De moord op Calvo Sotelo te Madrid. De overvalwagen, waarin Sotelo werd meege voerd en vermoord De vlag in top. De laatste overspanning van de nieuwe Moerdijkbrug is geplaatst Voor de eerste maal in zijn geschiedenis betrok het West Yorkshire regiment deze week de wacht van de Bank van Engeland. De troep passeert Mansion House te Londen Magne (Frankrijk) en S. Maes (België) bij het afdalen van één der berg- passen tijdens de negende étappe van den Tour de France Dr. Max Euwe trekt uit handen van mr. Levenbach zijn lot voor het inter nationaal schaaktournooi, dat te Zandvoort is aangevangen Olympiade-versiering voorzien Het rosarium .Kleurenpracht 2" in het Vondelpark te Amsterdam is Vrijdagmiddag geopend. De laatste hand wordt aan de expositie gelegd FEUILLETON DE STRIJD OM WEENEN Roman van HUGO BETTAUER. (Nadruk verboden). 25) Plotseling drong het schier visionair tot haar door: die brief was heelemaal niet van Ralph; men had slechts zijn schrift nagebootst! Zij had immers direct be merkt, dat hij anders schreef dan gewoon lijk! En nu werd haar alles duidelijk: Iemand had haar door dien vervalschten brief in een val gelokt, welke was opge steld met het doel haar ten gronde te rich ten. Maar die en waarom? Zij had geen vijanden en kende ook niemand, van wien ze ook maar kon vermoeden, dat hij haar kwaad zou willen doen. Neen het moest iemand uit de kringen van Ralph zijn. Maar wie? Ook hij had slechts eenige vluchtige kennissen, behalve de acteurs, Kom en Kriegel, die beiden zeer hoog in zijn achting stonden. Een agent trad binnen, die Hilde gebood hem naar den commissaris te volgen. Nau welijks was zij voorgeleid, of deze bul derde haar met een woedend gezicht toe: „Alles wat u daar verteld hebt, is na tuurlijk gelogen. In Weenen heeft zich geen Patrick Ralph aangemeld en de recher cheur, die in de Lotharingerstrasse huis na huis heeft afgezocht, deelt mee, dat daar niemand van dien naam, zelfs niet van iets, wat er op lijkt, bekend is. We zullen u voorloopig maar naar 't Huis van Bewa ring op de Elisabethpromenade laten over brengen en dan zullen we morgen wel eens verder zien." I Hilde liet zich hevig schreiend op de knieën vallen en smeekte: „Meneer de commissaris, laat u mij toch naar huis gaan! Ik zweeru, dat ik on schuldig ben, ik weet van niets. Ik ben het slachtoffer van een complot." Merkwaardig, hoe wanhopig dat arme kind is. En hoe onschuldig en netjes het er uit ziet! Maar de schijn bedriegt. Wie weet, een slachtoffer van dezen erbarme- lijken tijd. Maar hij kon niet anders doen dan zijn plicht. „Nou, nou, kalm aan maar. Voorloopig zal u niets gebeuren. Misschien wordt u morgen reeds op vrije voeten gesteld. Maar daar heeft de rechter-commissaris over te beslissen, die nu verder de zaak zal be handelen. Overigens u bent nog jong en nog voor verbetering vatbaar mis schien was dit uw eerste mistap mor gen zullen we meer weten Hilde snikte, wrong de handen en riep vertwijfeld: „Laat u mij toch naar m'n moeder gaan! Zij is ziek en zwak en zal zich doodelijk ongerust maken als ik niet thuis kom." „Als u dat verkiest, zal ik uw moeder vanavond nog met een en ander op de hoogte laten brengen. „Nee, nee, om 's hemelswil, dart; met! Mijn moeder zou de schande niet overle ven!" Een rechercheur in burgerkleeding trad binnen en fluisterde den commissaris een paar woorden toe, waarop deze Hilde schouderophalend toevoegde: 't Spijt me, ik kan u verder niet helpen. De wagen staat voor u, gaat nu mee naar de Elisabethpromenade. En Hilde werd, daar' haar voeten den dienst weigerden, in een gesloten en van tralies voorzienen wagen gedragen waarin nog eenige vrouwen en een agent in uni- I form zaten. Ze hield haar armen strak langs het lichaam, als.om elke aanraking met de anderen te vermijden, sloot de oogen om maar niets te zien van haar verschrik kelijke omgeving en werd aan het eind van een korten rit als een doode uit den wagen getild en naaf- een cel gebracht. Redding. Ralph had den Zaterdag in Wollersdorf doorgebracht en was verbaasd geweest over de uitgestrektheid der hier gevestig de fabrieksgebouwen. Eenige vertrouwens mannen der arbeiders, onder wie Demmer, leidden