BUITENLAND
BINNENLAND
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
DUITSCHLAND.
ONDERHOUD LLOYD GEORGE—HITLER
De Engelsche staatsman Lloyd George,
die een reis naar Duitschland maakt, heeft
gistermiddag 17 uur een bezoek gebracht
aan Adolf Hitler. Hij was vergezeld van
zijn zoon en von Ribbentrop.
DE UIT SPANJE GEVLUCHTE
DUITSCHE JODEN.
Moeten naar „scholingskamp" of
onmiddellijk over de grens.
De Joodsche vluchtelingen, die met Dult-
sche schepen uit Spanje naar Duitschland
zijn gebracht, worden uitgenoodigd in een
nationaal-socialistisch „scholingskamp" te
komen dan wel het land vrijwel onmiddel
lijk rweer te verlaten. Een niet-Joodsch
Duitsch vluchteling uit Spanje vertelde den
correspondent van Reuter, 'dat aan boord
de Joodsche Duitschers als gelijken der
niet-Joden behandeld werden.
Onmiddellijk toen het schip in een Duit-
sche haven aangekomen was, werden de
Joden echter afgescheiden en werden hun
paspoorten in beslag genomen.
Later werden alle vluchtelingen overge
bracht naar Munchen, waar een speciaal
diner te hunner verwelkoming werd aan
gericht. De Joodsche vluchtelingen waren
daarvan uitgesloten en hun werd medege
deeld, dat als zij op Duitsch gebied wen-
schen te blijven, zij naar een scholings
kamp moeten voor een periode van „poli
tieke training".
Willen zij dit niet, dan kunnen zij bin
nen acht dagen uit Duitschland vertrek
ken.
ENGELAND.
DE VACANTIE-REIS VAN KONING
EDWARD.
Gistermiddag is de koning van Enge
land te Istanboel aan land gegaan. Hij
werd verwelkomd dooh Kemal Ataturk,
die hem de leden der Turksche regeering»
voorstelde. Een groote menigte juichte den
koning toe, die door de feestelijk versierde
straten der stad reed. De koning heeft ver
schillende monumentale gebouwen be
zocht, die te zijner eere werden geïllumi
neerd.
Officieel wordt medegedeeld, dat de ko
ning Zondagavond naar Weenen zal ver
trekken. De president der republiek heeft
zijn particulieren trein ter beschikking ge
steld. De koning zal drie dagen in Weenen
blijven.
PALESTINA.
TREIN ONTSPOORD DOOR SABOTAGE.
Een doode, drie gewonden.
Tusschen Lydda en Haifa is een trein
ontspoord, tengevolge van sabotage. Een
Britsche soldaat kwam om het leven en
twee matrozen en een soldaat werden ge
wond»
Reservisten onder de wapenen geroepen.
In verband met de versterking van de
Britsche troepen in Palestina is een aantal
réservisten onder de wapenen geroepen.
Naar vernomen wordt, zal de eerste divisie
van het Britsche leger, welke 12.000 man
telt, naar Palstina worden gezonden.
AMERIKA.
VERBETERING IN HET
AMERIKAANSCHE ZAKENLEVEN?
Byron C. Foy, vice-president van de
Chrysler Corporation en president der de
Soto Motor Corporation, verklaarde bij zijn
aankomst te Parijs, dat het zakenleven in
Amerika en in het bijzonder de automobiel
industrie buitengewoon goed gaat en naar
verwacht kan worden zich nog zal verbe
teren. De Chrysler Corporation zal dit jaar
meer automobielen bouwen dan in het
hoog-conjunctuurjaar 1929.
Onze zaken over de eerste zeven maan
den van dit jaar gingen 22 procent beter
dan in 1935 en er zijn aanwijzingen, dat
wij het volgende jaar nog meer automobie
len zullen bouwen.
De verbetering in het zakenleven in
Amerika, aldus Foy, omvat alle takken van
industrie.
Het Amerikaansche voik heeft de vrees,
gewekt door de algemeene wereldcrisis
overwonnen en als gevolg hiervan function-
neert thans alles weer normaal.
