderdaad een conflict tusschen twee ideologieën zal zijn. In de zestiende eeuw groepeerde Europa zich om twee godsdienstige idealen, Katholicisme en Pro testantisme. Men zou zeggen, dat de we reld zich thans verdeelt volgens twee poli tieke idealen: de democratie en het regime der onderdrukking. De met bloed door drenkte velden van Spanje zijn in werke lijkheid reeds de slagvelden van een we reldoorlog. Eenmaal begonnen is deze aan gelegenheid onmiddellijk veranderd in een internationale kwestie. „Ik breng hulde aan de nobele gedachte, die het initiatief van non-interventie inspi reerde, zeide del Vayo, maar ik moet ook met groote .bitterheid constateeren, welke rampzalige gevolgen zoowel voor mijn land als voor de toekomst der internationale sa menwerking daaruit zijn voortgevloeid. In juridisch opzicht beteekent de non-inter ventie, zooals zij is toegepast in het geval kinderen zijn gekopten jioeve's roggebrood het is niet alleen smakelijk, maaft het bevordert ook hun groei en verhoogt hun weerstandsvermogen VRAAGT UW BAKKER.' gebr. ten hoeve DEN HAAG ROTTERDAM TEL.333298 TEL.53949 van Spanje, een wijziging van de traditio- neele regels van het internationale recht, daar zij de regeering de middelen om op te treden ontzegt. Maar kan men een der gelijk accoord nog „non-interventie" noe men? De non-interventie zou moeten inhou den, dat men den binnenlandschen toe stand van een land volkomen ignoreert en de gesloten handelsovereenkomsten blijft nakomen. Maar het feit, dat de normale handelsbetrekkingen eensklaps worden ver broken, dat de uitvoer van oorlogsmateriaal voor de regeering plotseling wordt stop gezet, dat vroeger gesloten contracten wor den geannuleerd, bewijst eens te meer, dat deze politiek van non-interventie slechts ten nadeele der regeering en ten voordeele van de rebellen strekt". Del Vayo deelde voorts mede, dat hij nota's ter beschikking van Avenol heeft ge steld, die hij heeft doen toekomen aan de onderteekenaars van het non-interventie- accoord en waarin gezegd wordt, dat de po litiek van non-interventie een aanslag op de rechten der regeering is. Spanje neemt zich voor, belang te blij ven stéllen in het gemeenschappelijk werk te Genève. Het schijnt niet meer dan recht vaardig, dat de plichten die het altijd heeft nagekomen, ook voor anderen gelden. Wij weten, dat wij onze eigen problemen zelf moeten oplossen. De Spaansche regeering, gesteund door de overgroote meerderheid van het volk, is zeker van de overwinning. De beslissing zou reeds gevallen zijn, in dien het volk zich niet tegenover een an deren veel grooteren aanval geplaatst zag. lederen dag wordt bewezen, dat een enor me hoeveelheid oorlogsmateriaal uit het buitenland in actie wordt gebracht, waar over de rebellen tevoren niet beschikten. Iedere Spanjaard, die door dit materiaal valt, is een bewijs van de groote misdaad, die tegen het Spaansche volk wordt ge- Del Vayo besloot met te zeggen, dat de democratische Spaansche regeering onder deze omstandigheden niet slechts strijdt voor binnenlandschen vrede en veiligheid, maar ook voor de veiligheid der andere vol ken en voor den wereldvrede. De vergadering werd vervolgens tot he denochtend verdaagd. DUITSCHLAND. VERBOD VAN VERGADERING TE DANZIG OPGEHEVEN. De politiepresident van Danzig heeft me degedeeld, dat met ingang van heden 26 September, het verbod van vergadering, dat 20 Juni jJ. was uitgevaardigd, is opgehe ven. FRANKRIJK. MADAME JOLLIOT-CURIE AFGETREDEN De onder-staatssecretaris voor weten schappelijke onderzoekingen, mevrouw Ire ne Jolliot-Curie, is afgetreden. Zij wordt opgevolgd door professor Perrin. Deze werd geboren in 1870 en behaalde in 1926 den Nobelprijs. Hij is een specialist in de atoom- wetenschap en heeft o.a. samengewerkt met Curie bij diens onderzoekingen naar het radium. OOSTENRIJK. DADERS VAN DE AANSLAGEN OP DE SPOORWEGEN GEARRESTEERD. De politie te Weenen heeft vier jongelie den gearresteerd, die verdacht worden de bomaanslagen op het Westerstation in Wee nen en op den lijn Weenen-Semmering te hebben gepleegd. De arrestanten hebben geen politiek verleden en ontkennen alle schuld. De politie meent evenwel voldoen de aanwijzing te hebben tegen hen. diging beter te beschermen tegen spion- nage en communistische actie. Tegen het ontwerjv stemden vooral de socialisten en de agrariërs. De regeering Ki vim aki zal thans aftreden. CHINA. DE SPANNING VERMINDERD. De toestand te Sjanghai weer normaal. De toestand te Sjanghai is weer meer normaal. Aan boord van