27ste Jaargang MAANDAG 6 JULI 1936 No. 8462 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Dit nummer bestaat uit vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS OE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weekS 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 93S, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 V Menschen tegenover menschen I Zaterdag heeft de Directeur van het In stituut voor Praeventieve Geneeskunde te Leiden, de oud-officier van gezondheid J. P. Bijl een voordracht gehouden over „Ne derland en een bacteriologische oorlog". Wij maken van deze voordracht hier melding, om er eenige meegedeelde feiten aan te ontleenen, welke ons in volle rea liteit de afschuwelijke onmenschelijkheid van een modernen oorlog doen inzien, en om een gedachte, door den spreker aan het eind van zijn voordracht uitgesproken, te onderstxeepen. De spreker begon met als zijn meening te verklaren, dat het naïef zou zijn, te ge- looven, diat een land, hetwelk bij een oor log heil ziet in het gebruik van pathogene microörganismen, zich zou houden aan de internationale overeenkomst van Genève van 17 Juni 1925, waarbij het gebruik van bacteriën als oorlogswapen verboden is. Wij willen deze meendng van den spreker niet tegenspreken. Helaas is het naïef, om te veronderstellen, dat een land zich zal houden aan een gegeven woord, als het er voordeel in ziet, een formule te vinden, om er aan te ontsnappen! En dan lezen we in de voordracht van den spreker: Pogingen om infectieziekten te ver wekken schijnen ook in den werekl- oorlog te zijn voorgekomen. Een systematische toepassing van het bacteriologische wapen schijnt evenwel voor de toekomst te zijn weg gelegd. En, dat ook de Regeeringen met die mogelijkheid rekening hou den, blijkt uit het door den Engel- schen eersten Minister gegeven ant woord op een vraag in het parlement. Baldwin zegt, dat men door moet gaan, om middelen te zoeken ter be scherming tegen een bacteriologi- schen oorlog. En verder lezen we: Meer dan in vliegtuigen ligt een ge vaar in spionnen, geheime agenten, sabotteurs enz. die op allerlei wijzen infecties kunnen veroorzaken. Achter eenvolgens behandelt spreker de ziek ten, die via de luchtwegen, via het maagdarmkanaal en door de huid het lichaam binnendringen. Wat de eerste categorie betreft wordt het grootste gevaar in pokken gezien. Ons volk is buitengewoon slecht gevaccineerd, het land ligt open voor een pokken-epide mie. Andere volken zijn dank zij de inenting practisch gesproken immuun. Door geheime agenten kunnen zij in bioscopen, in treinen enz. de smetstof verspreiden en ernstige epidemieën in ons land veroorzaken, zonder zelf ge vaar te loopen. Ook ziekten van de tweede catago- rie (typhus, cholera, dysentherie) kunnen door spionnen verbreid wor den. De besmetting van een waterlei ding geeft een explosieve epidemie. Van de ziekten, die door huidwonden het lichaam binnendringen, wordt vooral gedacht aan hondsdolheid. De door insecten overgebrachte ziekten zijn b.v. malaria en vlektyphus. Ziehier hoe wellicht of waarschijnlijk of zelfs zeker in een toekomstigen oorlog menschen tegenover menschen zullen staan.... Heer, spaar Uw volk!.... Met die feiten voor oogen zal ieder on zer alles willen doen, wat hem mogelijk is, om een oorlog te voorkomen; alles, wat ligt onder het bereik der krachten van den God-erkennenden mensch.... Ten slotte behandelde spreker de vraag welke maatregelen tegen het bacteriologi sche wapen genomen moeten worden en wees o.a. op de noodzakelijkheid dat het bacteriologisch onderzoek ook onder moei lijke omstandigheden verricht kan worden, dat vaccins tegen verschillende ziekten in voorraad moeten zijn, dat de organisatie van de ziektebestrijding nauwkeurig gere geld moet worden. De heer Bijl eindigde met te zeggen, dat het geschilderde beeld van den bacterio- logischen