Haringtransport naar Rusland.
£^ldócW0cu/tant
De Cbraeesche voetbalspelers, die in ons land vertoeven, maakten Donder
dag een trip naar Volendam, waar zij met de bewoners al spoedig goede
maatjes waren
De onderteekenjpg van het Engelsch-Egyptisch verdrag heelt
in de Locarno-zaal van het ministerie van Buitenlandsche Zaken
te Londen plaats gehad. Een foto tijdens de plechtigheid
In de Merwehaven te Rotterdam heerscht thans groote
drukte in verband met de verscheping van een groote hoe
veelheid (30.000 ton) haring, bestemd voor Rusland. Met
lichters wordt het zeebanket naar het Russische schip gebracht,
in welks ruimen de tonnen worden opgestapeld
telefoonpost
tijdens de nachte
lijke oefeningen
van het 8ste, 11 de
en 19de regiment
infanterie in de om
geving van den
Berenberg bij Arn
hem
De burgeroorlog in Spanje. Gewonde nationalistische sol
daten in het ziekenhuis te VaHadolid
H. M. de Koningin tijdens Haar rondgang op de tentoonstelling „'t Volle
Profijt* te Enschede, wetke Zij Donderdag in gezelschap «an H. K. H.
Prinses Juliana bezocht
FEUILLETON
ZIJN LAATSTE AVONTUUR
Humoristische Roman
van
JOH. BRAND. J
A (Nadruk verboden).
12)
Zijn kameraden mochten hem graag, om
dat hij lief en leed met hen deelde en bij
het zwakke geslacht had hij een streepje
op hen voor, wijl hij, zoowel in uiterlijk
als in gedrag, den waren gentleman, al
thans in haar oogen, zeer nabij kwam.
Op dit oogenblik echter was daarvan
niet veel te bespeuren. Na een mislukte
onderneming had men hem voor langen
tijd op rijkskosten tusschen een paar ster
ke muren opgeborgen, doch Emü had ge
meend van de hem geboden gastvrijheid
geen misbruik te moeten maken, wes
halve hij eenige jaren eerder in het volle
leven was teruggekeerd dan in de bedoe
ling van zijn rechters had gelegen, In de
gegeven omstandigheden leek het hem
echter raadzaam zich voorloopig niet al te
veel op den voorgrond te plaatsen en zoo
kon het gebeuren, dat hij, „de baron", op
dezen ochtend geheel alleen aan den oever
van een hem onbekende rivier zat en mis
moedig in het water staarde.
Een doosje lucifers was het eenige sou
venir, dat hij bij zijn onverwacht vertrek
had kunnen meenemen. Veel was het wel
is waar niet, maar Emil verheugde zich
over dit bezit. Want toen hij in de rivier
een boot met hengelgerei ontdekte, be
schouwde hij dat als een gave van een on
bekenden weldoener, legde er beslag op en
betrok op een klein eilandje een geïmpro
viseerd kwartier, waar hij met behulp van
zijn lucifers, den hengel en het hier in
groote hoeveelheid verspreid liggende dro
ge hout voor den eersten tijd geborgen
was.
Het scheen echter, dat de visschen op
zijn aanwezigheid geen prijs stelden, want
plotseling meden zij als bij afspraak de
omgeving van zijn toevluchtsoord. Uren
lang wachtte Emil of één van hen waar
deering zou kunnen vinden voor de uitge
zochte wormen, welke hij hun met een blij
moedig hart opdischte. Tevergeefs, zijn
dobber vertoonde niet de minste neiging
onder te gaan en reeds verwenschte hij in
stilte zijn gedwongen verblijfplaats en al
les was daarbij behoore, toen hij eens
klaps een beweging in zijn hengel bespeur
de. Met een ruk haalde hij op en het vol
gende oogenblik lag een merkwaardig
zwart voorwerp naast hem op het gras.
Een visch was het niet. Emil bekeek zijn
vangst wat nader en ontdekte tot zijn
verbazing, dat het een keurige portefeuille
van het fijnste leder was. Een onmiddel
lijk Ingesteld onderzoek bracht tot zijn te
leurstelling aan het licht, dat er geen geld
in zat. Jammer! Slechts papieren waren
er in. Edoch, papieren waarmee met wat
handigheid wel wat te bereiken was. Een
pas, ten name van een zekeren graaf Rolf
Godau, een paar brieven, welker inhoud
in staat zouden zijn de indentiteit van den
houder van den pas te bevestigen. Kortom,
Emil Krause was er man niet naar om
zich een dergelijke gelegenheid te laten
ontgaan.
Zijn plan was supoedig gereed.
Allereerst ontdeed hij zich van alle kle
dingstukken, die van rechtswege niet hem,
maar de door hem ontijdig verlaten rijks
instelling toebehoorden. Daarna liet hij
zich in de rivier glijden, zwom kalm
stroomafwaarts en zocht naa reen geschik
te landingsplaats. De portefeuiille hield hij
stevig in de hand.