Op de vraag, welke indrukken hij van
Europa gekregen had, antwoordde Byron
Foy, dat hij getroffen was door de vele
vreemdelingen, die Europa bezoeken. Over
al waar ik was, ontmoette ik vrienden uit
alle deelen van Amerika en ik ben er van
overtuigd, dat er dit jaar meer Amerika
nen Europa hebben bezocht dan in de
laatste vijf of zes jaren het geval is ge
weest.
Overal waren de hotels vol.
Iets waardoor ik bijzonder ben getrof
fen, zoo zeide hij, is de in Engeland heer-
schende welvaart.
Volgens Foy zal het aantal Amerikanen,
dat Londen zal bezoeken bij de a.s. kro
ningsfeesten van koning 'Edward, alle ver
pachtingen overtreffen.
BUITENLANDSOHE BERICHTEN
WEER EEN MIJNONGELUK IN BOCHUM.
Twee dooden.
In de mijn „Dahlhausder Tiefbau" van de
Essensche Steinkohl-Bergwerke A.G. is
Donderdag tegen acht uur des avonds een
instortingsongeluk gebeurd. Onder de neer
vallende steenmassa's -werden twee mijn
werkers bedolven. Het reddingswerk werd
onmiddellijk ter hand genomen. Gistermid
dag om half één zijn de. lij ken der veronge
lukten geborgen.
DRIE MIJNWERKERS INGESLOTEN.
Van de mijn Waltrop bij Recklinghausen
werd bericht, dat daar drie mijnwerkers be
dolven waren in een ingestorte gaanderij.
Het is gelukt door klopteekens met hen in
contact te komen.
Na 24 uur onverpoosd reddingswerk is
het gistermiddag tegen zes uur gelukt, de
drie ingesloten mijnwerkers ongedeerd te
(bergen.
GROOTE BOSCHBRAND IN HET
SALTA GEBIED.
Een groot boschgebied in Salta (Brazi
lië) wordt door brand geteisterd, Petro-
leumhoudende terreinen worden door het
vuur bedreigd. De brand wordt door den
wind aangewakkerd. De steden Oran, Algar-
robal, Volcan en Santelmo móesten wor
den ontruimd.
BOTSING TUSSCHEN BELASTING
AMBTENAREN EN BOEREN.
In het Joego-Slavische dorp Tugowatz in
Kroatië is het gisteren naar aanleiding van
een verkoop bij executie tot een bloedig in
cident gekomen tusschen belastingambtena
ren en boeren. Een belastingambtenaar
werd daarbij met messteken gedood. Gen
darmes losten verscheidene schoten op de
boeren. Drie hunner werden daardoor ge
dood.
HERDENKINGSFEESTEN TE BOLOGNA
VOOR GALVANL
Binnenkort zal het 200 jaar geleden zijn,
dat de bekende natuurkundige Luigi Galva-
ni te Bologna werd geboren. Doordat hij
de electriciteit in het dierlijk lichaam heeft
ontdekt, (beroemde proef bij den kikvorsch)
heeft hij groote diensten aan de wetenschap
bewezen. Men bereidt in zijn geboortestad
groote herdenkingsfeesten voor.
EEN VERDACHT PAMFLET VAN
PROVO CEERENDEN AARD
Het Algemeen Secretariaat en Partijbu
reau der R.K. Staatspartij deelt ons in
aansluiting met het gisteren gemelde nog
het navolgende mede:
Aan verschillende plaatselijke en gewes
telijk persorganen in Noord-Brabant en
Limburg is onder den tiel „Oproep! Aan
alle Katholieken in Limburg. De stormklok
luidt. Want Mussert wil ons Zuiden ver
overen" een pamflet toegezonden, waar
in de sluwe indruk wordt gewekt, dat dit
pamflet afkomstig zou zijn van den Cen-
tralen Propagandadienst der R.K. Staats
partij.
De samenstellers van dit pamflet, dat uit
Den Haag verzonden is, zijn net niet slim
genoeg geweest. Zij spreken, van een Pro-
pagandabureau (niet: „Dienst") en zij heb
ben zich vergist in het huisnummer van
het Dr. Schaepmanhuis, dat is gevestigd
aan de Mauritskade no. 25 (niet 23).
