De Hertog van Kent
ZATERDAG 4 JULI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. fi
lijk Museum „de Lakenhal" eenige wonin
gen door de bewoners moesten worden ver
laten.
Met recht droegen deze woningen den
naam van „noodwoningen"; zoodra zij kon
den worden gemist, werden zij verbrand.
Ook de bouw van gewone arbeiderswo
ningen moest natuurlijk in een flink tempo
voortgang hebben, doch inmiddels had het
Rijk zich, met het oog op zijn eigen kapi
taalsbehoeften genoodzaakt gezien zijn
medewerking tot het verleen en van voor
schotten steeds meer te beperken en moest,
wilde de bouw van woningen niet geheel
stil worden gelegd, de gemeente het noo-
dige geld verstrekken.
In de jaren 1922 tot en met 1925 werden
slechts voorschotten van het Rijk verkre
gen (tegen 6% rente) voor de navolgende
plannen:
60 woningen van de Eendracht
136 Ons Belang
114 Eensgezindheid
140 Ons Doel.
Nadat de gemeente zich er van had ver
zekerd, dat ook zij in aanmerking kon
komen voor de intusschen door het Rijk
getroffen regeling, waarbij een premie van
300.beschikbaar kon worden gesteld
voor iedere arbeiderswoning, die tot stand
kwam, werd besloten voor die plannen,
waarvoor de premie's werden toegekend,
de voorschotten door de gemeente zelf te
verstrekken.
Aldus zijn tot stand gekomen de volgende
premiebouwplannen:
270 woningen door de Eendracht
142 de Tuinstadswijk
70 Ons Doel
310 de gemeente.
De door de gemeente zelve gestichte wo
ningen zijn in beheer en exploitatie gegeven
aan een speciaal daartoe in het leven ge
roepen Stichting. Teneinde de zooeven ge
noemde 310 gemeente-woningen binnen het
bereik te brengen van de categorie van per
sonen, waarvoor deze bedoeld waren, m.L
de minder gesitueerde, werd met behulp
van een door de Stedelijke fabrieken van
Gas en Electriciteit gevormde bouwreserve
boven de rijkspremie van 300.per wo
ning nog 300.per woning op de bouw
kosten afgeschreven ter vorming van een
huurtoeslagenfonds. De bouwreserve was
gevormd ter compensatie van de aan hare
bestemming onttrokken woonruimte in ver
band met de uitbreiding van de Lichtfa
brieken, waardoor aan de belangen van de
volkshuisvesting in het algemeen schade
was toegebracht. Uit het gevormde fonds
worden, voor zooveel noodig, toeslagen ver
strekt vooral ook aan gezinnen, waarin
ziekte voorkomt.
Aldus waren in de jaren 1914 tot en met
1925 in totaal door de onderscheidene bouw-
vereenigingen en de gemeente 2668 wonin
gen gesticht, waarvan 1874 met rijksvoor
schot en 794 woningen uitsluitend door de
gemeente gefinancierd, waarvan een groot
aantal met rijksbijdrage moesten worden
geëxploiteerd.
Door de stichting van dit aantal wonin
gen was omstreeks 1928 de toestand veel
verbeterd; de grootste woningnood was
eindelijk gelenigd en er kon meer aan
dacht worden besteed aan andere belang
rijke punten, als de ontruiming van krot
woningen. de verbetering van woningen en
de huisvesting van de groote gezinnen.
Een groot aantal onbewoonbaar
verklaard.
In 1923 waren in verband met de op I
Augusfcp van dat jaar in werking getreden
wet ten 2 Jwni 1923 tot wijziging van de
Huunoommissiewet en de Huuropzegging-
wet «en groot aantal woningen n.£ 431, on
bewoonbaar verklaard, ten einde te voor
komen, dat eigenaren van volstrekt slechte
woningen zouden profiteeren van de huur-
verhooging, mede door die wet mogelijk
gemaakt.
De ontruiming dier woningen kon, we
gens het nog in 1923 heerschend gebrek aan
woningen, slechts zeer geleidelijk geschie
den, meerdere malen moest dan ook de ter
mijn van ontruiming verlengd worden.