Na geruimen tijd, toen de natte reis
hem langzamerhand begon te vervelen,
ontwaarde hij in de verte eindelijk de eer
ste huizen van een kleine stad, Emil liet
zich naar den oever drijven, ging aan
land en vlijde zich op zijn rug in de zon
om zich eerst eens behoorlijk te laten dro
gen.
Hij staarde naar den blauwen hemel,
keek de langzaam voorbijtrekkende wol
ken na en het leven leek hem mooi en
waard om geleefd te worden. Langzamer
hand keerde hij echter weer tot de werke
lijkheid terug. Er moest gehandeld wor
den. In de eerste plaats eischte de foto op
den pas zijn aandacht. Met wat kroos uit
de rivier slaagde hij er in het toch reeds
door stempels verminkte kiekje vrijwel
onherkenbaar te maken. Daarna keek hij
rond naar een passend kleedingstuk.
Op eenigen aftsand ontdekte hij een
tuin,, waarin een wascshlijn was opgehan
gen, welke een collectie kleedingstukken
van de meest uiteenloopende soort ten
toon spreidde. Om ongezien naderbij te
sluipen was voor een vakman als Emil
het werk van een oogenblik. Het was niet
moeilijk een keus te doen en na kort be
raad liet hij het oog vallen op een strand-
pyama, die waarschijnlijk aan de vrouw
des huizes toebehoorde. Snel trok hij het
kleedingstuk, dat hem slechts wat krap
om de schouders viel, aan, daarbij voor
zichtig naar alle 2ijden om zich heen
kijkend. Niemand had hem gezien. Met
een zucht van verlichting betrad hij nu
den straatweg die naar de stad leidde.
Het duurde niet lang, of hij had een
heelen troep schreeuwende en lachende
kinderen achter zich aan. Emil keurde hen
echter geen blik waardig. Het hoofd fier im
hoog geheven schreed hij verder, als gaf
zijn merkwaardig toilet niet de minste re
den tot hilariteit.
Tot hij eindelijk een dikken dorpsveld
wachter woedend op zich af zag komen.
Ben je krankzinnig, man, om zóó
over straat te loopen snauwde deze hem
toe.
In de eerste plaats, antwoordde Emü
waardig, verzoek ik u beleefd tegen mij
niet een dergelijken toon aan te slaan.
Hij deed ernstig zijn best zoo deftig mo
gelijk te spreken.
Je hebt je mond te houden als je
wat vraag! stoof de veldwachter op.
Emil keek hem met een hoogmoedig
lachje aan en maakte aanstalten zijn weg
te vervolgen. De veldwachter hield hem
echter bij den arm vast.
Dacht je mij soms voor den gek te
kunnen houden!
'sMans prestige kwam danig in ge
vaar, want eenige voorbijgangers, die nu
naderbij waren gekomen, schenen het niet
alledaagsche voorval biizonder amusant te
vinden en gaven daarvan blijk door in een
bulderend gelach uit te barsten.
Voor de laatste maal verlang ik van
je....
Hij kreeg echter geen gelegenheid uiting
te geven aan den aard van zijn verlangens,
want nu verloor Emil, die uit principieele
overwegingen den denaren van Herman
dad reeds niet weigezin was, zijn geduld
en hij verhef nu op zijn beurt zijn stem
tot een imponeerend fortissimo:
En nu is 't uit. Als je schreeuwen
wilt, schreeuw dan alsjeblieft zachtjes,
maar dan ook heel zachtjes. Bij mij heb
je daarmee geen kans, versta je!
In de opwinding van het oogenblik keer
de hij tot zijn vertrouwde moedertaal te
rug.
Als je niet gauw je klep dichthoudt,
dan zal ik er toch een tik op geven....
Hij liet dit dreigement vergezeld gaan
van een veelbeteekenend handgebaar,
doch plotseling scheen hij zich te beden
ken, want terwijl hij zijn arm haastig liet
zakken, vervolgde hij, nu weer op geaffec-
teerden toon:
Maar laat ik me niet vergeten. U
kunt immers niet weten met wien u de
eer hebt!
De veldwachter wilde iets antwoorden,
maar Emil liet hem niet aan het woord
komen.
Hebt u in uw leven wel eens met een
graaf gesproken? Weet u eigenlijk wel
wat dat is, een graaf, zooals ik?!
De laatste woorden waren er met het
noodige pathos uitgekomen en zij bleken
him uitwerking niet te missen. Hij nam
nu den pas uit de portefeuille, welke hij
nog steeds in de hand had en overhandigde
hem met een hoogmoedig gebaar aan den
verbaasden politieman, bij wien niets
meer van de oude zekerheid te ontdekken
vieL
Onder de steeds in aantal toenemende
omstanders heerschte een diepe stilte. Al
len wachtten in spanning op den verderen
loop dar gebeurtenissen.
(Wordt vervolgd).