BUITENLAND BINNENLAND ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 DUITSCHLAND. ONDERHOUD LLOYD GEORGE—HITLER De Engelsche staatsman Lloyd George, die een reis naar Duitschland maakt, heeft gistermiddag 17 uur een bezoek gebracht aan Adolf Hitler. Hij was vergezeld van zijn zoon en von Ribbentrop. DE UIT SPANJE GEVLUCHTE DUITSCHE JODEN. Moeten naar „scholingskamp" of onmiddellijk over de grens. De Joodsche vluchtelingen, die met Dult- sche schepen uit Spanje naar Duitschland zijn gebracht, worden uitgenoodigd in een nationaal-socialistisch „scholingskamp" te komen dan wel het land vrijwel onmiddel lijk rweer te verlaten. Een niet-Joodsch Duitsch vluchteling uit Spanje vertelde den correspondent van Reuter, 'dat aan boord de Joodsche Duitschers als gelijken der niet-Joden behandeld werden. Onmiddellijk toen het schip in een Duit- sche haven aangekomen was, werden de Joden echter afgescheiden en werden hun paspoorten in beslag genomen. Later werden alle vluchtelingen overge bracht naar Munchen, waar een speciaal diner te hunner verwelkoming werd aan gericht. De Joodsche vluchtelingen waren daarvan uitgesloten en hun werd medege deeld, dat als zij op Duitsch gebied wen- schen te blijven, zij naar een scholings kamp moeten voor een periode van „poli tieke training". Willen zij dit niet, dan kunnen zij bin nen acht dagen uit Duitschland vertrek ken. ENGELAND. DE VACANTIE-REIS VAN KONING EDWARD. Gistermiddag is de koning van Enge land te Istanboel aan land gegaan. Hij werd verwelkomd dooh Kemal Ataturk, die hem de leden der Turksche regeering» voorstelde. Een groote menigte juichte den koning toe, die door de feestelijk versierde straten der stad reed. De koning heeft ver schillende monumentale gebouwen be zocht, die te zijner eere werden geïllumi neerd. Officieel wordt medegedeeld, dat de ko ning Zondagavond naar Weenen zal ver trekken. De president der republiek heeft zijn particulieren trein ter beschikking ge steld. De koning zal drie dagen in Weenen blijven. PALESTINA. TREIN ONTSPOORD DOOR SABOTAGE. Een doode, drie gewonden. Tusschen Lydda en Haifa is een trein ontspoord, tengevolge van sabotage. Een Britsche soldaat kwam om het leven en twee matrozen en een soldaat werden ge wond» Reservisten onder de wapenen geroepen. In verband met de versterking van de Britsche troepen in Palestina is een aantal réservisten onder de wapenen geroepen. Naar vernomen wordt, zal de eerste divisie van het Britsche leger, welke 12.000 man telt, naar Palstina worden gezonden. AMERIKA. VERBETERING IN HET AMERIKAANSCHE ZAKENLEVEN? Byron C. Foy, vice-president van de Chrysler Corporation en president der de Soto Motor Corporation, verklaarde bij zijn aankomst te Parijs, dat het zakenleven in Amerika en in het bijzonder de automobiel industrie buitengewoon goed gaat en naar verwacht kan worden zich nog zal verbe teren. De Chrysler Corporation zal dit jaar meer automobielen bouwen dan in het hoog-conjunctuurjaar 1929. Onze zaken over de eerste zeven maan den van dit jaar gingen 22 procent beter dan in 1935 en er zijn aanwijzingen, dat wij het volgende jaar nog meer automobie len zullen bouwen. De verbetering in het zakenleven in Amerika, aldus Foy, omvat alle takken van industrie. Het Amerikaansche voik heeft de vrees, gewekt door de algemeene wereldcrisis overwonnen en als gevolg hiervan function- neert thans alles weer normaal. Op de vraag, welke indrukken hij van Europa gekregen had, antwoordde Byron Foy, dat hij getroffen was door de vele vreemdelingen, die Europa bezoeken. Over al waar ik was, ontmoette ik vrienden uit alle deelen van Amerika en ik ben er van overtuigd, dat er dit jaar meer Amerika nen Europa hebben bezocht dan in de laatste vijf of zes jaren het geval is ge weest. Overal waren de hotels vol. Iets waardoor ik bijzonder ben getrof fen, zoo zeide hij, is de in Engeland heer- schende welvaart. Volgens Foy zal het aantal Amerikanen, dat Londen zal bezoeken bij de a.s. kro ningsfeesten van koning 