DE STAD IRUN GEVALLEN Een nieuw herderlijk schrijven der Duitsche Bisschoppen Ernstige vermaning tot vrede De Heldenmoed der Spaansche Katholieken Een stormloop begunstigd door den nevel VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1936 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Eensgezindheid in den strijd tegen het Bolschewisme Geloofshernieuwing onder Roode Terreur. Op de Bisschopsconferentie in Ful- da is nog een tweede herderlijk schrijven van het Duitsche Epis copaat opgesteld, dat op Zondag 6 September bij wijze van „Verkla ring" van af den kansel zal worden den voorgelezen. Wij laten hieronder de voornaam ste passages van deze belangrijke verklaring volgen. De Bisschopsconferentie van Fulda heeft Eich ook bezig gehouden met het proces te gen de zoogenaamde Franciscanerbroeders in Waldbreitbach, en de Duitsche bisschop pen hebben stelling genomen tegen de ten- dentieuse wijze van voorstelling, die door bepaalde bladen over deze aangelegenheid ■werd gegeven. Uitvoerig bewijzen de Duitsche Bisschop pen, dat zij niet minder streng dan de we reldlijke rechters de fouten veroordeelen, die zijn voorgekomen. Vervolgens constateeren de bisschoppen, dat de beklaagden geen lid waren van de orde der Franciscanen. Op één enkele uit zondering na heeft geen enkele priester in dit prooes tegen de leekenbroeders terecht gestaan. Vandaar is het lijnrecht in strijd met de waarheid en gerechtigheid, wanneer de beklaagden en veroordeelden in de pers telkens weer opnieuw als ordesgeestelijken worden bestempeld en wanneer telkens weer opnieuw heel de priesterlijke stand beschuldigd wordt. Alle beleedigingen en beschimpingen van den priesterlijken stand in verband met de processen van Koblenz of met welke an dere vergrijpen ook, moeten wij op de meest besliste en scherpe wijze afwijzen. Ook de Broeders van Waldbreitbach zijn niet altijd en ook thans voor het overgroo- te meerendeel nog geen volks-parasieten. Zij staan voor een heel moeilijk en ook voor de zedelijkheid heel gevaarlijk beroep. Zij moeten omgaan met menschen die in ieder opzicht, ook op zedelijk gebied ab normaal en ziekelijk zijn. Er behoort veel offervaardigheid toe om zich te wijden aan de verpleging van zulke arme verwaarloos de en soms ook zeer laagstaande menschen. Iedereen die dit moeilijk werk kent, zal niet zoo onbarmhartig over deze Broeders oordeelen, zooals thans vaak geschiedt. De Broeders van Waldbreitbach hebben tijdens den oorlog zich volledig van him taak gekweten. Vijf en twintig Broeders zijn op het veld van eer gesneuveld. Het kwaad, dat hen thans noodlottig geworden is, hebben zij vóór den oorlog nauwelijks gekend. Wij willen echter de daders deswege niet verontschuldigen, maar wij beschouwen de door hen aangerichte schade zelfs bij bena dering niet zoo groot, als het nadeel dat ontstaan is door het feit, dat vele bladen deze treurige geschiedenis aan heel de we reld hebben bekend gemaakt en zelfs aan de jeugd op een zeer in het oogloopende wijze hebben verkondigd, rijkelijk voor zien van hatelijke bemerkingen en gemeene spotprenten. De rechtbank is aan deze schade die "be rokkend werd, onschuldig, want volgens oud gebruik heeft zij er naar gestreefd om vooral met het oog op de jeugd, de bericht geving in de pers zoo kort en zakelijk mo gelijk te houden. Jammer genoeg hebben vele kranten, waaronder ook bladen voor de Jeugd, deze oude traditie bij het proces van Koblenz niet toegepast. Zij hebben de jeugd op de hoogte gebracht van fouten en zonden, die zij vroeger wel niet gekend hebben. Welk onheil daaruit ontstaat, weet iedereen die ondervinding heeft en die de jeugd kent. Bijzonder treurig en afschuwwekkend is het wel, wanneer berichten en foto's over dergelijke gebeurtenissen in heel het land op openbare