Toen de bekende circulaire in zake den
woningbouw voor krotopruiming van 17
Maart 1926 in het exploitatie-tekort een
bijdrage in uitzicht stelde van 50.per
woning, per jaar, door rijk en gemeente
leder voor de helft te dragen, later, zooals
bekend, voor groote gezinnen verhoogd tot
75.per woning per jaar, werd de bouw
van zulke woningen dadelijk ter hand ge
nomen. Reeds in October van dat jaar be
sloot de Gemeenteraad, met toepassing van
die circulaire tot den bouw van 20 beneden
en 20 bovenwoningen door de gemeente,
terwijl bij besluit van 21 Februari 1927 de
Raad zijn medewerking verleende tot de
stichting van 174 woningen benoorden den
Morschweg door de Vereeniging Werkmans
woningen.
Enkele jaren later konden door de ge
meente nog 55 woningen worden gebouwd,
eveneens met rijksvoorschot, voor de ont
ruiming van krotwoningen.
Door den bouw van deze complexen kon
worden bereikt, dat vele van de nog be
woonde, onbewoonbaar verklaarde wonin
gen, zij het meermalen door toepassing van
het opschuivingesysteem, werden ont
ruimd.
Woningen voor groote gezinnen.
Zooals ik zooeven opmerkte, was de toe
stand ook ten aanzien van de woningvoor
raad inmiddels veel verbeterd, doch ten
einde ook aan de normale toeneming van
de woningbehoefte het hoofd te kunnen bie
den, werd in 1930 wederom de bouw van
een aantal arbeiderswoningen ondernomen,
ditmaal 289, verdeeld over de onderschei
dene bouwvereenigingen. In de plannen
waren voorts 117 groote woningen opgeno
men. De Raad was van oordeel, dat voor
de huisvesting van groote gezinnen, ook
al kwamen zij niet uit krotwoningen, van
overheidswege iets mdest worden gedaan,
daar vele groote gezinnen in een te kleine,
hoewel overigens niet ongeschikte, woning
waren gehuisvest, terwijl het voor die ge
zinnen dikwijls moeilijk was wegens de
grootte van het gezin, een passende woning
te verkrijgen. Daarom was het naar de
meening van de gemeente niet voldoende
om een aantal •groote woningen te bouwen,
maar er moesten, in den vorm van bijdra
gen in het exploitatie-tekort, ook maatrege
len worden genomen, om die woningen
daadwerkelijk binnen het bereik der huur
ders te brengen, waarvoor zij bestemd wa
ren. Toen het Rijk aan dit laatste geen
medewerking wilde verleenen, besloot de
gemeente van „het Fonds voor Stadsver-
betering, Werkverschaffing en andere So
ciale doeleinden" een kapitaal van 70.000
af te zonderen ter vorming van een „Huur-
t oeslagenfonds". Uit dat fonds worden nu
huurtoeslagen verleend aan huurders van
de groote woningen, indien en voor zoover
zij daarvoor in verband met den huurprijs
en den financieelen toestand en de grootte
van het gezin in aanmerking komen.
Van deze 289 woningen werden er 75
(waaronder 24 voor groote gezinnen) door
de Vereeniging Werkmanswoningen ge
bouwd, met de meer speciale bestemming
voor de ontruiming van krotwoningen, zoo
dat voor dat complex de rijks- en gemeen-
tebijdrage van 50.en 75.kon wor
den ontvangen.
Tenslotte werd bij raadsbesluit van 21
Maart 1932 na een hernieuwd onderzoek
naar de woningbehoefte in beginsel beslo
ten andermaal een aantal woningen te bou
wen, weder verdeeld over de onderschei
dene bouwvereenigingen, onder voorbehoud,
dat voor den bouw voorschot uit 's Rijks
kas zou worden verkregen.
Als uitvloeisel van dit principe-besluit
werden gebouwd 60 woningen door de Een
dracht, 20 woningen door Eensgezindheid,
71 woningen door Werkmanswoningen, 63
door de Tuinstadswijk en 27 woningen door
Ons Doel
In afwijking van den steeds gevolgden
weg om de terreinen voor woningbouw aan
de vereenigingen te verkoopen, werd de be-
noodigde grond thans aan de vereenigingen
in erfpacht uitgegeven. Een andere nieu
wigheid was toen, dat als grondprijs in re
kening werd gebracht het gemiddelde van
den kostprijs voor alle plannen, zoodat voor
alle plannen een zelfde grondprijs gold en
ongemotiveerde verschillen tusschen de
verschillende plannen worden voorkomen.