'Edward, alle ver pachtingen overtreffen. BUITENLANDSOHE BERICHTEN WEER EEN MIJNONGELUK IN BOCHUM. Twee dooden. In de mijn „Dahlhausder Tiefbau" van de Essensche Steinkohl-Bergwerke A.G. is Donderdag tegen acht uur des avonds een instortingsongeluk gebeurd. Onder de neer vallende steenmassa's -werden twee mijn werkers bedolven. Het reddingswerk werd onmiddellijk ter hand genomen. Gistermid dag om half één zijn de. lij ken der veronge lukten geborgen. DRIE MIJNWERKERS INGESLOTEN. Van de mijn Waltrop bij Recklinghausen werd bericht, dat daar drie mijnwerkers be dolven waren in een ingestorte gaanderij. Het is gelukt door klopteekens met hen in contact te komen. Na 24 uur onverpoosd reddingswerk is het gistermiddag tegen zes uur gelukt, de drie ingesloten mijnwerkers ongedeerd te (bergen. GROOTE BOSCHBRAND IN HET SALTA GEBIED. Een groot boschgebied in Salta (Brazi lië) wordt door brand geteisterd, Petro- leumhoudende terreinen worden door het vuur bedreigd. De brand wordt door den wind aangewakkerd. De steden Oran, Algar- robal, Volcan en Santelmo móesten wor den ontruimd. BOTSING TUSSCHEN BELASTING AMBTENAREN EN BOEREN. In het Joego-Slavische dorp Tugowatz in Kroatië is het gisteren naar aanleiding van een verkoop bij executie tot een bloedig in cident gekomen tusschen belastingambtena ren en boeren. Een belastingambtenaar werd daarbij met messteken gedood. Gen darmes losten verscheidene schoten op de boeren. Drie hunner werden daardoor ge dood. HERDENKINGSFEESTEN TE BOLOGNA VOOR GALVANL Binnenkort zal het 200 jaar geleden zijn, dat de bekende natuurkundige Luigi Galva- ni te Bologna werd geboren. Doordat hij de electriciteit in het dierlijk lichaam heeft ontdekt, (beroemde proef bij den kikvorsch) heeft hij groote diensten aan de wetenschap bewezen. Men bereidt in zijn geboortestad groote herdenkingsfeesten voor. EEN VERDACHT PAMFLET VAN PROVO CEERENDEN AARD Het Algemeen Secretariaat en Partijbu reau der R.K. Staatspartij deelt ons in aansluiting met het gisteren gemelde nog het navolgende mede: Aan verschillende plaatselijke en gewes telijk persorganen in Noord-Brabant en Limburg is onder den tiel „Oproep! Aan alle Katholieken in Limburg. De stormklok luidt. Want Mussert wil ons Zuiden ver overen" een pamflet toegezonden, waar in de sluwe indruk wordt gewekt, dat dit pamflet afkomstig zou zijn van den Cen- tralen Propagandadienst der R.K. Staats partij. De samenstellers van dit pamflet, dat uit Den Haag verzonden is, zijn net niet slim genoeg geweest. Zij spreken, van een Pro- pagandabureau (niet: „Dienst") en zij heb ben zich vergist in het huisnummer van het Dr. Schaepmanhuis, dat is gevestigd aan de Mauritskade no. 25 (niet 23). De inhoud en strekking van dit gesten cilde pamflet, dat zich. op verschillende plaatsen van een doorzichtige woorden keuze bedient, verraden duidelijk een ppovoceerende bedoeling. De Katholieken in Noord-Brabant en Limburg worden op geroepen om tegen den duidelijken wensch en tegen het voorschrift van den Bisschap van Roermond in, op 5 September a.s. te komen manifesteeren en demonstreeren te gen de N.S.B. Van welke zij de (n) dit geraffineerde pamflet afkomstig is, is niet moeilijk te ra den indien men zich rekenschap geeft van uitlatingen als de volgende: Vergeet daarbij niet, dat tegen de N.S.B. alles ge oorloofd' is." „Maakt het ze duidelijk, schaart u langs de wegen en laat het ze voelen. Er mogen klappen vallen, des noods dooden, dan kimt ge u niets ver wijten: de N.S.B. is in de aanvallende po sitie en gij verdedigt u slechts". In dit verband stelt het Algemeen Se cretariaat onzer Partij uitdrukkelijk vast: 1. dat het hoegenaamd niets te maken heeft noch met de samenstelling noch met de verspreiding van dit pamflet, waarin met valsche bedoelingen naam en adres van het Partijbureau foutief worden ver meld; 2. dat ernstig moet gewaarschuwd wor den tegen deze geraffineerde poging om de Katholieken van Noord-Brabant en Limburg in conflict te brengen met den uitdrukkelijken