aanplakborden en in uitstal kasten worden opgehangen, vaak zeifis bij den ingang van kerken en scholen. Het is alsof men de ziekte juist daardoor wil be strijden, dat men de ziektekiemen overal heen verspreidt. Velen, die in het geval van Waldbreitbach als strenge zedenmeesters optraden, zijn anders niet steeds de zoo wel bespraakte en bezorgde verdedigers der zedelijkheid ge weest. Wij hebben bij hen haast nooit een van instemming getuigende weerklank gevon den, wanneer wij opkwamen voor de hei ligheid van het Huwelijk en het bewaren der goede zeden in het openbare leven. Wij hebben dikwijls genoeg tevergeefs gewaar schuwd voor het onheilspellend verder voortschrijden van de vernietiging en ont binding van het gezinsleven, tengevolge van grove misslagen tegen de huwelijks plichten en de huwelijkstrouw. Wij hebben weinig steun gevonden bij ons protest te gen de, ook in den jongsten tijd weer vei lig opbloeiende handel in de vuilste platen en tegen den openbaren handel in zekere middelen waardoor de onzedelijkheid juist in de hand gewerkt wordt. Wij hebben te- vergeefsch getracht paal en perk te stel len aan de vreesdij ke duizendvoudige kin dermoord, en wij hebben tevergeefsch ge tracht die misdaden te voorkomen, waar aan ieder volk ten gronde moet gaan. Hier betreft het toch zeker dusdanige treurige en rampzalige mistoestanden en gevaren, dat allen in de bestrijding daarvan eensge zind moesten zijn. Waarom heeft nu een gedeelte der pers bij het proces van Koblenz een heel andere houding aangenomen als anders bij derge lijke zware vergrijpen en mistoestanden gebruikelijk was? Blijkbaar omdat men deze treurige gebeurtenissen als een strijd middel wilde uitbuiten tegen kloosterorde, priesters en kerken. Het is jammer genoeg, dat er in deze moeilijke ure voor velen niets gewiohtigers te doen schijnt als strijd te voeren tegen Kerk en Christendom, een strijd, die door woord en geschrift voort gezet wordt onder de jeugd, in de huisge zinnen, in de werkplaatsen, in de verschil lende organisaties en kampen. En wat stelt men zich voor van dezen strijd, wanneer zij succesvol gevoerd wordt? Het ongeloof is toch 6teeds overal de wegbereider en bondgenoot van het Boljewisme geweest. En de strijd tegen kloosterlingen en pries ters is toch overal een voorbode en een be geleidend verschijnsel van de Bolsjewisti sche wereldrevolutie. Daarom wordt ieder een, die tegen het geloof en de kerkstrijd, of hij wil of niet, medewerker van het Bolsjewisme. Wij zouden gaarne besluiten met een vermaning tot vrede. De toestand waarin de wereld verkeert, is zóó ernstig, dat wij op de meest besliste wijze waarschuwen voor een verderen feilen strijd tegen het Christelijk geloof en de Katholieke Kerk en geen staatsinrichtingen te benutten voor anti-godsdienstige doeleinden. Wij, Bis schoppen, onze trouwe geestelijkheid en het Katholieke volk wenschen niets vuri ger als de vrede en de eenheid van het Duitsche volk en daarom ook het einde van den strijd, die onmogelijk zegenrijk of nuttig kan zijn voor ons vaderland. Zooals steeds, wanneer het Vaderland ons geroe pen heeft, zijn wij ook thans bereid om ons met opgewektheid in zijn dienst te stel len en den Führer te ondersteunen bij zijn afweer van het Bolsjewisme, dat de heele wereld bedreigt, bij het streven om den vrede te behouden, bij den arbeid voor den heropbouw van ons vaderland. De eenheid des geLoofs kan men nooit of te nimmer mét geweld en met onderdrukking van een geloofsovertuiging verkrijgen, doch slechts alleen kan deze bereikt worden door de ge nade Gods, en daarom behoeft de eenheid van het Duitsche volk en de eenheid van geest slechts zoo weinig te lijden, als zij in een wereldoorlog daaronder geleden heeft. Niet wij hebben dezen rampzaligen strijd onder ons volk verwekt, maar