De inhoud en strekking van dit gesten
cilde pamflet, dat zich. op verschillende
plaatsen van een doorzichtige woorden
keuze bedient, verraden duidelijk een
ppovoceerende bedoeling. De Katholieken
in Noord-Brabant en Limburg worden op
geroepen om tegen den duidelijken wensch
en tegen het voorschrift van den Bisschap
van Roermond in, op 5 September a.s. te
komen manifesteeren en demonstreeren te
gen de N.S.B.
Van welke zij de (n) dit geraffineerde
pamflet afkomstig is, is niet moeilijk te ra
den indien men zich rekenschap geeft van
uitlatingen als de volgende: Vergeet
daarbij niet, dat tegen de N.S.B. alles ge
oorloofd' is." „Maakt het ze duidelijk,
schaart u langs de wegen en laat het ze
voelen. Er mogen klappen vallen, des
noods dooden, dan kimt ge u niets ver
wijten: de N.S.B. is in de aanvallende po
sitie en gij verdedigt u slechts".
In dit verband stelt het Algemeen Se
cretariaat onzer Partij uitdrukkelijk vast:
1. dat het hoegenaamd niets te maken
heeft noch met de samenstelling noch met
de verspreiding van dit pamflet, waarin
met valsche bedoelingen naam en adres
van het Partijbureau foutief worden ver
meld;
2. dat ernstig moet gewaarschuwd wor
den tegen deze geraffineerde poging om
de Katholieken van Noord-Brabant en
Limburg in conflict te brengen met den
uitdrukkelijken wensch en het voorschrift
van den Bisschop van Roermond;
3. dat de Katholieken van Noord-Bra
bant en Limburg nogmaals behooren te
worden aangespoord om getrouw en nauw
keurig de aanwijzingen te volgen welke
het bevoegde gezag hen op ondubbelzinni
ge wijze heeft gegeven.
NIET DOORGEZONDEN SCHRIFTELIJKE
VRAGEN.
Van de zijde der N.S.B. meldt men ons:
Graaf de Marchant et d'Ansembourg had
de volgende vragen aan den minister van
justitie ter mededeeling aan den minister
bij den voorzitter der Eerste Kamer inge
diend:
Heeft de minister kennis genomen van
de berichten in diverse Limburgsche bla
den aangaande het groeiend aantal ver
dachte huizen langs onze grens in België,
die een steeds ernstiger moreel gevaar
vooral voor onze jeugd beteekenen?
Wil de minister mededeelen, of hij in
deze reeds iets heeft gedaan en zoo niet of
hij alsnog bereid is na overleg met zijn
ambtgenoot te Brussel maatregelen tegen
deze mistoestanden te nemen?
De voorzitter der Eerste Kamer heeft den
heer d'Ansembourg doen weten, dat hij be
zwaar maakt tegen doorzending van deze
vragen aan den minister van justitie, ver
mits deze betrekking zouden hebben op
toestanden buiten Nederlandsch grondge
bied.
Tegenover deze opvatting van den voor
zitter stelt de N.S.B., diat het plegen van
overleg met den Belgischen minister van
justitie en het nemen van maatregelen pp
Nederlandsch gebied tegen bezoek uit Ne
derland aan deze huizen wel degelijk tot
de bevoegdheid der Nederlandsche regee
ring behoort.
Ook ons schijnt 't toe, dat er geen enkei
bezwaar is, om genoemde vragen te stellen;
integendeel. Wij meen en ook, dat de Eerste
Kamer het met haren voorzitter niet eens
zal zijn.
MINISTER GELISSEN OVER UITBREI
DING VAN BEVOEGDHEDEN VAN DE
KAMERS VAN KOOPHANDEL.
Gistermiddag heeft de minister van han
del, nijverheid en scheepvaart te Heerlen
het nieuwe gebouw van de Kamer van
Koophandel voor de Zuid-Limburgsche
mijnstreek geopend.