wensch en het voorschrift van den Bisschop van Roermond; 3. dat de Katholieken van Noord-Bra bant en Limburg nogmaals behooren te worden aangespoord om getrouw en nauw keurig de aanwijzingen te volgen welke het bevoegde gezag hen op ondubbelzinni ge wijze heeft gegeven. NIET DOORGEZONDEN SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Van de zijde der N.S.B. meldt men ons: Graaf de Marchant et d'Ansembourg had de volgende vragen aan den minister van justitie ter mededeeling aan den minister bij den voorzitter der Eerste Kamer inge diend: Heeft de minister kennis genomen van de berichten in diverse Limburgsche bla den aangaande het groeiend aantal ver dachte huizen langs onze grens in België, die een steeds ernstiger moreel gevaar vooral voor onze jeugd beteekenen? Wil de minister mededeelen, of hij in deze reeds iets heeft gedaan en zoo niet of hij alsnog bereid is na overleg met zijn ambtgenoot te Brussel maatregelen tegen deze mistoestanden te nemen? De voorzitter der Eerste Kamer heeft den heer d'Ansembourg doen weten, dat hij be zwaar maakt tegen doorzending van deze vragen aan den minister van justitie, ver mits deze betrekking zouden hebben op toestanden buiten Nederlandsch grondge bied. Tegenover deze opvatting van den voor zitter stelt de N.S.B., diat het plegen van overleg met den Belgischen minister van justitie en het nemen van maatregelen pp Nederlandsch gebied tegen bezoek uit Ne derland aan deze huizen wel degelijk tot de bevoegdheid der Nederlandsche regee ring behoort. Ook ons schijnt 't toe, dat er geen enkei bezwaar is, om genoemde vragen te stellen; integendeel. Wij meen en ook, dat de Eerste Kamer het met haren voorzitter niet eens zal zijn. MINISTER GELISSEN OVER UITBREI DING VAN BEVOEGDHEDEN VAN DE KAMERS VAN KOOPHANDEL. Gistermiddag heeft de minister van han del, nijverheid en scheepvaart te Heerlen het nieuwe gebouw van de Kamer van Koophandel voor de Zuid-Limburgsche mijnstreek geopend. Minister Gelissen zeide in zijn openings rede, dat de Kamers van Koophandel be halve haar adv^eerende en administree- rende taak ook nog de bevoegdheden heb ben stichtingen in het belang van handel en nijverheid in het leven te roepen. Spr. zeide, dat op het oogenblik bij hem in studie is de vraag of de bevoegdheid van de Kamers van Koophandel moet wor den vergroot, in dien zin, dat besturen van openbare lichamen verplicht worden haar advies te vragen, voor zij belangrijke be slissingen op economisch gebied nemen. DE BACON-KWESTÏE De vergoeding aan stilliggende bacon- fabrieken De heer van der Sluis heeft de volgende schriftelijke vragen gesteld aan den minis ter van Landbouw en Visscherij: Heeft het de instemming van den minis ter, dat aan de stilgelegde baconfabrieken, alsmede aan die fabrieken, waaraan min der varkens ter verwerking zijn toegewe- zijn dan waarvoor was ingeschreven, een vergoeding wordt gegeven? Kan de minister mededeelen of deze vergoeding alleen aan -de desbetreffende fabrikanten, dan wel ook aan de in die fabrieken werkzame arbeiders ten goede zal komen? Als de in de eerste vraag bedoelde ver goeding de instemming van den minister heeft, acht hij het dan juist, dat de toe kenning daarvan buiten hem om geschiedt en dat anderen, op kosten van het land- bouw-crisisfonds en dus op kosten van de consumenten of van de boeren, de hoogte van de vergoeding vaststellen? Zoo neen, is de minister dan bereid de noodige maatregelen te treffen om het ge beurde bij de laatste inschrijving in de toekomst onmogelijk te maken? INGRIJPENDE ONDERWIJS- BEZUINIGING TE DEN HAAG Baten worden op 468.000 geraamd Thans hebben B. en W. van den Haag, de reeds toegezegde voorstellen tot bezui niging op het onderwijs aan den Raad voorgelegd. Het totaal dezer bezuinigingen bedraagt ƒ467.355. Onder deze voorstellen treft men op nieuw aan de opheffing van het instituut der boventallige leerkrachten en him ver vanging door kweekelingen met acte op genomen, nu onder den naam „verminde ring van