wel die on christelijke mannen, die wellicht meenen, dat zij een nieuw geloof zaaien, doch die daarvoor slechts ongeloof en godloosheid zullen oogsten. Terwijl zij oogensehijnlijk de tweespalt bestrijden, vermeerderen z\j die juist tot in het oneindige. God behoede ons voor het ongeluk van een nieuwe ge loofsverdeeldheid en nog voor het grooter ongeluk van een volslagen ongeloof. LUCHTVAART EEN GESLAAGDE OCEAANVLUCHT. Vliegers maken noodlanding in Wales. De Amerikaansche vliegers Dick Merrill en Harry Richman, die Woensdagmiddag van New York vertrokken, met de bedoe ling in 36 uur naar Londen en terug te vlie gen, hebben hun plan niet kunnen volvoe ren. Benzinegebrek heeft hen gisteren ge noopt op een weide bij Llandilo in Wales een noodlanding te maken. De vliegeniers deelden mede, dat hun ge middelde snelheid boven den Oceaan 210 mijl per uur bedroeg. De noodlanding werd veroorzaakt door een defect aan het ra diotoestel, waardoor zij hun koers kwijt raakten. De Oceaanvliegers hebben verklaard, dat het mogelijk is, dat zij vandaag weer zullen starten. Wat de retourvlucht naar Amerika betreft, die zal afhangen van het weer. VLIEGTUIGONGELUK. Uit Anchorage (Alaska) wordt geméld: Op het schiereiland Kanai is een vliegtuig neergestort, tengevolge waarvan de be stuurder en vijf passagiers om het leven zijn gekomen. Kanai ligt op een 60-tal mij len van Anchorage in Alaska. De inzitten den waren vertrokken voor een vischtoer. DE WEDSTRIJD OM DEN GORDON BENNET-BEKER. Omtrent zes van de tien deelnemende ballons geen nieuws. In luchtvaartkringen te Warschau heeischt ongerustheid aangaande het lot van zes der tien ballons, \Vslke deelnemen aan den Gordon Bennet-bekerwedstrijd. Van bedoelde zes ballons heeft men in 96 uur niets vernomen. Aangezien deze soort ballons ten hoogste 70 uren in de lucht kunnen blijven, acht men het waarschijn lijk, dat zij zijn terechtgekomen in afge legen gebieden van Noord-Oost-Sovjet Rus land Zal het bloed der Martelaren ook in Spanje weer het zaad blijken te zijn voor een Christenheid en voor een opbloei van het Katholisisme? Reeds nu is over het geheele land een godsdienstige herleving merk baar, en in de afgeloopen week heeft het Vaticaan de aandacht van de geheele wereld getrokken op dit feit, door een gedocumen teerde rede die voor Radio Va- ticana werd gehouden en die wij hier laten volgen: „lederen dag maken de nieuwsbladen van alle landen melding van de ongehoorde wreedheden, die de Rooden tot nu toe in Spanje hebben begaan. De barbaarsche tafereelen zijn een schande voor de mensch- heid en voor onze beschaving. Zoo ziet de wereld, wat het van de godloozen te ver wachten heeft. Toch is het goed, om temidden van de bloedige tafereelen en temidden van de ver woestingen ook te zien naar de schitteren de geloofshernieuwing bij het Spaansche yolk, zoo heerlijk, dat zij de verwondering moet wekken van de Katholieken der ge heele wereld. Terwijl op sommige plaatsen de kerken en kloosters in brand staan, ziet men el ders een groot aantal geloovigen, die God om vergiffenis smeeken en bidden voor de overwinning van de goede zaak; terwijl aan de eene zijde de priesters en klooster lingen vermoord worden, kust men hen aan de andere zijde openlijk de hand, als een teeken van eerbied; terwijl de een sterft met een verwensching op de lippen, gaat een ander den dood in met de heer lijke uitroep: „Leve Christus, leve Spanje!" Wij hebben onweerlegbare bewijzen over de opbloei van de katholieke geest in Spanje.. Het zijn historische feiten, die zoowel zijn geschied in de streken, waar het katholieke geloof het levendigst be waard was gebleven, als daar, waar het verstikt was door de communistische en atheistische propaganda, wel een bewijs, dat er een algemeene opbloei valt te con