Minister Gelissen zeide in zijn openings
rede, dat de Kamers van Koophandel be
halve haar adv^eerende en administree-
rende taak ook nog de bevoegdheden heb
ben stichtingen in het belang van handel
en nijverheid in het leven te roepen.
Spr. zeide, dat op het oogenblik bij hem
in studie is de vraag of de bevoegdheid
van de Kamers van Koophandel moet wor
den vergroot, in dien zin, dat besturen van
openbare lichamen verplicht worden haar
advies te vragen, voor zij belangrijke be
slissingen op economisch gebied nemen.
DE BACON-KWESTÏE
De vergoeding aan stilliggende bacon-
fabrieken
De heer van der Sluis heeft de volgende
schriftelijke vragen gesteld aan den minis
ter van Landbouw en Visscherij:
Heeft het de instemming van den minis
ter, dat aan de stilgelegde baconfabrieken,
alsmede aan die fabrieken, waaraan min
der varkens ter verwerking zijn toegewe-
zijn dan waarvoor was ingeschreven, een
vergoeding wordt gegeven?
Kan de minister mededeelen of deze
vergoeding alleen aan -de desbetreffende
fabrikanten, dan wel ook aan de in die
fabrieken werkzame arbeiders ten goede
zal komen?
Als de in de eerste vraag bedoelde ver
goeding de instemming van den minister
heeft, acht hij het dan juist, dat de toe
kenning daarvan buiten hem om geschiedt
en dat anderen, op kosten van het land-
bouw-crisisfonds en dus op kosten van de
consumenten of van de boeren, de hoogte
van de vergoeding vaststellen?
Zoo neen, is de minister dan bereid de
noodige maatregelen te treffen om het ge
beurde bij de laatste inschrijving in de
toekomst onmogelijk te maken?
INGRIJPENDE ONDERWIJS-
BEZUINIGING TE DEN HAAG
Baten worden op 468.000 geraamd
Thans hebben B. en W. van den Haag,
de reeds toegezegde voorstellen tot bezui
niging op het onderwijs aan den Raad
voorgelegd. Het totaal dezer bezuinigingen
bedraagt ƒ467.355.
Onder deze voorstellen treft men op
nieuw aan de opheffing van het instituut
der boventallige leerkrachten en him ver
vanging door kweekelingen met acte op
genomen, nu onder den naam „verminde
ring van het aantal boventallige leerkrach
ten" (bate ƒ100.000). Voorts treffen wij
aan ontslag van gemiddeld een bewaar
schoolonderwijzeres per school; salarisver
laging voor de bewaarschoolonderwijzeres
sen, de nieuw aan te stellen kweekelingen
en de leeraren bij het middelbare en voor
bereidende hooger onderwijs en de han
delscursussen; opheffing van de school
bioscoop, afschaffing van het handelson
derwijs in het derde en vierde leerjaar,
verhooging van den toelatimgsleeftijd voor
de bewaarscholen.
Arbitrale landarbeidersloonen te
Haarlemmermeer
Uitspraak doende in het arbeidsgeschil
in den Haarlemmermeerpolder, heeft de
regeeringsarbiter, de heer Chr.-v. d. Heu
vel, voor de bedrijven van alle landbou
wers in de gemeente Haarlemmermeer de
volgende loonen vastgesteld: uurloon voor
het tijdvak van 18 Aug. 193615 Maart
1937 25 ct. met een minimumloon van 2.50
per dag, voor oogstwerkzaamheden en
kunstmestzaaien 5 cent per uur extra; voor
werkzaamheden bij de dorschmachine (uit
gezonderd eigen dorschmachine in eigen
bedrijf) 10 cent per uur extra; voor over
uren buiten den gebruikelijken arbeidsdag
5 cent per uur extra-
0 VERWERK-VERGUNNING AAN EEN
ONGEORGANISEERDEN DRUKKER.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Amelink in verband met het verleenen van
overwerkvergunningen aan een ongeorga
niseerde drukkerij te Amsterdam heeft de
minister van sociale zaken o.m. het volgen
de geantwoord:
Bij beschikking van 8 Juli 1936 verleende
die minister aan een ongeorganiseerde druk
kerij te Amsterdam vergunning, om tot en
met 5 September d.a.v. in 2 ploegen arbeid
te doen verrichten. De vergunning hield in,
dat op de eerste 5 werkdagen der week
door drie mannen aan de zetmachines tot
12 uur 's nachts gewerkt mag worden, door
twee mannen aan de snelpersen tot 10 uur j
's namiddags en door 1 man in de handzet
terij, eveneens tot 10 uur 's namiddags.
