3)e
De Vierdaagsche Afstandsmarschen in de omgeving van Nijmegen.
De deelnemers trekken door de landelijke streek nabij Middelaar
Het Grand Hotel te Hohwald in de Vogezen, waar H. M. de
Koningin en H. K. H. Prinses Juliana thans Haar vacantie
doorbrengen
Koning Edward van Engeland hield in
den tuin van Buckingham Palace een
receptie. Een kijkje tijdens de cere
monie van het voorstellen van een der
debutantes aan den Koning
De boschbessen zijn rijp en de pluk te Een welkome verfrissching tijdens de rust op den eersten dag der vierdaagsche afstandsmarschen in de
thans in vollen gang omgeving van de .Piasmolen'
Eén-richting-verkeer. Wandelaars op den eersten dag der Vier
daagsche nemen hun weg door het veld om een landbouwwagen te
passeeren
FEUILLETON
DE STRIJD OM WEENEN
Roman van
HUGO BETTAUER.
(Nadruk verboden).
28)
Ralph besloot zijn mededeelingen met
de woorden:
„Meneer de president, voor mij zoowel
als voor elk ander, die juffrouw Wehnin
gen kent, is het aan geen twijfel onderhe
vig of hier heeft een laffe aanslag plaats
gehad. Ik verzoek u, als chef van een
politiecorps, dat een wereldreputatie ge
niet, alle pogingen in het werk te stellen
de schurken te ontmaskeren en juffrouw
Wehningen te rehabiliteeren.
„Het spreekt vanzelf, dat ik geen mid
del onbeproefd zal laten om deze duistere
zaak op te helderen! Dat ben ik niet al
leen aan jufrouw Wehningen maar ook aan
mezelf schuldig. Het zou ons werk echter
zeer vergemakkelijken, wanneer we wis
ten, tegen wien deze schurkenstreek eigen
lijk gericht was. Uitsluitend tegen het
arme meisje of misschien indirect tegen u?"
Kriegel schraapte zich de keel en ant
woordde:
„Meneer de president, ik geloof, dat u
daar een zeer verstandige vraag stelt. Me
neer O'Flanagan heeft vergeten u in te
lichten over de belangstelling, welke hij
hier van alle zijden geniet en die zich
o.m. ook geopenbaard heeft in een voort
durende achtervolging door een particu
lieren detective."
Op het gelaat van den president kwam
een glimlach.
,,'t Wordt me toch al wat duidelijker.
Kennen de heeren misschien den particu
lier-detective Barto?"
„Ja, helaas wel", antwoordde Kriegel.
„Ik wilde juist zijn naam noemen. Van
dien schurk kun je alles verwachten."
„Zeer juist, mijne heeren! Een fraai
type, die Barto. Jammer genoeg geniet hij
de bijzondere protectie hm, dat kunnen
we gevoeglijk laten rusten hooge poli
tiek beschermers op alle mogelijke
plaatsen enfin, laten we ons onderzoek
bij hem eens beginnen. Om verschillende
redenen kan die Barto er belang bij hebben
gehad juffrouw Wehningen van u te schei
den."
„Maar hij wist toch heelemaal niet, dat
ik die dame ken!"
De president lachte luid.
„U schijnt dus niet te weten, wie en
waarom men zich zoo buitengewoon voor
uw persoon interesseert! Bent u er zeker
van, dat u niet elke minuut van den dag
vervolgd wordt, dat niet iemand u bespion-
neerde, wanneer u met jufrouw Wehnin
gen in het een of ander café zat?"
„Ja, nu u het zegt. Eenige dagen ge
leden wandelde ik met juffrouw Wehnin
gen in het Volkspark en toen heb ik een
oogeniblik gemeend, dat een lange, ma
gere kerel achter ons aansloop, 't Zou
best die Tsjech geweest kunnen zijn!"
„Laten we onze veronderstellingen eens
verder voortzetten. Barto heeft iemand
in den arm genomen, die zich voor Baron
Morolt heeft uitgegeven. Door middel van
een vervalschen brief lokte hij den be
treffende dame naar de daarin genoemde
plaats
„Maar hij kende toch mijn handschrift
niet
„Daar was gemakkelijk genoeg aan te ko
men. Wat dat betreft, zullen we in uw ho
tel eens een onderzoek instellen."
Ralph streek nadenkend met de hand
over het voorhoofd.