Het resultaat van de jaren 1926 t/m 1935
was, dat in dien tijd 'in totaal 799 woningen
werden gebouwd, waarvan de exploitatie,
behoudens de bijdrage voor eventueele
krotwoningopruiming en voor woningen
voor groote gezinnen, zichzelf moest be
druipen.
Vanaf 1914 werden dus door de woning-
bouwvereenigingen en de gemeente in to
taal 3467 woningen gebouwd, waarvoor
door Rijk en Gemeente rond 16 millioèn
gulden beschikbaar werd gesteld.
Door den hier geschetsten vereenigings-
bouw kunnen de verschillende vereeni
gingen met voldoening terugzien op de
tot stand gebrachte wooncomplexen,
waarvan ik, zonder aan de anderen ook
maar eenigszins te kort te doen, wil wij
zen op de Tuinstadwijk en het Kooipark.
De vereenigingswoningen zijn vrijwel alle
in de buitenwijken gebouwd.
Een vergelijking tusschen het eerst uit
gevoerde plan en de woningen, die in den
laatsten tijd zijn gebouwd, laat een zekere
evolutie zien, daar het type, zoowel als de
architectuur in den loop der jaren wijzi
gingen hebben ondergaan, terwijl, on
danks de door den Minister opgelegde be
perkingen, verbeteringen in het type kon
den worden aangebracht.
Overigens kent men hier eengezinswo
ningen, die een belangrijke categorie vor
men en woonhuizen met een beneden- en
een bovenwoning. Huizen met meer dan 2
woonlagen zijn hier niet gebouwd.
Huur-verlagingen.
Toen de crisis-omstandigheden, waarin
wij thans nog verkeeren, zich meer en
meer deden gelden, werd het noodzakelijk
om te zien naar middelen om de huren te
verlagen.
Teneinde daartoe te geraken, heeft de
gemeente de 6 pet. rijkswondngbouwvoor-
schotten afgelost uit een door haar aange
gane leening tegen lageren rentevoet,
waardoor 19.863.beschikbaar kwam
voor verlaging van de huren der duurste
plannen.
Bij besluit van 16 Februari 1931 werd
overeenkomstig het voorstel van Burge
meester en Wethouders door den Raad
besloten deze rentewinst aan te wenden
voor huurnivelleering, dat wil dus zeggen,
voor een verlaging van de hoogste huren,
en geheel los van de vraag, van welke
plannen de voorschotten werden geconver
teerd. De huurwaarde werd daartoe ge
schat, terwijl de rentewinst in een fonds
werd gestort, waaruit met ingang van 1
Januari 1931 de relatief hoogste huren
verlaagd konden worden tot plm. 108 pet
van de geschatte huurwaarde. Omdat
daarmede niet de geheele rentewinst was
gemoeid, konden de huurprijzen, die in
a b s o 1 u t e n zin het hoogst waren, nog
eenigszins verder worden verlaagd.
In verband met een plaats gehad heb
bende conversie van gemeente-leeningen
was het mogelijk, te beginnen met het
jaar 1933, aan het bedrag van ƒ19.863.
jaarlijks 12.000.toe te voegen ten be
hoeve van verdere verlaging der huur
prijzen.
Door deze nieuwe verlaging kon worden
bereikt, dat geen huren meer voorkwa
men boven 103 pet. van de getaxeerde
huurwaarde.
Hoewel er ook verschillende plannen wa
ren, die volgens die schatting dikwijls aan
zienlijk beneden de huurwaarde werden
verhuurd, leden pogingen om deze huren
ten bate van het huurnivelleeringsfonds
verhoogd te krijgen, schipbreuk.
