5)c£^lcbclie0ou^aiit
Ook vrouwen nemen deel aan de ver
dediging van Irun tegen de aanvallen
der Spaansche nationalistische troepen
Op de Engelsche tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam werd Dinsdag de 25.000ste
bezoeker verwacht. Daar twee dames zich tegelijk aan de cassa meldden, werd aan beiden door wet
houder Boekman een reproductie van een der geëxposeerde werken aangeboden
Bij de verdediging van Madrid maakt de Spaansche legerleiding ge
bruik van de moderne afstandsmeters. Een snapshot bij een der ver
vooruitgeschoven waarnemingsposten
Ter gelegenheid van zijn 121/»-jarig ambtsjubileum werd den burge-i
meester van Waalwijk, den heer E. C. J. Moonen, door de Waalwijk-
sche jeugd een zanghulde gebracht. Vanaf het bordes van het raadhuir
neemt de jubilaris de zanghulde in ontvangst
Generaal Rydz Smigly zet zijn handteekening in het
gouden boek bij het graf van den Onbekenden Soldaat
te Parijs
Kwartjesmaand in Artis te Amsterdam.
De hoofdstedelijke diergaarde trekt
vooral in September de belangstelling
van de Amsterdammers. Bovenbij
de olifanten; onder: in den kinder
dierentuin
FEUILLETON
ZIJN LAATSTE AVONTUUR
Humoristische Roman
van
JOH. BRAND.
(Nadruk verboden).
'16)
Mabel lag een heftig woord op de lippen.
Zij sprak het echter niet uit. Zij aarzelde
en keek hem aan met een blik, die hem
dwong de oogen half neer te slaan. Toen
zei zij, kwasi kalm:
Niets! Je kunt wel gaan!
Rolf's trots ontwaakte nu eerst recht.
Hoe moet ik dat opvatten, miss Wil-
kins? Hebt u mijn diensten heelemaal niet
meer noodig?
Zooals je wilt! antwoordde Mabel en
in haar stem lag zooveel onverschillige
hoogmoed, als Rolf zióh niet herinnerde
ooit van haar gehoord te hebben.
Ik wensch geen personeel, dat zich niet
behoorlijk weet te gedragen.
Rolf begreep, dat hij te ver was gegaan
en hij begreep ook, dat het nu aan hem
lag alles weer goed te maken. Hij besefte
volkomen, dat zijn tro's geheel misplaatst
was, maar desondanks was hij niet in
staat hem te onderdrukken. Hij zag het
vijandig triomfeerende gelaat van mrs.
Tweedy, die hem zijn nederlaag van gan-
scher harte gunde. Toen boog hij licht en
verliet het vertrek.
Caroline's oogjes schitterden van leed
vermaak.
Gelukkig, dat we dien vreeselijken
man kwijt zijn, zei ze met een tevreden
knikje. Dat heb je er uitstekend afge
bracht.
Houd je mond! antwoordde Mabel ge-
ergerd. Als je nog mee wilt, zult je je moe
ten haasten. Henry komt direct.
Hoofdschuddend verdween mrs. Tweedy.
Zij had Mabel nog nooit zoo vaak ont
stemd gezien als den laatsten tijd.
Miss Wilkins belde haar kamenier. Haar
goede stemming was plotseling verdwe
nen.
vin.
Henry was een nog jonge man, dien men
even goed op vijf-en-twintig als op veertig
zou kunnen taxeeren. Met een ruk stopte
zijn wagen voor de tuinpoort van de villa
en daarop liet hij driemaal den claxon
loeien.
Mabel ging hem over het grintpad tege
moet. Achter haar trippelde zou gauw als
haar waardigheid dat toeliet, mrs. Tweedy.
Rolf had inmiddels kans gezien onbe
merkt den salon te bereiken, waar hij zich
achter een der gordijnen verdekt opstelde.
Hij wilde getuige zijn van de begroeting;
zijn jaloezie dreef hem tot deze daad, die
gelijk stond met zelfkastijding.
Hij zag, hoe Mabel den jongeman om
den hals vloog en hoe Henry dat lichte fi
guurtje ophief en met haar in een kring
rondtolde. Mabel straalde over het geheele
gezicht. Zóó overmoedig had Rolf haar nog
nooit gezien.
Henry begroette Caroline op dezelfde uit
bundige wijze, wat zich de bejaarde dame
met een verlegen lachje liet welgevallen.
Daarna gingen zij met hun drieën naar de
auto. Henry opende het portier en liet hen
met een theatraal gebaar passeeren.
Op hetzelfde moment echter verhief
een jongedame, die tot dusver in het fond
van den wagen aan het oog onttrokken
was geweest, zich van haar plaats.
Alice!
