Motoren daveren boven Ypenburg.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
DEN HAAG HEEFT Z'N VLIEGVELD.
Drie daagsche vliegfeesten
bij de opening.
27ste Jaargang
MAANDAG 31 AUGUSTUS 1936
No. 8509
Êckl^elve0oii^aiit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
V Koninginne-verjaardag
Vandaag viert onze geëerbiedigde Konin
gin haar 56sten verjaardag.
Als ergens ter wereld een volk vast-aan-
een gesloten staat rondom een Vorstenhuis
dan is het in Nederland!
Wij erkennen in onze Vorstinne de
draagster van het hoogste wereldlijk gezag;
en wij erkennen dat gaarne, omdat wij
hare persoonlijkheid eerbiedigen.
Gisteren hebben wij, Katholieken, in
onze kerken gebeden een „Te Deum", God
dankend voor het in het verleden geschon-
kene en God smeekend, om in de zoo zorg
wekkende toekomst. Zijn zegen te schenken
aan onze Vorstin en gansch haar Volk.
Naar aanleiding van Koninginne-verjaar
dag een ware nationale feestdag!
willen wij vandaag een korte uiteenzetting
geven over de principieele katholieke ge-
zags-opvatting.
Gegroeid uit die princiepen, is onze lief
de voor het Vorstenhuis veel meer dan een
hoera-patriottisme maar hangt deze sa
men met en is zij een uitvloeisel van onze
godsdienstige overtuiging.
Wij, Katholieken, erkennen het gezag,
als zijnde van Goddel ij ken oor
sprong.
Waarom? Omdat de natuur van den
mensch zoodanig is, dat hij behoefte heeft
om te leven in gemeenschap, en een ge
meenschap kan niet bestaan zónder ge
zag.
God, die is de Schepper van de men-
schelijke natuur, heeft dus in die schep
ping Zijn wil neergelegd, dat er gezag zal
zijn.
In verschillende vormen van de men-
schelijke samenleving openbaart zich de
noodzakelijkheid van gezag- en wordt ook
die noodzakelijkheid, althans feitelijk, er
kend zooals in het Huisgezin, in de
Kerk, in den Staat.
Maar al hebben de ongeloovigen met ons
gemeen die feitelijke erkenning, er is
een wezenlijk verschil tusschen hen en ons,
waar het betreft de erkenning van den
oorsprong van het gezag, althans den
diepsten oorsprong, die God is.
En dat is niet alleen een theoretisch ver
schil, maar ook een verschil, dat ingrijpt
en diép ingrijpt in de practijk van het le
ven.
Zoowel voor de onderdanen als voor de
gezagsdragers.
Voor de onderdanen. Wij kunnen het ons
klaar indenken, dat het zich schikken naar,
het zich onderwerpen aan het gezag vaak
een last is, die met tegenzin en noodge
dwongen wordt gedragen, voor hen, die in
dat gezag niet meer zien dan een door de
natuur der dingen nu eenmaal toevallig
veroorzaakte noodzakelijkheid. De onder
danen echter, die de Christelijke gezags-
leer aanvaarden, zien in de noodzakelijk
heid van dat gezag niet een toevalligheid,
ook niet een gevolg van een oorspronkelijk
vrij door de menschen gesloten contract,
gelijk Rousseau e.a. leeren, maar den Wil
van den Schepper aller dingen. Onderwer
ping aan natuurlijk rechtmatig en recht
vaardig gezag is dus volgens hen: Gods
Wil!
Maar ook voor de gezagsdragers, als zoo
danig, is het practisch lang niet hetzelfde,
of zij den Goddelijken oorsprong van het
gezag erkennen, al dan niet.
De regeerders, die zich weten de dragers
van 'n door God gewilde instelling, zullen
zich ook bij de uitoefening van dat gezag
bewust zijn, rekenschap verplicht te we
zen aan den Koning- der koningen, én die
uitoefening zooveel mogelijk richten op het
doel, door Hem bij de schepping der men-
schelijke natuur gewild. Zij weten, dat het
gezag er is, omdat God het aldus heeft ge
ordend, dat het gezag er is bij de gra
tie Gods.
En zoo noemt zich dan ook onze jubi-
leerende Christelijke Vorstinne, Koningin
Wilhelmina: Koningin bij de gratie
Gods!
Waar God de noodzakelijkheid van, de
rechtsgrond voor het gezag, als zoodanig,
heeft uitgesproken en neergelegd in de
menschelijke natuur daar heeft Hij
niet voor alle gevallen aangewezen den
drager van het gezag en den vorm, waar
in het gezag wordt uitgeoefend.
