Landstormdag te Dedemsvaart. President Lebrun heeft na de troepenparade bij Suippes den Poolschen generaal Rydz Smigly het grootkruis van het Legioen van Eer verleend. De president omhelst den Poolschen generaal na de plechtigheid Het Grieksche s.s. -Sunion", dat beladen met hout op weg van Archangel naar Rotterdam op 6 Augustus ten Zuiden van Harstad gestrand is, kwam Donderdag in de Rijnhaven te Rotterdam aan Op den grooten landdag van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm, die Donderdag te Dedems vaart gehouden Is, verleenden de huzaren uit Deventer hun medewerking Te Laren werd Donderdag onder auspiciën van de Gooische Landbouw Sportvereeniging en de afdeeling .Gooiland" der Hollandsche Maat schappij van Landbouw een veetentoonstelling gehouden. Een kijkje op de expositie FEUILLETON ZIJN LAATSTE AVONTUUR Humoristische Roman van JOH. BRAND. (Nadruk verboden). 18) Nochtans kon hij den verdwenene niet geheel vergeten, want de maandelijks be- no odigde handteekening dwóng hem van Emil afhankelijk te blijven en hem in de toekomst als een stille compagnon te dul den. Maar de man was betrekkelijk goed koop; misschien zou hij bij meer handtee- keningen tegelijk tegen contante betaling een engrosprijs kunnen bedingen. Hij scheef Emil derhalve een brief, waarin hij hem zijn plannen uiteenette, daarbij na tuurlijk den nadruk leggend op het voor deel, dat hieraan voor Emil, die immers een groote som geld ineens in handen zou krijgen, was verbonden. Dit epistel arriveerde op een, voor Emil zeer gunstig tijdstip. De grond in Riesenau was hem langzamerhand wat te warm on der de voeten geworden. De brave burgers begonnen ongeduldig te worden, daar de met smart verwachte geldzending voor den graaf wat al te lang uitbleef en boven dien van de vele, door hem gedane dure beloften, nog geen enkele in vervulling w»s gegaan. Als eenige uitweg bleef hem nog slechts de vlucht. Nog éénmaal zou hij zich te goed doen aan de producten van de voor treffelijke keuken van het hotel om dan bij nacht het gastvrije stadje te verlaten. Maar niet alleen hij, ook de ingezetenen van Riesenau smeedden op dezen dag ver strekkende plannen. Hun wantrouwen was nu eenmaal opgewekt en het uitwisselen der meeningen onderling was slechts in staat dit wantrouwen nag te doen toene men. Dit was oorzaak, dat de gemeente raad in buitengewone zitting bijeen werd geroepen om den toestand eens ernstig onder de oogen te zien. Het worfdt tijd, dat we er eens een eind aan maken, meende burgemeester Lo- renz, wiens delicatessenzaak zich vooral in Emils bijzondere belangstelling had mo gen verheugen. Wat mij betreft, mijne heer en, zei ho telier Honinger, ik ben helaas niet in staat het toch reeds aanzienlijk crediet nog te verhoogen. Hij had Emil in zijn hotel zitten en droeg dus den zwaarster last van de grafe lijke hofhouding. Bij mij heeft hij kans gezien voor een paar honderd mark schulden te maken, deelde Krupnick, de grootste sigarenwinke lier van het dorp, mede. Ik heb uitsluitend voor hem sigaren van een halve mark per stuk moeten laten komen en neemt tel kens een kistje van vijftig. Voor ik nieu wen voorraad bestel, zou ik toch eerst wel eens geld willen zien. Ik stel daarom voor.... een oogenblik.er zal mij zoo direct wel iets te binnen schieten.... De hoofdonderwjjzer Reppert meende van deze korte pauze gebruik te moeten maken om de aanwezigen gerust te stel len. Mijne heeren, zei hij sussend, ik ge loof, dat wij te ver gaan. Het woord van een edelman moet ons toch genoeg zijn! De manufacturier Kern protesteerde hef tig. Naar mijn meening is hij een doodge wone oplichter! Een oogenblik bleef het stil. De harten der aanwezigen klopten hoorbaar. Vrijwel ieder van hen was langzamerhand tot de zelfde conclusie gekomen, maar allen had den zijgeaarzeld deze zware beschuldi ging uit te spreken. Het was dan ook niet gemakkelijk om te erkennen, dat men zich had laten beetnemen. En zelfs nu nog, nu Kern toch hun aller meening had uitge sproken, aarzelden zij om tot ingrijpende maatregelen te besluiten. Maar eindelijk werd dan toch overeen gekomen