ZONDAGSBLAD
Pauselijke encycliek
over film en bioscoop
27ste Jaargang
ZATERDAG 4 JULI 1936
No. 8461
S)e CoicbelveSoii^cmt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekt 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I)
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Dit nummer bestaat uit
vijf bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
V Directe en indirecte
belastingen
Men kan breede beschouwingen houden
over directe en indirecte belastingen.
Directe belastingen zijn het rechtvaar
digst, zijn alléén rechtvaardig, omdat zij
rekening houden met de draagkracht in
tegenstelling met de indirecte belastingen.
Zoo wordt er dikwijls beweerd.
Men vergeet hierbij, dat bij de directe
belastingen, die inderdaad naar draag
kracht willen treffen en heffen, nog al
'ns mis geslagen wordt. Is de draagkracht
van b.v. iemand, die veertig gulden in de
week verdient, die voortdurend zieken
in zijn gezin heeft of die noodlijdende fa
milieleden moet helpen, dezelfde als van
een ander, die evenveel verdient, doch die
deze zorgen niet heeft?
Daarom kan niet alles op de directe
belastingen komen, omdat dan de m i s s 1 a-
gen bij de heffing die nu eenmaal
practisch onvermijdelijk zijn ruï
neus zouden worden!
Directe belastingen hoofdzaak, indirecte
aanvulling. Dat moet de practijk zijn.
Maar bij de indirecte belastingen moet
zooveel mogelijk worden gelet op de be
langen van de minst-draagkrachtigen, moet
de aandacht gespitst op de belangen der
groote gezinnen! En daarom zijn die indi
recte belastingen het redelijkst en recht
vaardigst, welke kunnen worden gelegd op
weelde-artikelen, op uitgaven, welke mogen
geacht worden te geschieden uit een zeke
ren overvloed. En.daarom zijn wij
geen tegenstander van een reisbelasting
(waarby onbillijkheden zoo veel mogelijk
worden voorkomen), 't Is „populair" tegen
elke belasting te zijn! Maar een verstan
dig mensch begeert die populariteit niet!
Ook niet als hij volksvertegenwoordiger is!
Wij zijn het eens met wat dezer dagen
de „Nieuwe Leidsche Courant" schreef:
„Dat de Tweede Kamer het ontwerp-
Reisbelasting naar de Herfstagenda
verschoven heeft blijkbaar met
goedvinden van den Minister van Fi
nanciën achten wij geen ramp.
Onlangs wezen wij er reeds op, dat
het weinig elegant en tamelijk onbil
lijk zou zijn, deze bealsting midden in
het reisseizoen in te voeren. En nu de
Regeering blijkbaar niet tijdig genoeg
met de voorbereiding gereed kon ko
men, is uitstel de aangewezen weg.
Het is o.i. te betreuren, dat de mi
nister geen middel wist te vinden om
bona fide gezondheids- en zaken-rei
zen van belasting vrij te stellen; on
danks dat zouden wij tot aanneming
van het ontwerp geadviseerd hebben.
Echter mogen we niet uit het oog ver
liezen, dat de bedoeling van de
Reisbelasting is van weelde-uitgaven
een matige cijns te heffen en daarom
zou het ongewenscht zijn, dat de goed-
koope reizen in het naseizoen wél, doch
de weelderige wintersport niet belast
werd.
Het uitstel, dat de Kamer op ratio-
neele gronden vorderde zal hopelijk
niet tot afstel leiden; tegen invoering
eener billijke reisbelasting met ingang
van het winterseizoen zijn naar onze
meening geen steekhoudende argumen
ten aan te voeren en de Kamer store
zich niet aan overdreven verzet".
Een billijke reisbelasting is een belasting
waartegen ook o.i. geen redelijk burger
ernstig bezwaar kan maken.
Weekabonné's, die geabonneerd zijn op
het Zondagsblad, worden er aan herinnerd,
dat dit vanaf heden ad 50 cent betaald
moet worden.
DE ADMINISTRATIE.
EERBIEDWAARDIGE BROEDERS,
HEIL EN APOSTOLISCHE ZEGEN.
n.
De ontspanning is in vele vormen van
haar ontwikkeling heden ten dage een
noodzakelijke behoefte geworden voor al
degenen, die zich door de zorgen van het
leven vermoeien. Deze ontspanning moet
echter waardig en dus gezond en zedelijk
zijn; zij moet zich verheffen tot den rang
van een positieven factor door edele gevoe
lens op te wekken.