Mabel juichte den naam met blijde ver
rassing en omhelsde het meisje allerharte
lijkst. Maar plotseling scheen haar een ge
dachte door het hoofd te gaan. Zij zag
Henry met een vragenden blik aan en deze
knikte vroolijk en legde zijn arm om de
schouders van de jongedame.
Maar dat vind ik afschuwelijk van
jullie kwam Mabel verontwaardigd. Waar
om hebben jullie mij daarvan niet in ken
nis gesteld?
Wij hebben ons direct na de huwe
lijksvoltrekking ingescheept, antwoordde
Henry, lachend. De aankondiging zou nog
later gekomen zijn dan wij. Daarom heb
ben we maar een kaart voor jullie meege
bracht.
Hij nam een enveloppe van. geschept oud-
Hollandsch papier uit zijn portefeuille en
overhand;gde die met een ceremonieele
buiging aan MabeL
Rolf stond nog steeds voor het raam. Hij
wist niet, hoe hij het had. De scène bij de
auto was hem, hoewel hij de woorden, wel
ke gewissel< werden, niet verstaan kon,
allerminst ontgaan. Hij wist nu, dat deze
Henry niet meer of minder was dan een
van Mabel's zeer intieme kennissen, die
blijkbaaronverwachts getrouwd was en
uit haar houding bemerkte hij wel, dat
zijn blinde jaloezie ten eenenmale onge
grond was geweest.
Maar nu was er voor hem geen weg
meer naar MabeL
Langzaam en bedroefd ging hij naar zijn
kamer terug om zijn uniform uit te trek
ken en een paar dingen te halen, welke hij
zich in zijr. korten diensttijd had aange
schaft.
Wat h\j nu moest beginnen en waar hij
heen zou gaan, wist hij zelf niet.
Mechanisch haalde hij één der laden
van zijn kast leeg. Bij de weinige voorwer
pen, welke hierin geborgen waren, lag wat
klein geld, waaronder een vijf markstuk.
En plotseling herinnerde hij zich weer, dat
het begin van zijn c ïgelukkig avontuur
ook een vijfmarkstuk was geweest. Hij
had het onder het tafeltje in dat hotel ge
vonden, toen Mabel haar taschje had laten
vallen. Tot dusver had hij zijn schuld nog
niet terugbetaald. Hij moest die vijf mark
"teruggeven, ook al wist Mabel zelf niets
van die leening af. Vóór hij wegging, wilde
hij tenminste dat nog in orde maken.
Damned!
Henry trok de rem zóó hard aan, dat de
wielen knarsten. Mrs. Tweedy, die naast
hem zat en tot dusver rustig had geknik
kebold, werd plotseling klaar wakker en
slaakte een kreet van schrik. Zij verwon
derde zich, dat zij nog in den wagen zat,
in plaats van ergens door de lucht te zei
len en informeerde haastig:
Waar zijn wij?
Dat zult u beter weten dan ik, ant
woordde Henry. U hebt me toch op dezen
miserabelen weg gebracht!
Ik? vroeg Caroline met oprechte ver
bazing.
Maar mrs. Tweedy, hoe heb ik het
nu met u? Voor ik van den straatweg af
boog, heb ik u gevraagd, of ik hier kon rij
den en toen hebt u ja geknikt.
Nu schudde zij energiek het hoofd. Zij
was blij, dat de wagen eindelijk stilstond.
Zelfs Mabel en Alice, die achterin zaten
en in een ononderbroken gesprek de
nieuwtjes uitwisselden, bemerkten thans,
dat er iets niet in orde was.
Wat is er, Henry waarom stop je hier?
vroeg Alice.
Ik denk, dat er een veer gebroken ii
en wij zijn vast op den verkeerden weg,
gaf Henry morrend ten antwoord.
Een regen van verwijten daalde nu op
zijn hoofd neer.
Maar lieve kinderen, ik ben hier voor
het eerst in mijn leven, verdedigde hij
zich. Ik vroeg mrs. Tweedy mij den weg te
wijzen.
Nadat alle mogelijke adviezen waren uit
gewisseld, wist ten slotte niemand, wat zij
moesten beginnen.
Onze Josef heeft ons nog nooit mid
den in het bosch laten zitten! meende Ca
roline. Zij had haar antipathie tegen den
chauffeur, die nu immers tot het verleden
behoorde, reeds lang vergeten en al haar
ontstemming keerde zich nu tegen den ra-
deloozen Henry.
Het is het beste, zei deze, zich verle
gen achter het oor krabbend, dat we op
den straatweg naar een vehikel uitkijken,
dat jullie naar huis kan brengen. Ik zal
me wel op sleeptouw moeten laten nemen.
Hij stapte uit om te trachten een huur
auto te kriieen.
(Wordt vervolgd).