hem rond, gaven hem de noodige verklaringen en toonden zich enthousiast over het vooruitzicht, dat hier weer op volle kracht zou woiden gewerkt en nieu we, geweldige industrieën zouden worden gevestigd. Ook de directeuren waren een en al voorkomendheid en gaven zich alle moeite om in een lange rede uiteen te zet ten dat Wollersdorf inderdaad was voorbe stemd een industriestad met honderden fa brieken, duzenden arbeiderswoningen, par ken, clubgebouwen voor de arbeiders en kantoorbedienden, badhuizen en theaters te worden. „O'Flanagan-City zou het geheel kunnen heeten", meende glimlachend een der Duit- sche heer en, „en haar haam zou onsterfe lijk worden". Op den terugrit met den auto naar de stad zei Kriegel, die. Ralph vergezeld had: „Nu zal eerst aan het licht komen, op en tegen welke voorwaarden deze heeren van de A. B. G. Wollersdorf zullen afstaan. Geloof maar niet, dat ze ook maar de ge ringste ideëele belangstelling voor je plan hebben! Zij zullen' alle pogingen in het werk stellen om voor zichzelf de grootst mogelijke sommen in de wacht te sleepen." „Als het alleen om het geld gaat", ant woordde Ralph schouderophalend, „zal de zaak wel voor elkaar komen. Op een paar millioen dollar meer of minder komt het bij mij niet aan; hoofdzaak is, dat daarbij niet een bepaalde groep, maar het geheele land gebaat is." Ralph bracht den avond door in gezel schap van zijn vrienden. Er ontwikkelde zich een druk gesprek over de gebeurte nissen van den laatsten tijd, het steeds meer opdringen der Fransche bezettings troepen in het Roergebied, de aarzelende besluiteloosheid van Amerika en het jong ste oorlogsgevaar op den Balkan. Korn merkte in verband met dit alles cynisch op: „Neem zoo spoedig mogelijk Woller- dorf over, voer den tien-uren-dag in en laat munitie en niets dan munitie aanma ken. Dan zullen de belegde millioenen him rente afwerpen: ik geloof, dat „men" zeer spoedig weer heel wat munitie zal kunnen gebruiken." Waarop Ralph antwoordde „Op denzelfden dag, waarop in Europa een nieuwe oorlog uitbreekt en Oosten rijk de eerste patroon levért, verlaat ik Weenen om het nooit meer terug te zien!" Het was twee uur, toen Ralph naar bed ging. Voor dien echter, gaf hij Sam op dracht er voor te zorgen, dat den volgen den morgen zoo vroeg mogelijk een groote bouquet roode rozen bij juffrouw Wehnin- gen aan huis zou worden bezorgd. Toen Ralph 's morgens ontwaakte, was het reeds negen uur. Zooals steeds las Ralph, terwijl hij ont beet, de ochtendbladen en als steeds greep hjj ook nu het eerst naar de „Tag"„ welk blad hij overzichtelijk en in zijn beknopt heid gemakkelijker te oriënteeren vond dan de andere bladen. Ontstemd nam hij kennis van de op de eerste pagina voorko mende berichten over nieuwe Fransche gewelddaden en nieuwe pijnlijke inciden ten aan de Hongaarsche grenzen. Daarna kwam hij tot het „Stadsnieuws" en in deze rubriek viel zijn oog op een artikel niet het min of meer raadselachtige opschrift: „Weer een!" Hij las: Een juist beeld van dezen verdorven tijd geeft een eigenaardig geval, dat zich gis teravond heeft voorgedaan. Een jong meis je van goeden huize, eenig kind van een overleden gravin B., Hilde W., wonende in de Kreuz-gasse, steno-typiste op een fabriekskantoor van electro-technische ar tikelen, werd door de politie gearresteerd, ter zake van berooving van een heer, met wien ze in de Kartnerstrasse kennis had gemaakt. Blijkens ons door de politie ver strekte inlichtingen, ontkent het jonge meisje, dat een zeer goeden indruk moet maken, het haar ten laste gelegd ten sterkste, maar bij haar verklaringen raak te zij dusdanig in haar eigen leugens ver strikt, dat aan haar schuld niet kan wor den getwijfeld. Hilde W. werd nog gister avond naar het Huis van Bewaring aan de Elisabethpromenade overgebracht. Den naam van den bestolene, die zijn porte feuille met inhoud intusschen weer heeft terug gekregen, wilde de politie ons niet mededeelen. Jongelieden van goeden huize als defrau- danten en misdadigers, meisjes met een uitstekende opvoeding als dieveggen, dat zijn de souvenirs, die de oorlog ons heeft achtergelaten!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9