De laatste verlaging der huren, moge
lijk geworden doordat het Rijk de rente
van alle voorschotten boven 4 pet. tot dat
percentage terugbracht, ligt ons allen nog
versch in het geheugen. Ten behoeve van
deze verlaging, die weder bij wijze van ni
velleering plaats had, werd de reproduc
tie-huur bereikend. Er was een bedrag
van plm. ƒ53.600.beschikbaar, waardoor
de huren meerendeels konden worden te
ruggebracht tot 105 a 110 pet. van de re
productie-huur. De verlaging van de hu
ren van enkele plannen, die boven dat
percentage uitkomen, heeft de speciale aan
dacht van het gemeentebestuur,
Ondanks de daling van de bouwkosten,
zyn er ook thans nog plannen, die aan
zienlijk beneden de reproductie-huur wor
den verhuurd.
Saneering Bouwelouwensteeg
Tenslotte moet ik nog melding maken
van de in uitvoering zijnde saneering van
het bouwblok BouwelouwensteegPara
dijssteeg, in het midden van de stad ge
legen.
Dit plan omvatte, behalve de onbewoon
baarverklaring van de zich aldaar bevin
dende krotwoningen, het amoveeren van
het geheele bouwblok en den aanleg van
straten op het vrijkomend terrein.
De saneering moest tot stand worden ge
bracht met toepassing van art. 77 sub 1
der Onteigeningswet.
De kosten van het saneeringsplan, waar
onder dus niet begrepen de nieuwbouw,
werden na aftrek van de opbrengst van 't
te verkrijgen bouwterrein, geraamd op
200.000.waarvoor het Rijk voorschot
heeft toegekend. In de te betalen annui-
telt verleent het Rijk een bijdrage van 50
pet., waardoor de voor rekening van de
gemeente komende jaarlijksche kosten be
groot konden worden op rond 4900.
Nadat de onteigeningsprocedure was af-
geloopen, werd tot afbraak van de per-
ceelen overgegaan en werd het terrein
bouwrijp gemaakt.
Op dit terrein zullen door de vereeni
ging Werkmanswoningen 101 woningen
worden gesticht, waarvoor de plannen in
een vergevorderd stadium van voorberei
ding zijn, terwijl het Rijk de voor dien
bouw vereischte voorschotten reeds toe
kende.
De aandacht blijft gevestigd op
saneering van de binnenstad
Nu de toestand ten aanzien van de wo
ningbehoefte door krachtigen aanbouw in
de voorgaande jaren, waarin in den late-
ren tijd ook het particuliler bedrijf een be
langrijk aandeel had, zoo aanzienlijk ver
beterd is, zal ook in het vervolg meer
speciaal het oog gericht kunnen blijven
op saneering van de binnenstad. In dit
I verband kan ik nog mededeeen, dat juist
dzer dagen voor saneering en verbetering
van een deel van de binnenstad en fa
briekscomplex met een oppervlakte van
plm. 20.000 M2. door de gemeente is aan
gekocht.
Zooals uit het historisch overzicht reeds
gebleken is, is hier nog wel het een en
ander te doen. En een belangrijk punt
daarbij is zorg te dragen voor nieuwbouw
op dezelfde plaats; niet slechts uit aesthe-
tisch oogpunt, maar ook omdat het een
groot economisch belang Is, de woongele
genheid voor de arbeiders in de binnenstad
te behouden en zoo mogelijk te vergroo-
ten.
KERKNIEUWS
BENOEMINGEN.
Bij de Priesters van het H. Hart
van Jezus.
Tot Rector van het Groot-Seminarie te
Liesbosch-Princenhage is benoemd de
Z.E. Pater Dr. J. Bentvelzen; tot Rector
van het Juvenaat te Lanaeken (België) de
Z.E. Pater J. Hovers; tot Econoom te
Liesbosch-Princenhage de W.E. Pater J.
van Herel.
Verder zijn aangewezen voor de Missie
van Congo de W.E. Paters J. v. Eijk en J.
de Vries; voor de Missie van Zuid-Suma-
tra W.E. Pater F. van leisel; voor de
Missie vnn Noord-Brazilië de W.E. Paters
H. Verhoeven, C. Schuurmans en H. van
Iersel.
i i j
BINNENLAND
NED. R.K. BOND VAN HOTEL-, CAFé-
EN REST. GEËMPLOYEERDEN
De Nederlandsche R.K. Bond van Ho
tel-, Café- en Restaurant-geëmployeerden
„S. Antonius", hield een hoofdbestuursver
gadering er bespreking van de richtlijnen,
welke op het ordeningscongres besproken
zijn.