stateeren. Een jongeman van 16 jaar, die op het punt stond naar het front te vertrekken, zeide tegen zijn moeder bij het afscheid: „Moeder, gij moet niet bidden voor mijn terugkeer en dat ik niet sterve: bid liever, dat het Communisme vernietigd moge worden, en dat O. L. Heer nooit meer in Spanje zal beleedigd worden Hiervoor zou ik gaarne mijn leven geven." Dit is geen alleenstaand geval, zooals men wellicht zou kuröien meenen. Integen deel, men kan zeggen, dat deze eenvou dige woorden van dezen jongeman de ge voelens vertolken van duizenden nationa listen. Bijna allen, die de wapenen opne men ter verdediging van den godsdienst en van het vaderland tegen de Rooden hebben denzelfden kreet op de lippen: „De godsdienst voor alles, en daarna 't overige. Men zou vele gevallen kunnen aanhalen van families, die graag en met vreugde zelfs vijf zonen hebben afgestaan, om voor het vaderland te strijden en het geloof te redden. Jongens van 14 en 15 jaar drin gen er bij hun ouders op aan, dat zij toch toestemming zouden geven, om mee te mogen gaan strijden-in de gelederen van de Nationalisten, en zij kregen toestem ming. Velen zijn vertrokken, om nooit meer terug te keeren, weggemaaid in de bloei van him jeugd door vijandelijke mi trailleurs. Een huisvader van zeven jongens, ver trok eveneens naar het front, en zeide: „Ik ben bang, dat deze jongens zonder vader zullen blijven; toch zou het veel verschrik kelijker zijn, wanneer heel het nageslacht zonder catechismus bleef". Kort daarop stierf hij als een held in den strijd met de Roode troepen. Een andere arbeider, een weduwnaar en vader van vier zoons, sloot zijn bescheiden winkeltje, en beval zijn jongens aan bij de buren, omdat hij naar het front ging. Vier jongens, wier oude moeder nog leefde besloten naar het front te gaan, maar zij wilden hun moeder niet geheel al leen laten, zoodat een van hen zou achter blijven. Toen de dappere vrouw hoorde, dat een van haar zoons thuis zou blijven, zeide zij hem verontwaardigd, dat zij hem niets Je eten zou geven, wanneer hij thuis durfde blijven, terwijl zijn broers in den strijd waren voor hun geloof. „Welk een heerlijk schouwspel bieden de jonge soldaten zoo schrijft men ons uit Pamplona. Zij loopen met het tee ken van het H. Hart op hun borst, anderen met het Scapulier van den Carmel, ande ren met de medaille van een Maria-Con- gregatie. Twintig priesters zijn een gehee le nacht bezig geweest met biechthooren in de kwartieren; zeer velen biechtten bui ten op het trottoir of wandelen onder de boomen van het plein, terwijl zij openlijk neerknielden op het oogenblik, dat zij de H. Absolutie ontvingen." Wanneer de mannen zich laten aanwer ven, dan zingen zij dikwijls het volgende lied: „Ween niet, moeder, ween niet, want ik ga onder de wapenen. Het lichaam heeft geen waarde, de ziel is alles waard." Te Salamanca is het godsdienstig enthou siasme onbeschrijflijk; de kerken zijn over vol, allen bieden zich aan als vrijwilli ger, zelfs jongens van 14 en 16 jaar. Een commandant, die medailles van het H. Hart had ontvangen, deelde deze uit, en zeide tot zijn soldaten, dat zij veel moes ten bidden: aan het front hadden zij ge daan, wat zij konden, maar zij moesten hun mede-strijders helpen door het ge bed, daar volgens zijn eigen woorden „het gebed niet alleen de geest, maar ook het lichaam versterkt." Vanuit Cadiz schrijft men ons: „Ook hier is een troostvolle godsdienstige opleving waar te nemen. In de straten hoort men voortdurend: „Leve Christus Koning" en „Leve het Katholieke Spanje", zelfs daar, waar men vroeger zooveel scheldwoorden hoorde en waar de H. Naam zoo dikwijls beleedigd werd. In de kwartieren wordt nu het Angelusklokje geluid, en op het hoo- ren daarvan blijven de soldaten zelfs op straat staan, om het Angelus