Deze zes arbeiders mochten bovendien op
Zaterdag tot uiterlijk 6 uur 's namiddags
werken.
Vergunningen om in een drukkerij na 10
uur 's namiddags te werken, indien te 5 uur
's voormiddags met den arbeid is aangevan
gen, of om na 11 uur 's namiddags te wer
ken, indien zooals in casu te 6 uur
's voormiddags begonnen in, worden slechts
bij hooge uitzonderingen verleend, evenals
vergunningen voor arbeid op Zaterdag na
1 uur 's namiddags. In zooverre wijkt de
onderhavige vergunning inderdaad van de
gebruikelijke normen af.
De vraag of het den minister bekend is,
dat zeer vele zoowel georganiseerde als
ongeorganiseerde Nederlandsche drukke
rijen in staat waren geweest, het werk,
waarvoor deze vergunning zou zijn ver
leend, binnen den normalen arbeidstijd te
verrichten, daar zij voor dergelijk werk
het drukken van boeken speciaal zijn in
gericht wordt ontkennend beantwoord.
Op grond van de verkregen ambtsberichten
meent de minister te kunnen aannemen,
dat geen andere drukker ter plaatse in staat
was, om tegen een prijs en een termijn van
aflevering, als bedongen, het werk te ver
richten, zonder een overwerkvergunning,
als thans verleend werd.
De betrokken drukkerspatroon heeft zich,
alvorens de order, waarvoor de vergunning
dienen moest, te accepteeren, met het waar
nemend districtshoofd der arbeidsinspectie
te Amsterdam in verbinding gesteld. Hij
kreeg bij die gelegenheid den indruk, dat
zijn verzoek, om gedurende 4 i 5 maan
den in 2 ploegen te mogen werken, niet on
redelijk werd geacht. Het ging hier om een
order, die, zoo zij niet op de overeengeko
men condities betreffende prijs en tijd van
aflevering kon worden aanvaard, niet zóu
worden geplaatst, althans in geen geval in
Nederland. De drukker zag zijn indruk, dat
zijn verzoek vermoedelijk zou worden inge
willigd, versterkt, door het ontvangen van
een vergunning voor den tijd van 14 dagen.
Vergunningen voor langeren duur kan een
districtshoofd niet geven, dan na daartoe
door den directeur-generaal van den arbeid
te zijn gemachtigd. Waar het verleenen van
een vergunning voor 2 weken voor een
werk, dat meer dan 4 maanden in beslag
zou nemen, geen zin had, beschouwde de
drukke* de verkregen vergunning als een
voorloopige, welke door een definitieve
voor den geheelen termijn gevolgd zou
worden. Hij achtte zich dus tot het aan
nemen van de order alleszins gerechtigd.
Te gretiger ging hij hiertoe over, waar hij
reeds geruimen tijd short-time had gewerkt.
Deze opvatting kan de minister zich zeer
wel verklaren.
Intusschen kan de directeur-generaal van
den arbeid, wiens machtiging vereischt is
voor vergunningen van meer dan 14 dagen,
geen termen vinden voor de verlangde fa
ciliteit, zoodat de voorloopige vergunning
niet gecontinueerd kon worden. De druk
ker heeft daarop beroep ingesteld. De mi
nister deelt het gevoelen van den direc
teur-generaal van den arbeid, dat geen
voldoende redenen aanwezig waren tot het
verleenen van zulk een langdurige over
werkvergunning. Anderzijds echter meen
de hij, zich te moeten realiseeren, dat de
betrokken drukker vooral door het verkrij
gen van een voorloopige vergunning op een
dwaalspoor gebracht was. Deze mocht daar
van niet de dupe worden, al viel er mede
rekening te houden, dat hij bij het aanne
men van de order wel wat voorbarig te
werk was gegaan. Een en ander tegen
elkander afwegende, heeft de minister een
vergunning voor den duur van omstreeks
acht weken verleend.