„Merkwaardig, nu schiet me te binnen,
dat ik eergisteren een aangevangen brief,
welke in mijn schrijfmap moest liggen,
niet meer kon vinden. En mijn bediende
vertelde mij 's avonds, dat iemand hem op
de trap voor den gek had gehouden door
hem toe te roepen, dat ik hem beneden in
de hall zocht, terwijl ik niets eens in het
hotel was
„Daar hebben we dus weer een schakel
in den keten. Terwijl uw bediende u be
neden zocht, ging Barto of een handlan<
ger naar uw kamer, stal uw brief en mis
schien ook wat schrijfpapier, waarna het
hem niet moeilijk zal zijn gevallen uw
handschrift na te maken. En nu zullen we
tot de daad overgaan. Vermoedelijk zal
Barto wel zoo verstandig geweest zijn, niet
alles zelf op te knappen. De man, die met
hem samengewerkt heeft, zal natuurlijk
voorloopig wel met hem in verbinding blij
ven. Derhalve moet Barto, die zijn wo
ning en kantoor in de Annagasse heeft, van
nu af aan dag en nacht worden nagegaan.
Juffrouw Wehningen zou het best een
signalement van Baron Morolt kunnen op
geven, maar laten we haar voorloopig lie
ver met rust laten. De agent, die op zijn
beschuldigingen tot de arrestatie van het
slachtoffer is overgegaan, zal hem ook wel
herkennen. Ik zal er twee van mijn beste
rechercheurs heensturen en bovendien den
agent, die zich natuurlijk in burger moet
kleeden."
Nadat nog eenige formaliteiten waren
afgehandeld, namen Ralph en Kriegel af
scheid. Toen hij op het punt stond het ver
trek te verlaten, bleef Ralph echter staan
en zei:
„Meneer de president, ik ben er van
overtuigd, dat uw menschen hun uiterste
best zullen doen. Desondanks echter ver
zoek ik u mij toe te staan een premie van
vijfhonderd millioen kronen beschikbaar te
stellen, welk bedrag verdeeld zal worden
onder de menschen die in deze duistere
zaak licht weten te verschaffen."
In den namiddag van denzelfden dag
stond in de Annagasse voor het huis, waar
in Barto zijn bureau gevestigd had, een
huurrijtuig, waarvan de koetsier zichtbaar
verveeld op den bok zat. Daar de taxame-
ter overgeschakeld was, bestond er alle
reden om aan te nemen, dat hij op een
passagier wachtte. Ongeveer twintig me
ter verder stond een man die schijnbaar
vergeefsche pogingen deed, zijn motorrij
wiel in orde te brengen. Daar zich reeds
een paar nieuwsgierige toeschouwers om
hem heen hadden verzameld, verzekerde
hij eenige malen met nadruw, dat hij een
boon zou worden, als hij wist, wat de oor
zaak was, dat „dat ding" waarmee hij
vermoedelijk den motor bedoelde niet
op gang te krijgen was. Een opmerkzame
toeschouwer zou bovendien hebben kunnen
vaststellen, dat met tuschenpoozen van
eenige minuten een elegant gekleede dame
voorbij kwam, die met den koetsier, zoo
wel als met den motorijder, blikken van
verstandhouding wisselde.
Tegen drie uur kwam Barto de straat in
en begaf zich naar zijn bureau. Nauwelijks
was hij in het donkere portaal verdwenen,
toen de motorrijder, die nog steeds sleu
tels en schroevendraaiers hanteerde, zacht
jes voor zich heen floot, wat den aapjes
koetsier aanleiding gaf tot een hevige
hoestbui.
Geresigneerd wendde de motorrijder zich
tot den koetsier, wien hij toevoegde, dat
hij ergens een tang moest leenen en wien
hij verzocht zoolang op zijn motor te pas
sen. Het rijwiel werd tegen het rijtuig
aangezet en de eigenaar verwijderde zich.
Wanneer iemand hem was nagegaan, zou
hij bemerkt hebben, dat de man met het
leenen van een tang niet zoo bijster veel
haast scheen te hebben. In de Kartner-
strasse bleef hij althans staan om de An
nagasse geen moment uit het oog te ver
liezen. De elegante dame liep rakelings
langs hem voorbij, van welke gelegenheid
hij gebruik maakte haar toe te fluisteren:
„Barto is er al; nu moeten we afwach
ten of die andere nog komt."
Een uur ongeveer mocht verloopen zijn
en de taxameter wees reeds een cijfer aan,
dat met 7900 vermenigvuldigd, een schrik
barend hoog bedrag vertegenwoordigde,
toen een slanke heer met een eens zeer
elegante pels, welke er nu echter min of
meer afgedragen uitzag, het huis in de
Annagasse binnenging. Op hetzelfde oogen-
blik kreeg de koetsier op den bok een he
vige niesbui, waarbij hij met een bonten
zakdoek zwaaide, begon de nog steeds
naar een tang zoekende motorrijder onfat
soenlijk luid te fluiten en kwam de ele
gante dame met zeer onelegante passen
aangerend. Vragend keek zij den koetsier
aan, deze knikte, waarop de dame het huis
binnenging en de twee donkere trappen op
klom, welke naar het kantoor van Bartc
leidden. Aan de deur was een geëmailleerd
bord bevestigd met het opschrift:
WENTZEL BARTO
Directeur van het particulier
Detectivebureau „Luna".
Spreekuur van 5 tot 6.
'Wordt vervolgd).