te bidden. Toen deze gewoonte hersteld werd, sprak een der generaals tot de soldaten, dat dit een groet was aan de Allerheiligste Maagd, en hij herinerde hen aan den tijd, dat deze gewoonte werd ingevoerd; hij zelf bad het Angelus met hen mee, en men vertelt, dat velen tranen in de oogen hadden van ont roering. Te Sevilla geven het volk en de soldaten niet alleen in de kerk maar ook op straat uiting aan hun eerbied voor den priester; men nadert ook veel meer tot de H. Sa cramenten. Een vliegtuig van de Rooden, dat boven Saragossa vloog, en zelf niet werd be schoten, liet drie bommen vallen van 50 K.G. op de kerk en de Madonna del Pilar. IRUN BIJ VERRASSING INGENOMEN. Naar de speciale correspondent van het Duitsche Nieuwsbureau meldt, zijn de troepen van generaal Mola er van morgen om 7 uur in geslaagd, de stad Irun, om het bezit waarvan zoo ver bitterd gestreden is, te veroveren. Gebruikmakend van het nevelachtige weer konden de rechtsche troepen door een vèrrassende manoeuvre tot de ongeveer 800 meter voor de stad gelegen voorloopige stellingen door dringen. Na een kort geweer- en mi- trailleurvuur gelukte het den opstan delingen de regeeringsaanhangers te rug te dringen, die zich daarop in wil de vlucht over de internationale brug bij Hendaye op Fransch gebied in vei ligheid trachtte te brengen. De nationalisten hebben daarop een ge deelte van Irun bezet. De bevolking ont vlucht de stad en slechts enkele Volks frontaanhangers handhaven zich in hun stellingen. De gevluchte bevolking van Irun, Beho- bia en Fontarabie wordt verdeeld over de Zuid-Westelijke streek van Frankrijk. Gis teren was te Bordeaux de eerste groep van 164 vluchtelingen aangekomen, welke on middellijk ondergebracht werd in de stad. Het gemeentebestuur van Bordeaux neemt hulpmaatregelen, bijgestaan door de mi litaire autoriteiten, die voor bedden zor gen. Geleidelijk zullen de uitgewekenen naar het centrum van Frankrijk worden gebracht. KOGELS OP FRANSCH GEBIED. Zes gewonden. Het Italiaansche agentschap Stefani meldt, dat nabij Behobie een regen van verdwaalde kogels op Fransch gebied is neergekomen, waardoor zes personen zijn gewond, onder wie zich twee leden van de mobiele garde bevinden. DE TOESTAND TE MALAGA. Omtrent den toestand in Malaga meldt de „Daily Telegraph" uit Gibraltar, dat de aanhoudende bomaanvallen der opstan delingen op Malaga en de overige nog in handen der regeering zijnde kustplaatsen een zoodanige paniek hebben gewekt, dat de vrijwillige strijdkrachten der re geering niets liever zouden willen dan zich zoo spoedig mogelijk uit de voeten te maken. De autoriteiten van Malaga heb ben te Gibraltar geïnformeerd, of de Brit- sche autoriteiten een aantal vluchtelingen zouden kunnen opnemen, ingeval de stad zou worden ontruimd. Er bestaat echter niet de minste kans, dat op dit voorstel zal worden ingegaan, daar het in Gibral tar reeds stampvol vluchtelingen is. DE REGEERING BLIJFT OPTIMISTISCH. Uit Valencia wordt gemeld, dat men daar den val van Teruel aanstaande acht. Gisteren is onder voorzitterschap van Azana een ministerraad gehouden, na af loop waarvan ministerpresident Giral ver klaarde, van alle fronten uitstekende be richten te hebben ontvangen. Het ministerie van oorlog deelt officieel Geen enkele bom ontplofte. De bevolking schrijft dit toe aan een nieuw wonder van haar Patrones; terstond werd een groot- sche processie georganiseerd, waaraan meer dan honderdduizend personen deel namen, waaronder ook de kerkelijke, mi litaire en burgerlijke autoriteiten, om de Moeder en de Patrones van Saargossa te bedanken. De toeloop der geloovigen was zoo groot, dat men volgens de getuigenis van een van de burgers nog nooit een dergelijke geloófsmanifestatie heeft gezien. In de kerk van Tribaldos te Murcia werd een professor