oorlog weinig verheffend is. Bayard, die het gebruik van vuurwapenen verachtelijk vond, heeft niet kunnen den ken, dat er een tijd zou komen, waarin vèrschietend geschut als humaan en rid derlijk beschouwd zou worden, vergele ken met gassen en bacteriën. Een voordeel van het bacteriologische wapen is wel licht, dat daardoor het heroïsme steeds meer uit den oorlog verdwijnt en dat het op die wijze helpt een einde aan oorlogen te maken. Misschien zal het derven van oorlogswinsten door de wapenfabrikanten daarbij dan ook een rol spelen aldus de heer Bijl. Ja de barbaarsche afschuwelijkheid van den modernen oorlog kan weerzin en walging wekken voor het „krijgsbedrijf" onder alle volkeren, over heel de wereld: Dat kan zijn „een voordeel van het bacte riologisch wapen"! En „misschien zal het derven van oorlogswinsten door wapenfa brikanten daarbij dan ook een rol spelen". De kapitaal-begeerte, de winst-honger is inderdaad ook een motor, die aanzet naar oorlog, zelfs naar een beestachtigen modernen oorlog! V Vies geschrijf. Wij hebben hier vóór ons een weekblad, dat getiteld is „De Nieuwe Rijnsburger". Het is no. 4 van den lsten jaargang. En de uitgever is „Het Licht", in de Koning straat te Leiden. In dit weekblad worden eenige kolom men geschreven over de „lasterpolitiek tegen Minister Colijn" een lasterpolitiek, die men weet het wij scherp veroor- deelen, maar die w ij niet bestrijden met zelf te lasteren! Deze methode van de wroeters in het donker volgt echter wel het weekblad, welks uitgever zich „Het Licht" noemt. Lasterlijk zooals ieder fat soenlijk mensch na de jongste publicaties en het schrijven van dr. Colijn aan de R. K. Journalistenver. zal moeten toegeven lasterlijk is de bewering, dat de geruchten, „die een smet werpen op het persoonlijk leven van den minister-presi dent" hun oorsprong bij de R. K. Staats partij vinden. Bespottelijk is het in één adem met de R. K. pers te noemen de felle bestrijd ster van die pers: „Zwart Front"! Wij willen aan dat geschrijf niet meer woorden besteden, 't Is erg.vies, zoodat alle behoorlijke Rijnsburgers het wel zul len deponeeren, waar het thuis hoort. Onbewaakte overweg eischt weer slachtoffers Twee dooden Gistermiddag is op den onbewaakten overweg in de buurtschap „Het Ven" aan den spoorweg VenloStraelen een luxe auto uit Venlo door den Duitschen trein gegrepen, die om 12.27 uur uit het station Venlo vertrekt. De auto kwam uit de richting der stad en werd bestuurd door den 24-jarigen A. H. G. Geertsen, terwijl als passagier ach terin gezeten waren de 25-jarige J. H. G. Geertsen en diens verloofde, de 20-jarige J. H. Everts. Uit de sporen op den weg valt af te leiden, dat de bestuurder nog ge tracht heeft, den wagen voor den over weg tot stilstand te brengen. Het uitzicht ter plaatse wordt belemmerd door eeri wo ning, die dicht bij den spoorwegovergang gelegen is. Het achterste gedeelte van den wagen werd door de locomotief gegrepen en de inzittenden werden naar buiten geslin gerd. De 26-jarige G., die tegen een steenen duiker werd gesmakt, was op slag dood. De 20-jarige E. bleek zwaar gewond aan het hoofd. Haar toestand was zeer ernstig. De bestuurder werd eveneens aan het hoofd gewond, doch niet levensgevaarlijk. De slachtoffers zijn per ziekenauto naar het ziekenhuis te Venlo vervoerd. De wa gen, die totaal vernield werd, is voorloopig in beslag genomen. Ook mej. Everts overleden. Nader vernemen wij, dat de 20-jarige mej. J. H. Everts enkele uren na aankomst in het ziekenhuis te Venlo is ovevleden. De wereld in vogelvlucht Opnieuw is Zaterdag de Volkenbonds vergadering het tooneel geweest van een ongewone demonstratie. Ditmaal was het Greiser, de nationaal-socialistische voorzit ter van den Senaat van de Vrije Stad Dan zig, welke opschudding veroorzaakte. De regeering van de Vrije Stad staat on der toezicht van een hoogen