gezamenlijk een beroep te doen op het inzicht van den graaf en hem na tuurlijk in den minzaamsten vorm een ultimatum te zenden. Teneinde het gevoelige standsbewustzijn van den voornamen gast niet te krenken bood burgemeester Lorenz aan, graaf Go- rau het besluit van den gemeenteraad per soonlijk over te brengen. En zoo gebeurde het, dat het hoofd der gemeente op Emil's kamer zat, toen de brief van Kestenberg bezorgd werd. Aan vankelijk had de pseudo-graaf zwijgend en in zichzelf gekeerd nar zijn gast geluis terd, maar toen hij den brief uit Ber lijn gelezen had, vranderde de situatie onmiddellijk. Binnen enkele minuten was zijn plan gereed. Burgemeester, zei hij, ik zal geen tele gram verzenden, zooals aanvankelijk in mijn bedoeling lag, want mijn bankier schrijft mij daar juist, dat de bank, om eventueele fraude te voorkomen, slechts aan mij persoonlijk kan uitbetalen. Het zal dus het beste zijn, dat ik vandaag nog naar Berlijn vertrek. Hij wierp Lorenz een onderzoekenden blik toe. Doch deze werd bleek. Zouden ze nu ten slotte toch nog worden afgezet? Ook een minder goede menschenkenner dan Emil zou het snel stijgende wantrou wen onmiddellijk op het gelaat van den burgemeester hebben gelezen. Maar deze brief van Kestenberg bood hem voldoende kans op redding. Hij deed dus of hij niets bemerkte, liet zich niet verleiden tot een uitvoerig betoog, dat zijn eerlijke bedoelin gen zou moeten bewijzen, maar stelde zjjn tegenstander door één enkelen geheel on- verwachten zet buiten gevecht. Weet u wat, burgemeester, zei hij, op een toon, alsof deze gedachte plotseling bij hem opkwam, gaat u mee! Neen, nu geen uitvluchten; ik heb dan tevens een schitte rende gelegenheid mij eens behoorlijk te revancheeren. U vergezelt mij naar Ber lijn, daar bent u mijn gast en dan zullen wij samen de bloemetjes eens buiten zetten. Wat zegt u daarvan? Hij wachtte het antwoord niet af, maar gaf den burgemeester een kameraadschap- pelijken stoot in de ribben en vervolgde met een vertrouwelijk knipoogje: Nu, ouwe jongen, dat lijkt je wel wat? Zoo'n paar dagen onder mijn leiding naar alle bezienswaardigheden van de hoofdstad! Man, je zult er van staan kij ken, waar zoo'n echter graaf al niet den weg weet! Hier een fleschje champagne, daar een fleschje champagne en dan ter af wisseling nog eens een fleschje cham pagne. Je zult oogen opzetten, dat beloof ik je! Burgemeester Lorenz had in zijn gren- zenlooze verbazing niet eens bemerkt, dat de wijze van uitdrukking van zijn gast heer een groote verandering had onder gaan. Hij verstond slechts den zin; de woorden ontgingen hem. Met wijd openge sperde oogen, als een kind in een sprook jestheater zat hij op zijn stoel. Emil aan starend en zich verbazend over deze even onverwachte als eervolle invitatie. En zon der er lang over na te denken, greep hij de uitnoodiging met beide handen aan. Afgesproken! riep Emil. Dat komt dus voor elkaar. We zullen een paar gezel lige dagen hebben, reken daar maar op! Prosit, ouwe jongen! En vóór de heer Lorenz eigenlijk wist, wat hem overkwam, zat hij al met een vol glas in de handen, dat hij met een uitnoo- digend gebaar tegen Emil ophief. En wanneer, wanneer vertrekken we? vroeg hij met schitterende oogen. Hij kon nu den tijd nauwelijks meer afwachten. Natuurlijk met den eerstvolgenden trein, kameraad, antwoordde Lorenz haastig om toch vooral geen tijd te verliezen. Santjes dan, Jochem! Emil drong den ongeduldigen burge meester nog een glas op. En dan een beetje vlot. hè. Breng maar gauw het zaakje met de familie in orde en met de edelachtbare heeren van den gemeenteraad, vergeet vooral den ge meenteraad niet, dat is het voornaamste. Ik wacht hier zoolang. (Wordt yervolgdl Directeuren van tooneel-, revue- en operagezelschappen confereerden Donderdag ten stadhuize te Amsterdam met den wethouder van Kunst zaken, den heer E. Boekman Het défilé der landstormers voor de autoriteiten op den grooten landdag van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm, welke Donderdag te Dedemsvaart ge houden is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 12