Besloten werd, in te gaan op het voor
stel tot vorming van een commissie, welke
tot taak zal hebben, de mogelijkheden van
samenwerking te bestudeeren, om te ko
men tot een economisch en sociaal plan
van opbouw.
Hiervoor zullen voorstellen aan de be
trokken organisaties gezonden worden.
Met voldoening werd kennis genomen van
een schrijven der directie van de Cy, des
Wagons-lits, waarbij bovenstaande organi
satie erkend werd als de organisatie ter
behartiging der belangen van het perso
neel.
Vervolgens werd de positie van den
bond besproken en in dit verband het
gunstige rapport over den bond, uitge
bracht door den centralen accountants
dienst van den Ned. Katholieken Boeren-
en Tuindersbond. De exploitatierekening
1935 sloot met een voordeelig saldo ad
/2.057.68; de aanvullingsziektekas keerde
ƒ1.337.96, de werkloozenkas f 17.522.55 uit.
De bond bevindt zich in een uitstekende
positie, ook wat betreft het ledenaantal,
dat in de laatste drie jaren gestegen is met
circa 135 pet.
Bezoekt ons land
Prins George, hertog van Kent, is gis
termiddag te 3 uur zooals reeds in 't
kort gemeld met het vliegtuig van zijn
broeder, den koning van Engeland, op
Waalhaven geland.
Na de begroeting op Waalhaven nam
Prins George met gevolg in hofauto's
plaats.
In Rotterdam
Omstreeks kwart over drie kwam de
hofauto, waarin de hertog van Kent, de
Engelsche gezant en jhr. de Jonge van El-
lemeet hadden plaats genomen (naast de
chauffeur zat inspecteur Giles), voorafge
gaan door een motor met zijspan van de
Rotterdamsche politie, voor het museum
Boymans aam De directeur van dit mu
seum, dr. Hannema, ontving Z. K. H. bij
den ingang en leidde den hoogen gast
rond. Dit bezoek duurde ongeveer een uur.
De Prins toonde zeer veel belangstel
ling voor de typeerende schilderstukken
van de Engelsche school, bezichtigde met
veel aandacht het fraai geslepen Veneti-
aansche glaswerk en bracht ook een be
zoek aan de bibliotheek van het museum.
In de benedenzaaltjes bezichtigde Prins
George de nog niet geheel ingerichte ten
toonstelling van werken van Jeronimus
Bosch en de Primitieven.
Voorafgegaan door de Rotterdamsche
motorpolitie, die den stoet tot de grens
-van de gemeente Rotterdam begeleidde,
vertrok het gezelschap vervolgens in de
richting van den Haag.
In Den Haag
Na een rit door Delft, over de markt en
langs het Prinsenhof op het Oude Delft,
volgde de stoet weer den Rijksweg en ar
riveerde tegen 5 uur aan de woning van
den Engelschen gezant op het Westeinde.
Hier heeft de Prins de thee gebruikt en'
met den gezant en Lady Montgomery een
wandeling in den tuin gemaakt, bij welke
gelegenheid Z.K.H. zoo bereidwillig was
even voor legertje fotografen te poseeren.
Vele belangstellenden hadden rich voor
de Engelsche legatie verzameld, die den
Hertog van Kent bij zijn aankomst harte
lijk toejuichten. Glimlachend wuifde de
Engelsche gast het publiek toe.
Bezoek aan het Mauritshuis
Tegen zes uur reed de hertog, vergezeld
van den gezant en van jhr. de Jonge van
Ellemeet, naar het Mauritshuis, waar hij
door den directeur, prof. dr. W. Martin
werd ontvangen en rondgeleid.
Ook in dit museum vertoefde de Prins
ruim een uur. Na dit bezoek hadden wij
gelegenheid enkele woorden met prof.
Martin te wisselen. Deze gaf als zijn mee
ning te kennen, dat de hertog zeer onder
den indruk was geweest van hetgeen hij
gezien had. Met groote belangstellig had
Z.K.H. de schilderijen van Rembrandt, Jan
Steent en Holbein, bezichtigd. In de zaal
waar de Stier van Potter hangt, had prof.