Een volk, dat zich in zijn oogenblikken
van verpoozing overgeeft aan verstrooiing,
die het gevoel van schaamte, eer en zede
lijkheid kwetsen en aan ontspanning, die
vooral voor de jeugd een gelegenheid tot
zonde vormt, bevindt zich in groot gevaar
om zijn nationale grootheid en kracht te
verliezen.
Onbetwistbaar is onder de moderne ont
spanning de bioscoop van de laatste jaren
een plaats van universeel belang gaan in
nemen.
Het is overbodig te herinneren aan het
feit, dat millioenen dagelijks de voorstel
lingen bijwonen, dat de zalen voor deze
voorstellingen in steeds grooter getale bij
alle beschaafde en half-beschaafde volken
geopend worden; dat de cinema de meest
populaire van alle vormen van vermaak
geworden is die ooit voor de oogenblikken
van verpoozing werd aangeboden, niet al
leen aan de rijken, maar aan alle klassen
der maatschappij.
Van den anderen kant bestaat er heden
geen machtiger middel dan de cinema ter
beinvloeding van de massa.
De macht van de cinema komt voort uit
het feit, dat zij spreekt door middel van
het levende en concrete beeld, dat zonder
moeiten en met genot wordt opgenomen,
zelfs door den meest stompen en onont-
wikkelden geest, die het vermogen of al
thans het verlangen zal bezitten, om de
abstraheerende en deduceerende ontspan
ning te ondergaan, welke geen redenee
ring vordert.
Zelfs om te lezen of te luisteren is een
zekere inspanning noodig, welke daaren
tegen in het beeldbeschouwend spel plaats
maakt voor het voortdurend genot, dat
van de opeenvolging van contrasten uit
gaat en, als het ware, één levensbeeld
vormt.
In de geluidsfilm werkt deze macht nog
sterker, omdat het gemakkelijker is bet
verloop der feiten te volgen en de muziek
een bijzondere bekoring toevoegt aan de
dramatische handeling.
Wanneer bovendien in de tusschenpoo-
zen willekeurige dansen en variété's wor
den ingelascht, ondergaat de hartstocht
daardoor een gevaarlijken opwekking.
Indien dus de cinema inderdaad een za
kelijke les is, die voor de meeste men-
schen, ten goede of ten kwade, effectvol
ler is, dan de abstracte redeneering, dan
is het een eisch, dat de film zich verheft
tot een niveau van het Christelijk gewe
ten en ophoudt een instrument van bederf
en demoralisatie te zijn.
Innerlijk kan de film veel kwaads en
slechts in de zielen teweegbrengen, hetzij
een gelegenheid tot zonde vormen; zij
brengt de jeugd op slechte wegen door de
verheerlijking der hartstochten, zij toont
het léven in een valsch licht, zij verduis
tert de idealen, vernielt de zuivere liefde,
den eerbied voor het huwelijk en de ge
negenheid aan het gezin. Zij kan zelfs
vooroordeelen scheppen tusschen de indi
viduen en misverstanden tusschen de na
ties, de klassen der maatschappij en tus
schen gansche rassen.
Van den anderen kant kan door film
voorstellingen juist een diepe, zedelijke
sterkende invloed uitgeoefend worden op
de toekomst. Behalve verstrooiing, die zij
biedt, kan zij edele levende idealen op
wekken, kostbare inzichten mededeelen,
rijkere kennis verschaffen over de ge
schiedenis en de schoonheden van het
land.
Het toonen van de waarheid en de deugd
in een aantrekkelijk licht, bewerkt of al
thans bevordert een beter begrip tusschen
de naties, de klassen der maatschappij en
de rassen, begunstigt de zaak der gerech
tigheid, wekt de aantrekkingskracht van
de deugd op en werkt positief mede tot de
vestiging van een rechtvaardige sociale
orde op de wereld.
Deze overwegingen krijgen nog meer
gewicht, daar de cinema niet tot enkelen
spreekt, maar tot menigten en dat in om
standigheden, tijden, plaatsen en milieux,
die bijzonder geschikt zijn om een buiten
gewone geestdrift op te wekken, ten goede
of ten kwade, en om een collectieve ex
De wereld
in vogelvlucht
altatie teweeg te brengen, welke, zooals
de ervaring helaas leert, zelfs uitgespro
ken ziekelijke vormen kan aannemen.
De filmbeelden worden immers ver
toond voor toeschouwers, die in een don
ker theater zitten en wier physieke en
geestelijke vermogens in een toestand van
ontspanning verkeeren.