commissaris van den Volkenbond. Den laatsten tijd zijn de betrekkingen tusschen de inmiddels nationaal-socialistisch geworden regeering en dezen hoogen commissaris, den Ier Les ter, niet bijster goed. Toen eenige weken geleden de Duitsche kruiser „Leipzig" een bezoek bracht aan de haven van Danzig, weigerde de commandant het traditioneel e beleefdheidsbezoek bij Lester af te leggen en hierover had de Volkenbondscommissa ris zich te Genève beklaagd. Dit was de reden, waarom de Volkenbondsraad Greiser naar Genève had geroepen ter verantwoor ding. Geiser sloeg daar een hoogen toon aan en stelde zich aan als een kwajongen door een langen neus te trekken tegen de journalis ten. De vergadering kookte en de onhoffe lijke toon, waarop Greiser had gesproken, ontlokte aan den voorzitter van den Raad Eden de uitspraak, dat de rede van Greiser alle perken te buiten was gegaan. De kwes tie, waar het om gaat, is thans in handen gesteld van de Poolsche regeering, om een onderzoek in te stellen, terwijl voor de dieper gaande kwestie van de verhouding tusschen den Volkenbond en Danzig een commissie in het leven is geroepen, be staande uit de gedelegeerden van Frankrijk, Engeland en Portugal, teneinde den toe stand in Danzig nauwkeurig te volgen en den Raad onmiddellijk bijeen te roepen, als dit noodig mocht Mijken. De stemming in Danzig is vrij opgewon den na de rede van Greiser, doch men ver wacht in de naaste toekomst geen staats grepen. Pelen heeft verklaard, dergelijke dingen niet te zullen dulden en onmiddellijk de stad te zullen bezetten indien zulks noo dig mocht zijn. Behalve de Danziger kwestie, is ook de Abessijnsche kwestie Zaterdag afgedaan. De Negus is naar huis gestuurd, zooals te verwachten was, zonder de gevraagde hulp verkregen te hebben. In een resolutie, welke met opzet m een adviseerenden vorm was gehouden, heeft de Volkenbond zich ver der van de sancties losgemaakt. Over de niet-erkenning van de Abessijnsche verove ring heeft men welsprekend gezwegen. De Negus is thans maar weer naar Lon den afgereisd. Hij is en blijft balling. Onweer en Vakorganisatie Inderdaad: de samenkoppeling van deze twee woorden lijkt een weinig ongewoon. Maar het zal voor u, rustige lezer en lief tallige lezeres, onmiddellijk duidelijk wor den, wat er wordt bedoeld, wanneer ik hier dèn naam neerschrijf van den H. Donatus. St. Donatus, de patroon tegen het onweer met al zijn rampen, die er het gevolg van kunnen zijn. Wie is eigenlijk die H. Dona tus en waarom wordt hij door ons, Katho lieken, zoo bijzonder vereerd als Patroon tegen het onweer? In het jaar 160 werd Do natus geboren te Rome. Zoowel zijn vader Faustus, opperbevelhebber der Romeinsche legers in Italië, als ook zijn moeder Flami- nia waren beiden heiden. Een jaar na de geboorte van haar zoon werd Flaminia door den beroemden Aartsbisschop van Mi laan, St. Gervastius, gedoopt en in de Ka tholieke Kerk opgenomen. Nu werd deze vrouw het ideaal van een christelijke moe der. Door haar ernstige aansporing, maar meer nog door haar eigen voorbeeld van een waarlijk echt-christelijk leven, leerde zij ook haar zoon te leven volgens het groote ideaal van den Christus. Een ont zettend zware taak voor een christen-moe der in dien heidenschen tijd. Zij leefde im mers in een tijd, waarin het meest brute heidendom met het volksleven was samen gegroeid. In een maatschappij waarin 99 pet. der Romeinen het beeld Gods in hun ziel hadden verbrijzeld en op de altaren der goden en in hun eigen hart afgodsbeelden oprichten naar de gelijkenis van hun eigen verdorvenheid. De mensch aanbidt nu een maal graag wat hij bemint! Toen Donatus acht. jaar oud was stierf zijn vader. Voor hem was het zonlicht des geloofs niet opgegaan in den nacht van hei dendom. Hij heeft zijn vrouw niet gevolgd in haar overgang tot de Katholieke Kerk; als heiden had hij geleefd, als heiden is hij