den kruiser „Izu- mo" is het stoffelijk overschot van het slachtoffer van het incident over boord ge zet met de gebruikelijke eerbewijzen. Al leen werden geen saluutschoten gelost, ten einde de bevolking niet te verontrusten. In het door de Japanners bezette gebied van Sjanghai zijn de militaire posten ver minderd tot de meest gewichtige punten. Ook het aantal patrouilles is verminderd, evenals het in dienst stellen van de reser visten -in den buitendienst. Evenwel heeft de doeltreffendheid van de militaire bewaking hierdoor niet gele den. De burgemeester van de stad heeft maatregelen genomen om de vreemdelin gen, welke op Chineesch gebied wonen te beschermen. In opdracht van zijn regeering heeft de Japansche consul-generaal in China een protestnota overhandigd, waarin de aan dacht van de Chineesche regeering geves tigd wordt op de incidenten van Hankou en Sjanghai, waarbij een Japansch politie man een een Japansch matroos werden ge dood. In de nota wordt van Nanking de ga rantie geëischt, dat een herhaling van der gelijke gebeurtenissen wordt voorkomen. BUITENLANDSCHE BERICHTEN BEKEND ALPINIST IN MIDDEN-AZIE OMGEKOMEN. Volgens een bericht uit Alma Ata, de hoofdstad van Kazakstan, is de bekende Zwitsersche Alpinist Saladin bij de be klimming van den bergKatengri om het leven gekomen. Zeven andere Alpinis ten werden met bevroren ledematen terug gevonden. BINNENLAND FINLAND. REGEERING LIJDT DE NEDERLAAG. De regeejing Kivimaki heeft gisteren in den Finschen Rijksdag een nederlaag gele den met 94 tegen 93 stemmen. De regee ring had een wetsontwerp ingediend tot verscherping van de straffen op land- en hoogverraad. Zij oordeelde deze wet nood zakelijk, teneinde de Finsche landsverde TENTOONSTELLINGSPLANNEN TE AMSTERDAM IN GEVAAR Regeering kent geen subsidie toe Nadat de commissie, welke de mogelijk heden van het houden van een tentoon stelling van groot formaat .te Amsterdam in een der eerstvolgende jaren heeft on derzocht, reeds voor eenigen tijd de me- dedeeling van de regeering had ontvangen, dat geen toestemming kon worden gegeven voor een geldloterij en toen in aansluiting daarop aan de regeering had gevraagd een rijksbijdrage van voldoenden omvang te mogen verkrijgen, werd thans van de zijde der regeering aan de commissie be richt, dat, daar de regeering meent geen vrijheid te kunnen vinden om een volgend kabinet te binden aan een belangrijke fi- nancieele toezegging als die, welke door de commissie was gevraagd, zij niet heeft kunnen besluiten tot het verleenen van een subsidie. Door de commissie worden deze beslis singen levendig betreurd. Immers gelijk de ervaring, bij soortge lijke tentoonstellingen in het buitenland opgedaan, leert, is de financiering van een dergelijke tentoonstelling niet mogelijk zonder dat een zeker bedrag a fonds per- du beschikbaar wordt gesteld. Gebruike lijk daarvoor is het middel van een geld loterij, waardoor het staatsbudget niet of niet al te zeer behoeft te worden belast, terwijl door de propagnda, die van een dergelijke loterij gedurende eenige jaren uitgaat, een tentoonstelling kan worden tot een waarlijk nationale zaak. Onder deze omstandigheden moet, naar wij vernemen, ernstig rekening worden gehouden mef de mogelijk heid, dat de commissie haar pogingen om tot verwezenlijking van de plan nen tc komen, zal moeten staken. HET STELSEL-SLOTEMAKER DE BRUINE. Het hoofdbestuur van Spellingvrede behoudt zijn voorkeur voor de spelling-1934 Onder voorzitterschap van mr. dr. E. W. Catz heeft het hoofdbestuur van Spelling vrede te Amsterdam vergaderd inzake de plannen van minister Slotemaker de Bruine, die in dezen kring veel tegenstand ontmoetten. Gesproken werd over een on afgerond stelsel, dat practisch onuitvoer baar zal blijken en bovendien, door zijn gemis aan duidelijkheid, tal van vragen opwerpt. Men achtte voorts „kool" en „geit" al te zeer gespaard. In het belang van het onderwijs, zoo meent het hoofdbestuur, behoort de me- thode-Slotemaker niet verwezenlijkt te worden. De eenvoudige regels van het compromis-Marchant hebben, in elke be- teekenis des woords, „school" gemaakt en hun bruikbaarheid volkomen bewezen, zonder de taal zelve te schaden. Het bedrijfsleven neemt de schrijfwyze- 1934 evenzeer in toenemende mate op. Op die gronden is het hoofdbestuur van Spellingvrede hoezeer het uiteindelijke rust en stabilisatie zou toejuichen van oordeel, dat zijn voorkeur voor de spel ling 1934 ongewijzigd dient te blijvoii.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5