Men behoeft niet ver te gaan, om zulk
éen zaal te vinden, zij staan bij woningen,
de kerken en de scholen van het volk, zoo
dat de beelden tot in het middelpunt van
het volksleven doordringen.
Bovendien worden de voorstellingen,
die de film in beeld brengt, vaak gemaakt
door mannen en vrouwen, die zijn geko
zen om hun kunst en natuurlijke gaven
door het gebruik van kunstgrepen, tot een
werktuig van verleiding, vooral voor de
jeugd, te maken.
Daarenboven stelt de bioscoop in haar
dienst een luxueuze omgeving, bekoorlijke
muziek en krachtig realisme in alle vor
men van grillig extravagantisme.
Daarmede oefent zij haar aantrekkings
kracht op de jeugd uit, zelfs op kleine
kinderen. Juist op dien leeftijd, waarop
het zedelijk bewustzijn en de ideëen en ge
voelens van rechtvaardigheid, rechtscha
penheid van plichten en idealen zich vor
men, neemt de cinema met zijn directe
propaganda een waarlijk overwegende
plaats in. Een behoefte bevredigt zij in
den huldigen staat van.zaken dikwijls ten
kwade, zoodat men bij de gedachte aan
het onheil, dat in zooveel jeugdige kinder
zielen wordt aangericht, aan zooveel on
schuld, die in de bioscoopzalen wordt ver
loren, herinnerd wordt aan de indruk
wekkende veroordeeldng van Onzen Heer,
uitgesproken over hen, die ergernis geven
(Mare. 941).
Een van de opperste eischen van onzen
tijd is het dus te waken en te werken, op
dat de bioscoop niet meer de school van
ergernis is, maar integendeel een kost
baar werktuig tot opvoeding en verheffing
der menschen wordt.
En hier vermelden Wij met voldoening,
dat sommige regeeringen, bezorgd voor
den invloed van de film op zedelijk en op
voedkundig gebied, bijzondere keurings
commissies gevormd hebben uit degelijke
en deugdzame menschen en vooral uit
huisvaders en huismoeders en ook orga
nen in het leven hebben geroepen om
richting te geven aan de filmproductie
om haar te inspireeren op de nationale
werken van groote dichters en schrijvers.
Indien echter Gij, eerbiedwaardige broe
ders, waarlijk met recht een bijzondere
waakzaamheid hebt uitgeoefend tegenover
de filmproductie van uw land, dié bijzon
der ontwikkeld is en niet weinig invloed
heeft op andere deelen der wereld, is het
ook voor alle bisschoppen der gansche
wereld een plicht zich te vereenigen om
betreffende dezen universeelen en mach
tigen vorm van ontspanning en opvoeding
tegelijk te waken tegen de kwetsing van
5t zedelijk en godsdienstig gevoel en alles,
wat indruischt tegen den christelijken
geest en zijn ethische beginselen, als een
reden van verbod te doen gelden. Onver
moeid moeten zij alles bestrijden, wat het
gevoel van deugd en eer in het volk kan
verzwakken.
Deze verplichting rust niet enkel op de
bisschoppen, maar ook op de geloovigen
en alle deugdzame menschen aan wie de
eer van het gezin, van de natie en in het
algemeen van de menschheid dierbaar
zijn.
Het vraagstuk van geoorloofde films zal
eerst zijn opgelost, indien men een' film
productie zou kunnen hebben, die volko
men gericht was naar de beginselen der
christelijke moraal.
Daarom zullen wij al degenen in ruime
mate prijzen, die zich gewijd hebben of
zullen wijden aan de edele taak de film
omhoog te brengen tot opvoedende bedoe
lingen en tot de eischen van het christe
lijk geweten, en daartoe met technische
bevoegdheid en zonder dilettantisme te
werk gaan om elk verlies van inspanning,
kracht en geld te vermijden.
Daar wij weten hoe moeilijk het is om,
vooral om finanoieele redenen, zulk een
industrie op te bouwen, terwijl het van
den anderen kant noodig is, de gansche
productie te beinvloeden, opdat in gods
dienstig opzicht geen schade wordt aan
gericht, bevelen Wij den zielenherders
een voortdurende waakzaamheid aan.
III.