gestorven. Het bloed verloochent zich niet. Donatus was uit een geslacht van militairen; van geslacht op geslacht hadden zijn voorva deren de hoogste rangen bekleed in het Ro meinsche leger. Ook Donatus koos als le venstaak den dienst in het leger van zijn keizer. Als jonge man van 20 jaar meldde hij zich bij keizer Marcus-Aurelius en werd ingedeeld bij het Militijnsche legioen. De Romeinsche legioenen waren destijds nu juist niet samengesteld uit de meest hoog staande mannen van het rijk. Soldaten en officieren waren aan rooven en moorden, wreedheid en dronkenschap en ontucht zóó gewend, dat zij zich het soldatenleven zon der dit alles niet konden indenken. Een enkele uitzondering hierop vinden wij ver meld in het Evangelie. Het is de bekende hoofdman van Capharnaum. Een sympa thieke verschijning! Ronduit als een sol daat en tegelijk heeft hij iets teers en voor naams. Deze heidensche kapitein heeft een verbluffend hoogen graad van sociaal ge voel voor zijn ondergeschikten. Wellicht valt er voor sommige R.K. Patroons en Werkgevers van dien heiden nog iets te leeren. Deze kapitein is een zeldzaam goed mensch. Vaderlijk is hij bezorgd voor al zijn manschappen. Met den oppasser, dien hij voor zijn persoonlijke dienst uitkoos, gaat hij vertrouwelijk om. Als deze soldaat zwaar ziek en den dood nabij is, gaat de hoofdman tot Christus om hulp voor zijn oppasser. Als de hoofdman dit nog had ge daan voor zijn vrouw of zijn eenigen zoon! Maar voor een zieken oppasser, voor wien er honderdplaatsvervangers zijn! Wat een sociaal gevoel! En de man is een heiden! Wat een ootmoed en geloof heeft deze mi litaire overste: „Heer, ik ben niet waardig dat Gij komt onder mijn dak!" Een woord van den Meester en de zieke oppasser werd gezond. Nog een nobel figuur onder de Romein sche soldaten treedt naar voren bij het ein de van Christus' leven. De Romeinsche hoofdman onder het kruis. Voor hem waren de natuurverschijnselen bij Christus' dood. de openbaring van een bovenmenschelijken macht. Moedig beleed hij dan ook: „Waar lijk, deze mensch was de Zoon Gods". Als een heiden had deze officier met zijn solda ten den wacht betrokken bij Christus' kruis; als een leerling van den gekruisig den Godmensch keerde hij naar de kazerne terug. Zulk een nobel karakter onder de ruwe, verdierlijkte soldatenbende der Romeinsche legioenen was ook Donatus. Hij bleef zijn eed van het doopsel trouw, bewaarde zijn ziele-schoonheid te midden van het hei dendom en zedenbederf. Weer een bewijs, dat men door waakzaamheid en gebed overal, ook in een minder gunstige omge ving goed-katholiek kan zijn. Voorbeeldig christen en goed soldaat bracht Donatus trouw en stipt in praktijk het woord van zijn Meester: „Geef aan den keizer wat den keizer toekomt en geef aan God wat God toekomt". Binnen weinige jaren kreeg Donatus het opperbevel over het uit zes duizend man bestaande Militijn sche legioen. Slechts gedurende korten tijd heeft hij dit legioen aangevoerd. Hij werd naar Rome teruggeroepen en kreeg het opper bevel over de Pretoriaansche lijfwacht. Een hooge vertrouwenspost in het Romein sche wereldrijk. Maar een christen was in die dagen, zelfs op zulk een post, niet vei lig. Bij een nieuwe Kerkvervolging was onder degenen die werden gevangen ge nomen ook de bevelhebber van de Preto riaansche lijfwacht. Onverschrokken be leed hij voor zijn rechter het geloof in Jesus Christus. Gelooven, dat was voor Donatus niet enkel een verstandelijk ja-zeg gen op een aantal waarheden, die hij in jeugd had geleerd; maar, gelooven was voor hem leven in Christus en aan dat le ven vasthouden ook ten slotte van het aardsche leven. Hij werd om zijn christe lijk geloof ter dood veroordeeld; zijn eigen Pretorianen voltrokken met het zwaard 't doodvonnis aan hun bevelhebber. Gedurende vele eeuwen was de H. Dona tus de „onbekende soldaat van Christus' zegevierend