Een onbillijkheid tegenover andere on
dernemingen, welke voor werk als waar
om het hier ging, speciaal zouden zijn inge
richt, is niet begaan. Uit het bovenstaande
volgt, dat het verleenen van deze vergun
ning onder de geschetste omstandigheden
volkomen gemotiveerd was. Bovendien
zou gelijk reeds gezegd deze order
niet aan een anderen drukker hier te lan
de zijn gegeven.
Het antwoord op de vraag, of het juist is,
dat aan dezelfde, in vraag 1 bedoelde, druk
kerij een tijdelijke vergunning is verleend
tot het doen arbeiden op Zondag door niet-
Joodsche arbeiders ten behoeve van het
weekblad „De Zondagavond" luidt beves
tigend. Er behoeft wel niet gezegd te wor
den, dat het louter toeval is, dat deze ver
gunning en de in de vorige vragen bedoel
de dezelfde onderneming betreffen. Voor
uitbreiding van den Zondagsarbeid in het
Graphisch bedrijf behoeft niet te worden
gevreesd. De onderwerpelijke vergunning
werd voor drie Zondagen verleend bij wijze
van overgangsmaatregel, teneinde de be
trokken Amsterdamsche drukkerij in de ge
legenheid te stellen, eenige Joodsche arbei
ders aan te nemen, die de werkzaamheden
ten behoeve van het bedoelde weekblad op
Zondag zouden mogen verrichten. Het
weekblad werd voorheen in het buitenland
gedrukt, doch hier te lande gecolporteerd.
Het ging hier dus om een geval van zij
het geringe werkverruiming, terwijl de
op Zondag verschijnende uitgaven niet zijn
vermeerderd.
Op een in beroep gedaan verzoek om de
vergunning voor'nog eenige Zondagen te
verleenen, besliste de minister afwijzend,
omdat hij meent, dat dergelijke vergunnin
gen tot het uiterste beperkt dienen te blij
ven.
„ONREDELIJKE WONINGUITZETTING"
Naar het „Hbld" ter oore komt, zou het
in geenendeel de bedoeling der regeering
zijn, indien werklooze arbeiders-huurders
na afschaffing van de huurtoeslagen eigen
machtig en eenzijdig een evenredig gedeel
te van hun huurbetalingen achterwege zou
den laten, een daarop gevolgde woning
uitzetting als „onredelijk" te beschouwen.
Wel verwacht men blijkbaar,dat derge
lijke huurverlagingen door minnelijke
schikking zullen geschieden. Weigert de
eigenaar ieder overleg of tegemoetkoming,
dan nemen wij aan, dat in dat geval de
figuur van „onredelijke woninguitzetting"
aanwezig zal zijn. Maar dit begrip is van
de zijde der regeering tot dusverre niet
nader gepreciseerd.
In aansluiting op dit bericht, deelt de
R.P.D. mede, dat de minister, ook blijkens
het communiqué, dat in de ochtendbladen
van 29 Augustus is gepubliceerd, te kennen
heeft gegeven, dat in het algemeen zou
moeten worden gestreefd naar een rege
ling tusschen verhuurders en huurders,
waarbij ieder van hen een redelijk deel
van de verlaging van den huurbijslag voor
zijn rekening zou nemen.
HET DUITSCHE UITWIJZINGSBEVEL
TEGEN VIER NEDERLANDERS.
Een onderhoud met, den heer P. E. Peters.
Een redacteur van het A.N.P. heeft gis
teren een onderhoud gehad met den heer
P. E. Peters, een van de vier uit Duitsch
land uitgewezen Nederlanders.
De heer Peters is zoo als uit vroegere
berichten reeds bekend is kunsthande
laar van beroep.