Wat de filmindustrie zelf betreft, sporen
wij de Bisschoppen van alle landen, maar
vooral U, eerbiedwaardige broeders, aan,
De zitting van den Volkenbond te Genève
nadert haar einde. Er is een resolutie op
gesteld, welke de uitspraak van de Volken
bondsvergadering bevat omtrent de sanc
ties en de erkenning van Italië's verovering
van Abessynië. Voorts zegt de resolutie, dat
de ervaring van zestien jaren het noodzake
lijk maakt, dat een algeheel onderzoek
naar de functionneering van den Bond
wordt ingesteld met het oog op een verster
king van zijn gezag. De staten-leden worden
uitgenoodigd, het Secretariaat hun opmer
kingen ten aanzien van de functionneering
van den Bond te zenden. De coördinatie
commissie wordt uitgenoodigd den toestand
met betrekking tot de afgekondigde sanc
ties te bezien en rekening houdende met
de voor de Assemblée afgelegde verklarin
gen den regeeringen aan te bevelen, welke
houding moet worden aangenomen.
Over deze resolutie wordt vandaag ge
stemd en daarmede is deze historische zit
ting ten einde, zonder te zijn afgeweken
van de algemeene verwachting. Een ver
wachting, welke niet bepaald hoog gespan
nen was. Slechts de Amerikaansche staten
hadden blijkbaar grootere verwachtingen
gekoesterd, want de een na den ander ver
laat den Bond. Gisteren heeft ook de Mexi-
caansché delegatie haar misnoegen gede
monstreerd over het verloop van zaken in
de Abessijnsche kwestie. Mexico is even
wel niet zoover gegaan, dat het direct zijn
lidmaatschap heeft opgezegd. De Mexicaan-
sche delegatie heeft slechts medegedeeld,
niet langer te zullen deelnemen aan de
werkzaamheden van de Assemblee in het
Abessijnsche conflict, teneinde zoodoende
te ontkomen aan den plicht om tegen te
stemmen.
Gelukkig heeft de Mexicaansche legatie
niet het voorbeeld gevolgd van den Tsjechi-
schen journalist, die harakiri pleegde,
naar thans blijkt uit protest tegen de Joden
vervolging in Duitschland. In Japan kan een
dergelijke methode van .protesteeren mis
schien succes hebben, maar hier zal het
weinig baten.
VOORNAAMSTE NIEUWS
een beroep te doen op de Katholieken, die
een aandeel hebben in deze industrie.
Laat hen ernstig nadenken over den plicht
en de verantwoordelijkheid, die zij als
zonen der Kerk hebben, om door hun zeg
genschap en invloed te bewerken, dat de
films, die zij maken of helpen maken, be
antwoorden aan de beginselen der gezon
de moraal.
Het aantal der Katholieken, die als lei
ders, uitvoerders, schrijvers of spelers in
de film werken, is niet gering; helaas is
hun invloed bij de filmproductie niet al
tijd in overeenstemming met hun Geloof
en hun idealen.
Gij, Eerbiedwaardige Broeders, zult er
wel aan doen van hen te verlangen, dat
zij hun beroep in overeenstemming bren
gen met hun geweten van eerbare man
nen en volgelingen van Jezus Christus.
Evenals op elk ander gebied van Apos
tolaat zullen de zielenherders ook hier on
getwijfeld uitmuntende medewerking vin
den in de rijen der Katholieke Actie, op
wie Wij niet zullen nalaten ook in dit
schrijven een warm beroep te doen, opdat
zij aan dit werk onvermoeibaar al hun me
dewerking en ijver schenken.
Van tijd tot tijd zullen de Bisschoppen
goed doen, de filmindustrie eraan te her
inneren. dat het een der zorgen van het
Heftlerlijk Ambt is, ook te waken over
alle vormen van eerbare en gezonde ont
spanning, omdat zij aan God verantwoor
ding. schuldig zijn over de zedelijkheid
van hun volk, ook wanneer het zich ver
poost.
Hun heilig Ambt verplicht hen, duide
lijk en openlijk te zeggen, dat ongezonde
en onreine vermaken de zedelijke kracht
der natie vernietigen.
Ook kunnen zij de filmindustrie erop
wijzen, dat hun vorderingen niet allen de
Katholieken, maar het gansche filmpu
bliek aangaan.
Gij, Eerbiedwaardige Broeders van de
Vereenigde Staten, kunt in het bijzonder
met recht en nadruk wijzen op hetgeen
Wij boven reeds zeiden, dat namelijk de
filmindustrie van Uw land haar eigen ver
antwoordelijkheid tegenover de samenle
ving erkend heeft.
Mogen de bisschoppen dei' gansche we
reld verder den filmindustrieelens duide
lijk maken, dat een zoo groote en univer-
seele macht met nut kan gericht worden
op een hooger doel van individueele en
sociale verheffing.
Waarom zou men inderdaad de kwestie
stellen van vermijding van het kwaad?