Wél voor het Huisgezin; wél voor Zijn
Kerk, maar over het algemeen niet voor
den Staat.
Wie in den Staat het gezag uitoefent en
in welken vorm het wordt uitge
oefend dat wordt meestal bepaald door
de omstandigheden, den loop der gebeurte
nissen, welker beteekenis wordt belicht
door en moet worden bezien in het licht der
ongeschreven en geschreven wetten van
het Recht.
Maar de Christen ziet óók in den loop
dier gebeurtenissen de beschikking of de
toelating Gods!
En ook de drager (draagster) van het ge
zag is voor het feit, dat hij (zij) het is en
niet een ander, dat hij (zij) het is in de
ze n vorm en niet op een andere wijze,
dank schuldig aan den Goddelijken Al-Be
heerder.
En ook om deze reden wordt onze Ko
ningin begroet als: Koningin bij de
gratie Gods.
Zij heet dus Koningin bij .de gratie Gods,
eerstens omdat alle gezag komt van God,
er is krachtens Gods Wil vervolgens
omdat ook dit bepaalde gezag, waarvan Zij
de draagster is, er is krachtens Gods be
schikking of toelating.
Onze vereerde Vorstin draagt dien
schoonen titel met waardigheid en eere!
Zij wil zijn, in woord en in daad, een
Christen vorstinne.
En is 't diaarom, dat wij hartelijk bidden
de Roomsche bede: „Domine salvam fac
reginam nostram et exaudi nos in die, qua
invocaverimus te".
„Heer, bewaar onze Koningin en ver
hoor ons ten tijde, dat wij Uw hulp inroe
pen".
Auto-razernij met
ernstige gevolgen
Op hol geslagen wagen verwoest palen en
hekken en strandt in een sloot.
TWEE KINDEREN ZWAAR GEWOND,
EEN DAME EVENEENS GEKWETST.
Gistermiddag is op den rijksstraatweg te
Nieuwerbrug, op het gedeelte genaamd
„de Krom" een ernstig auto-ongeluk ge
beurd. Omstreeks twaalf uur kwam in zeer
groote vaart vanuit de richting Nieuwer
brug een personenauto gereden, afkomstig
uit den Haag en bestuurd door mevr. A.
Bargeboer aldaar.
In den wagen zaten verder de heer Bar
geboer en de drie kinderen van het echt
paar. Plotseling begon de auto te slingeren
en na eerst een paaltje, dat als afscheiding
dient van rijweg en rijwielpad, omver ge
reden te hebben, zwenkte de auto naar de
andere zijde van den weg waar een houten
paal ondersteboven werd gereden.
Vervolgens vloog de wagen weer naar
den anderen kant over het rijwielpad heen,
om daar een gedeelte van een ijzeren hek
mee te neemn.
Nog kwam de wagen niet tot stilstand
doch tornde eerst tegen een paal van de
bovengrondsche electrische leiding op, om
daarna tenslotte in een sloot te belanden
De gevolgen van het ongeluk waren zeer
ernstig. Achter het hek, dat door de auto
geramd werd, bevonden zich op het erf van
de ouderlijke woning, twee kinderen van
den winkelier Killestein, jongetjes van 4 en
2 y2 jaar, die daar aan het spelen waren.
Het oudste kind kreeg het ijzeren hek op
het lichaampje, terwijl zijn broertje door
de auto werd meegesleurd in de sloot.
Eerst later bemerkte men, dat de kleine in
de sloot lag. Het bleek toen, dat het een
been had gebroken, terwijl het andere
ventje een schedelfractuur had opgeloopen.
Wat de inzittenden van de auto betreft
was alleen mevr. van B. gekwetst. Zij had
een armfractuur bekomen. De overigen
kwamen met den schrik vrij. De beide ge
troffen kinderen zijn per ziekenauto naar
het algemeen ziekenhuis vervoerd, terwijl
mevr. B. eveneens per ziekenaauto naar
den Haag is overgebracht.
Kort na het ongeluk verschenen de ge
meenteveldwachter van Rietveld en de
brigade-commandant der rijksveldwacht
te Woerden, alsmede een dokter uit
laatstgenoemde plaats, terwijl ook nog as
sistentie werd verleend door een juist pas-
seerenden geneesheer. De wagen, welke
merkwaardig genoeg slechts licht bleek te
zijn beschadigd, is door de politie in beslag
genomen. De oorzaak van het ongeluk staat
nog niet vast. Zooals gezegd reed de auto
met zeer groote snelheid naar schat
ting tachtig a negentig K.M. per uur. De
bestuurster verklaarde door een andere
auto te zijn gesneden en toen de macht
over het stuur te zijn kwijtgeraakt. Vol
gens ooggetuigen zou er echter van snij
den geen sprake zijn geweest. De politie
heeft een nader onderzoek ingesteld.