Martin hem verteld, dat hier Karei II,
voordat hij naar Engeland scheep ging, aan
een diner had aangezeten, dat hem door de
Staten-Generaal was aangeboden. Met
groote aandacht bekeek Prins George de
prent, die op deze episode, die aan de res
tauratie der Stuarts vooraf ging, betrek
king heeft.
Tegen 7 uur verliet Prins George het
museum, nadat prof. Martin hem een nieu
we ediitie van de Fransche catalogus had
aangeboden.
Vervolgens werd een korte rit door den
Haag gemaakt. Via de Waterpartij, Vre
despaleis en Paleis Noordeinde, keerde de
Prins naar de woning van den Engelschen
gezant terug,, waar hij den nacht zou door
brengen.
Diner op de Engelsche legatie
Gisteravond hebben de Engelsche ge
zant en Lady Montgomery een diner ge
geven ter eere van de aanwezigheid van
den hertog van Kent. In verband met de
Engelsche hofrouw was aan dezen maal
tijd geen officieel karakter gegeven.
Tot de gasten behoorden: de minister
president, dr. H. Colijn, de gezant van de
Unie van Zuid-Afrika en mevr. v. Broek
huizen, de president van het Permanente
Hof van Internationale Justitie, sir Cecil
Hurst, de vice-president van den Raad v.
State en mevr. Beelaerts van Blokland,
de secretaris-generaal van het departe
ment van Buitenlandsche Zaken, de Mi
nister van Staat en Commissaris der Ko
ningin in Zuid-Holland en mevr. van Kar-
nebeek, de Groot-officier van H.M. de Ko
ningin en baronesse van Hardenbroek van
Hardenbroek, de gouverneur der Residen
tie, luitenant-generaal jhr. W. Roëll, de
burgemeester van den Haag en mevr. de
Monchy, en de luitenant-vliegenier Fielden
die piloot is van den Engelschen Koning
en het vliegtuig van Z.M., waarmede de
hertog naar Waalhaven is gevlogen, be
stuurde.
Naar Arnhem en Nijmegen.
Op de Zondagen vanaf 12 Juli t/m 13
Sept. bestaat er weer gelegenheid om per
goedkoope trein naar Arnhem en Nijme
gen te gaan.
Voor bijzonderheden verwijzen wij naar
de advertentie in dit nummer.
„EENHEID DOOR DEMOCRATIE".
In het maandschrift van de R.K. Staats
partij geeft het Dagelijksch Bestuur der
partij als volgt zijn oordeel weer over de
beweging voor eenheid door democratie:
1. dat de Nederlandsche Beweging voor
Eenheid door Democratie in de R.K. Staats
partij een overtuigde medestandster vindt
in den strijd tegen iederen vorm van dicta
tuur;
2. dat genoemde Beweging in de ge
schriften der R.K. Staatspartij bij uitstek
geschikt materiaal zal aantrëffen ter pro
pageering van 't streven dezer Beweging,
zoodat de verspreiding van dat materiaal
onder haar leden aanbeveling zal verdie
nen;
3. dat het individueele lidmaatschap van
deze Beweging feitelijk overbodig wordt
gemaakt door een bewust en overtuigd lid
maatschap van de R.K. Staatspartij;
4. dat het actie-gebied van deze Bewe
ging zóó dicht grenst aan het gebied, waar
op bij de Nederlandsche verhoudingen, de
staatkundige partijen haar werkzaamheid
en streven behooren te ontplooien, dat ge
vaar voor overigens ongewilde vermenging
en verwarring niet afwezig is;
5. dat mitsdien aan leden der R.K.
Staatspartij in het algemeen niet kan wor
den aanbevolen, tot deze Beweging als le
den toe te treden, terwijl het voor organen
der partij zonder meer duidelijk is, op wel
ke wijze zij in den geest van het boven
staande hun medewerking aan het streven
van deze Beweging het best en het meest
doelmatig kunnen verleenen.
CONTINGENTEERING VAN
VEEKOEKEN.
De landbouw vraagt opheffing.