Sinds twaalf jaar staat bij te Berlijn, op
een der drukste punten, de Leipzigerstrasse,
aan het hoofd van een kunsthandel, waar
in hij een zeer goed bestaan had.
Ofschoon de heer Peters gisteren te Ber
lijn kennis had gekregen van het feit, dat
het uitwijzingsbevel nogmaals was uitge
steld, had hij reeds alles voor zijn vertrek
in orde gemaakt, o.a. het doen opmaken van
een notarieele acte, waarbij zijn echtge-
noote gemachtigd wordt, den kunsthandel
op' naar naam voort te zetten, terwijl hij
mede op korten termijn een aantal andere
zaken geregeld heeft, in de afwikkeling
waarvan de daarbij betrokken Duitsche in
stanties hem, naar zijn zeggen, met groote
voorkomendheid tegemoet waren getreden.
De heer Peters, die zeer onder den in
druk van het gebeurde is, zeide, dat hij
hier thans met een tweeledig doel is: in
de eerste plaats om zich in verbinding te
stellen met de Nederlandsche regeering,
teneinde te bespreken of er zich wellicht
mogelijkheden voordoen, die er toe kunnen
bijdragen dat de kwestie voor wederzijd-
sche partijen nog in der minne wordt ge
schikt en ten tweede om, nu er uiteraard
rekening mee dient te worden gehouden,
dat het uitwijzingsbevel niet herroepen
wordt, de kansen na te gaan voor de stich
ting van een filiaal van zijn Berlijnsche
zaak te Amsterdam.
De heer Peters verheelde echter niet, dat
zioh te dien aanzien ernstige moeilijkheden
voordoen, aangezien het in verband met de
geldende bepalingen niet mogelijk zal zijn,
ook maar een redelijk bedrag van zijn zich
in Duitschland bevindend kapitaal naar
Nederland over te maken. Van zijn bezit
kan hem, in Nederland zijnde, niet meer
dan zes gulden per maand worden uitge
keerd, en zoo kreeg hij bij het overschrij
den van de grens naar Nederland ook niet
meer dan een bedrag van vijf gulden en
wat klein geld in handen.
De heer Peters deed voorts uitkomen,
dat als de uit wij zing definitief wordt
een zaak van vele moeizame jaren arbeid
met één slag zal worden vernietigd. Daar
komt nog bij zeide hij dat ik in
Duitschland een aantal patentprocessen heb
ioopen, welke thans zeer binnenkort voor
de hoogste rechtsinstantie ten deze, het
Kammergericht te Berlijn, dienen zullen.
Het betreffen hier procedures, waarbij zeer
groote bedragen gemoeid zijn, zoodat het
voor mij van de grootste beteekenis is, dat
ik persoonlijk mijn belangen ten deze zal
kunnen waarnemen. Zooals de zaken thans
staan, is de kans hierop gering, terwijl aan
den anderen kant, als ik het proces mocht
winnen, de gelden, die als gevolg daarvan
betaald moeten worden op Sperrkonto wor
den gestort en ik dus opnieuw over het
mij toekomende niet de beschikking heb
ben zal.
Op een vraag van den redacteur gaf de
heer Peters als zijn vaste overtuiging te
kennen, dat het absoluut toevallig is ge
weest, dat wat de keuze der uitwijzing be
treft, deze op hem en zijn drie lotgenooten
is gevallen.
Ik hoop dan ook zoo zeide tenslotte de
zegsman dat de Nederlandsche regeering
zich ons lot zal aantrekken. Mijn zaak le
verde mij een goed bestaan op, zoodat ik
mijn levensavond verzekerd achtte. Met
één slag is, buiten eenige schuld van mijn
kant, dit alles op losse schroeven komen te
staan.
De mogelijkheid is lang niet uitgesloten,
dat dergelijke repressailles zich in de toe
komst opnieuw zullen voordoen, mede tot
groote schade van de betrekkingen tusschen
beide landen en tot rampzalige gevolgen
voor de betrokkenen. Er dient mi. dan ook
met alle kracht gestreefd te worden naar
het bereiken van een oplossing, welke aan
hetgeen thans gebeurd is, voor goed een
einde zal maken. l