het aantal boventallige leerkrach ten" (bate ƒ100.000). Voorts treffen wij aan ontslag van gemiddeld een bewaar schoolonderwijzeres per school; salarisver laging voor de bewaarschoolonderwijzeres sen, de nieuw aan te stellen kweekelingen en de leeraren bij het middelbare en voor bereidende hooger onderwijs en de han delscursussen; opheffing van de school bioscoop, afschaffing van het handelson derwijs in het derde en vierde leerjaar, verhooging van den toelatimgsleeftijd voor de bewaarscholen. Arbitrale landarbeidersloonen te Haarlemmermeer Uitspraak doende in het arbeidsgeschil in den Haarlemmermeerpolder, heeft de regeeringsarbiter, de heer Chr.-v. d. Heu vel, voor de bedrijven van alle landbou wers in de gemeente Haarlemmermeer de volgende loonen vastgesteld: uurloon voor het tijdvak van 18 Aug. 193615 Maart 1937 25 ct. met een minimumloon van 2.50 per dag, voor oogstwerkzaamheden en kunstmestzaaien 5 cent per uur extra; voor werkzaamheden bij de dorschmachine (uit gezonderd eigen dorschmachine in eigen bedrijf) 10 cent per uur extra; voor over uren buiten den gebruikelijken arbeidsdag 5 cent per uur extra- 0 VERWERK-VERGUNNING AAN EEN ONGEORGANISEERDEN DRUKKER. Op vragen van het Tweede Kamerlid Amelink in verband met het verleenen van overwerkvergunningen aan een ongeorga niseerde drukkerij te Amsterdam heeft de minister van sociale zaken o.m. het volgen de geantwoord: Bij beschikking van 8 Juli 1936 verleende die minister aan een ongeorganiseerde druk kerij te Amsterdam vergunning, om tot en met 5 September d.a.v. in 2 ploegen arbeid te doen verrichten. De vergunning hield in, dat op de eerste 5 werkdagen der week door drie mannen aan de zetmachines tot 12 uur 's nachts gewerkt mag worden, door twee mannen aan de snelpersen tot 10 uur j 's namiddags en door 1 man in de handzet terij, eveneens tot 10 uur 's namiddags. Deze zes arbeiders mochten bovendien op Zaterdag tot uiterlijk 6 uur 's namiddags werken. Vergunningen om in een drukkerij na 10 uur 's namiddags te werken, indien te 5 uur 's voormiddags met den arbeid is aangevan gen, of om na 11 uur 's namiddags te wer ken, indien zooals in casu te 6 uur 's voormiddags begonnen in, worden slechts bij hooge uitzonderingen verleend, evenals vergunningen voor arbeid op Zaterdag na 1 uur 's namiddags. In zooverre wijkt de onderhavige vergunning inderdaad van de gebruikelijke normen af. De vraag of het den minister bekend is, dat zeer vele zoowel georganiseerde als ongeorganiseerde Nederlandsche drukke rijen in staat waren geweest, het werk, waarvoor deze vergunning zou zijn ver leend, binnen den normalen arbeidstijd te verrichten, daar zij voor dergelijk werk het drukken van boeken speciaal zijn in gericht wordt ontkennend beantwoord. Op grond van de verkregen ambtsberichten meent de minister te kunnen aannemen, dat geen andere drukker ter plaatse in staat was, om tegen een prijs en een termijn van aflevering, als bedongen, het werk te ver richten, zonder een overwerkvergunning, als thans verleend werd. De betrokken drukkerspatroon heeft zich, alvorens de order, waarvoor de vergunning dienen moest, te accepteeren, met het waar nemend districtshoofd der arbeidsinspectie te Amsterdam in verbinding gesteld. Hij kreeg bij die gelegenheid den indruk, dat zijn verzoek, om gedurende 4 i 5 maan den in 2 ploegen te mogen werken, niet on redelijk werd geacht. Het ging hier om een order, die, zoo zij niet op de overeengeko men condities betreffende prijs en tijd van aflevering kon worden aanvaard, niet zóu worden geplaatst, althans in geen geval in Nederland. De drukker zag zijn indruk, dat zijn verzoek vermoedelijk zou worden inge willigd, versterkt, door het ontvangen van een vergunning voor den tijd van 14 dagen. Vergunningen voor langeren duur kan een districtshoofd niet geven, dan na daartoe door den directeur-generaal van den arbeid te zijn gemachtigd. Waar het verleenen van een vergunning voor 2 weken voor een werk, dat meer dan 4 maanden in beslag zou