De drie centrale landbouworganisaties
hebben in verband met den zwaren druk,
welke de invoercontingenteering van vee
koeken beteekent voor de veehouderij, be
sloten om bij den minister van Handel
stappen te doen, om deze contingenteering
te doen afschaffen of in elk geval het con
tingent te verruimen.
De secretaris van het Kon. Ned. Land-
bouwcomité heeft onlangs uitgerekend, dat
in het seizoen jaar 1 Augustus 19341
Augustus 1935 werden ingevoerd 40)4 mil
lioën kilo lijnkoek en in ons land geprodu
ceerd 283 millioen kilo, een verbruik dus
van 323 y. millioen kilo.
In normale' tijden (tot in 1933) bedroeg
de invoer 46 a 48 pet. van het totaal en de
binnenlandsche productie 52 a 54 pet. In
1934 waren deze percentages resp. 21 en
79 en in bovengenoemd seizoenjaar 13 en
87 pet.
De gemiddelde heffing op ingevoerde
lijnkoeken bedraagt gemiddeld een gulden,
doch bovendien drukt op alle lijnkoeken
(óók op de inlandsche dus) nog eens een
heffing van twee kwartjes.
Met elimineerimg dezer laatste heffing
kan men zeggen, dat de invoer een bedrag
van ƒ405.000 in het Landbouwcrisisfonds
heeft doen vloeien. Ware er echter geen
contingenteering en zou de verhouding tus
schen import en productie dezelfde zijn.
gebleven als in 19291933 (48 pet. van het
totaal) dan zou er niet ƒ405.000, doch
1.550.000 in het fonds zijn gevloeid in ge
noemd seizoen.
De conclusie van den K.N.L.C.-secretaris
was, dat er prijsverstarring is opgetreden
(omdat de importeur gebonden is aan zijn
consenten en dus aan bepaalde exportlan
den, ongeacht of deze steeds het goedkoopst
aan de markt zijn). Verder oordeelt hij,
dat er practisch geen rem is op het te hoog
opzetten van den koekenprijs, terwijl de
inlandsche industrie z.i. zonder contingen
teering, door variabele heffingen kan wor
den beschermd.
Tenslotte wees hij er op, dat het de on
voldoende olie-prijzen waren, die het olie-
slagersbedrijf onloonend maakten; in dit
verband stelde hij de vraag, of het niet re
delijker ware geweest om, zooals bij de bo
ter, de binnenlandsche lijnolie-consumptie
te belasten om daardoor den export te
steunen, desnoods zou daarnaast dan óók
nog een geringe koekenheffing kunnen
blijven bestaan.
HOOGER ONDERWIJS
OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG.
Belangrijke giften.
In de Donderdagmiddag voortgezette al-
gemeene jaarvergadering van de vereeni
ging voor hooger onderwijs op gereformeer
den grondslag heeft dr. Colijn een beroep
gedaan op de leden, om de financieele
moeilijkheden der stichting te helpen ver
lichten. Dit is niet vergeefs geweest, want
tijdens de vergadering heeft iemand, die
onbekend wensoht te blijven een bedrag
van 1000 geschonken. Een andere onbe
kende zegde een bedrag van meer dan
10.000 toe, onder voorwaarde, dat dit voor
de noodzakelijkste uitbreidingen gebruikt
zou worden.
Een collecte tijdens de vergadering
bracht 1300 op. Naar de voorzitter mee
deelde, was er thans nog een tekort van
23000. Hij hoopte, dat dit bedrag spoedig
bijeen zou zijn.
DE ERWTENPLUKKERSSTAKING TE
HALSTEREN BEëINDIGD.
Gistermiddag heeft op het gemeentehuis
te Halsteren een bespreking plaats gehad
tusschen het college van B. en W. van Hal
steren, de commissarissen Bakx en Van
Meer en twee afgevaardigden van de R.K.
Landarbeidersbond en den leider van de
stakers Kasteleijn, betreffende de gisteren
uitgebroken staking in de erwtenplukker ij.
Na langdurige besprekingen werd voor
gesteld om 1.75 per 100 K.G. te betalen,
hetgeen door vele stakers werd aanvaard,
zoodat de staking thans als geëindigd kan
worden beschouwd.