leger"; zijn vereering was bij het katholieke volk vrijwel onbekend. Tot dat in het jaar 1562 door kardinaal Ginet- ti te Rome de H.H. Relikwieën van St. Do natus als een kostbaar geschenk werden toegewezen aan den toenmaligen generaal der Paters Jezuieten Florence de Montmo rency. Hoe is nu in de Katholieke Kerk het vrome gebruik ontstaan St. Donatus te ver eeren als patroon tegen onweer? Aanlei ding tot deze vereering gaf een voorval in het jaar 1562 te Euskirchen (Rijnland). In dat jaar werden de relikwieën van dezen Heilige, naar het college der Paters Jezui- ten te Münstereifel overgebracht. Te Eus kirchen werd rust gehouden; doch terwijl daar de H. Mis werd gelezen, barstte een ontzettend onweer los. De met de over brenging belaste Pater-Jezuiet werd daar bij door den bliksem getroffen, zonder evenwel het geringste letsel te ondervin den. Dit werd' terecht aan den H.. Dona- BUITENLAND. Een felle rede van Greiser in den Vol kenbond inzake de Danziger kwestie. (4de blad). De Volkenbond liquideert het Abessijn sche conflict, (éde blad). Vele dooden op Independance Day. (éde blad). De jonge Australische vlieger Melrose verongelukt. (Luitchtv. éde blad). BINNENLAND. De Graal in de Kathedrale kerk te Haar lem. Toespraak van Z.H.Exc. den Bis schop. (éde blad). Prijzen van melk- en melkproducten. (éde blad). Twee Haarlemmers bij het zwemmen in zee te Zandvoort verdronken. (1ste blad). Onbewaakte overweg bij Venlo eischt twee slachtoffers. (1ste blad). Wielrijdster te Boxtel door motor gegre pen en gedood evenals de motorrijder. (1ste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Hockey: Wat het Olympisch hockey- tournooi zal brengen. (2de blad). Lawntennis: NederlandAmerika te Noordwijk; stand na den eersten dag 23. De finales der Wimbledon-kampioen- schappen. (2de blad). Zeilen: Bob Maas zal Nederland op de Olymp. Spelen in de Starklasse vertegen woordigen. (2de blad). Athletiek: Te Hilversum werden gis teren twee nieuwe records gevestigd. (2de blad). Wielrennen: De wielerkampioen schappen te Amsterdam gehouden. (2de blad). Schermen: W. Driebergen Neder- landsch kampioen op degen. (2de blad). Zwemmen: De wedstrijden van de H.D.Z. Ned. successen tegen België op de 4 X 100 M. vrije slag en in den waterpolo- wedstrijd. (2de blad). tus toegeschreven en sedert dien tijd wordt hij op vele plaatsen door het katholieke volk met groot vertrouwen tegen gevaar van bliksem aangeroepen. (Aldus Adolph Franz. „Die kirchlichen Benedictionen im Mittelalter", H Bd., blz. 62. Herder 1919). Ook in ons land wordt St. Donatus op vele plaatsen bijzonder vereerd. Vooral te Altforst (bij Druten in Gelderl.) trekken telkenjare op den 2den Zondag in Juli den feestdag van St. Donatus honder den pelgrims naar de kleine dorpskerk aan St. Donatus toegewijd om met groot ver trouwen zijn H. Relikwieën te vereeren en zich te laten inschrijven in de Broederschap van St. Donatus. De oudste bedevaartplaats ter eere van den H. Donatus is Reek (Noord-Brabant), daar wordt reeds sinds 1760 elk jaar door velen die er ter bede vaart komen St. Donatus' voorspraak inge roepen tegen de rampen van onweer. Onweer en vakorganisaie! Er bestaat in Nederland een Ned. R.K. Bond van Ver- zekermgspersoneel „St. Donatus". De R.K. mannen die er hun levensbestaan van ma ken om hun medemenschsen naar best vermogen te beschermen tegen de verschil lende rampen des levens door middel van een verzekering konden niet beter doen dan tot patroon van hun organisatie te nemen den heiligen Donatus. Is niet het geloovig aanroepen van dezen heilige een bescherming tegen de rampen oie de ge weldige natuurkrachten ever den mensch kunnen brengen? Ook Leiden heeft een afdeeling van dezen Ned1. R.K. Bond, ,.St. Donatus". Voorzitter is de heer J. B. Nijhuis, Mare 52, secretaris de heer F. J.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1