nemen, geen zin had, beschouwde de drukke* de verkregen vergunning als een voorloopige, welke door een definitieve voor den geheelen termijn gevolgd zou worden. Hij achtte zich dus tot het aan nemen van de order alleszins gerechtigd. Te gretiger ging hij hiertoe over, waar hij reeds geruimen tijd short-time had gewerkt. Deze opvatting kan de minister zich zeer wel verklaren. Intusschen kan de directeur-generaal van den arbeid, wiens machtiging vereischt is voor vergunningen van meer dan 14 dagen, geen termen vinden voor de verlangde fa ciliteit, zoodat de voorloopige vergunning niet gecontinueerd kon worden. De druk ker heeft daarop beroep ingesteld. De mi nister deelt het gevoelen van den direc teur-generaal van den arbeid, dat geen voldoende redenen aanwezig waren tot het verleenen van zulk een langdurige over werkvergunning. Anderzijds echter meen de hij, zich te moeten realiseeren, dat de betrokken drukker vooral door het verkrij gen van een voorloopige vergunning op een dwaalspoor gebracht was. Deze mocht daar van niet de dupe worden, al viel er mede rekening te houden, dat hij bij het aanne men van de order wel wat voorbarig te werk was gegaan. Een en ander tegen elkander afwegende, heeft de minister een vergunning voor den duur van omstreeks acht weken verleend. Een onbillijkheid tegenover andere on dernemingen, welke voor werk als waar om het hier ging, speciaal zouden zijn inge richt, is niet begaan. Uit het bovenstaande volgt, dat het verleenen van deze vergun ning onder de geschetste omstandigheden volkomen gemotiveerd was. Bovendien zou gelijk reeds gezegd deze order niet aan een anderen drukker hier te lan de zijn gegeven. Het antwoord op de vraag, of het juist is, dat aan dezelfde, in vraag 1 bedoelde, druk kerij een tijdelijke vergunning is verleend tot het doen arbeiden op Zondag door niet- Joodsche arbeiders ten behoeve van het weekblad „De Zondagavond" luidt beves tigend. Er behoeft wel niet gezegd te wor den, dat het louter toeval is, dat deze ver gunning en de in de vorige vragen bedoel de dezelfde onderneming betreffen. Voor uitbreiding van den Zondagsarbeid in het Graphisch bedrijf behoeft niet te worden gevreesd. De onderwerpelijke vergunning werd voor drie Zondagen verleend bij wijze van overgangsmaatregel, teneinde de be trokken Amsterdamsche drukkerij in de ge legenheid te stellen, eenige Joodsche arbei ders aan te nemen, die de werkzaamheden ten behoeve van het bedoelde weekblad op Zondag zouden mogen verrichten. Het weekblad werd voorheen in het buitenland gedrukt, doch hier te lande gecolporteerd. Het ging hier dus om een geval van zij het geringe werkverruiming, terwijl de op Zondag verschijnende uitgaven niet zijn vermeerderd. Op een in beroep gedaan verzoek om de vergunning voor'nog eenige Zondagen te verleenen, besliste de minister afwijzend, omdat hij meent, dat dergelijke vergunnin gen tot het uiterste beperkt dienen te blij ven. „ONREDELIJKE WONINGUITZETTING" Naar het „Hbld" ter oore komt, zou het in geenendeel de bedoeling der regeering zijn, indien werklooze arbeiders-huurders na afschaffing van de huurtoeslagen eigen machtig en eenzijdig een evenredig gedeel te van hun huurbetalingen achterwege zou den laten, een daarop gevolgde woning uitzetting als „onredelijk" te beschouwen. Wel verwacht men blijkbaar,dat derge lijke huurverlagingen door minnelijke schikking zullen geschieden. Weigert de eigenaar ieder overleg of tegemoetkoming, dan nemen wij aan, dat in dat geval de figuur van „onredelijke woninguitzetting" aanwezig zal zijn. Maar dit begrip is van de zijde der regeering tot dusverre niet nader gepreciseerd. In aansluiting op dit bericht, deelt de R.P.D. mede, dat de minister, ook blijkens het communiqué, dat in de ochtendbladen van 29 Augustus is gepubliceerd, te kennen heeft gegeven, dat in het algemeen zou moeten worden gestreefd naar een rege ling tusschen verhuurders en huurders, waarbij ieder van hen een redelijk deel van de verlaging van den huurbijslag