De film behoeft niet slechts een ver
strooiing te zijn om waardelooze en wer-
kelooze uren te vullen. Zij kan en moet
met haar magnifiek vermogen het goede
BUITENLAND.
De hervorming van den Volkenbond. Di
verse regeeringen uitgenoodigd hun stand
punt kenbaar te maken. (2de blad).
Vandaag eindstemming in de Assemblee.
(2de blad)/
De demonstreerende Tsjechische journa
list overleden. (2de blad).
BINNENLAND.
Het bezoek van den hertog van Kent.
(2de en 1ste blad).
Het Crisis-Zuivelbureau protesteert tegen
de uitlatingen van Minister Gelissen. (2de
blad).
Brand in een jeugdherberg te Bergen op
Zoom. (1ste blad).
in het licht stellen en positief tot het goe
de leiden.
En nu achten Wij het, gezien het ge
wicht van deze zaak, nuttig over te gaan
tot eenage praktische aanwijzingen.
Op de eerste plaats dienen alle zielen
herders, zooals Wij reeds aanduiddden,
van hun geloovigen te verkrijgen, dat zij
elk jaar, evenals him Amerikaansche
broeders, de belofte doen om zich te ont
houden van films, die de Christelijke
waarheid en zedelijkheid kwetsen.
Deze verplichting of belofte kan het
best te verkrijgen zijn door middel van
de parochies of de scholen, en met de ijve
rige medewerking der huisvaders en huis
moeders, die hun verantwoordelijkheid
beseffen.
De Bisschoppen kunnen hiertoe ook den
dienst der Katholieke pers gebruiken, die
de schoonheid en de waarde van deze be
lofte in het licht zal stellen.
Voor de vervulling van deze belofte is
echter noodig, dat het volk duidelijk weet,
welke films voor allen, welke met voorbe
houd geoorlofod zijn; welke schadelijk en
welke positief slecht zijn. En dit vereischt
tenslotte regelmatige, veelvuldige en
prompte publicatie van lijsten der geklas-
sificeerde films, welke voor allen gemak
kelijk verkrijgbaar moeten zijn, door mid
del van speciale bulletins of andere publi
caties, of ook door middel van de Katho
lieke pers.
Het zou op zich zelf wenschelijk zijn,
dat men een gelijke lijst zou vaststellen
voor de gansche wereld, want in de gan
sche wereld geldt de zelfde zedenwet!
Daar het echter voorstellingen betreft,
die alle klassen der maatschappij,, groot en
klein, geleerden en onwetenden bereikt,
kan het oordeel over de film niet steeds
voor elk geval en onder elk opzicht het
zelfde zijn. Omstandigheden, gebruiken en
vormen zijn verschillend in de verschil
lende landen. Daarom schijnt het dan ook
niet praktisch een lijst vast te stellen voor
de gansche wereld.
Indien echter in elk land een Massifica
tie der films op de boven aangegeven
wijze tot stand komt, zal deze in beginsel
reeds de vereischte leiding geven.
Daarom zal het noodig zijn, dat de Bis
schoppen in elk land een permanent lan-
delijk-keuringsbureau oprichten, dat de
goede film kan bevorderen en de andere
klassificeeren en zijn oordeel aan de pries
ters en de leeken bekend maakt.
Zeer geschikt kan dit bureau worden
toevertrouwd aan de centrale organen der
Katholieke Actie, die immers onder de
leiding der Bisschoppen staan.
In elk geval echter dient thans vast te
staan, dat het werk van de aanwijzing der
films, om goed en organisch te werken,
landelijk moet zijn en van een verant
woordelijk centrum moet uitgaan.
Indien zeer ernstige plaatselijke rede
nen het waarlijk zouden eischen, zullen
de Bisschoppen in hun eigen Diocees door
middel van hun diocesane keuringscom
missie op de nationale lijst zelf die ge
baseerd moet zijn op voor de gansche na
tie geschikte normen een nog strenge-
ren maatstaf kunnen toepassen, zooals de
aard van de landstreek dien kan ver-
eischen en nu ook films kunnen verbie
den, die door de algemeene lijst zijn goed
gekeurd.
Het genoemde bureau kan bovendien de
organisatie der bioscoopzalen van paro
chies en vereenigingen verzorgen, om ook
aan deze zalen goed uitgekozen films te
verschaffen. Door middel van de organisa
tie van deze zalen, die voor de filmindu
strie vaak goede klanten zijn. kan men
dan een nieuw recht opeischen, namelijk,
dat de industrie hiervoor films produceert,