Eenige verschrikte vogels klapwiekten
over Ypenburg. Het land hunner vaderen
was niet meer wat het tot nu toe was.
Daar tusschen den Haag en Delft wa
ren in een ommezien witte gebouwen ver
rezen en er was geronk op den grond en
gegons boven hen in de lucht.
't Was Zaterdag, de openingsdag van
het nieuwe vliegveld en rondom het reus
achtige groene terrein krioelde het van
menschen men schatte het aantal be
zoekers op dien middag op ongeveer
40.000 en er woeien vlaggen overal, van
den starttoren en van allerlei palen rond
om de gebouwen. Het rood-wit-blauw
straalde in den feilen gloed der Augustus
zon, die op dezen dag eens extra uitpak
te, zulks op herhaaldelijk en veelvuldig
verzoek. Daarnaast bloeide echter een
heele staalkaart van allerlei internationale
kleuren op; de Union Jack naast het Ha-
kenkreuz, de Belgische, de Fransche vlag
gen, de vlaggen van de Aeroclubs en van
de N. L. S. enz. enz. Het leek het Olym
pisch Stadion wel.
Het zelfde internationale mengelmoesje
bevond zich op het veld vóór de gebou
wen en de tribunes; vliegtuigen van al
lerlei makelij en fabrieksmerk, groote en
kleine, vlugge en ranke, oude beestjes en
de nieuwste Fokker C. X, met de kleuren
van hun land en hun eigen registratie-
letters. Zij waren wit (of wit geweest),
rood, bruin, groen, glanzend aluminium,
geel, kortom vogels van diverse pluimage.
Zulke vreemde vogels konden de oor
spronkelijke luchtbewoners van deze
streek niet thuis brengen en zij vluchtten
weg.
Daar kwam nog bü, dat nu en dan een
geheimzinnig wit bolletje met een ijl
bengelend staartje omhoog schoot en weg
dreef. Dat waren ballonnetjes, bestemd
voor den ballon-afstandswedstrijd, maar
ietwat voorbarig in hun drang naar hoo-
ger sferen.
De heer Smits, de publiciteitschef van
de Fokker-fabrieken, wiens stem door de
luidsprekers schalde tot aan de uiteinden
der aarde, protesteerde vergeefs; een gas-
ballonnetje is nu eenmaal een eigenwijs
ding. Sommige hadden er op naargeestige
wijze schik in, hun eigenaars den schrik
op het lijf te jagen door tegen brandende
sigaren of sigaretten aan te botsen en zich
met een knal te zelfmoorden, terwijl an
dere begonnen te kwijnen en bij den start
hun eigenaars te schande maakten met
een record minimum-afstand.
Tot hun eer moet evenwel gezegd wor
den, dat de meesten zich goed hielden en
geduldig wachtten tot dat de officieele
openingsplechtigheden op het terras ten
einde waren.
Op dat terras bevonden zich: de minis
ter-president dr. H. Colijn en mevrouw
Colijn, de minister van waterstaat jhr. ir.
van Lidth de Jeude, de gouverneur der
residentie, luitenant-generaal jhr. W. Roell,
de oud-opperbevelhebber generaal Snij
ders, de burgemeesters van den Haag,
Rotterdam, Leiden en omliggende ge
meenten, de leden van Ged. Staten van
Zuid-Holland, jhr. mr. von Fisenne, mr.
Bolsius en mr. Verbroek, jhr. ir. H. Lou
don, de direoteur der K. L. M., de heer
Plesman en voorts tal van personen, be
trokken bij de luchtvaart en officials uit
luchtvaart- en verkeerskringen.
De organisatoren hadden ingezien, dat
men hetpubliek niet op de proef moet
stellen met een onafzienbare rij redevoe
ringen en daarom spraken slechte de
voorzitter van de centrale commissie, mr.
E. Menteu en de minister van Waterstaat,
wier redevoeringen wij reeds Zaterdag
gepubliceerd hebben. Minister Colijn kon
volstaan met naar zijn ambtgenoot te luis
teren, wat voor een minister-president bij
officieele gelegenheden een verademing
moet zijn.
en hiermede verklaar ik het vlieg
veld Ypenburg geopend". Nauwelijks wa
ren deze woorden aan 's ministers mond
ontrold, of statig klonk het Wilhelmus;
iedereen stond op, de militairen in de
houding, de hand salueer end aan de uni
form-pet, en de vlaggen gingen in top.