vermoord, omdat hij altijd een voorman was geweest der Katholieke actie. Een broer van dezen martelaar deel de het bericht als volgt aan een anderen broer mede: „Moeder heeft haar leed met bewonderenswaardige sterkte gedragen; denk er aan, dat wij gereed zijn om alles te lijden, wat God ons overzendt, want het is een ware eer voor de familie een mar telaar te bezitten en dat is onze broer, want geheel zijn leven heeft hij dapper de zaak van Christus verdedigd." Bij de intocht van de Nationalisten te Bajadoz waren de kerken overvol met ge loovigen, om God te bedanken voor de be vrijding van de tyrannie en van het ver derf. Ook in die streken van Spanje, waar de roode terreur nog heerscht, sterven dui zenden martelaren, zooals in de eerste tij den der Kerk, maar ook zeer veel andere heldendaden getuigen, dat het geloof na twintig eeuwen nog dezelfde onoverwinne lijke kracht bezit, ook, al zijn de vervol gers wreeder dan ooit. De tijd zal komen, dat ook zij zullen moeten uitroepen: „Gal- lileeeï, Gij hebt overwonnen!" mede, dat de regeeringstroepen thans voor de poorten van Huesca staan. In Asturie hebben de regeeringsstrijdkrachten vol gens dit communiqué een colonne opstan delingen teruggedreven. Na gevechten in de provincie Badajoz werden de opstan delingen tot den aftocht gedwongegn. Rond Madrid blijft de toestand onveranderd. Aan het Estremadura-front heeft de luchtmacht der regeering drie vliegtuigen der opstan delingen neergehaald. MEER DAN HONDERDUIZEND DOODEN TÈ BETREUREN? Volgens schattingen van leden van het Spaansche roode kruis zou het aantal doo- den, dat in den Spaanschen burgeroorlog is gevallen, honderdduizend bedragen, ter wijl 300.000 personen zouden zijn gewond. Alleen reeds in den slag bij Irun zouden aan beide zijden, tot nu toe, 1600 man zijn om het leven gekomen. DE NON-INTERVENTIE. De Engelsche financieele secretaris van de schatkist, Morrison, heeft een zitting gepresideerd van het inter-departemen- taal comité, dat is samengesteld uit ver tegenwoordigers van verschillende depar tementen der regeering en gevormd is met het oog op de instelling van een interna tionale commissie, die zich moet bezig houden met de kwestie der non-interven tie. Dit interdepartementale comité zal de doelmatigheid bespreken der reeds van kracht zijnde maatregelen ter verhindering van het leveren van wapenen en vliegtui gen aan Spanje. Het comité zal ook de mogelijkheid bespreken van toepassing van andere maatregelen, welke door de internationale commissie kunnen worden aanbevolen. ITALIë ZENDT STRIJDKRACHTEN. Ter bescherming van zijn onderdanen? In „verantwoordelijke kringen" is be richt ontvangen, dat een Italiaansch on derdaan, Umberto Fasanella, ketellapper van beroep, te Barcelona is gedood. Hij laat een vrouw en zeven kleine kinderen achter. Dit is het zesde Italiaansche slacht offer sedert het begin van de wanordelijk heden. De Italiaansche consul-generaal te Bar celona heeft wederom energieke protes ten ingediend, maar in den huidigen toe stand lijken deze niet voldoende. Er be vindt zich reeds een Italiaansche kruiser in de wateren van Barcelona en het is waarschijnlijk, dat nog andere strijdkrach ten derwaarts zullen worden gezonden. De kruiser „Pola" is uit Italië vertrok ken met bestemming naar Barce. lona, waar hij zich zal voegen bij den lichten kruiser „Attendolo" in de wateren van Barcelona. De „Pola" is een groote kruiser van 10.000 ton. ITALIAANSCHE VLIEGTUIGEN TE VIGO. De Fransche regeering heeft van de Spaansche regeering te Madrid bericht ontvangen, dat 24 vliegtuigen van Italiaan sche herkomst te Vigo zouden zijn aange komen. Aan alle mogendheden is deze zelfde mededeeling gezonden. Italiaansche strijdkrachten naar Spanje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5