voor zijn rekening zou nemen. HET DUITSCHE UITWIJZINGSBEVEL TEGEN VIER NEDERLANDERS. Een onderhoud met, den heer P. E. Peters. Een redacteur van het A.N.P. heeft gis teren een onderhoud gehad met den heer P. E. Peters, een van de vier uit Duitsch land uitgewezen Nederlanders. De heer Peters is zoo als uit vroegere berichten reeds bekend is kunsthande laar van beroep. Sinds twaalf jaar staat bij te Berlijn, op een der drukste punten, de Leipzigerstrasse, aan het hoofd van een kunsthandel, waar in hij een zeer goed bestaan had. Ofschoon de heer Peters gisteren te Ber lijn kennis had gekregen van het feit, dat het uitwijzingsbevel nogmaals was uitge steld, had hij reeds alles voor zijn vertrek in orde gemaakt, o.a. het doen opmaken van een notarieele acte, waarbij zijn echtge- noote gemachtigd wordt, den kunsthandel op' naar naam voort te zetten, terwijl hij mede op korten termijn een aantal andere zaken geregeld heeft, in de afwikkeling waarvan de daarbij betrokken Duitsche in stanties hem, naar zijn zeggen, met groote voorkomendheid tegemoet waren getreden. De heer Peters, die zeer onder den in druk van het gebeurde is, zeide, dat hij hier thans met een tweeledig doel is: in de eerste plaats om zich in verbinding te stellen met de Nederlandsche regeering, teneinde te bespreken of er zich wellicht mogelijkheden voordoen, die er toe kunnen bijdragen dat de kwestie voor wederzijd- sche partijen nog in der minne wordt ge schikt en ten tweede om, nu er uiteraard rekening mee dient te worden gehouden, dat het uitwijzingsbevel niet herroepen wordt, de kansen na te gaan voor de stich ting van een filiaal van zijn Berlijnsche zaak te Amsterdam. De heer Peters verheelde echter niet, dat zioh te dien aanzien ernstige moeilijkheden voordoen, aangezien het in verband met de geldende bepalingen niet mogelijk zal zijn, ook maar een redelijk bedrag van zijn zich in Duitschland bevindend kapitaal naar Nederland over te maken. Van zijn bezit kan hem, in Nederland zijnde, niet meer dan zes gulden per maand worden uitge keerd, en zoo kreeg hij bij het overschrij den van de grens naar Nederland ook niet meer dan een bedrag van vijf gulden en wat klein geld in handen. De heer Peters deed voorts uitkomen, dat als de uit wij zing definitief wordt een zaak van vele moeizame jaren arbeid met één slag zal worden vernietigd. Daar komt nog bij zeide hij dat ik in Duitschland een aantal patentprocessen heb ioopen, welke thans zeer binnenkort voor de hoogste rechtsinstantie ten deze, het Kammergericht te Berlijn, dienen zullen. Het betreffen hier procedures, waarbij zeer groote bedragen gemoeid zijn, zoodat het voor mij van de grootste beteekenis is, dat ik persoonlijk mijn belangen ten deze zal kunnen waarnemen. Zooals de zaken thans staan, is de kans hierop gering, terwijl aan den anderen kant, als ik het proces mocht winnen, de gelden, die als gevolg daarvan betaald moeten worden op Sperrkonto wor den gestort en ik dus opnieuw over het mij toekomende niet de beschikking heb ben zal. Op een vraag van den redacteur gaf de heer Peters als zijn vaste overtuiging te kennen, dat het absoluut toevallig is ge weest, dat wat de keuze der uitwijzing be treft, deze op hem en zijn drie lotgenooten is gevallen. Ik hoop dan ook zoo zeide tenslotte de zegsman dat de Nederlandsche regeering zich ons lot zal aantrekken. Mijn zaak le verde mij een goed bestaan op, zoodat ik mijn levensavond verzekerd achtte. Met één slag is, buiten eenige schuld van mijn kant, dit alles op losse schroeven komen te staan. De mogelijkheid is lang niet uitgesloten, dat dergelijke repressailles zich in de toe komst opnieuw zullen voordoen, mede tot groote schade van de betrekkingen tusschen beide landen en tot rampzalige gevolgen voor de betrokkenen. Er dient mi. dan ook met alle kracht gestreefd te worden naar het bereiken van een oplossing, welke aan hetgeen thans gebeurd is, voor goed een einde zal maken. l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5