Nu gingen ook de ballonnen de hoogte
in, een heele zwerm witte bolletjes, die
rustig klommen'in het strakke blauw van
den hemel en afdreven op den wind.
Het was evenwel niet daarvoor, dat het
publiek in duizendtallen naar Ypenburg
was getogen; het nieuwe vliegveld moest
ingevlogen worden. De ranke vogels, die
op het groene grasveld stonden, moesten
de lucht in en buitelen van plezier.
Dat deden zij dan ook.- Drie instructeurs
van de Nat. Luchtvaartschool welke
school, zooals men weet, op dit vliegveld
haar tenten heeft opgeslagen, openden de
rij met een escadrille-vlucht in een drie
tal F.K. 46 vliegtuigen, les-machines met
dubbele besturing, waarin de leerling geen
fatale blunders kan maken. Feilloos vlo
gen zij in groepsverband, zooals het leer
meesters betaamt. Dat escadrille-vliegen
is een prachtig bewijs, hoe de bestuurders
hun toestellen volkomen in de hand heb
ben. Wij zagen het even later nog eens,
nu door de jachtvliegtuigafdeeling onder
leiding van kapitein v. Weerden Poelman;
zij vlogen met hun vijven en volbrachten
hun evoluties keurig, evenals de vliegers
van de Kon. Ned. Marine, die ook land-
vliegtuigen bezit.
Terwijl de „jongeren" aldus hun kracht
demonstreerden in hoogere regionen, viel
er op den beganen grond ook wat interes
sante te zien. Daar taxi-den een paar
„ouden van dagen" voorbij, n.l. de „Spin",
het gammele machientje, waarmede Fok
ker in 1911 het vliegen leerde en zijn bre
vet behaalde. Vijf-en-twintig jaren zijn
snel voorbij, maar hoe lang 1911 reeds
achter den rug is, zien wij aan deze „Spin".
Je begrijpt niet, hoe zoo'n karkas nog ooit
de lucht in gegaan is; zij bleef thans dan
ook wijselijk beneden. Ook de Fokker F.
II, het eerste verkeersvliegtuig van Fok
ker, en de Fokker D. VII, het bekende
jachtvliegtuig uit den wereldoorlog, wa
ren van de partij; zij bleven eveneens be
neden. Inmiddels was stiekum de zweef
vlieger Hoekstra opgestegen, aan het lijn
tje achter een motor-vliegtuig. Hij liet
zich sleepen tot op zekere hoogte en toen
begon hij al zwevende te buitelen en te
zwenken in een prachtige demonstratie,
wat men al doen kan met een vliegtuig
zonder motor.
Van nu af hield het geronk en gedon
der in de lucht niet meer op. De binnen-
landsche en buitenlandsche sportvliegers
kwamen in het luchtruim, waartusschen
de „Scheldemusch" van den heer Slot zich
als een echte kwajongensachtige musch
voortbewoog. Hoeveel waren 't er? Twin
tig, dertig tegelijk. Nu eens was het Asjes,
de chef der N. L. S. op Ypenburg, die op
commando van havenmeester Schmidt
Crans loopings, vrilles, Immelmans en
tonneaux maakte, dan zaten weer Schmidt
Crans en Asjes tezamen in de lucht, ,of
ramden de Mul en Somer onschuldige bal
lonnetjes. De beste prestaties werden be
loond met een „applaus"; geen gewoon
applaus van op elkander klappende han
den, want dat hoort een vlieger toch niet
achter zijn daverende motor, maar een
stil applaus van wuivende zakdoeken.
Het slot van de demonstraties werd ge
vormd door „crazy-flying" (hoe men on
der normale omstandigheden liever niet
moet vliegen), parachute-springen en
trompet-geschal uit de lucht, welk kunst
stukje Schmidt Crans uithaalde by afge-
zetten motor.
Jammer was, dat de rondvluchten, wel
ke door de K. L. M. georganiseerd zou
den worden, niet konden doorgaan. De
„Havik" die voor dat doel Zaterdagmor
gen van Schiphol was komen aanvliegen,
zakte bij de landing op Ypenburg weg.
Blijkbaar is het veld op sommige plaat
sen nog te mul voor groote verkeersvlieg
tuigen; de lichtere sportvliegtuigen hadden
er geen van alle hinder van. Uit veilig
heidsoverwegingen is evenwel besloten
van de rondvluchten af te zien.
Na afloop was „de" groote toer om heel
huids uit de chaos thuis te komen. Dank
zij de goede zorgen van de verkeerspolitie
kregen de auto's een goede les in „esca-
drille"-rijden, al was er ook wel eens een
enkele, die aan „crazy-flying" deed.
Zaterdagavond boden de bestuurders
van het pas geopende vliegveld, de Haag-
sche en Rotterdamsche Aeroclub en de
Nat. Luchtv. School een diner aan te
Scheveningen.
Zondag en Maandag zijn de vliegfeesten
voortgezet.
Zondagmiddag kreeg de heer Willem v.
Meel een huldebetoogirig in ontvangst te
nemen, toen hij na zijn huldiging Zaterdag
in Tiel gisteren een kijkje kwam nemen
op Ypenburg. Ook een andere pionier op
luchtvaartgebied, de bekende Jan Olie
slagers, werd met luid applaus begroet.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De strijd om Irun wordt voortgezet. De
nationalisten staan voor de poorten van
Toledo. (2de blad).
De oproep van het Duitsche episcopaat
is in nat. soc. kringen gunstig ontvangen.
(2de blad).
Herdenking van den dood van Koningin
Astrid. (2de blad).
De Roemeensche minister van buiten
landsche zaken Titulescu uit de regeering
gewipt. (2de blad).
Voortdurende arrestaties in Rusland.
(2de blad).
BINNENLAND.
De minister van landbouw en visscherij
heeft besloten de steun voor gerst en veld-
boonen te verlagen. '(4de blad).
De uitwijzing van de vier Nederlanders
uit Duitschland waarschijnlijk ingetrok
ken. (4de blad).
De opening van het vliegveld Ypenburg.
(lste blad).
Benoemingen in het Bisdom Haarlem.
(Kerkn., lste blad).
Verschillende ernstige verkeersongeluk
ken. (Gem. Ber., 3de blad).
Verschillende branden. (Gem Ber., 3de
blad).
Tribune bij zwemwedstrijden te Assen
ingestort. (Gem. Ber., 3de blad).
OMGEVING.
Twee meisjes verdronken in de Noord
zee bij Noordwijk. (lste blad).
Ernstig auto-ongeluk onder Nieuwer
brug. (lste blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
WIELRENNEN: De wereldkampioen
schappen wielrennen gewonnen door Van
Vliet (amateurs) en Scherens (profs)
(2de blad).
MOTORSPORT: Uitstekend geslaagde
terreinrit der Motorclub Leiden en Om
streken. (2de blad).
VOETBAL: De eerste voetbalwedstrij
den van het nieuwe seizoen. De bondsver
gadering van den K. N. V. B. (2de blad).
LAWNTENNIS: De tenniswedstrijden te
Noordwijk laten een groot overwicht der
Engelschen zien. (2de blad).
ATHLETIEK: Osendarp te Straatsburg
geklopt. (2de blad).
Twee kinderen in de
Noordzee verdronken
VOOR DE OOGEN DER OUDERS.
Zij werden door den vloed verrast.
Men bericht ons uit Noordwijk: Gister
middag zijn tijdens het baden op het stille
strand, nabij het radiostation, twee onge
veer vijftienjarige kinderen, de meisjes
Verhoef en Appelman, resp. uit Nieuw-
Vennep en Haarlemmermeer, die
met hun ouders een dagje uit waren, door
den snelopkomenden vloed verrast en ver
dronken. De kinderen bevonden zich ter
hoogte van een zandbank, en, toen zij terug
wilden keeren, was het water inmiddels
zoo diep geworden, dat zij onder de opper
vlakte verdwenen. Het ongeluk gebeurde
voor de oogen van de ouders, die machte
loos waren om hulp te bieden. Een der
meisjes spoelde onmiddellijk aan, doch
kunstmatige ademhaling, toegepast door le
den van de Noordwijksche reddingsbrigade,
die daarbij met zuurstofapparaten werkten
en door twee doktoren uit Noordwij-
kerhout, mocht niet meer baten. Het
andere slachtoffer is eenigen tijd later naar
het strand gedreven. De levensgeesten wa
ren echter reeds geheel geweken.
De lykjes zijn naar de gemeentebegraaf
plaats te Noordwijk overgebracht. Zooals
te begrijpen is, verwekte het zoo tragische
ongeluk groote opschudding onder de bad
gasten.